NL2015831B1 - Slot. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een slot, in het bijzonder een fietsslot, waarbij het slot omvat: - een sluiting verplaatsbaar tussen een open stand en een gesloten stand; - veermiddelen voor het naar de open stand dringen van de sluiting; - een vergrendeling voor het in de gesloten stand vergrendelen van de sluiting; - een elektrische actuator voor het bedienen van de vergrendeling; - een eerste besturing voor het aansturen van de elektrische actuator, waarbij de eerste besturing eerste communicatiemiddelen omvat; en - een draagbare sleutel, die tweede communicatiemiddelen omvat voor het communiceren met de eerste communicatiemiddelen, waarbij de eerste besturing een bewegingssensor omvat voor het detecteren van beweging en vervolgens activeren van de eerste communicatiemiddelen.

Description

Slot

De uitvinding betreft een slot, in het bijzonder een fietsslot, waarbij het slot omvat: - een sluiting verplaatsbaar tussen een open stand en een gesloten stand; - veermiddelen voor het naar de open stand dringen van de sluiting; - een vergrendeling voor het in de gesloten stand vergrendelen van de sluiting; - een elektrische actuator voor het bedienen van de vergrendeling; - een eerste besturing voor het aansturen van de elektrische actuator, waarbij de eerste besturing eerste communicatiemiddelen omvat; en - een draagbare sleutel, die een tweede besturing met tweede communicatiemiddelen omvat voor het communiceren met de eerste communicatiemiddelen.

Een dergelijk slot is bekend uit DE 102008020950. Deze publicatie betreft een fietsslot met een U-vormige behuizing, waarin een deel cirkelvormige stang als sluiting verplaatsbaar is en de opening in de U-vormige behuizing kan overbruggen. De sluiting wordt met een veer naar de open stand gedrongen.

Bij dit slot volgens de stand van techniek dient het slot gesloten te worden, door de sluiting naar de gesloten stand te drukken. In deze stand wordt de sluiting mechanisch vergrendeld.

Voor het openen van het slot is een actuator voorzien, die de vergrendeling kan bedienen. De actuator wordt geactiveerd met een afstandsbediening, een pincode of een vingerafdruk.

Bij het gebruik van een afstandsbediening, zal het slot continu moeten scannen of er een signaal door de afstandsbediening wordt afgegeven, waarna het slot ontgrendeld kan worden. Dit verhoogt het stroomverbruik van het slot, waardoor een batterij voor de stroomvoorziening relatief snel leeg zal lopen. DE 102013013087 beschrijft een fietsslot, dat in het frame geïntegreerd is en aangrijpt op de trapas van de fiets. Het fietsslot is voorzien van elektronica, die de aanwezigheid van een juiste RFID tag kan registreren. Zodra deze tag geregistreerd wordt, zal het slot ontgrendeld worden. Het open alsook het sluiten van het slot vindt elektrisch aangestuurd plaats.

Een dergelijke oplossing vergt een aanzienlijke hoeveelheid stroom, daar het slot in zijn geheel elektrisch aangedreven moet worden. Bovendien moet het slot ook hier continu scannen of de juiste RFID tag aanwezig is en het slot vervolgens bediend kan worden.

Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een slot volgens de aanhef, dat gekenmerkt wordt doordat de eerste besturing een bewegingssensor omvat voor het detecteren van beweging en vervolgens activeren van de eerste communicatiemiddelen.

Het slot dient gewoonlijk pas geopend te worden, wanneer de gebruiker nabij het slot is, dat bijvoorbeeld op een fiets is aangebracht. Dit slot kan bijvoorbeeld een ringslot, beugelslot of kettingslot zijn. Zodra de gebruiker de fiets vastpakt, zal het slot bewegen en zal dit door de bewegingssensor geregistreerd worden. Vervolgens kunnen de eerste communicatiemiddelen geactiveerd worden om te detecteren of de juiste draagbare sleutel aanwezig is, waarna het slot ontgrendeld kan worden, waardoor de sluiting, als gevolg van de veermiddelen vanzelf naar de open stand zal gaan.

Doordat de eerste communicatiemiddelen pas geactiveerd worden bij detectie van een beweging zal het stroomverbruik van het slot drastisch teruggebracht worden. Door als bewegingssensor bijvoorbeeld een schakelaar met een bewegende massa voor bediening van de schakelaar te nemen, kan het slot volledig stroomloos zijn. Pas als door beweging de massa van de schakelaar verplaatst, kan er een stroomkring gesloten worden, waardoor het slot geactiveerd wordt.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding omvat een sensor voor het detecteren van de stand van de sluiting.

De sensor voor het detecteren van de stand van de sluiting kan bijvoorbeeld een eenvoudige schakelaar zijn. Hiermee is het mogelijk om bijvoorbeeld het slot in geopende stand volledig stroomloos te maken. Pas wanneer het slot gesloten wordt is het namelijk noodzakelijk voor de eerste besturing om na te gaan of de draagbare sleutel in de nabijheid is en het slot weer geopend dient te worden.

In een verdere uitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding omvat de tweede communicatiemiddelen een passieve zender en omvat de eerste besturing een ontvanger en een elektromagnetische bron voor het activeren van de passieve zender.

Door het gebruik van een passieve zender in de draagbare sleutel, zal deze sleutel geen stroom nodig hebben. Wanneer de eerste besturing geactiveerd wordt door de beweging, kan tevens de elektromagnetische bron geactiveerd worden, waardoor de tweede communicatiemiddelen van stroom worden voorzien en vervolgens communicatie tussen de eerste en tweede communicatiemiddelen tot stand gebracht kan worden om te bepalen of het slot geopend dient te worden.

In een uitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding brengen de eerste en tweede communicatiemiddelen een tweeweg communicatie tot stand.

Door de tweeweg communicatie kan niet alleen de draagbare sleutel een code doorgeven aan de eerste besturing om het slot te openen, maar kan de eerste besturing bijvoorbeeld ook een status van het slot doorgeven aan de draagbare sleutel.

Bij voorkeur is bij het slot volgens de uitvinding dan ook de draagbare sleutel een elektronisch geheugen voorzien voor het registreren van gegevens met betrekking tot de tweeweg communicatie.

In dit geheugen kan bijvoorbeeld elke actie voor het openen van het slot opgeslagen worden, maar kan ook opgeslagen worden dat het slot handmatig gesloten is. Dergelijke informatie kan van belang zijn, wanneer de fiets, ondanks het slot, gestolen wordt. De informatie kan dan gebruikt worden om te bewijzen dat de fiets wel degelijk op slot is gezet.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het slot omvat verder meetmiddelen voor het meten van de afstand tussen de eerste besturing en de tweede besturing van de draagbare sleutel, en alarmmiddelen waarbij de eerste en /of de tweede besturing de alarmmiddelen activeert wanneer de door de meetmiddelen gemeten afstand een drempelwaarde overschrijdt terwijl de sluiting in de open stand is.

In het geval de meetmiddelen in de draagbare sleutel zijn aangebracht stuurt de eerste besturing aan de sleutel, via de eerste en tweede communicatiemiddelen, de toestand van de sluiting.

Wanneer het slot in de open stand staat en vervolgens de afstand tussen de eerste besturing en de tweede besturing te groot wordt, betekent dit dat de gebruiker de fiets verlaat, zonder de fiets op slot te zetten. De alarmmiddelen kunnen vervolgens de gebruiker hierover alarmeren door middel van bijvoorbeeld een geluidsignaal, een trilsignaal en/of een lichtsignaal.

De alarmmiddelen kunnen zijn aangebracht in de draagbare sleutel en/of in het deel dat aan de fiets is bevestigd. In het geval de meetmiddelen in de draagbare sleutel zijn aangebracht, zal de eerste besturing de toestand van het slot doorgeven aan de tweede besturing, zodat alleen bij een open stand van het slot en overschrijding van de afstand een alarmsignaal gegeven zal worden.

Bij voorkeur bepalen de meetmiddelen de overschrijding van de drempelwaarde aan de hand van de signaalsterkte tussen de eerste en tweede communicatiemiddelen.

Het is ook mogelijk om de alarmmiddelen te activeren, wanneer na een bepaalde tijdsperiode, waarin geen beweging meer gedetecteerd wordt door de bewegingssensor, het slot nog steeds in geopende stand is.

Verder kunnen tweede alarmmiddelen zijn voorzien, die verbonden zijn met de eerste besturing, zodat wanneer de door de meetmiddelen gemeten afstand de drempelwaarde overschrijdt, niet alleen een alarmering plaatsvindt op de draagbare sleutel, maar ook een alarmering plaatsvindt bij de fiets. De alarmering bij de fiets vindt bij voorkeur plaats door middel van een geluidsignaal en/of een lichtsignaal.

Bij het draadloos communiceren tussen de eerste en tweede besturing zal gewoonlijk rekening gehouden worden met de signaalsterkte. Dergelijke protocollen zijn bekend en zorgen er voor, dat bij een goed signaal de gegevensuitwisseling sneller kan plaatsvinden, dan bij een slecht signaal. Door het monitoren van de signaalsterkte kan derhalve een indicatie verkregen worden over de afstand tussen beide besturingen.

Pas wanneer de eerste besturing aan de tweede besturing heeft doorgegeven, dat het slot gesloten is, zullen de alarmmiddelen in de draagbare sleutel gedeactiveerd worden. Dit voorkomt, dat een onjuiste status in de sleutel geregistreerd wordt, wanneer het slot, buiten het bereik van de draagbare sleutel, alsnog gesloten wordt.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding omvat de eerste besturing derde communicatiemiddelen voor het op basis van een lichtsignaal en / of geluidsignaal communiceren.

In het geval het slot gesloten is en de draagbare sleutel verloren wordt, zou er geen mogelijkheid meer zijn om het slot zonder beschadiging te openen. Door het voorzien van derde communicatiemiddelen kan door middel van een ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een smartphone, het slot als nog geopend worden. Hiertoe zendt het andere apparaat een lichtsignaal en/of een geluidsignaal uit, waarin een code verwerkt is. De eerste besturing kan via de derde communicatie middelen deze code in het lichtsignaal en/of geluidsignaal ontvangen en op basis daarvan het slot alsnog openen.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een schematisch overzicht van een uitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding.

Figuren 2A en 2B tonen een detail van het slot volgens figuur 1 in twee standen.

Figuur 1 toont schematisch het slot 1 volgens de uitvinding. Het slot 1 heeft een ringslot 2, dat aan de hand van figuren 2A en 2B nader wordt toegelicht. Het ringslot 2 is verbonden met een eerste besturing 3, die eerste communicatiemiddelen 4 heeft en een bewegingssensor 5. De bewegingssensor 5 kan bijvoorbeeld een versnellingssensor zijn of een eenvoudige bewegingsschakelaar.

Verder is een luidspreker 20 met de eerste besturing 3 verbonden om een alarmsignaal af te geven. Daarnaast is een derde communicatiemiddel 21 met de besturing verbonden. Dit derde communicatiemiddel 21 kan geluid- en/of lichtsignalen van bijvoorbeeld een telefoon 22 detecteren.

Het slot 1 heeft verder een draagbare sleutel 6, die een tweede besturing 7 en tweede communicatiemiddelen 8 omvat. Via de eerste en tweede communicatiemiddelen 4, 8 kunnen gegevens uitgewisseld worden tussen de eerste en tweede besturing 3, 7 om zo op het juiste moment het ringslot 2 te openen.

Verder heeft de draagbare sleutel 6 een luidspreker 9 om een alarmsignaal af te geven alsook een elektronisch geheugen 10 om de verschillende acties, zoals het openen en sluiten van het ringslot 2, te registreren.

De draagbare sleutel 6 kan zijn voorzien van bedieningstoets, waarmee de laatst geregistreerde actie opgeroepen kan worden en gecontroleerd kan worden of het slot 2 in gesloten stand is.

Figuur 2A toont het ringslot 2 in meer detail en in open stand, terwijl figuur 2B het ringslot 2 in gesloten stand toont.

Het ringslot 2 heeft een ringvormige behuizing 11 met een opening 12. In de ringvormige behuizing 11 is een sluiting 13, in de vorm van een overeenkomstig gebogen stang, aangebracht. Deze sluiting 13 kan verplaatst worden door bediening via de handgreep 14, waardoor de sluiting 13 in gesloten stand de opening 12 overbrugt en zo een deel 15, zoals een fietswiel, kan opsluiten.

Verder is in de behuizing 11 een veer 16 opgenomen, die de sluiting 13 weer naar de open stand probeert te trekken. Om te voorkomen, dat de veer 16 de sluiting 13 vanuit de gesloten stand trekt, is er in de sluiting een groef 17 voorzien, waarop een grendel 18 aangrijpt.

De grendel 18 wordt bediend door een actuator 19, zoals bijvoorbeeld een elektrische motor of een elektromagneet. De positie van de grendel 18 kan door een geschikte sensor, bijvoorbeeld een schakelaar gedetecteerd worden, waarmee gelijk de stand van de sluiting 13 bekend is.

Wanneer nu het ringslot 2 in gesloten stand is, is er geen energie nodig om het ringslot 2 in deze toestand te houden. Zodra een gebruiker de fiets pakt met het ringslot 2 en zo het slot 1 beweegt, zal dit geregistreerd worden door de bewegingssensor 5. Die zal vervolgens de eerste besturing 3 activeren, die via de eerste communicatiemiddelen 4 zal zoeken naar de bijbehorende draagbare sleutel 6.

De draagbare sleutel 6 zal via de tweede communicatiemiddelen 8 contact maken met de eerste communicatiemiddelen 4, zodat de eerste besturing 4 met de tweede besturing 7 kan communiceren. Allereerst zal bijvoorbeeld door middel van een unieke code gecontroleerd worden of inderdaad de juiste draagbare sleutel 6 in de buurt is van het ringslot 2. Indien dit het geval is, zal de eerste besturing 3 de actuator 19 aansturen, zodat de grendel 18 uit de groef 17 getrokken wordt en de veer 16 de sluiting 13 kan terugtrekken naar de open stand.

Wanneer de gebruiker zijn fiets weer ergens achter laat en vergeet het ringslot 2 handmatig te sluiten en vervolgens wegloopt, zullen de communicatiemiddelen 4 en 8 merken dat het signaal zwakker wordt. Bij het overschrijden van een bepaalde drempelwaarde, waarbij het signaal te zwak is en de draagbare sleutel 6 te ver verwijderd is van het ringslot 8, zal de tweede besturing 7 de luidspreker 9 activeren om zo de gebruiker te waarschuwen dat het ringslot 2 nog in de open stand staat.

Pas wanneer het ringslot 8 in gesloten stand is gebracht en de tweede besturing 7 dit via de communicatiemiddelen 4, 8 heeft doorgekregen, kan de gebruiker zich met de draagbare sleutel verwijderen van het ringslot 2, zonder dat het alarm afgaat.

In het geval het ringslot 8 in gesloten stand is en de draagbare sleutel 6 verloren wordt, kan door middel van een telefoon 22 het ringslot 8 alsnog geopend worden. Hiertoe is op de telefoon 22 een applicatie geïnstalleerd, waarin een unieke code is ingesteld. Deze code kan gelijk zijn aan de code in de draagbare sleutel 6. Vervolgens zal de applicatie de telefoon 22 een geluidsignaal en / of lichtsignaal laten genereren, waarmee de unieke code overgebracht kan worden aan de derde communicatiemiddelen 21, zodat de besturing 3 alsnog de actuator 19 kan bedienen en het ringslot 8 geopend kan worden.

Claims (9)

1. Slot, in het bijzonder een fietsslot, waarbij het slot omvat: - een sluiting verplaatsbaar tussen een open stand en een gesloten stand; - veermiddelen voor het naar de open stand dringen van de sluiting; - een vergrendeling voor het in de gesloten stand vergrendelen van de sluiting; - een elektrische actuator voor het bedienen van de vergrendeling; - een eerste besturing voor het aansturen van de elektrische actuator, waarbij de eerste besturing eerste communicatiemiddelen omvat; en - een draagbare sleutel, die een tweede besturing met tweede communicatiemiddelen omvat voor het communiceren met de eerste communicatiemiddelen met het kenmerk, dat de eerste besturing een bewegingssensor omvat voor het detecteren van beweging en vervolgens activeren van de eerste communicatiemiddelen.

2. Slot volgens conclusie 1, verder omvattende een sensor voor het detecteren van de stand van de sluiting.

3. Slot volgens conclusie 1 of 2, waarbij de tweede communicatiemiddelen een passieve zender omvat en waarbij de eerste besturing een elektromagnetische bron voor het activeren van de passieve zender en een ontvanger omvat.

4. Slot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede communicatiemiddelen een tweeweg communicatie tot stand brengen.

5. Slot volgens conclusie 4, waarbij de draagbare sleutel een elektronisch geheugen omvat voor het registreren van gegevens met betrekking tot de tweeweg communicatie.

6. Slot volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende meetmiddelen voor het meten van de afstand tussen de eerste besturing en de tweede besturing van de draagbare sleutel, en alarmmiddelen waarbij de eerste en /of de tweede besturing de alarmmiddelen activeert wanneer de door de meetmiddelen gemeten afstand een drempelwaarde overschrijdt terwijl de sluiting in de open stand is.

7. Slot volgens conclusie 6, waarbij de meetmiddelen de overschrijding van de drempelwaarde bepalen aan de hand van de signaalsterkte tussen de eerste en tweede communicatiemiddelen.

8. Slot volgens conclusie 6 of 7, verder omvattende tweede alarmmiddelen verbonden zijn met de eerste besturing.

9. Slot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste besturing derde communicatiemiddelen omvat voor het op basis van een lichtsignaal en / of geluidsignaal communiceren.