NL2001183C2 - Afmeetinrichting. - Google Patents

Afmeetinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2001183C2
NL2001183C2 NL2001183A NL2001183A NL2001183C2 NL 2001183 C2 NL2001183 C2 NL 2001183C2 NL 2001183 A NL2001183 A NL 2001183A NL 2001183 A NL2001183 A NL 2001183A NL 2001183 C2 NL2001183 C2 NL 2001183C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
cutting
dough
feed
channel
Prior art date
Application number
NL2001183A
Other languages
English (en)
Inventor
Lothar Pasch
Original Assignee
Lothar Pasch
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lothar Pasch filed Critical Lothar Pasch
Priority to NL2001183A priority Critical patent/NL2001183C2/nl
Priority to EP09701717A priority patent/EP2229058A1/en
Priority to PCT/NL2009/050010 priority patent/WO2009091247A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001183C2 publication Critical patent/NL2001183C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C5/00Dough-dividing machines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C11/00Other machines for forming the dough into its final shape before cooking or baking
    • A21C11/10Other machines for forming the dough into its final shape before cooking or baking combined with cutting apparatus
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C3/00Machines or apparatus for shaping batches of dough before subdivision
    • A21C3/04Dough-extruding machines ; Hoppers with moving elements, e.g. rollers or belts as wall elements for drawing the dough
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C3/00Machines or apparatus for shaping batches of dough before subdivision
    • A21C3/10Machines or apparatus for shaping batches of dough before subdivision combined with dough-dividing apparatus

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Manufacturing And Processing Devices For Dough (AREA)

Description

Nr. NLP182248A
Afmeetinrichting
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het delen van deeg, en meer in het bijzonder in het 5 delen van deeg, zoals brooddeeg en andere deegproducten, in porties van in hoofdzaak gelijk gewicht, respectievelijk van een gewenst gewicht.
De Duitse octrooiaanvrage 37 27 596 beschrijft een inrichting voor het continu verdelen van een deegstreng met 10 constante dwarsdoorsnede in deegporties met een constant gewicht, waarbij het deeg nauwelijks mechanisch belast wordt, omvattende een toevoerinrichting voor het deeg, een aansluitend op de toevoerinrichting geplaatste vorminrichting, en een stroomafwaarts van de vorminrichting 15 geplaatste snijdinrichting
De inrichting omvat een trechter voor het toevoeren van deeg aan een samenstel van vier walsen met een alzijdig gesloten walsspleet. Het samenstel van walsen dient daarbij zowel als transportwals, en als dwarsdoorsnede 20 bepalende component of vorminrichting.
De door de walsspleet geproduceerde deegstreng met een gelijkmate dwarsdoorsnede wordt over een korte transportband naar een snijdinrichting gevoerd en daar in 2 stukken gesneden.
Een nadeel van de bekende inrichting is, dat deze enkel geschikt is voor zeer vast deeg, dat na de vorming van de deegstreng door de walsspleet voldoende vormstabiliteit 5 heeft.
Het is een doel van de uitvinding om een verbeterde afmeetinrichting te bieden die althans bovengenoemd nadeel althans ten dele opheft.
10
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Hiertoe verschaft de uitvinding volgens een eerste aspect een afmeetinrichting voor deeg omvattende een 15 toevoerinrichting voor het deeg, een aansluitend op de toevoerinrichting geplaatste vorminrichting, en een stroomafwaarts van de vorminrichting geplaatste snijdinrichting, met het kenmerk dat de vorminrichting een serie rond een doorvoerkanaal geplaatste bandtransporteurs omvat, elk met 20 een transportband, waarbij het naar het doorvoerkanaal gekeerde deel van elke van de transportbanden althans een wand of wanddeel van het doorvoerkanaal vormt, en waarbij althans één van de naar het doorvoerkanaal gekeerde transportbanden een bodemwand vormt voor het ondersteunen van het 25 deeg.
De inrichting volgens de uitvinding is voorzien van een doorvoerkanaal, gevormd door de naar het doorvoerkanaal gekeerde transportbanden van de serie bandtransporteurs. In eerste instantie wordt de vorm van de deegstreng 30 van de inrichting volgens de uitvinding bepaald door de ingang van het doorvoerkanaal. Deze ingang wordt gevormd door de omlooprollen van de respectievelijke bandtransporteurs. Vervolgens wordt de deegstreng vanaf de toevoerinrichting over de lengte van het doorvoerkanaal alzijdig 35 ondersteund en in de gewenste vorm gehouden.
Het in de gewenste vorm houden van het deeg gedurende de verblijftijd van het deeg in het doorvoerkanaal 3 zorgt ervoor dat het deeg kan ontspannen, waardoor de deegstreng bij het verlaten van het doorvoerkanaal in hoofdzaak in de gewenste vorm blijft. Dit in tegenstelling met de bekende inrichting, waarbij het deeg na de vervorming 5 door de walsspleet althans ten dele kan terugveren. Door dit gedeeltelijk terugveren is de dwarsdoorsnede van de deegstreng minder nauwkeurig bepaald hetgeen aanleiding geeft voor een grote spreiding in de gewichten van deeg-stukken van gelijke lengte.
10 Een verder voordeel van het doorvoerkanaal volgens de uitvinding is, dat de wanden van het kanaal met de deegstreng meebewegen. Hierdoor is er in hoofdzaak geen wrijving tussen de wanden van het kanaal en de deegstreng, waardoor het deeg minder mechanisch belast wordt en boven-15 dien in hoofdzaak overal op dezelfde wijze belast wordt, hetgeen voordelig is voor de deegstructuur. Bovendien is het niet nodig om een smeermiddel op de wanden van het kanaal te gebruiken. De inrichting volgens de uitvinding kan in hoofdzaak "olie-vrij" draaien.
20 In een uitvoeringsvorm omvat de toevoerinrichting een trechter met een toevoertransportband die een bodemwand van de trechter vormt. De toevoertransportband ondersteunt de aanvoer van deeg naar de vorminrichting. In een uitvoeringsvorm zijn de toevoertransportband en de de bodemwand 25 van de vorminrichting vormende transportband als een geheel gevormd. Hierdoor wordt het deeg op voordelige wijze continu ondersteun bij het doorlopen van de toevoerinrichting en de vorminrichting.
In een uitvoeringsvorm omvat de snijdinrichting 30 een sni j transportband voor het ondersteunen van het deeg, waarbij een snijelement boven de snijtransportband geplaatst is. In een uitvoeringsvorm zijn de snijtransportband en de de bodemwand van de vorminrichting vormende transportband als een geheel gevormd. Hierdoor wordt het deeg op 35 voordelige wijze continu ondersteun bij het doorlopen van de vorminrichting en de snijdinrichting.
Enerzijds kan het snijelement op een vaste positie 4 ten opzichte van de snij transportband geplaatst zijn. Hierbij dient de snijbeweging zeer snel uitgevoerd te worden, zodat een op de snij transportband voortbewegende deegstreng door het snijelement niet wordt geblokkeerd. Als 5 alternatief of in aanvulling hierop kan de toevoer van de deegstreng aan de snijdinrichting intermitterend uitgevoerd te worden, zodat de snijtransportband sterk afgeremd of zelfs gestopt wordt tijdens het snijden van de deegstreng.
Anderzijds kan het snijelement in een transport-10 richting van de snijtransportband heen en weer beweegbaar geplaatst zijn. In een uitvoeringsvorm loopt de beweging van het snijelement, althans in de transportrichting, in hoofdzaak synchroon met de beweging van de snijtransportband. Doordat het snijelement met de snijtransportband en 15 dus met de deegstreng mee kan bewegen, is er voldoende tijd om het deeg op geschikte wijze in parten te snijden, in het bijzonder zodanig dat de structuur van het deeg zo veel mogelijk wordt ontzien.
In een uitvoeringsvorm is het snijelement in 20 hoofdzaak dwars op het steunvlak van de snij transportband beweegbaar voor het snijden van het deeg. In een uitvoeringsvorm omvat het snijelement een guillotine.
In een uitvoeringsvorm is het snijelement in hoofdzaak dwars op de transportrichting van de snijtrans-25 portband geplaatst. Hierbij kan de deegstreng in hoofdzaak dwars doormidden gesneden worden, en worden deegparten met een in hoofdzaak rechthoekig bodemvlak verkregen.
In een uitvoeringsvorm is het snijelement onder een hoek, in het bijzonder een scherpe hoek, ten opzichte 30 van de transportrichting van de snijtransportband plaatsbaar. Hierbij kan de deegstreng in hoofdzaak onder een hoek gesneden worden, en worden deegparten met een in hoofdzaak parallellogram-vormig bodemvlak verkregen.
In een uitvoeringsvorm is het snijelement ver-35 plaatsbaar tussen een eerste stand in hoofdzaak dwars op de transportrichting en in een tweede stand onder een hoek met de transportrichting. Door de deegstreng eerst in de eerste 5 stand te snijden, vervolgens het snijelement naar de tweede stand te verplaatsen en in deze tweede stand te snijden, kunnen deegparten met een in hoofdzaak driehoekig bodemvlak verkregen worden. Hierbij wordt bijvoorbeeld tussen iedere 5 snijbeweging het snijelement van de ene naar de andere stand bewogen.
In een uitvoeringsvorm is het snijelement draaibaar rond een rotatie-as die zich in hoofdzaak dwars op het transportvlak van de snij transportband uitstrekt.
10 In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvat het doorvoerkanaal een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede, waarbij het doorvoerkanaal bepaald wordt door een bodem-wandtransportband, een bovenwandtransportband en twee zij wandtransportbanden.
15 In een uitvoeringsvorm zijn de twee zijwandtrans- portbanden tussen de bovenwandtransportband en de bodem-wandtransportband geplaatst. In een uitvoeringsvorm liggen langszij kanten van de twee zijwandtransportbanden aan tegen respectievelijk aangrenzende de boven- en bodemwandtrans-20 portband. Hierdoor wordt door de transportbanden een in hoofdzaak alzijdig rondom de doorvoer gesloten doorvoerkanaal gevormd.
In een uitvoeringsvorm zijn de transportbanden van de vorminrichting, althans tussen de omlooprollen, voorzien 25 van een steuninrichting voor het- afsteunen van de het doorvoerkanaal begrenzende transportbanden. In een uitvoeringsvorm omvat de steuninrichting een rollenbaan omvattende een serie in transportrichting parallel naast elkaar geplaatste vrij draaibare rollen, waarbij een 30 rotatie-as van de rollen in hoofdzaak dwars op de transportrichting gericht is. Door de rollen, die vast opgesteld zijn in de bandtransporteur, waarbij het deeg langs de rollen wordt bewogen, kan op het deeg in de doorvoer een kneedactie uitgevoerd worden.
35 De grootte en/of het gewicht van de deegporties kan bijvoorbeeld ingesteld worden door het instellen van een gewenste lengte bij een constante dwarsdoorsnede van de 6 deegstreng. Mede dankzij de verbeterde vormstabiliteit van het deeg na vorming in de vorminrichting volgens de uitvinding kunnen deegstukken verkregen worden met een grotere nauwkeurigheid en/of een kleinere spreiding in 5 grootte en/of gewicht.
Echter om het bereik van instelbare grootte en/of gewicht van de deegporties te vergroten, en/of om de afmetingen van de deegporties af te kunnen stemmen op een volgende stap in het deegverwerkingsproces, is in een 10 uitvoeringsvorm de afstand tussen de langszijwanden instelbaar, waardoor het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de deegstreng instelbaar is.
In een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de bovenwand- en bodemwandtransportband tussen de twee zij-15 wandtransportbanden geplaatst. In een uitvoeringsvorm liggen langszijkanten van de bovenwand- en bodemwandtransportband aan tegen de respectievelijk aangrenzende zijwand-transportbanden.
In een uitvoeringsvorm is de rechthoekige door-20 snede langs het doorvoerkanaal in hoofdzaak gelijk, bij voorkeur met een over de lengte van het doorvoerkanaal in hoofdzaak constante hoogte en breedte.
In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting verder aandrijfmiddelen voor de transportbanden van de serie 25 transportbanden van de vorminrichting, waarbij de aandrijf-middelen zijn ingericht om de beweging van de transportbanden te synchroniseren, bij voorkeur gelijk te laten lopen.
In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting verder een sturing voor het sturen van het snijelement in afhanke-30 lijkheid van de bewegingssnelheid van het deeg in de snijd-inrichting en een gewenste grootte en/of gewicht van de deegporties.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze 35 aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten, zoals het met de snij transportband 7 meebewegend snijelement, het plaatsen van een steuninrich-ting in de vorm van rollenbaan tussen de omlooprollen van de bandtransporteur en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt 5 in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
10
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:
Figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een 15 eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding,
Figuur 2 een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht langs de lijn A-A in figuur 1,
Figuur 3 een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht 20 langs de lijn B-B in figuur 1,
Figuur 4 een schematisch bovenaanzicht van een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding,
Figuur 5 een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht 25 langs de lijn C-C in figuur 5, en
Figuur 6 een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht langs de lijn D-D in figuur 5.
30 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De in de figuren 1, 2 en 3 getoonde eerste voorbeelduitvoeringsvorm van een afmeetinrichting 1 volgens de uitvinding omvat drie delen; een toevoerinrichting 2, een 35 vorminrichting 3 en een snijdinrichting 4.
De toevoerinrichting 2 omvat een trechter met opstaande wanden 21, 22 en een bodemwand 24. De bodemwand 24 8 in deze voorbeelduitvoeringsvorm wordt gevormd door een zich onder de trechter uitstrekkende gedeelte van de band-transporteur 11. Ter ondersteuning van de bodemwand 24 is tussen de rollen 12, 324 aan weerszijde van de bodemwand 24, 5 een steuninrichting 241 geplaatst, in de vorm van een rollenbaan die een serie vrij draaibare rollen omvat.
Het naar de binnenzijde van de trechter gekeerd oppervlak van de bandtransporteur 11 kan hierbij voorzien zijn van middelen voor het verberen van het transport van 10 deeg uit de trechter.
In een uitvoeringsvorm omvat de transportband een oppervlak van een materiaal met een hoge wrijvings-coëfficiënt, althans voor deeg. Door de wrijving tussen het oppervlak van de transportband van de bandtransporteur 11 en 15 het deeg in de trechter, wordt het deeg door de transportband beter meegevoerd naar de uitgangsopening 26 van de trechter.
In een uitvoeringsvorm is het oppervlak van de transportband voorzien van een oppervlakte structuur voor 20 het verhogen van een wrijving tussen het oppervlak en deeg en/of voor het meevoeren van deeg naar de uitgangsopening 26 van de trechter.
De naar de vorminrichting 3 gekeerde opstaande wand 22 van de trechter is in hoofdzaak dwars op de bodem-25 wand 22 geplaatst. Bij voorkeur is bandtransporteur 11 in hoofdzaak horizontaal geplaatst en de opstaande wand 22 in hoofdzaak verticaal geplaatst. In een alternatieve voorbeelduitvoeringsvorm is de naar de vorminrichting 3 gekeerde opstaande wand 23 onder een hoek geplaatst zodat de 30 bovenzijde 25 van de vorminrichting 3 af wijkt.
In een verdere alternatieve voorbeelduitvoeringsvorm is de van de vorminrichting 3 afgekeerde opstaande wand 21 in hoofdzaak parallel aan de bodemwand 24 verschuifbaar in de richting L voor het instellen van de lengte van de 35 bodemwand in de trechter.
Onder de van de vorminrichting 3 afgekeerde wand 21 is een omlooprol 12 van de bandtransporteur 11 geplaatst.
9
De band van de bandtransporteur 11 sluit aan tegen de onderzijden 21 van de trechter, behalve bij de naar de vorminrichting 2 gekeerde wand 22. De naar de vorminrichting 3 gekeerde wand 22, 23 is aan zijn naar de bandtransporteur 5 11 gekeerde zijde voorzien van een opening 2 6 voor het doorvoeren van het deeg vanuit de trechter naar de vorminrichting 3.
De vorminrichting 3 omvat een serie, in het bijzonder vier, rond een doorvoerkanaal 31 geplaatste 10 bandtransporteurs 32, 33, 34, 35 elk met een transportband, waarbij het naar het doorvoerkanaal 31 gekeerde deel van elke van de transportbanden 321, 331, 341, 351 een wand van het doorvoerkanaal 31 vormt. De onderste transportband 321 vormt een bodemwand voor het ondersteunen van het deeg. 15 Zoals duidelijk blijkt uit figuur 2, is de bodemwand 321 vormende bandtransporteur een deel van de bandtransporteur 11, die zich uitstrekt onder zowel de trechter 2, de vorminrichting 3 en de snijdinrichting 4.
Zoals getoond in de dwarsdoorsnede van het door-20 voerkanaal langs de lijn B-B van figuur 1 in figuur 3, is het doorvoerkanaal 31 in hoofdzaak rechthoekig gevormd. Het doorvoerkanaal 31 omvat een bodemwand 321 en een bovenwand 331 en twee langszijwanden 341, 351. In deze voorbeelduit- voeringsvorm zijn de bovenwand 331 en de bodemwand 321 25 tussen de twee zijwandtransportbanden 341, 351 geplaatst.
Hierbij liggen de langszijkanten 332, 333 van de bovenwand 331 en de langszijkanten 322, 323 van de bodemwand 321 aan tegen de respectievelijk aangrenzende zijwandtransportbanden 341, 351. Zoals getoond in figuur 1, is tussen de 30 omlooprollen 344 en 345, 354 en 355 van de zijwandtransportbanden 341, 351 een steuninrichting 346, 356 geplaatst ter ondersteuning van de transportbanden 341, 351. Deze steuninrichtingen 346, 356, die elk een in hoofdzaak vlakke plaat omvatten, dwingen de transportbanden 341, 351 tegen de 35 langszi jkanten 322, 332 en 323, 333 waardoor het door voerkanaal 31 in hoofdzaak rondom afgesloten wordt; dat wil zeggen dat er in hoofdzaak geen lekkages optreden tussen de 10 langszij kanten van de bovenwand en de zijwanden, respectievelijk tussen de langszij kanten van de bodemwand en de zijwanden.
Ook tussen de rollen 324 en 325, 334 en 335 van 5 respectievelijk de bodemwand 321 en de bovenwand 331, zijn steuninrichtingen 326, 336 geplaatst voor het afsteunen van de het doorvoerkanaal 31 begrenzende transportbanden. Hierbij zijn deze steuninrichtingen 326, 336 gevormd als een rollenbaan die elk een serie in transportrichting T parallel 10 aan elkaar geplaatste vrij draaibare rollen omvat, waarbij de rotatie-as van de rollen in hoofdzaak dwars op de transportrichting T en parallel aan de bodemwand 321 respectievelijk de bovenwand 331 gericht is. In vergelijking met de eerder genoemde steuninrichtingen 346, 356 in de vorm 15 van vlakke platen, zorgen de steuninrichtingen 326, 336 in de vorm van een rollenbaan voor veel minder wrij-vingsweerstand als de transportbanden langs de respectievelijke steuninrichtingen worden aangedreven.
Indien de transportbanden 321, 331 in een richting 20 in hoofdzaak dwars op het vlak van de respectievelijke transportbanden enigermate flexibel zijn, kunnen de transportbanden tussen de rollen van elkaar af wijken en worden zij ter plaatse van de rollen weer naar elkaar toe gebracht. De rollen die vast geplaatst zijn ten opzichte van de 25 transportband 321, 331 kunnen aldus een kneedactie uitvoeren op het deeg dat door het doorvoerkanaal 31 wordt meegevoerd door de transportbanden 321, 331, 341, 351.
Bij voorkeur zijn de snelheden van de transportbanden 321, 331, 341, 351 ten opzichte van elkaar 30 gesynchroniseerd zodat de wanden van het doorvoerkanaal 31 als één geheel met het deeg mee kan lopen. Daar het vormend element met het deeg meeloop, is er in hoofdzaak geen wrijving tussen het deeg en de wanden van het doorvoerkanaal.
35 In een uitvoeringsvorm, zijn de transportbanden 321, 331 voorzien van een wapening (niet getoond) die zich in hoofdzaak dwars in de transportrichting T over de breedte 11 van de transportband uit strekt. Hierdoor zullen deze transportbanden 321, 331 in de richting d zoals getoond in figuur 3 een grote weerstand tegen doorbuiging vertonen en in de richting h een hoge flexibiliteit hebben. Bij 5 voorbeeld kan de wapening uitgevoerd zijn als metalen staven die in de richting d in het materiaal van de transportbanden 321, 331 ingebed zijn.
Stroomafwaarts van de vorminrichting 3 is een snijdinrichting 4 geplaatst. De snijdinrichting 4 omvat een 10 bodemwand 41 die in deze voorbeelduitvoeringsvorm wordt gevormd door een zich onder het snijdelement 42 uitstrekkende gedeelte van de transporteur 11.
Het snijdelement 42 omvat een mes 43 dat door middel van het uitvoeren van een snijbeweging de gevormde 15 deegstreng tot op de bodemwand 41 kan doorsnijden. In deze voorbeelduitvoeringsvorm is het mes 43 uitgevoerd als een guillotine die in hoofdzaak in verticale richting S verplaatsbaar is.
In de voorbeelduitvoeringsvorm, zoals getoond in 20 de figuren 1 en 2, is het snijelement 42 in de transport-richting T heen en weer beweegbaar. Hierdoor kan het snijelement in hoofdzaak synchroon met de transportband 11 mee bewegen tijdens het insnijden van het deeg, en nadat het insnijden voltooid is, terug bewogen worden naar een 25 stroomopwaarts gelegen gedeelte van de deegstreng om ter plaatse opnieuw een snijbeweging in gang te zetten.
Zoals getoond in figuur 1 is het snijelement 42 tevens zwenkbaar rond een rotatie-as 44, die in hoofdzaak loodrecht op het bodemvlak 41 georiënteerd is. Door het 30 zwenken van het snijelement 42 onder een hoek a, kan de deegstreng ook onder een hoek gesneden worden. In een bijzondere voorbeelduitvoeringsvorm wordt het deeg tijdens een meebeweegslag in de richting T eerst onder een hoek OC gesneden, waarna het snijelement 42 teruggeplaatst wordt 35 naar hoek α = 0, en vervolgens nog een keer loodrecht op de transportrichting T doorgesneden. Op deze wijze is het mogelijk om de deegstreng in in hoofdzaak driehoekige parten 12 te snijden wat voordelig kan zijn bij verdere deeg-verwerking, bijvoorbeeld voor het genereren van driehoekvormige broodjes en/of driehoekvormige deegplakken voor het vervaardigen van croissants.
5 Ter voorkoming dat de transportband 11 door de snijbeweging te ver wordt weggedrukt, is de transportband 11 ter plaatse van de bodemwand 41 voorzien van een steun-inrichting 45, die uitgevoerd is als een vlakke plaat die direct onder het oppervlak van de bodemwand 41 geplaatst is. 10 In de figuren 4, 5 en 6 is een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van een afmeetinrichting 7 volgens de uitvinding getoond. Ook deze afmeetinrichting 7 omvat drie delen: een toevoerinrichting 5, een vorminrichting 6 en eenzelfde snijdinrichting 4, zoals hiervoor reeds beschreven 15 in de eerste voorbeelduitvoeringsvorm.
Voor het ondersteunen van het transport van het deeg door de afmeetinrichting 7, in het bijzonder voor het ondersteunen van het transport van het deeg vanuit de toevoerinrichting 5 naar de vorminrichting 6, kan de 20 afmeetinrichting 7 in transportrichting T naar beneden hellend geplaatst zijn, zoals getoond in figuur 5. Bij voorkeur is de hoek β tussen een bodemwand 54, 621, 41 van de afmeetinrichting 7 en een horizontaal vlak instelbaar, bij voorkeur tot een hoek van 15 graden of kleiner.
25 De toevoerinrichting 5 omvat een trechter met opstaande wanden 51, 52 en een bodemwand 54. De bodemwand 54 wordt ook nu gevormd door een zich onder de trechter uitstrekkend gedeelte van de bandtransporteur 15.
Onder de van de vorminrichting 6 afgekeerde wand 30 51 is een omlooprol 16 van de bandtransporteur 15 geplaatst.
De band van de bandtransporteur 15 sluit aan tegen de onderzijde van de wand 51 van de trechter, behalve bij de naar de vorminrichting 6 gekeerde wand 52 en de langs-zijwanden 511.
35 Het onderste gedeelte van de langszijwanden 511 wordt gevormd door een zich naast de trechter uitstrekkend gedeelte van de bandtransporteur 65 die ter plaatse van de 13 trechter een langszijwandgedeelte 57 vormt. Een portie deeg in de trechter wordt, althans in deze voorbeelduitvoeringsvorm, aldus door de bodemwand 54 en de langszijwanden 57 meegevoerd in de richting van de vorm-5 inrichting 6.
Ter ondersteuning van de bodemwand 54 is onder de bandtransporteur een vlakke plaat 541 geplaatst ter ondersteuning van de bodemwand 54. Verder ter ondersteuning van de langszi jwanden 57 is tussen de rollen 59, 654 en 59, 644 10 een vlakke steunplaat 58 geplaatst, zoals getoond in figuur 4.
De naar de vorminrichting 6 gekeerde wand 52, 53 is aan zijn naar de bandtransporteur 15 gekeerde zijde voorzien van een opening 56 voor het doorvoeren van het deeg 15 vanuit de trechter naar de vorminrichting 6.
Ook deze vorminrichting 6 omvat een serie, in het bijzonder vier, rond een doorvoerkanaal 61 geplaatste bandtransporteurs 62, 63, 64, 65 elk met een transportband, waarbij het naar het doorvoerkanaal 61 gekeerde deel van elk 20 van de transportbanden 621, 631, 641, 651 een wand van het doorvoerkanaal 61 vormt. De onderste transportband 621 vormt een bodemwand voor het ondersteunen van het deeg. Ook hier is de bodemwand 621 een gedeelte van de bandtransporteur 15, die zich uitstrekt onder zowel de trechter 5, de 25 vorminrichting 6 en de snijdinrichting 4.
Zoals getoond in de dwarsdoorsnede van het doorvoerkanaal langs de lijn D-D van figuur 4 in figuur 6, is het doorvoerkanaal 61 in hoofdzaak rechthoekig gevormd. Het doorvoerkanaal 61 omvat een bodemwand 621 en een bovenwand 30 631 en twee langszijwanden 641, 651. In deze voorbeelduitvoeringsvorm zijn de langszijwanden 641, 651 tussen de bovenwand 631 en de bodemwand 621 geplaatst. Hierbij liggen de langszijkanten 642, 643 en 652, 653 van de langszijwanden 641, 651 aan tegen de respectievelijk aangrenzende 35 bodemwandtransportband 621 en bovenwandtransportband 631.
Zoals getoond in figuur 4 is tussen de rollen 644 en 645, 654 en 655 van de zi j wandtransportbanden 641, 651 14 een steuninrichting 646, 656 geplaatst. Hierbij zijn deze steuninrichtingen 646, 656 gevormd als een rollenbaan die elk een serie in transportrichting T parallel aan elkaar geplaatste vrij draaibare rollen, waarbij de rotatie-as van 5 de rollen in hoofdzaak dwars op de transportrichting T en parallel aan de langszijwanden 651, 641 gericht is. Ook deze rollenbanen zorgen voor minder wrijvingsweerstand en kunnen in een uitvoeringsvorm tevens een kneedactie uitvoeren op het deeg dat door het doorvoerkanaal 61 wordt meegevoerd.
10 Zoals getoond in figuur 5 is tussen de rollen 634 en 635, 624 en 625 van de boventransportband 631 en bodemtransportband 621 een steuninrichting 626, 636 ge plaatst die elk een in hoofdzaak vlakke plaat omvatten. Deze steuninrichtingen 626, 636, dwingen de transportbanden 621, 15 631 tegen de langszij kanten 642, 643 en 652, 653 van de langszijwandtransportbanden 641, 651. Stroomafwaarts van de vorminrichting 6 is een snijdinrichting 4 geplaatst die hiervoor reeds in meer detail beschreven is.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de 20 werking van voorkeursuitvoeringvormen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
25 Bijvoorbeeld kunnen zowel de bodemwandtransport- band, de bovenwandtransportband en de langszijwandtransportbanden allen voorzien worden van een ondersteu- ningsinrichting in de vorm van een rollenbaan zoals bijvoorbeeld getoond in een combinatie van een dwarsdoorsnede-30 aanzicht van figuur 2 en een bovenaanzicht van figuur 4.
Het zal voor de vakman verder duidelijk zijn dat hoewel in de boven beschreven voorbeelduitvoeringsvormen de bodemwand een doorlopende transportband 11, 15 omvat, de verschillende inrichtingen ook voorzien kunnen worden van 35 individuele transportbanden voor één of meer van de toe-voerinrichtingen 2, 5, de vorminrichtingen 3, 6 en/of de snijdinrichting 4.

Claims (26)

1. Afmeetinrichting voor deeg omvattende een toevoerinrichting (2; 5) voor het deeg, een aansluitend op de toevoerinrichting geplaatste vorminrichting (3; 6), en een stroomafwaarts van de vorminrichting geplaatste 5 snijdinrichting (4), met het kenmerk dat de vorminrichting (3; 6) een serie rond een doorvoerkanaal (31; 61) geplaatste bandtransporteurs (32, 33, 34, 35; 62, 63, 64, 65) omvat, elk met een transportband (321, 331, 341, 351; 621, 631, 10 641, 651), waarbij het naar het doorvoerkanaal (31; 61) gekeerde deel van elke van de transportbanden (321, 331, 341, 351; 621, 631, 641, 651) althans een wand of wanddeel van het doorvoerkanaal (31; 61) vormt, en waarbij althans één van de naar het doorvoerkanaal (31; 61) gekeerde 15 transportbanden een bodemwand (321; 621) vormt voor het ondersteunen van het deeg.
2. Afmeetinrichting volgens conclusie 1, waarbij de toevoerinrichting (2; 5) een trechter omvat met een toevoer transportband (11; 15) die een bodemwand (24; 54) van 20 de trechter vormt.
3. Afmeetinrichting volgens conclusie 2, waarbij de toevoertransportband (11; 15) en de de bodemwand van de vorminrichting vormende transportband (321; 621) als één geheel gevormd zijn.
4. Afmeetinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de snijdinrichting (4) een snij transportband (41) omvat voor het ondersteunen van het deeg, waarbij een snij element (42) boven de snijtransportband (41) geplaatst is.
5. Afmeetinrichting volgens conclusie 4, waarbij de sni j transportband (41) en de de bodemwand van de vorminrichting vormende transportband (321; 621) als één geheel gevormd zijn.
6. Afmeetinrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij het snijelement (42) in een transportrichting (T) 5 van de snij transportband (41) heen en weer beweegbaar is.
7. Afmeetinrichting volgens conclusie 6, waarbij de beweging van het snijelement (42), althans in de transportrichting (T), in hoofdzaak synchroon loopt met de beweging van de snij transportband (41).
8. Afmeetinrichting volgens één der conclusies 4 - 7, waarbij het snijelement (42) in hoofdzaak dwars op een steunvlak van de snij transportband (41) beweegbaar is voor het snijden van het deeg.
9. Afmeetinrichting volgens één der conclusies 4 - 15 8, waarbij het snijelement (42) een guillotine omvat.
10. Afmeetinrichting volgens conclusie 8, waarbij het snijelement (42) in hoofdzaak dwars op de transportrichting (T) van de snij transportband (41) geplaatst is.
11. Afmeetinrichting volgens conclusie 8, waarbij het snijelement (42) onder een hoek (a) , in het bijzonder een scherpe hoek, ten opzichte van de transportrichting (T) van de snij transportband (41) plaatsbaar is.
12. Afmeetinrichting volgens conclusie 8, waarbij 25 het snijelement (42) verplaatsbaar is van een eerste stand in hoofdzaak dwars op de transportrichting naar een tweede stand onder een hoek met de transportrichting, en vice versa.
13. Afmeetinrichting volgens conclusie 12, waarbij 30 het snijelement (42) draaibaar is rond een rotatie-as (44) die zich in hoofdzaak dwars op het transportvlak van de snij transportband uitstrekt.
14. Afmeetinrichting volgens één der voorgaande conclusies waarbij het doorvoerkanaal (31; 61) een in 35 hoofdzaak rechthoekige doorsnede omvat, waarbij het doorvoerkanaal (31; 61) bepaald wordt door een bodemwand- transportband (321; 621), een bovenwandtransportband (331; 631. en twee zijwandtransportbanden (341, 351/ 641, 65.1) .
15. Afmeetinrichting volgens conclusie 14, waarbij de twee zijwandtransportbanden (641, 651) tussen de bovenwandtransportband (631) en de bodemwandtransportband 5 (621)geplaatst zijn.
16 Afmeetinrichting volgens conclusie 15, waarbij langszij kanten (642, 643, 652, 653) van de twee zijwandtransportbanden (641, 651) aanliggen tegen respectievelijk aangrenzende de boven- en bodemwandtransportband (631, 621).
17. Afmeetinrichting volgens conclusie 15 of 16, waarbij de afstand tussen de langszijwanden (641, 651) instelbaar is.
18. Afmeetinrichting volgens conclusie 14, waarbij de bovenwand- en bodemwandtransportband (331, 321) tussen de 15 twee zijwandtransportbanden (341, 351) geplaatst zijn.
19. Afmeetinrichting volgens conclusie 18, waarbij langszij kanten (332, 333, 322, 323) van de bovenwand- en bodemwandtransportband (331, 321) aanliggen tegen de respectievelijk aangrenzende zijwandtransportbanden (341, 20 351).
20. Afmeetinrichting volgens één der conclusies 14 - 19, waarbij de rechthoekige doorsnede langs het doorvoerkanaal (31; 61) in hoofdzaak gelijk is, bij voorkeur met een over de lengte van het doorvoerkanaal (31; 61) in 25 hoofdzaak constante hoogte en breedte.
21. Afmeetinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij één of meer van de transportbanden (321, 331, 341, 351; 621, 631, 641, 651) van de vorminrichting (3; 6) , althans tussen de omlooprollen, voorzien zijn van een 30 steuninrichting (326, 336, 346, 356; 626, 636, 646, 656) voor het afsteunen van de het doorvoerkanaal begrenzende transportbanden.
22. Afmeetinrichting volgens conclusie 21, waarbij de steuninrichting een rollenbaan (326, 336; 646, 656) 35 omvattende een serie in transportrichting parallel naast elkaar geplaatste vrij draaibare rollen omvat, waarbij een rotatie-as van de rollen in hoofdzaak dwars op de transportrichting (T) gericht is.
23. Afmeetinrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende aandrijfmiddelen voor de transportbanden (321, 331, 341, 351; 621, 631, 641, 651) van 5 de serie transportbanden van de vorminrichting (3; 6), waarbij de aandrijfmiddelen zijn ingericht om de beweging van de transportbanden (321, 331, 341, 351; 621, 631, 641, 651. te synchroniseren, bij voorkeur gelijk te laten lopen.
24. Afmeetinrichting volgens één der voorgaande 10 conclusies, verder omvattende een sturing voor het sturen van het snijelement (42) in afhankelijkheid van de bewegingssnelheid van althans de snij transportband (41) en een gewenste grootte en/of gewicht van de deegporties.
25. Afmeetinrichting voorzien van een of meer van 15 de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
26. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 20 -o-o-o-o-o-o-o-o- BP/MB
NL2001183A 2008-01-15 2008-01-15 Afmeetinrichting. NL2001183C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001183A NL2001183C2 (nl) 2008-01-15 2008-01-15 Afmeetinrichting.
EP09701717A EP2229058A1 (en) 2008-01-15 2009-01-15 Metering device
PCT/NL2009/050010 WO2009091247A1 (en) 2008-01-15 2009-01-15 Metering device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001183 2008-01-15
NL2001183A NL2001183C2 (nl) 2008-01-15 2008-01-15 Afmeetinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001183C2 true NL2001183C2 (nl) 2009-07-16

Family

ID=39708425

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001183A NL2001183C2 (nl) 2008-01-15 2008-01-15 Afmeetinrichting.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2229058A1 (nl)
NL (1) NL2001183C2 (nl)
WO (1) WO2009091247A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
PL2342971T3 (pl) 2010-01-12 2012-12-31 Mecatherm Sa Urządzenie do wstępnego formowania ciasta, do postaci pasma ciasta, dla jego podziału na kęsy
EP2633760B1 (en) 2012-03-02 2014-06-18 Rademaker B.V. Device for cutting dough
NL2015428B1 (en) 2015-09-11 2017-03-20 Kaak Groep B V Dough handling apparatus.

Citations (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE455982C (de) * 1921-10-14 1928-05-12 Wilhelm Mohr Teigteilmaschine
DE490353C (de) * 1930-01-27 Arthur Mairich Teigteilmaschine mit Fuelltrichter
US2986083A (en) * 1958-07-18 1961-05-30 Continental Carbon Co Guide devices for roller presses
DE1170343B (de) * 1962-12-06 1964-05-21 Arno Schaeferlein Teigfoerderband
GB1086544A (en) * 1966-05-20 1967-10-11 Peter John Booras Breadmaking process and apparatus
GB1208439A (en) * 1966-12-23 1970-10-14 Gen Mills Inc Slicing apparatus
DE2340025A1 (de) * 1972-08-11 1974-02-21 Andre Ruiz Vorrichtung zum wiegen, einteilen und formen von teigwuersten in baeckereibetrieben
DE2445918A1 (de) * 1974-09-26 1976-04-15 Kemper Kate Anordnung zur teigfuehrung in einer teigteil- und wirkmaschine
US4334447A (en) * 1980-06-09 1982-06-15 J. R. Simplot Company Cutter assembly for dough strips
DE3727596A1 (de) * 1987-08-19 1989-03-02 Gortat Manfred Teigabwiege-automat
EP0415714A1 (en) * 1989-08-28 1991-03-06 Rheon Automatic Machinery Co. Ltd. A method and apparatus for quantitatively dividing bread dough
EP0453248A1 (en) * 1990-04-17 1991-10-23 Rheon Automatic Machinery Co., Ltd. Method and apparatus for manufacturing continuous sheets of bread dough
US5770242A (en) * 1996-09-13 1998-06-23 Kuperman; Alex Dough forming apparatus
EP1400173A2 (en) * 2002-09-17 2004-03-24 Gastone Bertuetti Unit for the formation of a regular and uniform continuous long loaf of bread dough
DE102006055111A1 (de) * 2005-11-21 2007-08-30 Fritsch Gmbh Teigbandformer mit Schneid-/Schälvorrichtung

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5852615B2 (ja) * 1981-08-05 1983-11-24 レオン自動機株式会社 生地の帯状連続吐出装置

Patent Citations (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE490353C (de) * 1930-01-27 Arthur Mairich Teigteilmaschine mit Fuelltrichter
DE455982C (de) * 1921-10-14 1928-05-12 Wilhelm Mohr Teigteilmaschine
US2986083A (en) * 1958-07-18 1961-05-30 Continental Carbon Co Guide devices for roller presses
DE1170343B (de) * 1962-12-06 1964-05-21 Arno Schaeferlein Teigfoerderband
GB1086544A (en) * 1966-05-20 1967-10-11 Peter John Booras Breadmaking process and apparatus
GB1208439A (en) * 1966-12-23 1970-10-14 Gen Mills Inc Slicing apparatus
DE2340025A1 (de) * 1972-08-11 1974-02-21 Andre Ruiz Vorrichtung zum wiegen, einteilen und formen von teigwuersten in baeckereibetrieben
DE2445918A1 (de) * 1974-09-26 1976-04-15 Kemper Kate Anordnung zur teigfuehrung in einer teigteil- und wirkmaschine
US4334447A (en) * 1980-06-09 1982-06-15 J. R. Simplot Company Cutter assembly for dough strips
DE3727596A1 (de) * 1987-08-19 1989-03-02 Gortat Manfred Teigabwiege-automat
EP0415714A1 (en) * 1989-08-28 1991-03-06 Rheon Automatic Machinery Co. Ltd. A method and apparatus for quantitatively dividing bread dough
EP0453248A1 (en) * 1990-04-17 1991-10-23 Rheon Automatic Machinery Co., Ltd. Method and apparatus for manufacturing continuous sheets of bread dough
US5770242A (en) * 1996-09-13 1998-06-23 Kuperman; Alex Dough forming apparatus
EP1400173A2 (en) * 2002-09-17 2004-03-24 Gastone Bertuetti Unit for the formation of a regular and uniform continuous long loaf of bread dough
DE102006055111A1 (de) * 2005-11-21 2007-08-30 Fritsch Gmbh Teigbandformer mit Schneid-/Schälvorrichtung

Also Published As

Publication number Publication date
WO2009091247A1 (en) 2009-07-23
EP2229058A1 (en) 2010-09-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2002672C2 (nl) Massaverdeelinrichting en vorminrichting omvattende een dergelijke massaverdeelinrichting.
AU2013268506B2 (en) Food dough spreading device and food dough spreading method
NL2002261C2 (en) Adjustable dough roller device.
US4869661A (en) Machine for the production by continuous rolling of a mass of dough for bakery products and buns and rolls
KR930006489B1 (ko) 빵 반죽물을 정량적으로 분할하기 위한방법 및 장치
NL2001183C2 (nl) Afmeetinrichting.
EP3005874A1 (en) Food-dough cutting method and device
NL8100256A (nl) Inrichting voor het tot een continu vel uitwalsen van een in de vorm van een dikke laag aan te voeren deegmassa.
EP2342971B1 (fr) Dispositif de préformage de pâte boulangère en une bande de pâte pour sa division en pâtons
US8082831B2 (en) Method and apparatus for auto-centering and cutting cheese loaves
EP3479697B1 (en) Dough processing assembly
US20160249626A1 (en) Device for forming a continuous strip of dough
JP5914178B2 (ja) 食品生地の計量切断方法及び装置
US7033632B2 (en) Casting food products to controlled dimensions
NL9400672A (nl) Inrichting voor het verwerken van een deegstreng tot een dunne deegband.
RU193993U1 (ru) Устройство для сортировки рыбы
NL8203107A (nl) Werkwijze en inrichting voor het snijden van tabak.
KR930021070A (ko) 빵반죽 분할 장치
NL8403780A (nl) Inrichting voor het over het inwendige van deegklompen verdelen van luchtinsluitsels.
MXPA04010968A (es) Aparato y procedimiento de moldeo.
RU40718U1 (ru) Хлеборезательная машина
JP2007274951A (ja) 生地の丸め方法および装置
JP2015016542A (ja) 食肉のスライス装置
NL9100534A (nl) Werkwijze en inrichting voor het naar elkaar toe drukken van een aantal deegstukken.
NL8502348A (nl) Inrichting voor het continu verwerken van homogeen gistdeeg tot individuele gevormde produkten.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130801