NL8001859A - Extrusiematrijs voor het produceren van een plastic sluitstrip. - Google Patents

Description

N.O. 28.888

Extrusiematrijs voor het produceren van een plastic sluitstrip

De uitvinding heeft betrekking op een extrusiematrijs voor het produceren van een plastic sluiteenheid voorzien van twee sluitstrippen, waarbij elke sluitstrip voorzien is van een profiel- en een basisgedeelte, en de uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een ex-5 trusiematrijs voor het produceren van- een plastic sluitstrip waarin de geëxtrudeerde profiel- en basisgedeelten met elkaar worden verbonden voor het verlaten van het matrijslichaam.

Plastic zakken voorzien van plastic sluitinrichtingen zijn op zichzelf bekend en worden algemeen gebruikt. In een kenmerkend geval be-10 staat een plastic sluiteenheid uit twee sluitstrippen die in elkaar grijpen. Elke sluitstrip is voorzien van profielgedeelten en een basisgedeelte.

De twee complementaire profielgedeelten van de twee sluitstrippen grijpen in elkaar wanneer de sluiteenheid is gesloten. De integriteit 15 van de vorm van de profielgedeelten moet gedurende produktie van de sluitstrip worden gehandhaafd zodat een goede ineengrijping wordt bereikt. Bovendien moet de verbinding tussen de profiel- en basisgedeelten op een zodanige wijze tot stand worden gebracht dat vervormingen die invloed uitoefenen op de voorkeursvorm van de sluitstrip, worden 20 voorkomen.

De sluiteenheid die beschreven is in de samenhangende Amerikaanse octrooiaanvrage 892,432, ingediend 31 maart 1978 ten name van aanvraagster van onderhavige aanvrage, is een kenmerkende sluiteenheid die geschikt is om geproduceerd te worden met de inrichting en de werkwijze 25 volgens de uitvinding.

Bij de werkwijze en de inrichting uit de stand der techniek voor het produceren van een sluitstrip wordt uitgegaan van de afzonderlijke extrusie en vorming van de profiel- en basisgedeelten, welke gedeelten daarna met elkaar worden verbonden. Deze werkwijze heeft nadelen en is 30 ongeschikt voor een commerciële produktie van grote aantallen sluitstrippen. Een nadeel is dat een relatief langzame koeling, zoals lucht-koeling, noodzakelijk is, hetgeen resulteert in lage produktiesnel-heden.

De uitvinding biedt een oplossing voor de problemen samenhangend 35 met de uit de stand der techniek bekende werkwijze en inrichting. De uitvinding maakt een goede besturing van de extrusie van de profiel- en basisgedeelten mogelijk alsmede een goede handhaving van de integriteit van de vorm van de sluitstrip. Een extra kenmerk is dat verschillend 800 1 8 59 2 plastic materiaal kan worden gebruikt voor de profiel- en basisgedeelten.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat uit een extrusiema-trijs voor het produceren van ten minste een plastic sluitstrip met 5 profiel- en basisgedeelten, voorzien van een matrijslichaam met een matrijsoppervlak, ten minste een eerste profielkanaal gedefinieerd in het matrijslichaam in verbinding met een corresponderende eerste profiel-matrijsopening in het matrijsvlak voor het extruderen van een eerste profielgedeelte, en ten minste een eerste basiskanaal gedefinieerd in 10 het matrijslichaam in verbinding met een corresponderende eerste basis-matrijsopening in het matrijsvlak voor het extruderen van een eerste basisgedeelte, waarbij het eerste profielkanaal en het eerste basiskanaal aangrenzend aan elkaar zijn geplaatst nabij de eerste profielma-trijsopening en de eerste basismatrijsopening en van elkaar zijn ge-15 scheiden door een eerste gedeelte van het matrijslichaam dat eindigt kort voor het matrijsvlak, zodat het geëxtrudeerde eerste profielgedeelte en het eerste basisgedeelte met elkaar worden verbonden voor het verlaten van het matrijslichaam.

Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is verder voorzien van 20 een tweede profielkanaal gedefinieerd in het matrijslichaam en in verbinding met een corresponderende tweede profielmatrijsopening in het matrijsvlak voor het extruderen van een tweede profielgedeelte alsmede een tweede basiskanaal gedefiniewerd in het matrijslichaam in verbinding met een corresponderende tweede basismatrijsopening in het ma-25 trijsvlak voor het extruderen van een tweede basisgedeelte, waarbij het tweede profielkanaal en het tweede basiskanaal aangrenzend ten opzichte van elkaar verlopen in de nabijheid van de tweede profielmatrijsopening en de tweede basismatrijsopening en van elkaar gescheiden worden door een tweede gedeelte van het matrijslichaam dat eindigt kort voor het 30 matrijsvlak zodanig dat het geëxtrudeerde tweede profielgedeelte en het tweede basisgedeelte met elkaar worden verbonden voor het verlaten van het matrijslichaam.

Een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding voorziet in een aantal afzonderlijke profielkanalen gedefinieerd in het matrijslichaam in 35 verbinding met corresponderende profielmatrijsopeningen in het matrijsvlak voor het extruderen van afzonderlijke profielgedeelten, waarbij het aantal profielkanalen aangrenzend verloopt aan het eerste basiskanaal nabij de matrijsopeningen en wordt gescheiden door het eerste gedeelte van het matrijslichaam zodanig dat het aantal 40 geëxtrudeerde profielgedeelten worden gekoppeld met het eerste basisge- 80 0 1 8 59 * 4 3 deelte voordat deze gedeelten het matrijslichaam verlaten.

Een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat uit een werkwijze voor het produceren van ten minste een plastic sluitstrip met profiel- en basisgedeelten, welke werkwijze voorziet in het extruderen 5 van ten minste een eerste profielgedeelte, het extruderen van ten minste een eerste basisgedeelte, en het verbinden van het eerste profielgedeelte met het eerste basisgedeelte} waarbij de eerste profiel- en basisgedeelten voor het verlaten van het matrijslichaam met elkaar worden verbonden.

10 Verdere uitvoeringsvormen en voordelen van de uitvinding zullen ge deeltelijk duidelijk worden aan de hand van de volgende beschrijving en gedeeltelijk duidelijk zijn na lezing daarvan zonder dat daar speciaal naar toe wordt verwezen, terwijl het kader van de uitvinding wordt bepaald door de begeleidende conclusies.

15 De uitvinding verschaft derhalve constructionele kenmerken, combinaties van elementen en rangschikkingen van onderdelen welke in het volgende aan de hand van constructionele uitvoeringsvoorbeelden zullen worden verduidelijkt terwijl het kader van de uitvinding wordt aangegeven door de conclusies.

20 Voor een beter begrip van de aard en de doelstellingen van de uitvinding wordt verwezen naar de in de volgende beschrijving ter sprake komende figuren.

Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede door twee sluitstrippen die een sluiteenheid vormen geschikt om in overeenstemming met de uitvinding te 25 worden geproduceerd.

Fig. 2 toont een plastic zak waarin de sluiteenheid volgens fig. 1 wordt toegepast.

Fig. 3 toont een zijaanzicht van een extrusiestelsel waarin de inrichting volgens de uitvinding wordt toegepast.

30 Fig. 4 toont een schematische doorsnede door een inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 5 toont een doorsnede door een deel van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 6 toont een perspectief de stuurstaaf die gebruikt wordt in 35 fig. 4.

Fig. 7 toont een perspectief een gedeeltelijk doorsnede-aanzicht van een andere stuurstaaf die gebruikt kan worden in fig. 4.

De fig. 8a, 8b en 8c tonen doorsneden door verschillende stuur-staven.

40 Fig. 9 toont een schematische deeldoorsnede door een andere uitvoe- 8001859 4 ringsvorm van een stromingsafleidingseenheid in de inrichting uit fig.

4.

De fig. 10a en 10b tonen ook doorsnede door een gecombineerde sluitstrip geproduceerd met de inrichting volgens de uitvinding.

’5 Als realisatie van de uitvinding zijn enkele uitvoeringsvoorbeelden gekozen en in de begeleidende figuren geïllustreerd, welke uitvoeringsvoorbeelden het volgende verwijzen naar de fig. 1 t/m 10 worden beschreven.

Fig. 1 toont een sluitinrichting zoals beschreven is in de reeds 10 genoemde samenhangende Amerikaanse octrooiaanvrage 892.432. Het pro-fielgedeelte 20 is verbonden met een basisgedeelte 21 en het profielge-deelte 22 is verbonden met een basisgedeelte 23. De profielgedeelten 20 en 22 zijn* complementair en het profielgedeelte 20 past in het profiel-gedeelte 22. De twee sluitstrippen 25A en 25B vormen samen een sluit-15 eenheid.

Fig. 2 toont een kenmerkende plastic zak 24 voorzien van een sluit-eenheid 26. Het is economisch gebleken om de sluitstrippen van de sluiteenheid 26 afzonderlijk te produceren en deze strippen tijdens de fabricage van de zak 24 te verbinden met een foliebaan.

20 Het verdient derhalve de voorkeur om te kunnen beschikken over een economische en betrouwbare extrusiematrijs voor het produceren van de sluitstrippen die behoren tot de sluiteenheid 26.

De sluitstrippen van de sluiteenheid 26 kunnen worden vervaardigd in een extrusie-inrichtlng die voorzien is van een extrusiematrijs vol-25 gens de uitvinding, welke inrichting geïllustreerd is in fig. 3. De extruder 27 is via een kanaal 28 verbonden met de extrusiematrijs 29. De geëxtrudeerde sluitstrippen 31 en 32 worden door de extrusiematrijs geproduceerd en worden door een koelbad 33 geleid, bijvoorbeeld een waterreservoir, en worden vandaaraf via de rolelementen 34 en 36 getrans-30 porteerd naar de klemrollen 37 waar de sluitstrippen 31 en 32 in elkaar grijpen en zodoende een doorlopende sluiteenheid 38 vormen. De snelheid waarmee de doorlopende sluiteenheid 38 wordt geproduceerd hangt af van de dimensies en van de schroefsnelheid van de extruder 27, de smelt-stroming van het materiaal, de snelheid van de klemrollen 37, de af-35 koelsnelheid en de afregeling van de matrijscomponenten die worden gebruikt voor het produceren van de sluitstrippen 31 en 32, alsmede van een aantal andere factoren.

In zijn algemeenheid zijn inrichtingen voor het extruderen van plastic materiaal uit de stand der techniek bekend en er bestaat een 40 uitgebreide stand der techniek met betrekking tot de extrusie van 8001859

i I

5 sluitinrichtingen. Fig. 4 toont gedeeltelijk in doorsnede een aanzicht van een extrusiematrijs volgens de uitvinding waarbij terwille van de duidelijkheid details, zoals montageschroeven, matrijsverwarmingseen-heden, aftastelementen, en dergelijke zijn weggelaten. De stroomafbuig-5 eenheid 40 bepaalt het distributiepatroon voor het toegevoerde plastic materiaal. Plastic materiaal wordt onder druk door de kanalen 41 en 42 ingebracht en getransporteerd door de stroomafbuigeenheid 40. Kanaal 41 is aangesloten op een stuuropening 43 en een regelbare stuurklep 44 voordat de stuurstaaf 46 en de matrijsopening 45 wordt bereikt. De ma-10 trijsopeningen 45 vormt de uitstroom- en vormeenheid voor een basisgedeelte.

Het kanaal 42 is aangesloten op de kanalen 42a, 42b en 42c. Het kanaal 42a verloopt via een stuuropening 48 en een regelbare stuurklep 49 naar de stuurstaaf 51 en de matrijsopening 52. De opening 52 vormt de 15 uitstroom- en vormeenheid voor een sluitprofiel. Het matrijslichaamsge-deelte 47 tussen de kanalen 41 en 42a eindigt kort voor het eindvlak van het matrijslichaam zodat de profiel- en basisgedeelten met elkaar in contact komen en met elkaar worden verbonden voor het verlaten van het matrijslichaam en zodoende de sluitstrip 54 vormen.

20 De in fig. 4 getoonde inrichting is voorzien van een gedeelte voor het produceren van een andere sluitstrip 68 complementair aan de sluitstrip 54.

De kanalen 42b en 42c verlopen via stuuropeningen 56 en 57 en regelbare stuurkleppen 58 en 59 en bereiken de stuurstaven 61 en 62. De 25 matrijsopening 63 vormt de uitstroomr en vormeenheid voor het profiel-gedeelte 64 en de matrijsopening 66 vormt de uitstroom- en vormeenheid voor een basisgedeelte 67.

Het profielgedeelte 64 en het basisgedeelte 67 komen met elkaar in contact en wórdt met elkaar verbonden voor het verlaten van het ma-30 trijslichaam teneinde de sluitstrip 68 te vormen. De sluitstrippen 54 en 68 worden door een waterbad 69 gevoerd voor het afkoelen van het plastic materiaal.

Fig. 5 toont een gedeelte van een andere uitvoeringsvorm van een matrijs voor het extruderen van sluitstrippen. In de uitvoeringsvormn 35 van fig. 5 zijn de sluitstrippen omgekeerd in vergelijking tot de uitvoeringsvorm die getoond is in fig. 4.

Dat wil zeggen dat de profielen 70 en 71 naar elkaar toegekeerd zijn omdat de basisgedeelten 72 en 73 zich bevinden aan de buitenzijde van de sluitstrippen 74 en 76. Dit verschil in configuratie tussen de fig.

40 4 en 5 kan worden bereikt door een keuze van de rangschikking van de 8001859 6 stuurstaven 46, 51, 61 en 62.

Fig. 6 toont een kenmerkende stuurstaaf 81 voor het produceren van een basisgedeelte van een sluitstrip. Een inwaarts verlopend taps gedeelte 82, een stuurvlak 83 en een uitsparing 84 zijn de factoren die 5 de afmetingen en de vorm van het geëxtrudeerde materiaal bepalen. Het stuurvlak 83 en de uitsparing 84 zijn in een lineaire uitvoering getoond maar dit behoeft niet noodzakelijkerwijze de voorkeursuitvoeringsvorm te zijn. In zijn algemeenheid kan het stuurvlak 83 ofwel een geleidelijk verlopende contour bezitten ofwel voorzien zijn van trapjes 10 van verschillende diepte. Het stuurvlak 83 kan recht zijn in de richting die bepalend is voor de breedte en kan variabele hoogte bezitten zodat diktevariaties kunnen worden bestuurd.

De breedte van het stuurvlak 83 hangt af van de breedte van het gewenste basisgedeelte. Montage-openingen 86 maken het mogelijk om de 15 stuurstaaf 81 gemakkelijk te monteren of los te nemen.

Fig. 7 toont gedeeltelijk in doorsnede een perspectief aanzicht van een stuurstaaf 87 voor het produceren van een profielgedeelte van een sluitstrip. De boring 88 staat in verbinding met een kanaal 89 en vias deze boring wordt het plasticmateriaal onder druk toegevoerd aan het 20 kanaal 89 waarmee de vorm van het profielgedeelte wordt gedefinieerd. Het kanaal 89 kan met goede precisie worden gevormd gebruikmakend van elektroneerslagwerkwijze die op zichzelf bekend is. De montage-opening 91 maakt het mogelijk om de stuurstaaf 87 te monteren of te verwijderen.

25 De fig. 8a, 8b en 8c tonen doorsneden door drie stuurstaven met profielkanalen in verschillende positionering. De profielstaaf 92a is voorzien van een profielkanaal 93a met een matrijsopening 94a waarbij de matrijsopening 94a zich bevindt op afstand van de plaats waarde matrijsopening voor het basisgedeelte zich zal bevinden zodat het basis-30 gedeelte en het profielgedeelte elkaar ontmoeten buiten het matrijslichaam zoals gebruikelijk is in de stand der techniek. De stuurstaaf 92b heeft een profielkanaal 93b met een matrijsopening 94b die zodanig gepositioneerd is dat het basisgedeelte juist in contact zal komen met het profielgedeelte voor het verlaten van het matrijslichaam omdat de 35 matrijsopening 96b zich bevindt kort voor het matrijsoppervlak.

De stuurstaaf 92c is voorzien van een profielkanaal 93c en een matrijsopening 94c waarbij het lichaamsgedeelte 96c over een afstand van ongeveer 0,254 mm tot ongeveer 6,35 mm terugspringt vanaf het oppervlak 97C, welke afstand bij voorkeur ligt tussen ongeveer 0,381 mm en onge-40 veer 2,286 mm. De scheiding tussen het profielkanaal en het basiskanaal 8001859 7 bij de matrijsopening is kleiner dan 1,016 mm en bij voorkeur ongeveer 0,508 mm en ligt meer in het bijzonder tussen ongeveer 0,0508 mm en ongeveer 0,2032 mm. De geproduceerde profiel- en basisgedeelten zullen met elkaar worden verbonden voor het verlaten van het matrijslichaam.

5 De stuurstaaf 92c kan met voordeel worden gebruikt met een lage trek-verhouding van ongeveer 1:4, een hoge werksnelheid van ongeveer 900 m per minuut en snelwerkende koelmiddelen zoals een waterbad. De koeling kan ook gerealiseerd worden door het versproeien van een vloeistof of op een andere bekende wijze.

10 Fig. 9 toont een deeldoorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een stroomafbuigeenheid. Het kanaal 100 levert plasticmateriaal aan een extrusie-opening voor een basisgedeelte terwijl het kanaal 101 in verbinding staat met de kanalen 101a, 101b en 101c voor het vormen van twee profielgedeelten alsmede een basisgedeelte. Deze configuratie 15 maakt het mogelijk om éên van de gedeelten een andere kleur te geven of een andere samenstelling in vergelijking met de andere gedeelten.

Fig. 10A en 105 tonen twee tussenprodukten die geëxtrudeerd kunnen worden met behulp van een extrusiematrijs volgens de uitvinding door het positioneren van twee profielmatrijsopeningen in de nabijheid van 20 een brede basismatrijsopening. Door het snijden van het basisgedeelte 106 tussen de profielsecties 107 en 108 ontstaan twee sluitstrippen.

Een soortgelijke behandeling van het basisgedeelte 109 levert vier sluitstrippen.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de 25 exacte constructionele details die in het bovenstaande zijn beschreven en geïllustreerd dat diverse modificaties door de deskundige mogelijk zijn.

8001859

Claims (10)

1. Extrusiematrijs voor het produceren van ten minste een plastic sluitstrip met profiel- en basisgedeelten, voorzien van een matrijslichaam met een matrijs in het vlak, ten minste een eerste profielkanaal 5 gedefinieerd in het genoemde matrijslichaam aangesloten op een corresponderende eerste profielmatrijsopening in het genoemde matrijsvlak voor het extruderen van een eerste profielgedeelte, en ten minste een eerste basiskanaal gedefinieerd in het genoemde matrijslichaam aangesloten op een corresponderende eerste basismatrijsopening in het ge-10 noemde matrijsvlak voor het extruderen van een eerste basisgedeelte, met het kenmerk, dat het genoemde eerste profielkanaal en het genoemde eerste basiskanaal aangrenzend aan elkaar verlopen in de nabijheid van de genoemde eerste profiel- en eerste basismatrijsopeningen en gescheiden zijn door een eerste gedeelte van 15 het genoemde lichaam dat eindigt kort voor het genoemde matrijseindvlak zodanig dat het geëxtrudeerde eerste profielgedeelte en het eerste basisgedeelte samen komen voor het verlaten van het genoemde matrijslichaam.

2. Inrichting volgens conclusie 1, verder gekenmerkt 20 door een tweede profielkanaal aangebracht in het genoemde matrijslichaam aangesloten op een corresponderende tweede profielmatrijsopening in het genoemde matrijsvlak voor het extruderen van een tweede profielgedeelte, en een tweede basiskanaal aangebracht in het genoemde matrijslichaam aangesloten op een corresponderende tweede basisma-25 trijsopening in het genoemde matrijsvlak voor het extruderen van een tweede basisgedeelte, welk tweede profielkanaal en tweede basiskanaal aangrenzend aan elkaar verlopen in de nabijheid van de genoemde tweede profiel- en tweede basismatrijsopeningen en van elkaar zijn gescheiden door een tweede gedeelte van het genoemde matrijslichaam dat eindig 30 kort voor het genoemde matrijsvlak zodanig dat het geëxtrudeerde tweede profielgedeelte een tweede basisgedeelte samenkomen voor het verlaten van het genoemde matrijslichaam.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het genoemde eerste profielgedeelte en het genoemde eerste basisgedeel- 35 te een eerste sluitstrip definiëren en het genoemde tweede profielgedeelte en genoemde tweede basisgedeelte een tweede sluitstrip definiëren, waarbij de eerste en tweede profielgedeelten in elkaar kunnen grijpen zodanig dat de eerste en tweede sluitstrippen een sluiteenheid definiëren. 8001859

4. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het eerste matrijslichaamsgedeelte eindigt op een afstand van ongeveer 0,254 mm tot ongeveer 6,35 mm voor het genoemde matrijsoppervlak.

5. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk, 5 dat het eerste matrijslichaamgedeelte eindigt op een afstand van ongeveer 0,381 mm tot ongeveer 2,286 mm voor het genoemde matrijsoppervlak.

6. Inrichting volgens copnclusie l,met het kenmerk, dat de scheiding tussen de genoemde profiel- en basiskanalen bij de ge- 10 noemde matrijsopeningen kleiner is dan ongeveer 1,016 mm.

7. Inrichting volgens conclusie 1, a e t het kenmerk, dat de scheiding tussen de genoemde profiel- en basiskanalen nabij de genoemde matrijsopeningen kleiner is dan ongeveer 0,508 mm.

8. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, 15 dat de scheiding tussen de genoemde profiel- en basiskananen bij de matrijsopeningen ligt tussen ongeveer 0,0508 mm en ongeveer 0,2032 mm.

9. Inrichting volgens conclkusie l,met het kenmerk, dat een aantal afzonderlijke profielkanalen is aangebracht in het genoemde matrijslichaam aangesloten op corresponderende profielmatrijs- 20 openingen in het genoemde matrijsvlak voor het extruderen van afzonderlijke profielgedeelten, welke profielkanalen aangrenzend verlopen aan het genoemde eerste basiskanaal nabij de genoemde matrijsopeningen en gescheiden zijn door het genoemde eerste gedeelte van het matrijslichaam zodanig dat het aantal geëxtrudeerde profielgedeelten samenkomt 25 met het eerste basisgedeelte voordat al de gedeelten het matrijslichaam verlaten.

10. Werkwijze voor het produceren van ten minste een plastic sluit-strip voorzien van een proefiel- en een basisgedeelte met behulp van een matrijslichaam, welke werkwijze voorziet in het extruderen van ten 30 minste een eerste profielgedeelte, het extruderen van ten minste een eerste basisgedeelte en het bijeenbrengen van het eerste profielgedeelte en het eerste basisgedeelte, met het kenmerk, dat het eerste proefielgedeelte en het eerste basisgedeelte bijeen worden gebracht voor het verlaten van het genoemde matrijslichaam. 35 ===== 800 1 8 59