NL7900325A - Apparaat voor het weergeven van op een magneetband in sporen opgenomen magnetische signalen. - Google Patents

Description

weel/la PHN 9323 N.V. Philips* Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

"Apparaat voor het weergeven van op een magneetband in sporen opgenomen magnetische signalen”.

De uitvinding heeft betrekking op een apparaat voor het weergeven van op een magneetband in sporen opgenomen magnetische signalen, omvattende: een gestel met een front-paneel; een magnetische leeskop met een magneetkern met 5 poolschoenen waartussen zich een leesspleet bevindt voor het aftasten van de magnetische signalen op de magneetband; alsmede een azimuthhoekcorrectieinrichting voor he“fc corrigeren van een foutieve azimuthhoekstand van de leesspleet ten opzichte van een spoor op de magneetband en omvattende 10 een de magneetknop dragende en ten opzichte van het gestel kantelbare kantelplaat voor het beïnvloeden van de azimuthhoekstand van de leesspleet door kanteling van de kantelplaat en een met de kantelplaat samenwerkend verplaatsbaar kantelorgaan voor het bij verplaatsing doen kantelen van 15 de kantelplaat.

Bij het weergeven van in sporen opgenomen magnetische signalen op een magneetband is het van groot belang dat tijdens de weergave de juiste hoekstand van de leesspleet van de leeskop ten opzichte van het geselecteerde 20 spoor gehandhaafd wordt. Een onjuiste hoekstand van de leesspleet heeft tot gevolg dat hogere frekwenties van een met behulp van een magnetische schrijfkop opgenomen signaal niet optimaal worden weergegeven. De schrijfkop bezit eveneens een magneetkern met poolschoenen. Tussen deze pool-25 schoenen bevindt zich een schrijfspleet. De stand van de schrijfspleet bepaalt de oriëntatie van de magnetische signalen die op de magneetband worden opgenomen. De schrijf-spleet en de leesspleet dienen dus zoveel mogelijk dezelfde stand te hebben.

790 03 25 •t 4 - 2 - JBHEL5323______________.

Een afwijking van slechts enkele boogminuten van de juiste hoekstand van de leesspleet kan de weergave van de hoge frekwenties van een audiosignaal met enkele kHz verminderen. Dit probleem kan onder meer optreden, wanneer 5 de signalen met een ander apparaat op de magneetband zijn opgenomen dan waarmee de magneetband wordt af gespeeld'. Het is daarom noodzakelijk, ter vermindering van de dan optredende problemen van onderlinge uitwisseling tussen ver- ? i schillende apparaten, dat de verschillende apparaten een 10 overeenkomstige instelling bezitten van de neutrale stand van de beide magnetische koppen.

De nauwkeurigheid van deze neutrale instelling kan in de praktijk uiteraard niet uitgaan boven .datgene, wat in de fabricage mogelijk en nog efficient toepasbaar is.

15 Het komt echter ook bij correct ingestelde apparaten voor dat de de weergave van signalen welke zijn opgenomen met behulp van een ander apparaat, bijvoorbeeld de weergave van in de handel verkrijgbare zogenaamde voorbespeelde Compact-Cassettes, de zogenaamde musicassettes, niet optimaal is, 20 dóórdat ofwel de neutrale instelling van de schrijfspleet van de tijdens de opname gebruikte schrijfkop danwel de instelling van de leesspleet van de leeskop van het voor de weergave gebruikte apparaat niet optimaal is, bijvoorbeeld doordat ten gevolge van schokken of een verkeerde be-25 handeling de schrijfkop, de leeskop, of beide niet de juis te positie heeft respektievelijk hebben. In een dergelijk geval kan een duidelijke verbetering van de kwaliteit van de weergave worden bereikt door de leeskop van het voor de weergave gebruikte apparaat enigszins te verstellen, ten 30 einde de leesspleet van de leeskop zoveel mogelijk parallel te laten lopen aan de schrijfspleet van de gebruikte schrijfkop en dus aan de oriëntatie van de sporen op de magneetband. Deze verbetering van de weergave uit zich vooral in een hoorbare verbetering van de hogetonen weergave.

35 Bij meerdere bekende apparaten van de in de aanhef vermelde soort is de leeskop welke dient voor het weergeven van de opgenomen magnetische signalen instelbaar op het 790 0 3 2 5 - 3 -

Jr μ .PHIL. £323___________________ gestel gemonteerd. De leeskop is bevestigd op een plaatje dat zodanig door het gestel ondersteund wordt dat met behulp van een instelschroef de azimuthhoek kan worden veranderd. Met behulp van deze instelschroef wordt tijdens de 5 fabricage de neutrale stand van de leesspleet binnen een voongeschreven tolerantiegebied ingesteld met behulp van een schroevendraaier. Het zal zonder meer duidelijk zijn dat een dergelijke azimuthhoek-correctie-inrichting minder geschikt is om te worden gebruikt door een gebruiker tijdens 10 het beluisteren van een muziekstuk, omdat onder die omstandigheden het apparaat is aangesloten op de netspanning en bovendien de betreffende leeskop door het frontpaneel van het apparaat wordt afgedekt. Speciaal bij Compact-Cassette-recorders welke zijn voorzien van een cassettehouder waar-15 in de cassette wordt aangebracht alvorens deze door zwenking in een bedrijfspositie wordt gebracht, is weinig plaats in de omgeving van de leeskop aanwezig.

De uitvinding beoogt een apparaat van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen, waarmee door een gebrui-20 ker op eenvoudige wijze tijdens het beluisteren van een weergegeven muziekstuk de azimuthhoekcorrectie-inrichting kan worden bediend. De uitvinding heeft tot kenmerk, dat een met de hand te bedienen en met het kantelorgaan verbonden beweegbare correctieknop aanwezig is op een gemakkelijk 25 me-t de hand bereikbare plaats op het gestel voor het verplaatsen van het kantelorgaan door beweging van de correctieknop en dat de azimuthhoekcorrectie-inrichting mede een flexibel overbrengingsorgaan omvat tussen het verplaatsbare kantelorgaan en de correctieknop teneinde de bewegingen 30 van de correctieknop over een zekere afstand over te brengen op het kantelorgaan en via de kantelplaat over te brengen op de leeskop. Door de toepassing van een flexibel over-brengingsorgaan is een grotere mate van vrijheid met betrekking tot de plaatsing van de correctieknop op het front-35 paneel van het apparaat gerealiseerd.

Uiteraard is het van belang dat de correctieknop 790 03 2 5 . 4 - \ * PHN-9323_______________________________________________________________________________ zo star mogelijk met de kantelplaat van de leeskop is verbonden en dat geen dode slag in de overbrenging tussen de correctieknop en de kantelplaat optreedt. In verband hiermede is een uitvoeringsvorm van interesse die tot kenmerk 5 heeft, dat het verplaatsbare kantelorgaan is voorzien van een kantelnok welke samenwerkt met de kantelplaat en dat verende middelen aanwezig zijn voor het tegen elkaar drukken van, alsmede voor het aldus elimineren van speling tussen, de kantelnok en de kantelplaat. Voorts kan een uit-10 voeringsvorm gebruikt worden, die tot kenmerk heeft, dat het verplaatsbare kantelorgaan althans in beperkte mate draaibaar is, dat twee flexibele overbrengingsorganen aanwezig zijn in de vorm van twee treksnaren, welke ieder met een eerste uiteinde vast zijn verbonden, direct 15 of indirect, met de correctieknop en met een tweede uiteinde vast zijn verbonden, direct of indirect, met het draaibare kantelorgaan en dat verende middelen aanwezig zijn voor het spannen van de beide treksnaren tussen hun beide vast verbonden uiteinden, ten einde slaphangen van de « 20 treksnaren en het daardoor optreden van dode slag in de azimuthhoekccorectie-inrichting te voorkomen.

Voor het realiseren van een~voor de praktijk geschikte overbrengingsverhouding tussen de verdraaiing van de correctieknop op het frontpaneel en de kanteling van de 25 kantelplaat is een uitvoeringsvorm van interesse die tot kenmerk heeft, dat de correctieknop draaibaar om een eerste as is aangebracht op het frontpaneel van het apparaat, dat het draaibare kantelorgaan een om een tweede as draaibaar tandsegment omvat, dat het tandsegment in ingrijping is met 30 een om een derde as op enige afstand van de tweede as draaibaar rondsel, dat ieder der beide treksnaren in onderling tegengestelde zin nabij het eerste uiteinde voor althans een deel van een slag is gewonden op een eerste snaartrom-mel welke coaxiaal is verbonden met de correctieknop en dat 35 ieder der beide treksnaren in onderling tegengestelde zin 790 03 2 5 r * - 5 - EHÏL-.9323.___________________ nabij het tweede uiteinde voor althans een deel van een slag is gewonden op een tweede snaartrommel welke coaxiaal is verbonden met het rondsel. Een bijkomend voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat deze zich leent voor de toepas-5 sing van maatregelen welke dienen om de neutrale stand van de leesspleet van de leeskop te doen korresponderen met een neutrale stand van de correctieknop op het frontpaneel. Met voordeel kan daartoe een volgende uitvoeringsvorm worden gebruikt, welke tot kenmerk heeft, dat de correctieknop is 10 aangebracht op een om de eerste as draaibare spil, dat de spil een daarmede vast verbonden en met de eerste as coaxiale schijf draagt, dat de twee met de eerste as coaxiale eerste snaartrommels op de spil axiaal verschuifbaar zijn aangebracht, dat verende middele4 aanwezig zijn voor het in 15 axiale richting tegen elkaar aandrukken van naar elkaar toegerichte eindvlakken van de schijf en de beide eerste snaartrommels en dat de genoemde naar elkaar toegerichte eindvlakken zijn voorzien van radiaal gerichte ribbels voor het in draairichting met elkaar koppelen van de eindvlakken, 20 ten einde, ten behoeve van een neutrale instelling van de correctieknop wanneer de leesspleet van de leeskop zich in een neutrale stand bevindt, de snaartrommels ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de genoemde schijf, na een geringe axiale verplaatsing over een afstand minstens ge-25 lijk aan de genoemde ribbels, te kunnen verdraaien.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Fig. 1 een aanzicht toont van een magneetbandcasset-terecorder me een correctieknop voor een azdLmuthhoekbor-30 rectie-inrichting op het frontpaneel,

Fig. 2 een frontaanzicht toont op een deel van de cassetterecorder van fig. 1 ter plaatse van een cassette-houder en een . schrijfleeskop met weglating van het frontpaneel, 35 Fig. 3 een conventionele magnetische schrijfleeskop perspectonisch toont, gedeeltelijk in doorsnede, 790 0 3 2 5 ; ^ - 6 - EHu__aa2j______________

Fig. 4 een aanzicht is op een steekje magneetband met een indicatie van de in twee sporen opgenomen magnetische signalen, waarbij de kopspiegel van de magnetische schrijfleeskop van Fig. 3 °P he magneetband is geprojec-5 teerd,

Fig. 5 een aanzicht is volgens de pijlen V-V in

Fig. 2,

Fig. 6 een aanzicht is volgens de pijlen VI-VI in

Fig. 5, 10 Fig. 7 een aanzicht toont, gedeeltelijk in doorsne de, op de correctieknop en een aantal daarmede verbonden onderdelen,

Fig. 8 een aanzicht is volgens de pijlen VIII-VIXI in Fig. 7 en 15 Fig. 9 een blokschema toont voor een electronische schakeling ten behoeve van het signaleren van een onjuiste azimuthhoekstand van de leesspleet van de leeskop.

Het in fig. 1 getoonde apparaat, een zogenaamde cassetterecorder en geschikt voor zogenaamde Compact-Casset-20 tes, omvat een huis 1 met een frontpaneel 2 aan de voorzijde. Op het frontpaneel bevindt zich een aantal knoppen 3 voor de bediening van het loopwerk van de cassetterecorder, een aantal knoppen 4 voor de bediening van de elektrische func— . ties van de cassetterecorder, een tweetal schuifpotentio— 25 meters 5 ten behoeve van de instelling van de versterking van twee kanalen van een ingebouwde stereoversterkingseen-heid en een tweetal knoppen 6 voor de bediening van een teller 7· Een magneetbandcassette 8 is aangebracht in een scharnierbare cassettehouder 9» die zich in fig. 1 in een 30 gesloten toestand bevindt. Ten behoeve van het aanbrengen van een cassette in het cassetteapparaat en ten behoeve van het verwijderen van een cassette uit het cassetteapparaat, kan de cassettehouder 9 in een, niet in de tekening getoonde, opengeklapte stand worden geplaatst.

35 Fig. 2 toont het deel van het gestel 10 waarop de cassettehouder 9 is bevestigd. Op het gestel is een koppen-plaat 11 verschuifbaar gelagerd waarop zich een gecombineerde 790 03 2 5 - 7 - PHN 9323__________________________ schrijfleeskop 12 alsmede een wiskop 66 bevinden. Het cas-setteapparaat is van geheel conventionele constructie en de niet voor de uitvinding ter zake doende onderdelen zullen niet worden besproken.

5 In fig. 3 is de conventionele magnetische schrijf- leeskop 12 op vergrote schaal perspectivisch getekend, waarbij delen van de magneetkop zijn weggelaten voor het tonen van het inwendige ervan. Xn een massa 13 zijn een tweetal magnetische circuits ingebed, ieder omvattende een 10 tweetal uit elektrisch geleidende draad gewikkelde magneet- kernen 14 en een tweetal C-vormige gelamelleerde poolschoe-nen 15· Bij ieder van de magnetische circuits bevindt zich tussen twee van dergelijke poolschoenen een spleet 16 welke tijdens weergeven dienst doet als leesspleet. De eigenlij-15 ke magnetische kop 17 is omgeven door een metalen afscher ming 18 waarop aan één zijde een bandgeleidingsorgaan 19 is bevestigd. De afscherming is verbonden met een verende strip 20. De vertoonde schrijfleeskop is van geheel conventionele constructie en zal daarom eveneens niet nader wor-20 den besproken. In de cassette 8 bevindt zich een magneet band 21 die tijdens het weergeven in kontakt gebracht wordt met de voorkant van de magneetkopeenheid J_2, en wel met de zogenaamde kopspiegel 22.

De op de magneetband 21 geschreven en met behulp 25 van de magnetische kop j_2 uitgelezen magnetische signalen bestaan uit in het magneetbandmateriaal lokaal gemagnetiseerde gebiedjes welke zich in hoofdzaak uitstrekken in de richting van de leesspleet 16 in een tweetal sporen. Een afwijking van de richting van deze gemagnetiseerde gebiedjes 30 ten opzichte van de richting van de leesspleet wordt een azimuthhoekfout genoemd. Dit is in fig. 4 schematisch aangegeven. Een stukje van de magneetband 21 bezit sporen 23.

De oriëntatie van de genoemde magnetische gebiedjes, in fig. 4 schematisch aangegeven met vertikale lijntjes, is 35 gesymboliseerd door een lijn 24. De kopspiegel 22 van de magnetische kop 1_2 is op het stukje magneetband 21 gepro-jecteerd. Een lijn 25 loopt in het verlengde van de beide _ 790 0 3 2 5 - 8- % % ΈΗΚ-9323__________ kopspleten 16. De lijnen 2k en 25 sluiten een hoek ψ in.

Dit is de azimuthhoek, welke onder ideale omstandigheden de waarde nul dient te hebben voor een zo goed mogelijke weergave van de signalen in de sporen 23» met name voor 5 wat betreft het weergeven van hogere frekwenties.

De azimuthhoekcorrectie-inrichting voor het corrigeren van een foutieve azimuthhoekstand van de leesspleten 16 ten opzichte van de magnetische signalen op de magneetband 21 omvat een, de magneetknop _1_2 dragende en ten opzich-10 te van het gestel 10 kantelbare, kantelplaat 26 voor het beïnvloeden van de azimuthhoekstand van de leesspleet 16.

Dit kan gebeuren door kanteling van de kantelplaat. De azimuthhoekcorrectie-inrichting omvat voorts een met de kantelplaat 26 samenwerkend verplaatsbaar kantelorgaan 27 15 dat bij verplaatsing de kantelplaat 26 doet kantelen.

Op het frontpaneel 2 van de cassetterecorder is een met de hand te bedienen en met het kantelorgaan 27 verbonden correctieknop 28 aanwezig op een gemakkelijk met de hand bereikbare plaats. Door bewegen van de correctieknop 20 kan het kantelorgaan worden verplaatst. Ten einde de bewe gingen van de korrektieknop 28 over een zekere afstand over te brengen op het kantelorgaan 27 en via de kantelplaat 26 over te brengen op de leeskop T2 omvat de azimuthhoekcor-rectie-inrichting een tweetal flexibele overbrengings-25 ' organen tussen het kantelorgaan 27 en de correctieknop 28 in de vorm van twee stalen treksnaren 29 en 30

Het verplaatsbare kantelorgaan 27 is voorzien van een kantelnok· 31 die samenwerkt met de kantelplaat 26, zie fig. 5· Voor het tegenelkaar drukken van, alsmede voor het 30 aldus elimineren van speling tussen, de kantelnok 31 en de kantelplaat 26 is een drukveer 32 aanwezig. Aan de onderzijde bezit de kantelplaat 26 een tweetal kantelpennetjes 33 die met een vrij uiteinde rusten op de koppenplaat 11.

De kantelplaat is zodoende kantelbaar om de verbindingslijn 35 34, zie fig. 6, door de beide punten waar de kantelpennetjes 33 contact maken met de koppenplaat. Een schroefbout 35 steekt door een gat_36 in de kantelplaat 26 en is bevestigd 790 03 2 5 - 9 — PHN 9-32-3________________________________________ in de koppenplaat 11. De drukveer 32 is om de bout 35 aangebracht en drukt op de kantelplaat 26 op een plaats welke links van de kantelpennen 33 is gelegen. Hierdoor wordt de kantelplaat 26 op een plaats rechts van de kantelpennen 33» 5 namelijk ter plaatse van een uitgebogen lipje 37» tegen de kantelnok 31 gedrukt.

De correctieknop 28 is draaibaar om een draaiings-as 38. Het draaibare kantelorgaan 27 is beperkt draaibaar om een andere as, namelijk een as 39· Het is voorzien var 10 een tandsegment 40. Het kantelorgaan is gelagerd op een pen hl op de koppenplaat 11, welke pen aan zijn vrije uiteinde is voorzien van een draadeinde waarop een moer h2 is geschroefd welke via een ringetje 43 op het kantelorgaan 27 drukt. Met behulp van de moer 42 kan de hoogte van het 15 kantelorgaan op de pen 41 worden ingesteld, waardoor ook de initiële kanteling van de kantelplaat 26 kan worden ingesteld. Het tandsegment 40 is in ingrijping met een om een as 44 op enige afstand van de as 41 draaibaar rondsel 45.

Dit rondsel is draaibaar gelagerd op een pennetje 46 dat 20 op de koppenplaat 11 is bevestigd. De beide treksnaren 29 en 30 zijn in onderling tegengestelde zin voor althans een deel van een slag gewonden op twee eerste snaartrommels 47 resp. 48, welke coaxiaal zijn verbonden met de korrectie-knop 28. Nabij hun andere uiteinde zijn de beide treksna-25 ren in een onderling tegengestelde zin voor althans een deel van een slag gewonden op een snaartrommel 49, welke coaxiaal is met en tevens één geheel vormt met het rondsel 45· Zodoende zijn de beide treksnaren 29 en 30 direkt met de correctieknop 28 en indirekt, namelijk via het rondsel 30 45» met het kantelorgaan 27 verbonden.

Ten einde slaphangen van de treksnaren 29 en 30 en het daardoor optreden van dode slag in de azimuthhoek-correctie-inrichting te vookomen is een trekveer 50 aanwezig voor het spannen van de beide treksnaren tussen hun 35 beide uiteinden. De treksnaren lopen voor een deel van hun lengte in flexibele buisjes 51 respctievelijk 52. Meer nabij 790 03 2 5 --10- :ΡΗΜ_93^3__________—_________ de correctieknop 28 zijn de uiteinden van de flexibele buisjes 5^ en 52 in een kunststof houdertje 53 gestoken, waaraan een uiteinde van de trekveer 50 is bevestigd. Het andere uiteinde van de trekveer 50 is verbonden met een vast 5 deel 54 van het gestel van de cassetterecorder. Meer nabij de leeskop zijn de flexibele buisjes 51 en 52 op de koppenplaat 11 gefixeerd met behulp van een bengeltje 55 en een schroef 56.

De correctieknop 28 is aangebracht op een om de as 10 38 draaibare spil 57· Deze spil draagt een daarmede vast verbonden en met de as 28 coaxiale schijf 58· De beide snaartrommels 47 en 48 zijn over de spil 57 verschuifbaar.

De naar elkaar toe gerichte eindvlakken van de schijf 58 en de snaartrommels 47 en 48 worden in axiale richting te-15 gen elkaar gedrukt met behulp van een op de spil 57 bevestigde bladveer 59· Deze naar elkaar toegerichte eindvlakken zijn voorzien van radiaal gerichte ribbels 60 voor het in draairichting met elkaar koppelen van de eindvlakken, zie fig. 8. Zodoende kan, ten behoeve van een neutrale instel-20 ling van de correctieknop 28 wanneer de leesspleten 16 van de leeskop J_2 zich in huur neutrale stand bevindèn, de snaartrommels 47 en 48 ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de schijf 58> na een geringe axiale verplaatsing over een afstand minstens gelijk aan de genoemde ribbels, 25 tegen de kracht van de bladveer 59 in worden verdraaid.

In het getekende uitvoeringsvoorbeeld, zie fig. 5» is de schijfleeskop _1_2 op de gebruikelijke wijze op een verende strip 20 gemonteerd, waarmee de azimuthhoek van de magneetkop ingestëld kan worden. De verende strip 20 is 30 bij een uiteinde op een vaste post 61 bevestigden is nabij; zijn andere uiteinde met behuip van een schroef 62, tegen de werking van een drukveer 63» op gebruikelijke wijze verstelbaar. In het getekende uitvoeringsvoorbeeld is gebruik gemaakt van een magnetische kop welke in feite bedoeld 35 was voor conventionele cassetterecorders welke niet voorzien plegen te zijn van een met de hand te bedienen azimuth-hoekcorrectie-inrichting.Het is dus mogelijk een magnetische 790 0 3 2 5 - 1 u PHN. .,03.2.3._________________________ kop op een andere manier op de kantelplaat 26 te bevestigen, met name door de magneetkop zonder meer daarop vast te bevestigen.

Boven de correctieknop 28 zijn op het frontpaneel 5 een tweetal lampjes 64 en 65 aangebracht, bijvoorbeeld bestaande uit zgn. LED’s (Light Emitting Diodes). Wanneer een van de beide lampjes 64 of 65 oplicht, betekent dat dat de azimuthhoek van de leeskop niet correct is. Een gebruiker van het apparaat kan nu de azimuthhoekfout corrigeren 10 door te draaien aan de correctieknop 28 in een richting die tegengesteld is aan de richting welke wordt geïndiceerd door het brandende lampje. De azimuthhoekfout bevindt zich binnen de toegelaten tolerantiegrenzen wanneer geen van de beide lampjes oplicht. Een vereenvoudigd blokschema van 15 een elektronisch circuit voor het meten van de azimuthhoek en het doen oplichten van de lampjes 64 of 65 bij een te grote azimuthhoekfout is getekend in fig. 9· Voor toepassing van de getekende schakeling is het nodig gebruik te maken van een leeskop welke per spoor, in afwijking van de 20 in fig. 3 getoonde leeskop, een gedeelde poolschoen bezit voor het afzonderlijk aftasten van een bovenhelft en een onderhelft van het spoor. Het tijdverschil tussen twee bij elkaar behorende nuldoorgangen van de afgetapte signalen wordt gemeten en vormt een maat voor de hoekstand van de 25 leesspleet. Voor een meer volledige bespreking van deze methode voor het meten van de hoekstand van een leeskop alsmede van elektronische schakelingen om de hoekstand van de leeskop te corrigeren wordt verwezen naar aanvraagsters eerdere, nog niet gepubliceerde octrooiaanvrage no.

30 (PHN 9136). Een geschikte leeskop wordt beschreven in aanvraagsters eerdere nog niet gepubliceerde octrooiaanvrage no. (PHN 9138).

Fig. 9 toont een fasedetektor waaraan signalen A, afkomstig van de bovenhelft van het afgetaste spoor, als-35 mede een signaal B afkomstig van de onderhelft van het afgetaste spoor worden toegevoerd. De fasedetektor is opge- 790 03 25 _12_ JEH$L_23.2_3______:_____ bouwd uit twee bistabiele flipflops FF1 en FF2 met twee ingangen. De flipflops worden op een neergaande flank van een signaal op de ene ingang gezet en door een laag niveau op de tweede ingang teruggezet of teruggezet gehouden. Het 5 signaal A wordt toegevoerd aan een terugzetingang r van de bistabiele flipflop FF1 en aan de zetingang ck van de bistabiele flipflop FF2. Het signaal B wordt toegevoerd aan de terugzetingang r van de flipflop FF1 en aan de zetingang ck van de flipflop FF2. Komt de nuldoorgang van het signaal 10 van de bovenhelft van het spoor eerder aan, dan zal de flipflop FF2 gezet worden en door het signaal van de onderhelft van het spoor waarvan de nuldoorgang later komt weer worden teruggezet. Daar de flipflop FF1 teruggezet gehouden wordt kan aan de uitgang hiervan geen impuls optreden terwijl dit 15 aan de uitgang Q van de flipflop FF2 wel het geval is. Komt echter de nuldoorgang van het signaal B eerder aan, dan zal de flipflop FF1 gezet worden en door de nulgang van het signaal A van de bovenhelft van het spoor weer worden teruggezet, zodat aan de uitgang Q van flipflop FF1 een impuls 20 optreedt. In dit geval kan aan de uitgang Q van flipflop FF2 geen impuls optreden. De impuls aan de uitgang van de flipflop FF1 wordt gebruikt om het lampje 6b te doen op-lichten en het signaal aan de uitgang van de flipflop FF2 wordt gebruikt om het lampje 65 te doen oplichten.

25 Uiteraard dient de schrijfleeskop J_2 tijdens een opname nauwkeurig in de neutrale stand teruggezet te zijn. Rondom de correctieknop 28 is een duidelijke schaalverdeling 67 aangebracht met een indicatie van de neutrale stand. De correctieknop 28 is zelf voorzien van een puntig uit-30 steeksel 68, dat in de neutrale stand een middenstreep van de schaalverdeling aanwijst.

Hoewel in de beschreven uitvoeringsvorm gebruik gemaakt wordt van een tweetal treksnaren, zijn binnen het kader van de uitvinding ook uitvoeringsvormen denkbaar die 35 gebruik maken van andersoortige flexibele overbrengingsorganen, zoals een ketting, een flexibele as, een bowden 790 03 2 5 - 13- PHN.. ..9323_________________________ kabel, een in zijn geheel of* plaatselijk buigzame strip, etc.. Zeer belangrijk is een overbrengingsorgaan te kiezen dat in zijn verplaatsinrichting een hoge stijfheid bezit, aangezien anders de schrijfleeskop niet nauwkeurig in de 5 neutrale stand terug is te plaatsen.

790 03 2 5

Claims (5)

1. Apparaat voor het weergeven van op een magneetband in sporen opgenomen magnetische signalen, omvattende: - een gestel (10) met een frontpaneel (2), - een magnetische leeskop (j_2) met een magneetkern 0*0 5 met poolschoenen (15) waartussen zich een leesspleet (16) bevindt voor het aftasten van de magnetische signalen op de magneetband (21), alsmede - een azimuthhoekcorrectie—inrichting voor het corrigeren van een foutieve azimuthhoelcstand van de leesspleet (16) 10 ten opzichte van een spoor (23) op de magneetband (21) en omvattende - een de magneetkop (.1.2) dragende en ten opzichte van het gestel (10) kantelbare kantelplaat (26) voor het beïnvloeden van de azimuthhoekstand van 15 de leesspleet (16) door kanteling van de kantel plaat (26) en - een met de kantelplaat (26) samenwerkend verplaatsbaar kantelorgaan (27) voor het bij verplaatsing doen kantelen van de kantelplaat, 20 met het kenmerk, dat een met de hand te bedienen en met het kantelorgaan (27) verbonden beweegbare correctieknop (28) aanwezig is op een gemakkelijk met de hand bereikbare plaats op het gestel voor het verplaatsen van het kantelorgaan door beweging van de 25 correctieknop en dat de de azimuthhoekcorrectieinrichting mede een flexibel overbrengingsorgaan (29» 30) omvat tussen het verplaatsbare kantelorgaan (27) en de correctieknop (28) ten einde de bewegingen van de correctieknop (28) over een zekere afstand over te brengen op het kantelorgaan (27) 30 en via de kantelplaat (26) over te brengen op de leeskop (11)·

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, - dat het verplaatsbare kantelorgaan (27) is voorzien van een kantelnok (31) welke samenwerkt met de kantelplaat 35 _(26) «>n 790 03 2 5 -15- t JIHN-..9-32-3__________________________ - dat verende middelen (32) aanwezig zijn voor het tegen elkaar drukken van,alsmede voor het aldus elimineren van speling tussen, de kantelnok (31) en de kantelplaat (26)..

3· Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 5. dat het verplaatsbare kantelorgaan (27) althans in be perkte mate draaibaar is, - dat twee flexibele overbrengingsorganen aanwezig zijn in de vorm van twee treksnaren (29, 30) welke ieder met een eerste uiteinde vast zijn verbonden, direct of1 indirect, 10 met de corre ctieknop (28) en met een tweede uiteinde vast zijn verbonden, direct of indirect, met het draaibare kantelorgaan (27) en - dat verende middelen (50) aanwezig zijn voor het spannen van de beide treksnaren (29* 30) tussen hun beide vast 15 verbonden uiteinden, ten einde slaphangen van de treksna ren en het daardoor optreden van dode slag in de azimuth-hoekcorreetie-inrichting te voorkomen.

4. Inrichting volgens conclusie 3» mei het kenmerk, - dat de correctieknop (28) draaibaar om een eerste as (38) 20 is aangebracht op het frontpaneel van het apparaat, - dat het draaibare kantelorgaan (27) een om een tweede as (39) draaibaar tandsegment (4θ) omvat, - dat het tandsegment (4θ) in ingrijping is met een om een derde as (44) op enige afstand van de tweede as (4l) 25 draaibaar rondsel (45), - dat ieder der beide treksnaren (29, 30) in onderling tegengestelde zin nabij het eerste uiteinde voor althans een deel van een slag is gewonden op een eerste snaartrommel (47, 48) welke coaxiaal is verbonden met de correctieknop 30 (28) en - dat ieder der beide treksnaren (29» 30) in onderling tegengestelde zin nabij het tweede uiteinde voor althans een deel van een slag is gewonden op een tweede snaartrommel (49) welke coaxiaal is verbonden met het rondsel (45). 35

5· Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, - dat de correctieknop (28) is aangebracht op een om de eerste., as .( 38.). . draaibare, spil _( 57)-»— ____________________________________ 790 03 2 5 -16 - -EfflL_33£3_________________ — dat de spil (57) een. daarmede vast verbonden en met de eerste as (38) coaxiale schijf (58) draagt, — dat de twee met de eerste as coaxiale eerste snaartrom— mels (47, 48) op de spil (57) axiaal verschuifbaar zijn ' 5 aangebracht, — dat verende middelen (59) aanwezig zijn voor het in axiale richting tegen elkaar aandrukken van naar elkaar toegerichte eindvlakken van de schijf (58) en de beide eerste snaartrommels (47, 48) en dat 10. de genoemde naar elkaar toegerichte eindvlakken zijn voor zien van radiaal gerichte ribbels (60) voor het in draairichting met elkaar koppelen van de eindvlakken, ten einde ten behoeve van een neutrale instelling van de correctie— knop (28) wanneer de leesspleet (16) van de leeskop (12) 15 zich in een neutrale stand bevindt, de snaartrommels (47, 48) ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de genoemde schijf (58), na een geringe axiale verplaatsing over een afstand minstens gelijk aan de genoemde ribbels,, te kunnen verdraaien. 20 790 0 3 2 5