NL8002734A - Meubel. - Google Patents

Description

•Sfc J

VO 465 Meubel.

De uitvinding heeft betrekking op een meubel voor het volgens de moduulbouwwijze uitrusten van werkruimten, waarbij het meubel althans twee door een verbindingsdrager met elkaar verbonden' zijdelen heeft.

5 Voor de moderne uitrusting van werkruimten worden tegenwoor dig bureaumeubels gebruikt, die zijn opgebouwd uit een aantal grondelementen, en volgens de moduulbouwwijze kunnen worden samengesteld en gedemonteerd. Afhankelijk van da functie van het meubel kunnen telefoons, lampen, toestellen voor het sorteren van gegevens, sig-10 naaltoetsenborden enz. in het meubel worden geïntegreerd. Dit was tot nu toe op eenvoudige en esthetisch bevredigende wijze niet mogelijk, en de uitvinding stelt zich derhalve tot opgave hier verbetering te verschaffen.

Dit vindt volgens de uitvinding zodanig plaats, dat de zij-15 delen en de verbindingsdrager een ononderbroken holle ruimte vor men, dat elk zijdeel bestaat uit een kernelement met een draagkolom en een vanaf deze laatste uitstekend voetstuk en draagarm, en dat het kernelement is voorzien van door bedekkingen althans gedeeltelijk afsluitbare uitsparingen.

20 Bij het onderhavige meubel kunnen op elk willekeurig moment signaalkabels en elektrische leidingen worden ingetrokken, zonder dat deze van buiten zichtbaar zijn. In de inwendige ruimte van de zijdelen en de verbindingsdrager zijn geen dwarsribben aanwezig, die de geleiding van leidingen zouden kunnen bemoeilijken.

25 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de teke ning, waarin:

Fig.l een ruimtelijk aanzicht is van een zijdeel en een verbindingsdrager in een uit elkaar genomen weergevingj

Fig.2 een ruimtelijk aanzicht is van een schrijftafel; 30 Fig.3 een vooraanzicht is van het bovenste gedeelte van de 800 2 7 34 - 2 - schrijftafel volgens fig.2, zonder opzeteenheidj

Fig.4 een bovenaanzicht is in doorsnede van een gedeelte van de schrijftafel volgens fig.2j

Fig.5 een doorsnede is volgens de lijn V-V in fig.3; 5 Fig.B de bladveer voor de tafelbladondersteuning toont in niet gespannen toestand;

Fig.7 een ruimtelijk aanzicht is van een gedeelte van het middengebied van de verbindingsdrager met de met onderbroken lijnen weergegeven bladveer in gespannen toestandj 10 Fig.B een doorsnede is volgens de lijn VIII-VIII in fig.3 voor het weergeven van een mogelijkheid van de hoogte- en hellings-verstelling van het tafelblad; en

Fig.9 en 10 aan fig.8 gelijke doorsneden zijn van andere mogelijkheden van de hoogte- en hellingsverstelling van het tafel-15 blad.

Het in fig.l ruimtelijk weergegeven zijdeel 1 is vervaardigd van metaalplaat, en vormt het hoofdelement van een bureau-meubelsysteem voor de rationele uitrusting van een werkruimte. Het zijdeel 1 bestaat uit een U-vormig kernelement 2, alsmede uit een 20 zijdelingse en bovenste bedekking 3, resp. 4.

Het hoofdelement 2 is uitgevoerd als een gedeeltelijk open, hol profiel, waarbij het onderste been van de U de poot 5 vormt van het bureaumeubel. De poot 5 gaat over in een verticale draagkolom 6, vanwaar een draagarm 7 horizontaal uitsteekt. De draagarm 7 is het 25 tweede been van de U. Aan de poot 5 zijn op zichzelf bekende in hoogte verstelbare steunschroeven B aangebracht.

De poot 5 heeft aan de ene zijde en aan de onderkant een uitsparing 9. Ook de draagkolom 6 is zijdelings voorzien van een verticaal lopende opening 10. De draagarm 7 tenslotte heeft aan de boven-30 kant een sleufvormige uitsparing 11, door welke uitsparing de in wendige ruimte daarvan van boven toegankelijk is.

De uitsparingen in het kernelement 2 maken het op eenvoudige wijze mogelijk elektrische kabels zonder lussen en signaalleidin-gen in het zijdeel 1 te trekken. De verdeling 12 van het inwendige 35 kanaal 10 van de draagkolom 6 dient om de elektrische leidingen met 800 2 7 34 *ó * - 3 - een hogere spanning te scheiden van de signaalleidingen met een lagere spanning.

Na het intrekken van de kabels of de leidingen kunnen de zijdelingse openingen in de poot 5 en in de draagkolom 6 worden 5 bedekt door de L-vormige afdekplaat 3. De dekplaat 3 is via insnap- pinnen en snapmonteringen 13 verbonden met het kernelement 2, en kan derhalve eenvoudig op het kernelement worden gedrukt.

. . Een aan de bovenkant in de zijdelingse dekplaat 3 geplaatste schuif 14 kan worden verwijderd wanneer andere meubeleenheden moe-10 ten worden aangebouwd aan het zijdeel. Door verwijdering van de schuif 14 wordt de toegang vrijgegeven tot de leidingen en kabels in het inwendige van het kernstuk 2, zodat deze zonder moeilijkheden in het tweede meubelstuk kunnen warden getrokken. Ook in de draagarm 7 is een verwijderbare schuif aangebracht, die dient voor 15 hetzelfde doel.

De aanvullende meubeleenheden worden op een niet nader weergegeven wijze via klemschroeven, die in de naar boven open groeven 15 worden geplaatst, bevestigd aan het kernelement 2 van het zijdeel 1. Als gevolg van de schuif 14 kunnen stroom- en signaalkabelaan-20 sluitingen van buiten onzichtbaar in het meubel worden gelegd.

De draagkolom 6 is voorzien van een afsluitdeksel 16, dat een uitstekende lip 17 van de schuif 14 van de dekplaat 3 overdekt en deze grendelt tegen ongewild verwijderen. Het afsluitdeksel 16 heeft op zijn beurt eveneens een lip 17, die aangrijpt onder de bo-25 venste bedekking 4, zodat het afsluitdeksel 16 pas na het verwijde ren van de bovenste bedekking 4 zelf kan worden weggenomen. In plaats van het afsluitdeksel 16 kan een apzeteenheid, b.v. een lamp of een opbouwelement 16a, worden gemonteerd aan de draagkolom.

Voor het afsluiten van de draagarm 7 wordt de bovenste bedek-30 king 4 vanaf het uiteinde van de draagarm naar binnen geschoven, totdat de bedekking met het einde 16 daarvan snapt in een snapmonte-ring 19 aan het uiteinde van de draagarm 7. De bedekking 4 grijpt met een lip 61 aan in de naar binnen uitstekende lijsten 20 en wordt door deze geleid. Door de bovenste bedekking 4 worden de 35 schuif 14 van het afsluitdeksel 16 of een overeenkomstige opzeteen- 800 2734 - 4 - heid, alsmede eventueel aanwezige klemschroeven in de groeven 15, gegrendeld. Bovendien worden de zijdelingse ingrijppinnen in het tafelblad op een nog te beschrijven wijze eveneens vastgezet.

Voor het opbauwen van de schrijftafel zijn twee zijdelen 1, 5 een bovenste verbindingsdrager 21 en een tafelblad 22 nodig (fig.2).

De door een dekprofiel 59 afgesloten verbindingsdrager 21 is uitgevoerd als U-profiel, en heeft aan de twee einden een flens 60, die aanligt tegen de draagkolommen van de zijdelen en door schroeven daarmee is verbonden. De bovenste, binnenste zijdelingse openingen 10 23 in de draagkolommen geven de toegang vrij tot de inwendige ruim te van de drager 21, opdat weer elektrische kabel- en signaalleidin-gen kunnen worden ingetrokken. De inwendige ruimte van de drager is zodanig uitgevoerd, dat elektrische contactdozen en verdeelkasten zonder moeilijkheden kunnen worden geïnstalleerd.

15 Het tafelblad 22 bestaat uit hout, dat b.v. is bekleed met een fineer 50 of kunststof, en wordt omlijst door randlijsten 51.

In het midden in de achterste tafelrand 26 is een boring 27 aangebracht, waarin beweegbaar een leibout 28 is gelegerd.

De bout 28 is uit één stuk -als draaideel vervaardigd, waar-20 bij het achterste gedeelte een grotere diameter heeft dan het voor ste gedeelte. De overgang tussen het voorste en het achterste deel vormt een aanslag 29, die samenwerkt met een metalen montering 30.

Bij het monteren wordt eerst de bout 28 in de boring 27 gestoken, en de montering 30 door middel van de schroeven 31 beves-25 tigd aan de tafelrand 26. De montering 30 zit in een uitsparing 52 en ligt in een vlak met de bladrand .

De bout 28 kan hierbij naar buiten worden getrokken, totdat de aanslag 29 stoot tegen de montering 30, waarvan de boring 53 enigszins groter is dan de diameter van het voorste boutgedeelte, 30 maar kleiner dan de diameter van het achterste boutgedeelte.

Aan weerszijden van de leibout 28 is een pin 32 met een uitstekende kop .33 verankerd in de achterrand 26 van het tafelblad 22, b.v. gelijmd in een boring. In het voorste gebied van de zijdelingse tafelranden is aan beide tafelzijden een bus 34 ingeslagen, 35 waarin een schroefbout 35 met uitstekende kop 36 is geschroefd.

800 2734 - 5 -

Voor het monteren van het tafelblad 22 wordt eerst het uitstekende uiteinde 37 van de beweegbare bout 28 gestoken in een verticale sleuf 38 in de verbindingsdrager 21. Vervolgens wordt van binnenuit de verbindingsdrager het kopdeel 54 los geschoven op het 5 uiteinde 37, en vastgezet door middel van een borgring 55. Zodoende , wordt dan de beweegbare bout 28 in de verticale sleuf gehouden. Het tafelblad 22 kan dan naar voren worden getrokken,, totdat de aanslag 29 van de bout 28 aanligt tegen de montering 30..

Bij het naar achteren schuiven van het tafelblad 22 tegen de 10 verbindingsdrager 21 worden de zijdelingse houtkoppen 36 gestoken in een van de insteekgroeven 39 van het uiteinde van de draagarm 7. Tegelijkertijd worden de pinkoppen 33 van de achterrand 26 in een van de boven elkaar aangebrachte boringen 40 geschoven in de verbinr dingsdrager 21.

15 Het kopdeel 54 van de bout 28 rust op een in het inwendige van de drager 21 ondergebrachte bladveer 41, die zodoende een gedeelte van het gewicht van het tafelblad vereffent.

De in niet belaste toestand Cfig.8) langwerpige bladveer 41 bezit een middenverdieping 56, waarin het kopdeel 54 komt te liggen. 20 De veer wordt los in het inwendige van de verbindingsdrager 21 ge schoven en dan boogvormig gespannen tussen twee eindaanslagen 57.

De zijdelingse montering van de veer 41 is verzekerd door een plaat 58. Zoals vervolgens is te zien in de fig.8 - 10 kan het tafelblad op eenvoudige wijze in hoogte en/of in helling worden versteld.

25 Hiervoor worden eerst de bovenste bedekkingen 4 uitgenomen en enigs zins naar voren geschoven teneinde de groeven 39 in de draagarm 7 vrij te geven. Dan kan het tafelblad naar voren worden getrokken totdat het volledig is uitgenomen en alleen nog via de beweegbare bout 28 aan de drager 21 hangt, waarbij de bladveer een gedeelte 30 draagt van het bladgewicht. Het tafelblad kan niet bij vergissing uit de ophanging worden genomen, omdat de boutkop 54 achter de verticale sleuf 38 aangrijpt.

Vervolgens wordt het tafelblad op de gewenste hoogte en in de gewenste helling gebracht en dan weer naar achter geschoven, 35 opdat het zijdelings en aan de achterkant weer ingrijpt. Tenslotte 800 2 734 - 8 - worden de bovenste bedekkingen 4 van de draagarmen 7 weer ingeschoven om de zijdelingse insteekpinnen te grendelen. In de fig.8 - 10 zijn drie verschillende verstelmogelijkheden weergegeven.

Door het onderhavige bureaumeubel wordt een tot nu toe niet 5 bereikbare mate van systeemsoepelheid verzekerd. De opbouw- en koppelelementen kunnen met enkele handgrepen worden aangebracht en weer verwijderd. De tafelbladen kunnen naast de hoogteverstelbaar-heid nog over enkele, maar beslissende graden naar voren hellend worden geplaatst, hetgeen medisch als zeer gunstig wordt beoor-10 deeld.

De tafelbladen kunnen ook zonder schroeven in enkele seconden worden verwisseld, opdat werkruimten kunnen worden aangepast aan nieuwe eisen. Verschillende opzeteenheden, zoals manuscript-houder-, telefoon- en briefmandopbouwen, alsmede verlichtingen voor 15 de werkruimte, kunnen door middel van verloopstukken snel worden gezet op de draagkolommen of het verbindingskanaal. Signaalkabels en elektrische leidingen kunnen op elk willekeurig moment zonder moeilijkheden in het meubel worden getrokken, en zijn van buiten niet zichtbaar.

20 Het is b.v. ook mogelijk om verlengingen van voren in de draagarm te steken. Hiervoor is de inwendige ruimte van de draag-arm verdeeld, waarbij het kanaal S2 dient als geleiding voor een profielstuk, dat onderdeel uitmaakt van de verlenging. Bij deze uitvoeringsvariant moet de bedekking 4 eveneens langer zijn uitge-25 voerd of het einde 18 moet worden weggelaten.

Naar keuze kunnen lichamen in het meubel opgehangen daaronder worden geplaatst of als houder met zwenkwielen onder het meubel worden geschoven.

Het onderhavige meubel maakt op eenvoudige en optimale wijze 30 de uitvoering mogelijk van bureaus voor een enkel persoon en een aantal personen, alsmede werkruimten en bureau-opstellingen.

800 2 7 34

Claims (11)

1. Meubel voor het volgens de moduulbouwwijze uitrusten van werkruimten, waarbij het meubel althans twee door een verbindings-drager met elkaar verbonden zijdelen heeft, met het kenmerk, dat de zijdelen (1) en de verbindingsdrager (21) een ononderbroken holle 5 ruimte vormen, dat elk zijdeel (13 bestaat uit een kernelement (23 met een draagkolom (6) en een vandaar uitstekend voetstuk (53 en draagarm (73, en dat het kernelement (23 is voorzien van door bedekkingen (3, 4, 163 althans gedeeltelijk afsluitbare uitsparingen (9, 10, 113.

2. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een verti cale uitsparing (103 in de draagkolom (63 en een horizontale uitsparing (93 in het voetstuk (53 door een op het kernelement (23 gedrukte en ingrijpende zijdelingse bedekking (33 is afgesloten.

3. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draag- 15 arm (73 aan de bovenkant is voorzien van een lengtesleuf (113, die door een van voren ingeschoven, instekende deklijst (43 wordt bedekt.

4. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op het naar boven open einde van de draagkolom (63 een afsluitdeksel (163 20 of een opzeteenheid (16a3 voor lampen, opbouwelementen en dergelij ke, is aangebracht.

5. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in het zijdeel (13 wegneembare schuiven (143 zijn voorzien teneinde de inwendige ruimte van het zijdeel bij het aanbouwen van volgende meubel- 25 eenheden, vrij te geven.

6. Meubel volgens de conclusies 2 - 5, met het kenmerk, dat de schuiven (143 in het bovenste gebied van de zijdelingse bedekking (33 en in de draagarm (73 zijn aangebracht, en dat zowel aan de schuiven (143 als aan het deksel (163 of aan de opzeteenheid 30 (16a3 een onder de deklijst (43 aangrijpende lip (173 is aange bracht, waardoor deze onderdelen (14, 16, 16a3 door de deklijst (43 zijn gegrendeld in het zijdeel (13. 80 0 2 7 U - 8 -

7. Meubel volgens conclusie 2, met het Kenmerk, dat de verticale uitsparing CIO) in de draagkolom C6) door een scheidingswand C12) is verdeeld in een Kanaal voor signaalkabels en een Kanaal voor leidingen met een hogere spanning.

8. Meubel volgens conclusie 1, met het Kenmerk, dat de aan de zijwand Cl) bevestigde, aan beide einden open, in dwarsdoorsnede U-vormige verbindingsdrager C21) wordt afgesloten door een bovénste, wegneembare bedekking (59), en dat de inwendige ruimte daarvan via openingen C23) in de zijwanden (1) in verbinding staan met de inwen-10 dige ruimten van deze zijwanden.

9. Meubel volgens conclusie 3, met het Kenmerk, dat aan het uiteinde van de draagarm (7) boven elkaar liggende, aan een zijde open groeven C39) zijn aangebracht voor het opnemen van uitstekende bouten C35) van een tafelblad C22), en dat deze bouten C35) zijn ge- 15 grendeld door de ingestoken deklijst C4).

10. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voetstuk (5) aan de onderkant open is, zodat de inwendige ruimte van het zijdeel Cl) vanaf de vloer toegankelijk is voor het naar binnen leiden van leidingen en kabels.

11. Meubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inwendi ge ruimte van de draagarm (7) is verdeeld, en een leikanaal (62) heeft voor het opnemen van een verlengingsstuk. 8002734