NL8002735A - Meubel. - Google Patents

Description

j' ί ; VO 464 «

Meubel.

De uitvinding heeft betrekking op een meubel met een verstelbaar tafelblad, dat is aangebracht tussen twee door een bovenste drager met elkaar verbonden zijdelen.

Voor de moderne uitrusting van werkruimten worden tegenwoor-5 dig bureaumeubels gebruikt, die zijn opgebouwd uit een aantal grondelementen en volgens de moduulbouwwijze kunnen worden samengesteld en gedemonteerd. Bij lessenaars en schrijftafels moeten de tafelbladen overeenkomstig de eisen van de betrokken werkruimte en de functie zowel in hoogte als in helling verstelbaar zijn.

10 Bij gebruikelijke bureaumeubels is het bekend om de verstel ling van het tafelblad tot stand te brengen door middel van drijfwerken, hefboomstelsels, gasveren, hydraulische organen, enz.

De hiervoor benodigde mechanische uitrusting is zeer kostbaar en alleen doelmatig wanneer de tafelbladen zeer veelvuldig moeten wor-15 den versteld, hetgeen gewoonlijk niet het geval is.

Goedkoper voor het verstellen zijn eenvoudige piningrijpin-gen, die echter verschillende nadelen hebben. De hantering met de piningrijpingen is veelal ingewikkeld, de meubels zijn labiel en de pinnen zijn veelal niet-gegrendeld, zodat de tafelbladen kunnen 20 verschuiven of geheel wegvallen.

De uitvinding stelt zich thans ten doel de genoemde nadelen te vermijden en een veilige, eenvoudig te hanteren tafelbladverstel-ling te verschaffen, die goedkoop kan worden vervaardigd. Volgens de uitvinding vindt dit zodanig plaats, dat in de achterste en zij-25 delingse randen van het tafelblad uitstekende pinnen zijn verankerd die elk in een van een aantal, boven elkaar aangebrachte uitsparingen in de drager en in de zijdelen losmaakbaar aangrijpen, en dat een in de achtersts rand van het tafelblad heen- en weer beweegbare gelegerde, uitstekende bout met de kop daarvan achter een verticale 30 sleuf aangrijpt van de drager, een en ander zodanig, dat bij het 800 27 35 - 2 - uxtnemen van de pinnen van het blad ten behoeve van het verstellen daarvan, het blad via de bout blijft ingehangen aan de drager.

Met voordeel rust de kop van de bout op een veer, die is ondergebracht in het inwendige van de drager. Bij het losnemen van 5 de pinnen van het tafelblad voor de verstelling in hoogte en/of in helling, wordt zodoende een gedeelte van het gewicht vereffend door de veer.

Met voordeel is elk zijdeel van het meubel voorzien van een naar voren uitstekende draagarm, in het uiteindevlak waarvan boven 10 elkaar liggende, aan één zijde open groeven zijn aangebracht. Deze dienen voor het opnemen van de uitstekende, zijdelingse pinnen van het tafelblad. De zijdelen dragen een verwijderbare bedekking, die de pinnen in de groeven grendelen, en zodoende het verschuiven of wegvallen voorkomen van het tafelblad.

15 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de teke ning/ waarin:

Fig.l een ruimtelijk aanzicht is van een zijdeel en een ver-bindingsdrager in de uit elkaar genomen toestand daarvan;

Fig.2 een ruimtelijk aanzicht is van een schrijftafel; 20 Fig.3 een vooraanzicht is van het bovenste gedeelte van de schrijftafel volgens fig.2 zonder opzeteenheid;

Fig.4 een bovenaanzicht is in doorsnede van een gedeelte van de schrijftafel volgens fig.2;

Fig.5 een doorsnede is volgens de lijn V-V in fig.3; 25 Fig.6 de bladveer voor de tafelbladondersteuning toont in niet gespannen toestand;

Fig.7 een ruimtelijk aanzicht is van een gedeelte van het middengebied van de verbindingsdrager met de met onderbroken lijnen weergegeven bladveer in gespannen toestand; 30 Fig.8 een doorsnede is volgens de lijn VIII-VIII in fig.3 voor het weergeven van een mogelijkheid van de hoogte- en hellings-verstelling van het tafelblad; en

Fig.9 en 10 aan fig.8 gelijke doorsneden zijn voor het weergeven van andere mogelijkheden van de hoogte- en hellingsverstel-35 ling van het tafelblad.

800 2735 * » - 3 -

Het in fig.l ruimtelijk weergegeven zijdeel 1 is vervaardigd van metaalplaat, en vormt het hoofdelement van een bureaumeubel-stelsel voor de rationele uitrusting van een werkruimte. Het zijdeel 1 bestaat uit een U-vormig kernelement 2, alsmede uit een 5 zijdelingse en een bovenste bedekking 3, resp. 4.

Het hoofdelement 2 is uitgevoerd als een gedeeltelijk open • hol profiel, waarbij het onderste'been van de U de poot 5 vormt van het bureaumeubel. De poot 5 gaat over in een verticale draagkolom 6, vanwaar een draagarm 7 horizontaal uitsteekt. De draagarm 7 is 10 het tweede been van de U. Aan de poot 5 zijn op zichzelf bekende en in hoogte verstelbare steunschroeven Θ aangebracht.

De poot 5 heeft aan de ene zijde aan de onderkant een uitsparing 9. Ook de draagkolom 6 is zijdelings voorzien van een verticaal lopende opening 10. De draagarm 7 tenslotte heeft aan de 15 bovenkant een sleufvormige uitsparing 11, door welke sleuf de in wendige ruimte daarvan van boven toegankelijk is.

De uitsparingen in het kernelement 2 maken het mogelijk om op eenvoudige wijze elektrische kabels zonder lussen en signaallei-dingen te trekken in het zijdeel 1. De verdeling 12 van het inwen-20 dige kanaal 10 van de draagkolom 6 dient voor het van de signaal- leidingen met een lagere spanning scheiden van de elektrische leidingen met een hogere spanning.

Na het trekken van de kabels en de leidingen kunnen de zijdelingse openingen in de poot 5 en in de draagkolom 6 worden bedekt 25 door de L-vormige afdekplaat 3. De afdekplaat 3 is via snappinnen en snapmonteringen 13 verbonden met het kernelement 2, en kan derhalve op eenvoudige wijze op het kernelement worden gedrukt.

Een aan de bovenkant in de zijdelingse dekplaat 3 aangebrachte schuif 14 kan worden verwijderd wanneer volgende meubeleenheden 30 aan het zijdeel moeten worden aangebouwd. Door verwijdering van de schuif 14 wordt de toegang vrijgegeven tot de leidingen en kabels in het inwendige van het kernstuk 2, zodat deze zonder moeite in het tweede meubelstuk kunnen worden getrokken. Ook in de draagarm 7 is een verwijderbare schuif aangebracht, die dient voor hetzelfde 35 doel.

8002 735 - 4 -

De aanvullende meubeleenheden worden op een niet nader weergegeven wijze via klemschroeven, die worden geplaatst in de naar boven apen groeven 15, bevestigd aan het kernelement 2 van het zijdeel 1. Als gevolg van de schuif 14 kunnen stroom- en signaalkabel-5 aansluitingen van buiten onzichtbaar in het meubel worden geplaatst.

De draagkolom 6 is voorzien van een afsluitdeksel 16, dat een uitstekende lip 17 bedekt van de schuif 14 van de dekplaat 3, en deze lip grendelt tegen het ongewild verwijderen. Het afsluitdeksel 16 heeft op zijn beurt eveneens een lip 17, die aangrijpt 10 onder de bovenste bedekking 4, zodat het afsluitdeksel 16 pas na.

het verwijderen van de bovenste bedekking 4 zelf kan worden weggenomen. In plaats van het afsluitdeksel 16 kan een opzeteenheid, b.v. een lamp of een opbouwelement 16a, worden gemonteerd aan de draagkolom.

15 Voor het afsluiten van'de draagarm 7 wordt de bovenste be dekking 4 vanaf het uiteinde van de draagarm naar binnen geschoven totdat deze met het einde 18 daarvan snapt in de snapmontering 19 aan het uiteinde van de draagarm 7. De bedekking 4 grijpt met een lip 61 aan in de naar binnen uitstekende lijsten 20, en wordt door 20 deze geleid. Door de bovenste bedekking 4 worden de schuif 14 van hetafsluitdeksel 16 of een overeenkomstige opzeteenheid, alsmede eventueel aanwezige klemschroeven in de groeven 15, gegrendeld. Verder worden de zijdelingse insteekpinnen in het tafelblad op een nog te beschrijven wijze eveneens vastgezet.

25 Voor het opbouwen van de schrijftafel zijn twee zijdelen 1, een bovenste verbindingsdrager 21 en een tafelblad 22 nodig (fig.2). De door een dekprofiel 59 afgesloten verbindingsdrager 21 is uitgevoerd als U-profiel en heeft aan de twee einden een flens 60, die aanligt tegen de draagkolammen van de zijdelen en door schroeven 30 daarmee is verbonden. De bovenste, inwendige zijdelingse openingen 23 in de draagkolommen geven de toegang vrij tot de inwendige ruimte van de drager 21, opdat weer elektrische kabels en signaalleidingen kunnen worden getrokken. De inwendige ruimte van de drager is zodanig uitgevoerd, dat elektrische contactdozen en verdeelkasten zonder 35 moeite kunnen worden geïnstalleerd.

800 2 7 35

0· V

- 5 -

Het tafelblad. 22 bestaat uit hout, dat bijvoorbeeld is bekleed met een fineer 50 of kunststof, en is omlijst met randlijsten 51. In het midden in de achterste tafelrand 26 is een boring 27 aangebracht, waarin beweegbaar een leibout 28 is gelegerd.

5 De bout 28 is uit één stuk vervaardigd als draaideel, waar bij het achterste gedeelte een grotere diameter heeft dan het voorste gedeelte. De overgang tussen het voorste en het achterste gedeelte vormt een aanslag 29, die samenwerkt met een metalen montering 30.

10 Bij het manteren wordt eerst de bout 28 in de boring 27 ge stoken, en de montering 30 door middel van schroeven 31 bevestigd aan de tafelrand 26. De montering 30 zit in een uitsparing 52 en ligt in een vlak met. de bladrand.

De bout 28 kan dan naar buiten worden getrokken, totdat de 15 aanslag 29 stoot tegen de montering 30, waarvan de boring 53 enigs zins groter is dan de diameter van het voorste bautgedeelte, maar kleiner dan de diameter van het achterste boutgedeelte.

Aan weerszijden van de leibout 28 is een pin 32 met een uitstekende kop 33 verankerd in de achterrand 26 van het tafelblad 22, 20 b.v. gelijmd in een boring. In het voorste gebied van de zijdeling se tafelranden is aan beide tafelzijden een bus 34 ingeslagen, waarin een schroefbout 35 met een uitstekende kop 36 is geschroefd.

Voor het monteren van het tafelblad 22 wordt eerst het uitstekende uiteinde 37 van de beweegbare bout 28 gestoken in een ver-25 ticale sleuf 38 in de verbindingsdrager 21. Vervolgens wordt vanaf de binnenzijde van de verbindingsdrager het kopdeel 54 los op het uiteinde 37 geschoven en vastgezet door middel van een borgring 55. Zodoende wordt dan de beweegbare bout 28 vastgehouden in de verticale sleuf. Het tafelblad 22 kan dan naar voren worden getrokken, 30 totdat de aanslag 29 van de bout 28 rust tegen de montering 30.

Bij het naar achteren schuiven van het tafelblad 22 tegen de verbindingsdrager 21 worden de zijdelingse boutkoppen 36 tot aan-grijping gebracht in een van de aangrijpgroeven 39 van het uiteinde van de draagarm 7. Tegelijkertijd worden de pinkoppen 33 van de 35 achterrand 26 in een van de boven elkaar aangebrachte boringen 40 8002 735 - 6 - in de verbindingsdrager 21 geschoven.

Het kopdeel 54 van de bout 28 rust op een in het inwendige van de drager 21 ondergebrachte bladveer 41, die zodoende een gedeelte van het gewicht van het tafelblad vereffent.

5 De in niet-belaste toestand Cfig-63 langwerpige bladveer 41 bezit een middenverdieping 56, waarin het kopdeel 54 komt te liggen. De veer wordt los in het inwendige geschoven van de verbindingsdrager 21 en dan boogvormig gespannen tussen twee eindaansla-gen 57. De zijdelingse montering van de veer 41 is verzekerd door 10 een plaat 58. Zoals vervolgens is te zien in de fig.8 - 10 kan het tafelblad op eenvoudige wijze in hoogte en/of in helling worden versteld. Hiervoor worden eerst de bovenste bedekkingen 4 met de pinnen losgemaakt en enigszins naar voren geschoven teneinde de groeven 39 in de draagarm 7 vrij te geven. Dan kan het tafelblad 15 naar voren worden getrokken totdat het volledig is uitgenomen en nog slechts via de beweegbare bout 28 hangt aan de drager 21, waarbij de bladveer een gedeelte draagt van het gewicht van het blad. Het tafelblad kan niet bij vergissing worden losgemaakt, omdat de boutkop 54 achter de verticale sleuf 38 aangrijpt.

20 Vervolgens wordt het tafelblad in de gewenste hoogte en hel ling gebracht, en dan weer naar achter geschoven, opdat het zijdelings en aan de achterkant weer tot ingrijping komt. Tenslotte worden de bovenste bedekkingen 4 van de draagarmen 7 weer ingeschoven teneinde de zijdelingse insteekpinnen te grendelen. In de fig.8 -25 10 zijn drie verschillende verstelmogelijkheden weergegeven.

Door het bureaumeubel volgens de uitvinding wordt een tot nu toe niet bereikte mate van systeemsoepelheid verzekerd. De opbouwen koppelelementen kunnen met enkele handgrepen worden aangebracht en weer verwijderd. De tafelbladen kunnen naast de verstelbaarheid 30 in hoogte nog over enkele, maar beslissende graden naar voren hel lend worden geplaatst, hetgeen medisch als zeer gunstig wordt beoordeeld.

De tafelbladen kunnen ook zonder schroeven in enkele seconden worden verwisseld, opdat werkruimten kunnen worden aangepast 35 aan nieuwe eisen. Verschillende opzeteenheden, zoals manuscript- 80027 35 «► 9 - 7 - houder-, telefoon- en brievenmandopbouwen, alsmede verlichtingen Kunnen door middel van verloopstuKKsn snel worden gezet op de draag-kolommen of de verbindingsdrager. SignaalKabels en elektrische leidingen kunnen op elk willekeurig moment zonder moeite in het meubel 5 worden getrokken, en zijn van buiten niet zichtbaar.

Het is b.v. ook mogelijk om verlengingen aan de voorkant in de draagarm te steken. Hiervoor is de inwendige ruimte van de draag-arm verdeeld, waarbij het kanaal 62 dient als geleiding voor een profielstuk, dat onderdeel uitmaakt van de verlenging. Bij deze 10 uitvoeringsvariant moet de bedekking 4 eveneens langer zijn uitge- voerd of het einde 18 zijn weggelaten.

Naar keuze kunnen lichamen in het meubel opgehangen daar onder worden geplaatst of als houder met zwenkwielen onder het meubel worden geschoven.

15 Het meubel volgens de uitvinding maakt het op eenvoudige en optimale wijze uitvoeren mogelijk van bureaux voor een enkele persoon of een aantal personen, alsmede van werkruimten en bureau-opstellingen.

800 2 7 35

Claims (8)

1. Meubel met verstelbaar tafelblad, dat is aangebracht tussen twee door een bovenste drager met elkaar verbonden zijdelen, met het kenmerk, dat in de achterste en zijdelingse randen (26) van het tafelblad (22) uitstekende pinnen (35, 33) zijn verankerd, die elk 5 losmaakbaar aangrijpen in een van een aantal boven elkaar aange brachte uitsparingen (39, 40) in de drager (21) en in de zijdelen (1), en dat een in de achterste rand van het tafelblad heen en weer beweegbaar gelegerde, uitstekende bout (28) met de kop (54) daarvan aangrijpt achter een verticale sleuf (38) van de drager (21) 10 een en ander zodanig, dat bij het losnemen van het tafelblad voor het verstellen daarvan, dit via de bout (28) blijft ingehangen in de drager (21).

2. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bout (28) in een bering (27) steekt in de achterste rand (26) van het blad 15 (22), en tot aan een aanslag (29) daaruit naar buiten kan worden ge trokken.

3. Meubel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bout (28) is vastgezet door een in de bladrand (26) bevestigde, met de aanslag (29) samenwerkende montering (30).

4. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kop (54) van de bout (28) is geplaatst op het uitstekende einde van de bout-schacht en door middel van een borgelement (55) is vastgezet.

5. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kop (54) van de bout (28) ligt op een in het inwendige van de drager (21) 25 ondergebrachte veer (41), en dat de bouthals wordt geleid in de ver ticale sleuf (38) van de drager (21).

6. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk zijdeel (1) van het meubel een naar voren uitstekende draagarm (7) heeft, waarvan het uiteinde is voorzien van boven elkaar aangebrachte, aan 30 een zijde open groeven (39) voor het opnemen van de uitstekende delen (35), en dat het zijdeel (1) een wegneembare bedekking (4) draagt, die de pinnen (35) in de groeven (39) grendelt. 800 2 7 35 - 9 -

7. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsparingen in de drager (21) boven elkaar!.liggende boringen (40) zijn, die zijn aangebracht aan weerszijden van de verticale sleuven (38).

8. Meubel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de veer 5 (41) een bladveer is met een middenverdieping (56) voor het opnemen van het kopdeel (54), en dat de in niet-gespannen toestand langwerpige veer los is gelegd in de drager (21) en bolvormig is gespannen tussen twee eindaanslagen (57). 800 2 735