NL8005554A

NL8005554A - Afdekkraag voor een dakraam of soortgelijke in het dak in te bouwen constructie.

Info

Publication number: NL8005554A
Application number: NL8005554A
Authority: NL
Original assignee: Blefa Ag
Priority date: 1979-11-17
Filing date: 1980-10-08
Publication date: 1981-06-16
Also published as: CH650304A5; DE2946514A1; IT1145312B; DE2946514C2; IT8049824A0; FR2472647B1; BE886172A; FR2472647A1

Description

• ' ·4 N/29 .891-tM/f.

> >

Afdekkraag voor een dakraam of soortgelijke in het dak in te bouwen constructie.

De uitvinding heeft betrekking op een afdekkraag voor een dakraam of soortgelijke in het dak in te bouwen constructie met een aan de raamkast liggend en daarmee verbonden binnenste deel en een in een eerste inbouwmo-5 gelijkheid aan de zijden aansluitbaar vereffeningsdeel/ dat bij zeer smalle dakopening ook in een tweede inbouwmogelijk-heid monteerbaar is.

Het is bekend, het buitenste vereffeningsdeel los op het binnenste deel aan de rand overlappend te leggen.

10 Nadelig bij een dergelijke constructie is, dat het buitenste vereffeningsdeel verregaand met het gehele oppervlak op een in het dak bevestigde plank moet liggen, omdat anders door de druk van de dakpannen op de afdichting een kipmoment ontstaat, waardoor het vereffeningsdeel aan de zijde naar het .15 binnenste deel toe opgelicht wordt. Het kippen of oplichten zelfs over slechts enkele milimeters leidt, zoals bekend is, --------- --------- --gemakkelijk tot lekkage.

De uitvinding beoogt een afdekkraag van de bovengenoemde soort zo te verbeteren, dat het vereffenings-20 deel aan het binnenste deel van de afdekkraag in de eerste gebruikstoestand op eenvoudige wijze zo is bevestigd, dat dit ook bij een slechts smalle onderliggende ondersteuning door een dunne daklat of ook bij slechts puntsgewijze oplegging kipzeker ligt en desnoods zelfs zonder enige onderliggende 25 ondersteuning aan het binnenste deel van het vereffeningsdeel daarmee in lijn liggend voldoende bevestigd is en bovendien in een tweede in de gehele breedte smallere inbouwmoge-lijkheid monteerbaar is. Hiertoe is de afdekkraag volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het binnenste deel aan de 30 buitenliggende aansluitzijde met vorming van een van binnen holle kraalrand omhoog en aansluitend in de richting naar het raam teruggebogen is, waarbij de naar het raam wijzende zijde van de kraalrand ten minste over een deel van zijn hoogte open is en de binnenliggende aansluitzijde van het 35 vereffeningsdeel uit een in een eerste inbouwmogelijkheid de kraalrand van het binnenste deel overdekkend overdekkings-deel bestaat, dat aan de kant een ombuiging bezit, die bij 8005554 -2- deze inbouwmogelijkheid door de open zijde in de binnenruimte van de kraalrand steekt en het vereffeningsdeel bovendien in een tweede inbouwmogelijkheid met zijn totale breedte het binnenste deel geheel of grotendeels overdekkend, daarop 5 kipzeker liggend monteerbaar is.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding is in de tekening afgeheeld en wordt hierna beschreven. Hierin tonen fig. 1 een aansluiting met een cirkelvor- 10 mige kraalrand.

Fig. 2 het buitenste vereffeningsdeel in een mogelijke transportstand.

Fig. 3 een aansluiting met een U-vormige kraalrand.

15 Fig. 4 een tweede inbouwmogelijkheid.

Het binnenste deel 12 van de afdekkraag is op de gebruikelijke wijze met de raamkast 11 verbonden. Aan dit binnenste deel 12 bevindt zich aan de buitenzijde de kraalrand 13, die naar de zijde van het raam toe open is.

20 Bij de eerste inbouwmogelijkheid wordt de kraalrand 13 door het overdekkingsdeel 15 van het buitenste vereffeningsdeel 14 overdekt. Het overdekkingsdeel 15 bezit aan zijn kant een ombuiging 16, die bij deze inbouwmogelijkheid in het binnenste van de cirkelvormige kraalrand 13 steekt. Aan het buiten- 25 ste vereffeningsdeel 14 kan een loodstrook 17 voor aanpassing aan de dakpannen aangefelst zijn. In plaats van de loodstrook 17 kunnen ter aanpassing aan de dakpannen ook andere bekende materialen worden toegepast, zoals bij voorbeeld schuimstof-stroken.

30 Het overdekkingsdeel 15 kan reeds in de fabriek in de cirkelvormige kraalrand 13 gehaakt worden en wordt dan voor het transport naar boven geklapt, zoals in fig. 2 zichtbaar is. In plaats van de cirkelvormige kraalrand 13 kan ook een U-vormig gebogen kraalrand 18 benut worden.

35 Het overdekkingsdeel 19 is aan deze kraal rand in de contour aangepast. In fig. 3 is het vereffeningsdeel 14 door schuimstofstroken 20 ten opzichte van de dakpannen afgedicht.

i Wanneer het binnenste deel 12 van de af- ,ï 40 dekkraag breed genoeg uitgevoerd is, zijn een tweede trans- 8005554 ί 4 -3- portstand en een tweede inbouwmogelijkheid met ten opzichte van de eerste verminderde montagebreedte mogelijk.

Wanneer om constructieve redenen aan het dak slechts een betrekkelijk geringe montagebreedte voor het 5 dakraam ter beschikking staat/ kan het deel 14 volgens fig. 4 op het binnenste deel 12 worden gelegd. In deze stand kan het aanvullend door niet getekende middelen vastgeklemd of vastgeschroefd worden. De opstaande lijst 21 dient in dit geval als een soort aanslag/ maar verder vormt deze een waterafvoer-10 goot ten opzichte van de raamkast. De opstaande lijst 21 kan bovendien aan zijn bovenkant omgebogen zijn.

Deze ombuiging kan voor het aanfelsen van een afdichtingsplaat worden toegepast, die op bepaalde plaatsen van het dak als aanvullende afdichting gewenst is.

21 15. De opstaande lijst-kan echter ook geheel ontbreken en het vereffeningsdeel 14 kan direct aan de zijde van de raamkast aanliggen. Het vereffeningsdeel 14 kan ook f alleen voor plaatsbesparing bij het transport op het binnenste deel 12 worden gelegd. Dit deel 14 wordt dan ter plaatse 20 op het dak aan het binnenste deel van de afdekkraag aangehaakt. De ombuiging 16 kan zo zijn uitgevoerd, dat het buitenste vereffeningsdeel 14 met het overdekkingsdeel 15 van boven op de kraalrand 13 kan worden geschoven, waarbij het buitenste vereffeningsdeel 14 ongeveer evenwijdig aan het 25 binnenste deel 12 van de indekkraag gehouden kan worden.

Deze mogelijkheid van het aan elkaar koppelen van de beide delen is bijzonder dan aanwezig, wanneer de ombuiging 16 slechts in geringe mate is uitgevoerd.

Door verder ombuigen van deze ombuiging 16 30 worden de beide delen dan vast aan elkaar gekoppeld. De ombuiging 16 behoeft niet op de totale langszijde van het dakraam aanwezig te zijn. Het is al voldoende, wanneer kleine smalle plaatstroken omgebogen worden.

De ombuiging 16 kan ook over de totale 35 lengte van het dakraam lopen in het bijzonder, wanneer deze ombuiging reeds in de fabriek wordt uitgevoerd en dan het deel 14 voor het transport, zoals in fig. 2 is te zien, omhoog geklapt wordt.

Deze omhoog geklapte transportpositie kan 40 ook worden uitgevoerd bij de constructie met de U-vormige 8005554 -4- kraalrand 18.

De kraalrand kan behalve de beschreven cirkel-vormige of U-vormige dwarsdoorsnede ook een andere geschikte dwarsdoorsnede-vorm bezitten.

5 Bij alle mogelijke uitvoeringsvormen, waarbij in de montagestand de ombuiging 16 in het inwendige van de kraalrand 13 of 18 steekt, is ook zonder ombuigen van onderdelen, aan bijvoorbeeld d& bouwplaats, het verbinden of losmaken van het binnenste deel 12 met hét-vereffeningsdeel 14 10 mogelijk. Voor het scheiden of verbinden van de delen wordt het vereffeningsdeel 14 ongeveer in een hoek van 30° - 90° ten opzichte van het binnenste deel 12 gehouden.

In deze stand kan de kant van de ombuiging 16 voorbij de kant van de kraalrand 13 of 18 worden gevoerd en 15 in het inwendige van de kraalrand worden geschoven. Door aansluitend omlaag klappen van het vereffeningsdeel 14 komt dit dan tegen het buitenvlak van de kraalrand 13 of 18 aan te liggen.

20 j 3005554

Claims

1. Afdekking voor een dakraam of soortgelijke in het dak in te bouwen constructie met een aan de raamkast liggend en daarmee verbonden binnenste deel en een aan de zijden aansluitbaar vereffeningsdeel, met het k e n- 5 merk, dat het binnenste deel (12) aan de buitenliggende aansluitzijde onder vorming van een holle kraalrand (13,18) omhoog en aansluitend in de richting naar het raam terug gebogen is, waarbij de naar het venster wijzende zijde van de kraalrand ten minste over een deel van zijn hoogte open 10 is, en de binnenliggende aansluitzijde van het vereffeningsdeel (14) uit een in een eerste inbouwmogelijkheid de kraalrand (13,18) van het binnenste deel overdekkend overdekkings-deel (15, 19) bestaat, dat aan de kant een ombuiging (16) heeft, die bij deze inbouwmogelijkheid door de open zijde 15 in de binenruimte van de kraalrand (13, 18) steekt en het vereffeningsdeel bovendien in een tweede inbouwmogelijkheid met zijn totale breedte het binnenste deel geheel of grotendeels overdekkend, daarop kipzeker liggend monteerbaar is.

2. Afdekkraag volgens conclusie 1, m e t 20 het kenmerk, dat de kraalrand (18) de vorm van een op het zijbeen staande en naar het raam geopende U-vormige dwarsdoorsnede heeft.

3. Afdekkraag volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de kraalrand (13) de vorm van een 25 naar het raam geopende cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft.

4. Afdekkraag volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de ombuiging (16) van het overdek-kingsdeel (15, 19) voor de montage nog zo zwak is uitgevoerd, dat het overdekkingsdeel van boven op de kraalrand (13, 18) 30 kan worden gelegd zonder dat de ombuiging (16) of als lippen daaruit uitgesneden delen na de montage in de binnenruimte van de kraalrand (13, 18) naar binnen gebogen zijn. 8005554