NL2000149C2 - Slot en sleutel. - Google Patents

Description

NL· 8560-FE/Lg/td Slot en sleutel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een slot, bij voorkeur een draagbaar slot zoals een fietsslot, voorzien van een behuizing en, ten minste gedeeltelijk in de behuizing opgenomen, een grendeldeel en een 5 blokkeerinrichting, waarbij de blokkeerinrichting is ingericht voor het in hoofdzaak blokkeren of vrijgeven van beweging van het grendeldeel ten opzichte van de behuizing voor het openen of sluiten van het slot, verder voorzien van een elektronische schakeling voor het bedienen van de blokkeerinrichting.

10 De onderhavige uitvinding heeft daarnaast betrekking op een slot, bij voorkeur een draagbaar slot zoals een fietsslot, voorzien van een behuizing en, ten minste gedeeltelijk in de behuizing opgenomen, een grendeldeel en een blokkeerinrichting, waarbij de blokkeerinrichting is ingericht 15 voor het in hoofdzaak blokkeren of vrijgeven van beweging van het grendeldeel ten opzichte van de behuizing voor het openen of sluiten van het slot, en voorzien van een hendel voor het verplaatsen van het grendeldeel.

De uitvinding betreft verder een sleutel voorzien van 20 middelen voor het verzenden van ten minste één sleutel- identificatiecode voor het bedienen van een elektronisch slot, bij voorkeur een slot volgens de uitvinding, voorzien van zendmiddelen voor het verzenden van ten minste één sleutel-identificatiecode.

25 Voorts betreft de uitvinding een werkwijze voor het afsluiten en/of openen van een elektronisch slot.

Sloten welke zijn voorzien van een grendeldeel en welke door middel van het uitoefenen van een draaimoment op een ingestoken juiste sleutel worden geopend of gesloten, zijn 30 reeds honderden jaren alom bekend. Een ontwikkeling van relatief recente datum is een elektronisch slot, waarbij het grendeldeel en/of een blokkeerinrichting, welke de beweging van het grendeldeel ten opzichte van de behuizing blokkeert, elektrisch aangedreven wordt. Hierdoor is voor het bedienen 2 van het slot minder tot geen kracht van de gebruiker op de sleutel en/of het slot vereist en zijn andersoortige dan mechanische sleutels mogelijk, zoals magnetische of elektronische sleutels.

5 Een relatief recentere ontwikkeling is het gebruik van elektronische sloten waarbij een sleutel een code uitzendt naar een met het slot verbonden ontvanger voor het op afstand bedienen van het slot. Hierdoor is het niet langer nodig een sleutel in het slot te steken en eventueel deze handmatig om 10 te draaien voor het openen van het slot, wat het gebruiksgemak van het slot vergroot.

WO 92/15761 openbaart bijvoorbeeld een systeem met optische of radiografische afstandbediening voor het afsluiten van motorvoertuigen welk systeem een zender omvat welke 15 overeenkomt met de sleutel.

JP 2000310075 openbaart een fietsslot voorzien van middelen voor het genereren van signalen voor het bedienen van een afsluitmechanisme door het aandrijven van een slotaandrijver met een voorafbepaald vermogen, slechts wanneer 20 een certificatiecode overeenkomt met een vooraf bepaalde code na het ontvangen van een codesignaal van middelen voor het verzenden van een signaal.

Elektronische sloten hebben echter voor hun werking elektrische energie nodig van, in geval van een slot voor een 25 voertuig of een draagbaar slot, een batterij of een accu.

Aangezien het mechanisch verplaatsen van voorwerpen zoals een grendel of een blokkeerinrichting relatief veel energie kost, moet de batterij of accu relatief vaak verwisseld of opgeladen worden en is de bruikbaarheid voor draagbare sloten beperkt.

30 Verder dienen voor een op afstand bestuurbaar slot de ontvanger en/of de zender permanent actief te zijn, wat permanent energie kost, of geactiveerd te worden, waarvoor een activeringshandeling zoals het indrukken van een knop op de zender/sleutel vereist is.

35 Daarnaast is het een continue zorg van zowel slotenmakers als gebruikers van sloten dat een slot enerzijds een hoog gebruiksgemak en bedrijfszekerheid biedt, anderzijds 3 zo goed mogelijk bestand is tegen onklaar raken, misbruik en braak van het slot.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een verbeterd slot te verschaffen dat ten minste één van 5 bovenstaande tekortkomingen vermindert of verhelpt.

Daartoe is een slot volgens de uitvinding voorzien van middelen, bij voorkeur omvattende een heugel en een generator, welke zijn ingericht voor het opwekken door de gebruiker van elektrische energie bij het bedienen van het 10 slot.

Overeenkomstig wordt de werkwijze voor het afsluiten of openen van een elektronisch slot volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de elektrische energie benodigd voor het openen en/of afsluiten van het slot in hoofdzaak door de 15 gebruiker bij het bedienen van het slot wordt opgewekt.

Hierdoor behoeft geen batterij of accu verschaft te worden als energiebron voor het bedienen van het slot, dat wil zeggen het activeren van een daarmee verbonden schakeling en/of het blokkeren of vrijgeven van het grendeldeel van het 20 slot.

Een slot volgens de uitvinding is zodanig ingericht dat het grendeldeel en de bedieningshendel daarvoor ten minste in afgesloten toestand van het slot van elkaar ontkoppeld zijn. Hierdoor is in afgesloten toestand van het slot het 25 houvast op het grendeldeel beperkt, waardoor pogingen tot misbruik of braak van het slot minder kans van slagen hebben.

De uitvinding zal hierna meer in detail worden toegelicht aan de hand van de aangehechte figuren welke uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding tonen.

30 Fig. 1 toont een schematische doorsnede van een slot volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 toont een schematische doorsnede van een sleutel voor het op afstand bedienen van een slot volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

35 Fig. 3A-3F tonen een werkwijze voor het openen en sluiten van een slot volgens Fig. 1.

4

Fig. 4A-4D tonen doorsneden van een alternatieve uitvoering van een slot en een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 5A-5C tonen alternatieve uitvoeringsvormen van 5 sloten volgens Fig. 4A-4D.

Fig. 1 toont een slot 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in de vorm van een ringslot met een uitstulping, zoals bekend voor een fietsslot. Het slot 1 is voorzien van een gedeeltelijk een ruimte S omsluitende 10 behuizing 2 en een bedieningshendel 3 waarvan de handgreep 4 als een knop uit de behuizing 2 steekt door een sleufvormige opening daarin. In de behuizing 2 zijn een grendeldeel 5 en een heugel 6, als een werkzaam deel van de bedieningshendel 3, aangebracht, alsmede een tandwieloverbrenging 7, een generator 15 8, een elektronische schakeling 9, een elektrische blokkeerinrichting 10 voorzien van een blokkeerpal 10A, en voorts een met de schakeling 9 verbonden schakelaar 11.

De hendel 3 grijpt door middel van een nok 12 in één richting aan op het grendeldeel 5 voor het meetrekken daarvan 20 tijdens het afsluiten van het slot 1 en het ontkoppeld zijn daarvan in gesloten toestand van het slot 1, zoals hieronder nader zal worden toegelicht. Het grendeldeel 5 is voorts voorzien van een uitsparing 13 voor het aangrijpen daarop door de blokkeerinrichting 10, hoewel andere werkzame 25 rangschikkingen van het grendeldeel 5 en de blokkeerinrichting 10 eveneens mogelijk zijn.

Het grendeldeel 5 is in de behuizing 2 gedeeltelijk aangebracht in een apart kanaal. Het kanaal wordt gedefinieerd door de behuizing 2 en de scheidingswand 2A en strekt zich aan 30 de zijde van de knop 4 van de hendel 3 uit van de open zijde van de behuizing 2 tot in de uitstulping daarvan. Hierdoor is de bevestiging van het grendeldeel 5 ten opzichte van de behuizing 2 relatief stevig en wordt het van buitenaf verkrijgen van houvast op het grendeldeel 5 binnen de 35 behuizing 2 bijzonder bemoeilijkt. Voorts is door deze constructie de kans verminderd op onklaar raken van het slot 1 door het binnendringen van vocht en vuil tussen de behuizing 2 5 en het grendeldeel 5 door de sleufvormige opening in de behuizing 2 ten behoeve van de knop 4 van de hendel 3.

Het grendeldeel 5 en de hendel 3 zijn voor het overige onafhankelijk van elkaar met trekveren 14 5 respectievelijk 15 beweegbaar bevestigd aan de behuizing 2.

De rotatiegenerator 8 is voorzien van een vrijlooplager en bij voorkeur van een vliegwiel voor het mechanisch opslaan van opgewekte energie. De generator 8 is, bijvoorbeeld via een gelijkrichter, verbonden met een 10 condensator of een andersoortige accu voor het elektronisch opslaan van door middel van de generator 8 opgewekte elektrische energie voor bediening van het slot 1.

De schakeling 9 is voorzien van een ontvanger voor het detecteren van een door een sleutel uitgezonden passende 15 sleutel-identificatiecode. De schakeling 9 is voorts voorzien van een geheugen voor het bewaren van ten minste één juiste sleutel-identificatiecode en is ingericht voor het vergelijken van de ontvangen passende sleutel-identificatiecode met de in het geheugen bewaarde sleutel-identificatiecode(s), en in het 20 geval van een ontvangen juiste sleutel-identificatiecode, het bedienen van de blokkeerinrichting 10.

Binnen deze beschrijving is een "passende" code een code welke geëigend is voor het dienen als sleutel voor het betreffende slot, een "juiste" code is een passende code 25 waarmee het slot afgesloten of geopend kan worden.

Een sleutel 16 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, zoals getoond in Fig. 2, omvat een batterij 17, een bewegingsdetector 18, een elektronische schakeling 19 en een antenne 20. De schakeling 19 omvat een zender voor het 30 uitzenden van ten minste één in een geheugen van de schakeling 19 bewaarde sleutel-identificatiecode, voor het bedienen van een op afstand bedienbaar slot, bijvoorbeeld het slot 1.

De bewegingsdetector 18 dient voor het gedurende enige tijd, bij voorkeur tussen 30 seconden en 5 minuten, bij 35 meer voorkeur tussen 1 en 3 minuten, bijvoorbeeld 2 minuten, activeren van ten minste de zender van schakeling 19 bij een bepaalde beweging van de sleutel 16, bijvoorbeeld een beweging 6 van een voldoende heftigheid of duur, door de drager van de sleutel 16.

Door het op deze wijze activeren van de zender is het mogelijk een op afstand bedienbaar slot te openen, zonder dat 5 de gebruiker een knop op de sleutel 16 behoeft in te drukken. Hierdoor wordt het gebruiksgemak van een slot met een sleutel 16 volgens de onderhavige uitvoeringsvorm van de uitvinding bijzonder vergroot en worden de risico's van vervuiling, beschadiging of verlies van de sleutel 16, bijvoorbeeld door 10 het laten vallen daarvan, verkleind. Door het slechts uitzenden gedurende een beperkte tijd, wordt na het activeren voldoende tijd verschaft voor het bereiken en eventueel activeren van de ontvanger van een slot, terwijl in het algemeen het energieverbruik van de sleutel 16 wordt beperkt 15 en de levensduur van de batterij 17 overeenkomstig wordt verlengd.

Bij de werkwijzen volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding voor het afsluiten en het openen van een slot 1, getoond in Fig. 3A-3C respectievelijk in Fig. 3D-3F, wordt de 20 hendel 3 door middel van de knop 4 ten opzichte van de behuizing 2 van het slot 1 door de sleufvormige opening verplaatst (zie de pijlen in Fig. 3Δ en 3B). Hierdoor wordt het grendeldeel 5 door middel van de nok 12 meegetrokken zodanig dat deze de opening van het slot 1 afsluit (Fig. 3B).

25 De beweging van de heugel 6 van de hendel 3 bij deze sluithandeling wordt door de tandwieloverbrenging 7 op de generator 8 overgebracht waardoor elektrische energie wordt opgewekt, welke wordt opgeslagen in de schakeling 9.

Aan het einde van de beweging van de hendel 3 wordt 30 door middel van schakelaar 11, hier ingedrukt door het grendeldeel 5 (Fig. 3B), de ontvanger van de schakeling 9 geactiveerd voor het detecteren van een door een sleutel, bij voorkeur de sleutel 16, uitgezonden passende sleutel-identificatiecode.

35 In het geval dat een passende sleutel- identificatiecode wordt ontvangen en deze juist is, wordt de blokkeerinrichting 10 geactiveerd, welke door middel van het plaatsen van een blokkeerpal 10A in de uitsparing 13 een 7 beweging van het grendeldeel 5 blokkeert en het slot 1 afsluit (Fig. 3B, 3C). De hendel 3 wordt handmatig en/of onder invloed van de trekveer 15 teruggebracht naar zijn uitgangspositie, waarin deze van het grendeldeel 5 ontkoppeld is (Fig. 3C). De 5 schakelaar 11 wordt in geblokkeerde toestand niet permanent bediend doordat het grendeldeel 5 door de trekveer 14 los van de schakelaar 11 en tegen de blokkeerpal 10A wordt getrokken (Fig. 3C).

De schakelaar 11 kan eveneens dienen voor het 10 bedienen van de blokkeerinrichting 11 indien het slot 1 wel als een elektronisch afsluitbaar slot, maar niet voor gebruik met een sleutel met afstandbediening is ingericht.

Door het activeren van de schakeling 9 door middel van een schakelaar 11 is de open- en/of sluithandeling 15 duidelijk bepaalbaar zodat het slot 1 niet ongewild wordt geactiveerd en/of bediend, bijvoorbeeld door een toevallige nabijheid van een juiste sleutel 16 en voldoende (rest-)-energie in de schakeling 9.-Eveneens wordt in het algemeen vermeden dat elektronisch bestuurde of elektrisch aangedreven 20 onderdelen van het slot 1, in het bijzonder de blokkeerinrichting 10, worden geactiveerd en/of bediend voordat voldoende energie is opgewekt voor het succesvol functioneren daarvan. Aldus wordt de bedrijfszekerheid van het slot 1 vergroot.

25 De schakelaar 11 kan passief zijn, zoals de beschreven drukknop, of actief, zoals een nabijheidsensor, welke een deel van de met de generator 8 opgewekte energie nodig heeft voor zijn werking.

Het gecombineerde zend- en ontvangstvermogen van het 30 slot 1 en de sleutel 16 kan zodanig worden gekozen dat hierdoor tot een afstand van ten minste 50 cm of 1 m, in het bijzonder tot ca. 2 m een betrouwbaar detecteerbaar signaal kan worden overgedragen tussen zender en ontvanger, zodat een voldoende groot gebruiksgemak wordt geboden, terwijl het 35 gecombineerde zend- en ontvangstvermogen, en de overeenkomstig benodigde hoeveelheid energie voor de zender en/of ontvanger, beperkt kan blijven.

8

Geschikte zend- en ontvangstsystemen zijn systemen gebaseerd op radiosignalen, zoals actieve RF communicatie, bijvoorbeeld werkend volgens de Bluetooth-standaard. De sleutel en het slot 1 kunnen eveneens zijn ingericht voor het 5 verzenden van een signaal door het slot 1 aan de sleutel voor het activeren van de zender van de sleutel en het inactiveren daarvan nadat succesvol een juiste sleutel-identificatiecode is verzonden en ontvangen. Hierdoor wordt het energieverbruik van de sleutel verder beperkt.

10 Voor het openen van het slot 1 wordt in hoofdzaak dezelfde werkwijze gevolgd als voor het afsluiten daarvan; de hendel 3 wordt ten opzichte van de behuizing 2 bewogen (Fig. 3D-3E) waardoor voldoende elektrische energie wordt opgewekt voor het bedienen van het slot 1. Aan het einde van de 15 beweging van de bedieningshandgreep 4 wordt de schakelaar 11 ingedrukt (Fig. 3E) voor het activeren van de ontvanger van het slot 1. Bij het ontvangen van de juiste sleutel-identif icatiecode wordt de blokkering van het grendeldeel 5 door de blokkeerinrichting 10 opgeheven (Fig. 3E) zodat het 20 slot 1 geopend kan worden door het terugbewegen, mede onder invloed van de veren 14 en 15, van de bedieningshandgreep 4 en het grendeldeel 5 (Fig. 3F).

Aldus wekt een gebruiker door het bedienen van het slot, bij deze uitvoeringsvorm het slechts verrichten van één 25 enkele, bekende, open- of sluithandeling aan een ringslot 1, maar zonder een sleutel in de hand te hoeven nemen, zelf de elektrische energie op welke benodigd is voor het openen en/of afsluiten van het slot 1. Hierdoor is éénhandig gebruik van het slot 1 mogelijk en zijn batterijen voor de werking daarvan 30 overbodig.

Fig. 4A-4D tonen doorsneden van een alternatieve uitvoeringsvorm van een slot volgens de onderhavige uitvinding, waarbij onderdelen met in hoofdzaak dezelfde functie als in de bovenbeschreven uitvoeringsvorm met dezelfde 35 verwijzingscijfers worden aangegeven.

Het in Fig. 4A-4D getoonde slot 1 is uitgevoerd als een slot voor een kettingslot, een beugelslot of een kabelslot, zie ook respectievelijk Fig. 5A-5C, waarbij de 9 hendel 3 met een ten opzichte van de behuizing 2 scharnierende knop 4 is vormgegeven. Binnen de knop 4 is de heugel 6 aangebracht voor het aandrijven van de tandwieloverbrenging 7 en, door middel van het getoonde vrijlooplager 7A, de 5 generator (niet getoond). Het grendeldeel 5 is eveneens scharnierend in de behuizing 2 aangebracht en wordt door een duwveer 14A in de afsluitende positie geduwd. De blokkeerinrichting 10 is voorzien van een worm voor het in lengterichting verplaatsen van blokkeerpal 10A voor het 10 blokkeren of vrijgeven van de scharnierbeweging van het grendeldeel 5 (Fig. 4B-4D).

Voor het openen van het gesloten slot 1 dient de hendel 3 te worden ingedrukt (Fig. 4A-4B), waarbij zoals hiervoor beschreven met behulp van een generator elektrische 15 energie wordt opgewekt. De heugel 6 stuit bij gebruik van de getoonde uitvoeringsvorm op het grendeldeel 5 (Fig. 4B) en heeft, mede daardoor, een korter bereik dan in de uitvoeringsvorm van Fig. 1 en 3, waardoor per keer indrukken overeenkomstig minder energie wordt opgewekt en de knop 4 20 enkele malen, bijvoorbeeld drie keer, moet worden ingedrukt voor het opwekken van voldoende energie voor het bedienen van het slot. In dit geval verdient het de voorkeur dat de schakelaar 11 met de hand, bijvoorbeeld door middel van een drukknop, bedienbaar is, of is uitgevoerd als een 25 elektronische schakelaar 11, welke een deel van de opgewekte energie gebruikt voor het bij een bepaalde hoeveelheid opgewekte energie, bijvoorbeeld bij een bepaalde spanning op een condensator of na een bepaald aantal keren indrukken van de knop 4, activeren van de ontvanger.

30 Nadat het grendeldeel 5 is gedeblokkeerd door het verplaatsen van de blokkeerpal 10A (Fig. 4C) kan door het volledig indrukken van de knop 4 het grendeldeel 5 worden verplaatst en het slot 1 worden geopend (Fig. 4D) zodat een in de slotruimte S ingesloten deel van een slotketting, -beugel 35 of -kabel kan worden verwijderd.

Het slot 1 wordt op overeenkomstige wijze afgesloten.

10

De bovenstaande uitvoeringsvormen zijn slechts bedoeld als voorbeelden van de uitvinding, waarop binnen de beschermingsomvang van de conclusie variaties mogelijk zijn.

Het slot 1 kan bijvoorbeeld zijn voorzien van één of 5 meer waarschuwingssignalen, bij voorbeeld een rode en een groene LED, welke aangeven of voldoende energie is opgewekt voor betrouwbare werking van het slot 1, of een passende sleutel-identificatiecode is gedetecteerd, en zo ja, of deze code juist was voor het openen of sluiten van het slot.

10 Het slot 1 en/of de sleutel 16, bij voorkeur alleen het slot 1 kunnen (her-)programmeerbaar zijn en een aantal, bij voorbeeld vijf of tien, verschillende juiste sleutel-identif icatiecodes bewaren, waardoor verschillende gebruikers hetzelfde slot kunnen gebruiken, zoals voor een gedeelde 15 familiefiets en/of één gebruiker verschillende sloten kan gebruiken zoals voor een eigen fiets en voor een familiefiets. Het verdient de voorkeur dat een sleutel en/of een slot slechts (her-)programmeerbaar is met behulp van een tweede, onafhankelijke, programmeersleutel waarvan slechts aan een 20 geselecteerde groep programmeurs, bijvoorbeeld sloten- en/of fietsenhandelaars, exemplaren ter beschikking worden gesteld.

Voorts kan het slot zijn voorzien van een mechanisch slot voor het bieden van een noodopening indien een elektronisch probleem zoals een storing in de schakeling van 25 het slot of de sleutel, of een mechanische beschadiging van het systeem plaatsvindt.

Claims (11)

1. Slot (1), bij voorkeur een draagbaar slot (1) zoals een fietsslot, voorzien van een behuizing (2) en, ten minste gedeeltelijk iri de behuizing (2) opgenomen, een grendeldeel (5) en een blokkeerinrichting (10), waarbij de 5 blokkeerinrichting (10) is ingericht voor het in hoofdzaak blokkeren of vrijgeven van beweging van het grendeldeel (5) ten opzichte van de behuizing (2) voor het openen of sluiten van het slot (1), verder voorzien van een elektronische schakeling (9) voor het bedienen van de blokkeerinrichting 10 (10), met het kenmerk, dat het slot (1) is voorzien van middelen (6,7,8), bij voorkeur omvattende een heugel (6) en een generator (8), welke zijn ingericht voor het opwekken door de gebruiker van elektrische energie bij het bedienen van het slot (1) .

2. Slot (1) volgens conclusie 1, waarbij de schakeling (9) is voorzien van een ontvanger voor het detecteren van een door een sleutel (16) uitgezonden passende sleutel-identificatiecode en is voorzien van een geheugen voor het bewaren van ten minste één juiste sleutel-20 identificatiecode en waarbij de schakeling (9) is ingericht voor het vergelijken van de ontvangen sleutel-identif icatiecode met de in het geheugen bewaarde sleutel-identif icatiecode (s ) , en in het geval van een ontvangen juiste sleutel-identificatiecode, het bedienen van de 25 blokkeerinrichting (10).

3. Slot (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het slot (1) verder is voorzien van een schakelaar (11) voor het activeren van de elektronische schakeling (9).

4. Slot (1), bij voorkeur een draagbaar slot (1) 30 zoals een fietsslot, voorzien van een behuizing (2) en, ten minste gedeeltelijk in de behuizing (2) opgenomen, een grendeldeel (5) en een blokkeerinrichting (10), waarbij de blokkeerinrichting (10) is ingericht voor het in hoofdzaak blokkeren of vrijgeven van beweging van het grendeldeel (5) 35 ten opzichte van de behuizing (2) voor het openen of sluiten van het slot (1) met het kenmerk, dat het grendeldeel (5) en een bedieningshendel (3) voor de verplaatsen daarvan ten minste in afgesloten toestand van het slot (1) van elkaar ontkoppeld zijn.

5. Slot (1) volgens conclusie 4, waarbij het 5 grendeldeel (5) en de bedieningshendel (3) daarvoor zijn aangebracht in ruimtes welke in hoofdzaak van elkaar gescheiden zijn.

6. Slot volgens conclusie 4 of 5 waarbij de bedieningshendel (3) voor het grendeldeel (5) is gekoppeld met 10 een generator (8) voor het opwekken door de gebruiker van elektrische energie voor het bedienen van elektronische componenten (9,10) van het slot (1).

7. Slot (1) volgens conclusie 4, 5, of 6 waarbij het slot (1) voorts een slot (1) is volgens één van de conclusies 15 1-3.

8. Sleutel (16) voorzien van zendmiddelen voor het uitzenden van ten minste één sleutel-identificatiecode voor het bedienen van een op afstand bedienbaar slot, bij voorkeur een slot (1) volgens één van de conclusies 1-3, met het 20 kenmerk, dat de sleutel (16) is voorzien van een bewegingssensor (18) voor het activeren van de zendmiddelen.

9. Slot (1) volgens één van de conclusies 1-7 met sleutel, bij voorkeur een sleutel (16) volgens conclusie 8.

10. Werkwijze voor het afsluiten en/of openen van een 25 elektronisch slot (1), bij voorkeur een draagbaar slot (1) zoals een fietsslot voorzien van een behuizing (2) en, ten minste gedeeltelijk in de behuizing (2) opgenomen, een grendeldeel (5) en een blokkeerinrichting (10), waarbij de blokkeerinrichting (10) is ingericht voor het in hoofdzaak 30 blokkeren of vrijgeven van beweging van het grendeldeel (5) ten opzichte van de behuizing (2) voor het openen of sluiten van het slot (1), met het kenmerk, dat de elektrische energie benodigd voor het openen en/of afsluiten van het slot (1) in hoofdzaak door de gebruiker bij het bedienen van het slot (1) 35 wordt opgewekt.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de opgewekte energie voorts wordt gebruikt voor het activeren van een elektronische schakeling (9), het daarmee detecteren van een passende sleutel-identificatiecode en het vergelijken van een gedetecteerde sleutel-identificatiecode met in een geheugen bewaarde sleutel-identificatiecode, en bij detectie van een juiste sleutel-identificatiecode het bedienen van de 5 blokkeerinrichting (10).