NL2002672C2

NL2002672C2 - Massaverdeelinrichting en vorminrichting omvattende een dergelijke massaverdeelinrichting.

Info

Publication number: NL2002672C2
Application number: NL2002672A
Authority: NL
Inventors: Hendricus Franciscus Jacobus Maria Eerden; Dirk Meskendahl; Thomas Willem Dekker
Original assignee: Stork Titan Bv
Priority date: 2009-03-26
Filing date: 2009-03-26
Publication date: 2010-09-28
Also published as: BRPI1014200A8; CN105165997B; US20150250226A1; BRPI1014200B1; US20120015065A1; WO2010110655A1; EP2410864B2; CN102421298B; CN102421298A; DK2410864T4; US9433238B2; EP2410864A1; WO2010110655A8; EP2410864B1; BRPI1014200A2; DK2410864T3; CN105165997A; US9044029B2

Description

P29685NL00/JV

Korte aanduiding: Massaverdeelinrichting en vorminrichting omvattende een dergelijke massaverdeelinrichting

De uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een massaverdeelinrichting voor het verdelen van massa van voor consumptie geschikte voedingsuitgangsmaterialen, in het bijzonder een vleesmassa, over een of meer vormholten van een vormorgaan voor het vormen van driedimensionale producten uit genoemde massa.

5 Een dergelijk massaverdeelinrichting is bijvoorbeeld bekend uit WO 2004002229.

Deze bekende inrichting omvat voor samenwerking met een cilindrische vormwals voorzien van een of meer vormholten in de buitenomtrek als vormorgaan een nagenoeg halfcirkelvormig huis met een zich in radiale richting uitstrekkend doorvoerkanaal met een toevoer voor de te vormen massa vanaf een voorraadinrichting en met een afvoer voor de 10 massa naar een vormholte van de vormwals. De naar de vormwals toegekeerde zijde van de massaverdeelinrichting omvat een gebogen plaat uit een flexibel materiaal teneinde mogelijke afwijkingen van de straal van de vormwals op te vangen. In deze plaat is een doorgang voor genoemde afvoer voorzien. Een zich in de omtreksrichting van de vormwals, met andere woorden in de lengterichting van de flexibele plaat uitstrekkend drukkussen, dat 15 met behulp van een geschikt drukmedium onder druk kan worden gebracht, perst tijdens bedrijf de flexibele plaat afdichtend aan tegen de buitenomtrek van de vormwals. Tijdens bedrijf wordt massa met behulp van een pomp of ander toevoerorgaan (semi) continu toegevoerd aan de massaverdeelinrichting, waarbij telkens ofwel één vormholte ofwel een in axiale richting van de vormwals gelegen rij van in hoofdzaak naast elkaar opgestelde 20 vormholten wordt gevuld tijdens rotatie van de vormwals. Met deze bekende inrichting kunnen met hoge snelheid producten worden gevormd.

Nu is gebleken dat bij gebruik van deze bekende vorminrichting met massaverdeelinrichting, er kans bestaat op een aantal ongewenste afwijkingen van de uiteindelijke productvorm, met name een lip of aanhangsel aan in het bijzonder de 25 buitenomtrek van het gevormde product, en insluitingen van lucht, die een ongewenste invloed op het gedrag van het gevormde product bij verdere bewerkingen zoals krimpgedrag bij bakken, braden enz. kunnen hebben.

De uitvinding beoogt een verbeterde massaverdeelinrichting te verschaffen, waarbij genoemde tekortkomingen in mindere mate dan wel geheel niet optreden, of een bruikbaar 30 alternatief te verschaffen.

-2-

De massaverdeelinrichting volgens de uitvinding omvat daartoe een behuizing, die een naar een vormorgaan te keren open zijde heeft, waarin een flexibel aansluitelement voor het laten aansluiten van de behuizing op het vormorgaan is opgesteld, waarbij in de behuizing een doorvoerkanaal voor genoemde massa zich vanaf een invoeropening in de 5 behuizing naar een afvoer uitstrekt, welke afvoer aan de open zijde van de behuizing uitmondt, waarbij drukmiddelen zijn voorzien om het flexibel aansluitelement onder druk tegen een één of meer vormholten omvattende vlak van het vormorgaan te positioneren, en waarbij de drukmiddelen zijn ingericht voor het instellen van contactdrukken in afzonderlijke zones van het flexibel aansluitelement.

10 De massaverdeelinrichting volgens de uitvinding - ook wel vulschoen genoemd - omvat een huis met een invoeropening voor te vormen massa, welke invoeropening gebruikelijk is verbonden met een voorraadinrichting voor genoemde massa via een toevoerorgaan, zoals een pomp of schroef. Een zijde van het huis is open, althans ten minste gedeeltelijk. Deze open zijde, die tijdens bedrijf naar het met de massa te vullen 15 vormorgaan met vormholten is gericht, is voorzien van een flexibel aansluitelement voor het laten aansluiten van het huis op het vlak van het vormorgaan, waarin de vormholtes zijn voorzien, en zodoende voor het afdichten van een vormholte, althans gedurende ten minste een gedeelte van het vulproces. In het huis bevindt zich een doorvoerkanaal, dat zich vanaf de invoeropening naar een afvoer uitstrekt. Deze afvoer bevindt zich in de open zijde en 20 sluit doorgaans aan op een in het flexibel aansluitelement voorziene vulopening, of strekt zich daardoor uit. Ter onderscheid van nader te detailleren zones wordt in de context van deze beschrijving deze afvoer en/of vulopening ook wel vulgebied genoemd. Massa wordt met een zekere vuldruk vanuit de afvoer in een vormholte gevuld, wanneer deze vormholte in verbinding staat met de afvoer. Met andere woorden bij een relatieve beweging van het 25 vormorgaan ten opzichte van de vulschoen wanneer de vormholte het vulgebied passeert. De vuldruk wordt onder meer bepaald door de instellingen van het toegepaste toevoerorgaan en de geometrie van het doorvoerkanaal en indien van toepassing de vulopening. Verder zijn drukmiddelen voorzien om het flexibel aansluitelement tijdens bedrijf onder druk tegen het vlak van het vormorgaan, waarin zich de vormholtes bevinden, zoals 30 de buitenomtrek van een vormwals of -trommel te drukken. Volgens de uitvinding zijn deze drukmiddelen zo ingericht dat verschillende zones van het flexibel aansluitelement met verschillende contactdrukken tegen het vormorgaan kunnen worden gedrukt. Dit maakt het mogelijk tijdens het vulproces van de vormholtes van een vormorgaan contactdrukken in de verschillende zones in te stellen, die van de voortgang van het vulproces afhankelijk zijn. Bij 35 de eerder beschreven bekende inrichting wordt tijdens bedrijf de flexibele plaat met een uniforme contactdruk op het vormorgaan gedrukt en zijn geen zones te onderscheiden. In een uitvoeringsvorm omvatten de drukmiddelen voor elke zone afzonderlijke drukmiddelen, -3- die apart instelbaar zijn. In een andere uitvoeringsvorm worden onderscheiden zones, die in hoofdzaak dezelfde contactdruk dienen uit te oefenen , bediend door voor die zones gemeenschappelijke drukmiddelen. Omdat bij een vorminrichting met een continue toevoer van massa, gebruikelijk met in hoofdzaak constante vuldruk, veelal de 5 massaverdeelinrichting stationair is ten opzichte van een langs deze inrichting bewegend vormorgaan, in het bijzonder een eindloos vormorgaan, zoals een vormwals of-trommel, kan elk van de verschillende drukken op een voor de betreffende massa en vormholtes gewenste waarde worden ingesteld, die voor de betreffende zone in de tijd voor een bepaald type product niet hoeft te variëren, maar constant kan zijn en bij voorkeur ook 10 constant is. Vanwege de verschillende drukken die door de verschillende zones van het flexibel aansluitelement op het vormorgaan en de massa, die in een vormholte wordt en is gevuld, worden uitgeoefend, kunnen op effectieve wijze afwijkingen van de gewenste vorm, in het bijzonder insluitingen van lucht bij het vullen en het ontstaan van lippen aan een gevormd product worden verhinderd of verminderd.

15 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm, in het bijzonder voor een vleesmassa, zijn de drukmiddelen ingericht voor het afzonderlijk instellen van contactdrukken in een voorvulzone en een navulzone van het flexibel aansluitelement. Anders gezegd, bij deze voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de drukmiddelen zowel voorvulzone drukmiddelen voor het instellen van de contactdruk in de voorvulzone van het flexibel aansluitelement, als 20 navulzone drukmiddelen voor het instellen van de contactdruk in een navulzone van het flexibel aansluitelement. Zoals hierboven reeds aangeduid, staat gebruikelijk de massaverdeelinrichting stationair ten opzichte van een langs deze inrichting bewegend vormorgaan. Genoemde zones zijn gerelateerd aan de relatieve beweging - tijdens het vulproces - van de massaverdeelinrichting en te vullen vormholte(n) van het vormorgaan. De 25 voorvulzone is een gedeelte van het flexibel aansluitelement dat stroomopwaarts van, met voordeel direct aangrenzend aan, het vulgebied is gesitueerd, gezien in de relatieve bewegingsrichting van het vormorgaan ten opzichte van de massaverdeelinrichting. Eveneens gezien in genoemde bewegingsrichting is de lengte van de voorzone met voordeel ten minste gelijk aan de grootste afmeting van een vormholte in die richting. In 30 deze voorzone wordt een met massa te vullen vormholte afgedekt door het flexibel aansluitelement onder een zekere contactdruk, waarbij lekkage van massa in stroomopwaartse richting, met andere woorden tegen de bewegingsrichting in, wordt voorkomen. Dit zou namelijk op kunnen treden als het stroomafwaartse begin van een vormholte in het vulgebied schuift en de massa, die onder de vuldruk van het toevoerorgaan 35 in de vormholte wordt gedrukt, door de vormholte heen, naar het tegenover het begin liggend stroomopwaartse uiteinde of daar voorbij beweegt als gevolg van de lagere (atmosferische of zelfs minder bij geforceerde afzuiging) contactdruk in vergelijking met de -4- vuldruk. Bij voorkeur is naast het voorkomen van lekkage van massa daarentegen het ontwijken van lucht uit de vormholte wel mogelijk. De in te stellen contactdruk in de voorvulzone is sterk afhankelijk van het uitgangsmateriaal, de geometrie van het doorvoerkanaal en van de vormholte. Gebruikelijk ligt de contactdruk in de voorvulzone in 5 een gebied rondom de vuldruk, bijvoorbeeld een gebied van vuldruk ± 1 atmosfeer. Deze voorvulzone druk is gemakkelijk proefondervindelijk vast te stellen. Desgewenst kan de contactdruk in een uit meerdere gedeelten bestaande voorvulzone stapsgewijs worden ingesteld. Bij een verdere uitvoeringsvorm kan de contactdruk in de voorvulzone tot aan 0 bar bedragen.

10 Op vergelijkbare wijze is de navulzone een gedeelte van het flexibel aansluitelement, dat gezien in de beschreven bewegingsrichting stroomafwaarts van het vulgebied is gelegen. Tijdens bedrijf persen de navulzone drukmiddelen deze zone van het flexibel aansluitelement tegen het vormorgaan met een contactdruk die hoger is dan de vuldruk, zodat ook bij het vullen lekkage van massa met de bewegingsrichting mee, m.a.w. naar het 15 stroomafwaartse begin van de vormholte, wordt verhinderd. Op doelmatige wijze is de lengte van de navulzone ten minste gelijk aan de grootste afmeting van een vormholte, waarbij die lengte en grootste afmeting opnieuw worden beschouwd in de bewegingsrichting. Tevens wordt door deze contactdruk die hoger dan de vuldruk is, gedurende enige tijd na het vullen een kracht op de in de vormholte gevulde massa 20 uitgeoefend, hetgeen voor bepaalde typen massa, zoals vleesmassa's gunstig is.

Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de drukmiddelen ingericht voor het afzonderlijk instellen van contactdruk in ten minste een afstrijkzone, stroomafwaarts grenzend aan het vulgebied, van het flexibel aansluitelement. In de afstrijkzone die stroomafwaarts van het vulgebied en stroomopwaarts van de navulzone is gelegen, wordt 25 een afstrijkmiddel, zoals een mes dat met voordeel een integraal onderdeel is van het flexibel aansluitelement zoals een scherpe hoek, onder een contactdruk tegen het vormorgaan geperst, welke contactdruk in staat is de massa in de vormholte af te strijken en in de massa aanwezige vezels, pezen , spieren enz door te snijden, zoals bijvoorbeeld in het geval van een vleesmassa. Bij een alternatieve uitvoeringsvorm is het afstrijkmiddel 30 onafhankelijk van de toegepaste vuldruk vast opgesteld onder een al dan niet vooraf instelbare contactdruk. Bij deze alternatieve uitvoeringsvorm wordt de contactdruk niet op dynamische wijze geregeld.

Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de drukmiddelen ingericht voor het instellen van contactdruk in een relaxatiezone, stroomafwaarts aangrenzend aan de 35 navulzone, van het flexibel aansluitelement. De relaxatiezone is een zone, die stroomafwaarts van de vulzone is gelegen, waar een vormholte opnieuw door het flexibel aansluitelement wordt afgedekt onder een contactdruk tussen flexibel aansluitelement en -5- vormorgaan die toelaat dat gassen, die zich in de in de vormholte gevulde massa bevinden en als gevolg van het vullen zijn samengeperst, kunnen uitzetten. De contactdruk in de relaxatiezone is derhalve lager dan de vuldruk. De relaxatiezone is doorgaans de laatste zone van het flexibel aansluitelement, die door de vormholte gepasseerd.

5 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft het flexibel aansluitelement een inloopzijde -grenzend aan de eerste zone, gebruikelijk de voorvulzone, die schuin omhoog loopt tegen de bewegingsrichting van het vormorgaan in. Indien massa toch weggelekt is in stroomopwaartse richting, wordt dit door de (relatieve) beweging van het vormorgaan meegenomen tussen het flexibel aansluitelement en het vormorgaan in en door de 10 inloopzijde die als het ware een soort trechter vormt samen met genoemd vormorgaan alsnog in een vormholte gedwongen. Met voordeel bezit de inloopzijde daartoe een V-vorm, waarvan de punt van het vormorgaan is afgekeerd, die de meegevoerde massa naar het midden toe dwingt.

Bij voorkeur omvatten de drukmiddelen per zone zich ten minste een zich in 15 dwarsrichting op de lengterichting van het flexibel aansluitelement uitstrekkend onder fluïdumdruk expandeerbaar drukelement, zoals een drukkussen of -slang, waarbij elk drukelement verbonden is met een bron van onder overdruk staand drukfluidum.

Teneinde lekkage langs de langsranden te voorkomen zijn de drukmiddelen met voordeel ook ingericht voor het instellen van contactdruk in langs de langsranden van het 20 flexibel aansluitelement gelegen randzones. Dergelijke langsrandzone drukmiddelen zijn met voordeel zich in de lengterichting van het flexibel aansluitelement uitstrekkende onder fluïdumdruk expandeerbare drukelementen, die aan de langsranden van het flexibel aansluitelement zijn gepositioneerd, en die elk verbonden zijn met een bron van onder overdruk staand drukfluïdumium.

25 De vorm van de open zijde en derhalve van het flexibel aansluitelement is afgestemd op de vorm van het vormorgaan, waarmee het massatoevoerorgaan in aanraking komt. Bij een vormtrommel als vormorgaan heeft het flexibel aansluitelement met voordeel een gebogen vorm -gezien in axiale richting van de vormtrommel -, overeenkomend met een boogsectie van de vormtrommel. Bij een lineair bewegende, bijvoorbeeld heen- en 30 weergaande vlakke vormplaat met vormholtes heeft het aansluitelement gebruikelijk een rechthoekige vorm, gezien in de bewegingsrichting van de vormplaat. Bij een om een as draaibaar opgestelde vlakke vormschijf met vormholten heeft het aansluitelement doorgaans een gekromde vorm, gezien in axiale richting van de vormschijf, overeenkomend met een boogsectie daarvan.

35 Met voordeel omvatten de drukmiddelen in aanvulling op genoemde onder fluïdumdruk expandeerbare drukelementen een of meer kamers, die zich bij voorkeur evenwijdig aan de drukelementen uitstrekken, welke kamers tussen de drukelementen en -6- het flexibel aansluitelement zijn opgesteld teneinde oneffenheden in het vormorgaan, bijvoorbeeld een niet constante straal van een vormtrommel gemakkelijk op te kunnen vangen, Het huis kan aan de buitenomtrek zijn voorzien van versterkingsribben of-lamellen, die zich in axiale en/of omtreksrichting uitstrekken om de gewenste sterkte en stijfheid aan 5 de constructie te geven.

Volgens een verder aspect betreft de uitvinding een vorminrichting voor het vormen van driedimensionale producten uit een massa van voor consumptie geschikte voedingsuitgangsmaterialen, in het bijzonder een vleesmassa, omvattende een door bijbehorende aandrijfmiddelen in een bewegingsrichting verplaatsbaar vormorgaan metten 10 minste een in een vlak daarvan voorziene vormholte, een toevoerorgaan voor het toevoeren van genoemde massa aan een massaverdeelinrichting volgens de uitvinding, die is opgesteld op een massatoevoerpositie langs de bewegingsbaan van het vormorgaan, voor het verdelen van de massa over de vormholten.

Bij voorkeur omvat het vormorgaan een in een rotatierichting roteerbare trommel met 15 een trommelwand, die is voorzien van aan de buitenomtrek van de trommel open en door een bodem en opstaande wanden begrensde vormholten een in een rotatierichting roteerbare trommel met vormholtes.

Volgens nog een ander aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het bedienen van een massaverdeelinrichting volgens de uitvinding, waarbij de contactdruk in een of meer 20 zones van het flexibel aansluitelement wordt ingesteld in overeenstemming met de volgende vergelijkingen, waarbij Pvul de vuldruk is: voorvulzone: P ~ Pvul, bijvoorbeeld Pvul -1 atm < P < Pvul + 1 atm afstrijkzone: P> Pvul, bij voorkeur P » Pvul navulzone: P > Pvul 25 relaxatiezone: P < Pvul, en/of randzone: P > Pvul.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin

Fig. 1 een schematisch aanzicht in perspectief is van een uitvoeringsvorm van een 30 vorminrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 een schematisch aanzicht is van een uitvoeringsvorm van een massaverdeelinrichting volgens de uitvinding;

Fig. 3 en 4 schematische aanzichten zijn van details van een uitvoeringsvorm van een massaverdeelinrichting volgens de uitvinding; en 35 Fig. 5 schematisch een overzicht van verschillende zones in het flexibel aansluitelement illustreert.

-7-

Fig. 1 geeft in perspectief een uitvoeringsvorm van een vorminrichting volgens de uitvinding weer. De vorminrichting is in zijn geheel met verwijzingscijfer 10 aangeduid. De vorminrichting 10 omvat een met behulp van wielen 12 verrijdbaar gestel 14. Een vormorgaan 16, hier een om een horizontale as roteerbaar opgestelde vormtrommel, die 5 bijvoorbeeld met een niet-nader weergegeven aandrijfmiddel, zoals een elektromotor wordt aangedreven, is in het gestel 14 opgesteld. Het vormorgaan 16 is voorzien van in fig. 1 niet zichtbare vormholtes, in dit geval aan de buitenomtrek van de vormtrommel. Een massaverdeelinrichting 18 volgens de uitvinding voor het verdelen van een te vormen massa over de vormholten van het vormorgaan 16 verkeert daarmee in nauwe aanraking op 10 een hierna in meer detail beschreven wijze. Een verrijdbare voorraadinrichting 19 met invoertrechter 20 en met een niet-weergegeven ((semi)continu werkende) pomp is door middel van een loskoppelbare verbindingsbuis 22 verbonden met de massaverdeelinrichting 18. Onder het vormorgaan 16 en de massaverdeelinrichting 18 is een transporteur 26, hier een aflegband zonder einde, opgesteld, waarop uit de vormholten geloste producten worden 15 gedeponeerd en bijvoorbeeld naar volgende bewerkingsstations zoals een eiwitteerinrichting, een paneermiddelbekledingsinrichting, vries in richting of verpakkingsinrichting worden verplaatst. Een regeleenheid 28 is voorzien voor het besturen van de verschillende onderdelen van de vorminrichting 10.

Fig. 2 toont schematisch in doorsnede een uitvoeringsvorm van een 20 massaverdeelinrichting 18 volgens de uitvinding. De massaverdeelinrichting 18 omvat een huis 30 met een invoeropening 32, die via de verbindingsbuis 22 is gekoppeld met de massavoorraadinrichting 19. In het huis 30 strekt zich vanaf de invoeropening 32 een doorvoerkanaal 34 in in hoofdzaak radiale richting van het vormorgaan 16 uit, welk kanaal 34 uitmondt in of zich verbreed tot een zich over de breedte (axiale richting) van het 25 vormorgaan 16 uitstrekkende afvoer 36 in een open zijde 38 in de behuizing 30, waarin een flexibel aansluitelement 40 voor het laten aansluiten van de verdeelinrichting 18 op het vormorgaan 16 is opgenomen. De open zijde 38 van de behuizing 30 is nagenoeg halfrond, overeenkomstig een boogsectie van de cilinderomtrek van het vormorgaan 16. Het flexibel aansluitelement 40 heeft een doorvoeropening 42, die afdichtend aansluit op de afvoer 36 30 van het doorvoerkanaal 34. Het vormorgaan 16 is aan de buitenomtrek van het cilindrisch lichaam voorzien van vormholten 44. Massa wordt vanaf de invoeropening 32 door het doorvoerkanaal 34 en via de afvoer 36 en de doorvoeropening 42 in het flexibel aansluitelement 40 in de vormholten 44 gevuld, die langs de doorvoeropening 42 bewegen bij rotatie van het vormorgaan 16. Gevormde producten 46 worden bij lossen uit de 35 vormholten 44 op de transporteur 26 gelegd en afgevoerd.

Zoals duidelijker uit fig. 3 en 4 blijkt, zijn nabij de tegenover de open zijde 38 gelegen zijde 46 van het huis 30 drukmiddelen 50 voorzien, voor elke hieronder nader te beschrijven -8- zone van het flexibel aansluitelement 40. De drukmiddelen 50 omvatten - zie in het bijzonder fig. 4 - onder fluïdumdruk, bijvoorbeeld van perslucht of onder druk staande vloeistof zoals water, expandeerbare drukelementen 52 zoals met een niet weergegeven bron van onder druk staand fluïdum in verbinding staande slangen, die zich in axiale richting uitstrekken.

5 Verder zijn langs de halfcirkelvormige buitenranden van het huis zich in omtreksrichting langs deze buitenranden uitstrekkende soortgelijke drukelementen 54 voorzien. De drukelementen 52 en 54 zijn per zone of individueel in te stellen op een voorafbepaalde contactdruk, die per zone verschillend kan zijn en in de praktijk ook is. De drukelementen 52, 54 zijn daartoe verbonden via aansluitkoppelingen 55 met een bron van onder druk 10 staand fluïdum, zoals perslucht. Tussen de drukelementen 52, 54 en het flexibel aansluitelement 40 zijn zich in axiale en radiale richting uitstrekkende kamers 56, hier kokerprofielen met rechthoekige doorsnede voorzien, die het mogelijk maken eventuele afwijkingen of onregelmatigheden in de trommelomtrek te compenseren. De kopse wanden van het huis zijn daartoe voorzien van zich in radiale richting uitstrekkende openingen voor 15 het opnemen van de kopse kanten van genoemde kamers 56, die daarin in radiale richting beweegbaar zijn opgesteld. Uit fig. 3 blijkt dat bij de weergegeven uitvoeringsvorm van het flexibel element 40 de doorvoeropening 42 opstaande wanden 43 heeft, die in radiale richting aansluiten op het doorvoerkanaal 34.

Fig. 3 toont verder dat het flexibel aansluitelement 40 aan het stroomopwaartse 20 (verondersteld is dat het vormorgaan 16 tegen de wijzers van de klok in draait) uiteinde een inloopzijde 70 heeft die in de richting van de eerste contactdrukzone schuin afloopt en in de breedterichting een V-vorm bezit. Vleesmassa die ondanks de nader te beschrijven drukzones toch naar voren toe is weggelekt, wordt door de draaiende beweging van het vormorgaan meegevoerd wordt onder de inloopzijde 70 en door de hoogtevermindering en 25 de V-vorm naar het midden toe gedwongen. Ook is in deze fig. 3 een afstrijkgebied 74 (zie fig. 5) weergegeven in de vorm van een mes, gevormd door een scherpe hoek tussen het hoofdoppervlak van het aansluitelement 40 en de opstaande wand 43, die de doorvoeropening 42 aan de stroomafwaartse zijde (gerelateerd aan de bewegingsrichting van het vormorgaan 16) begrenst, 30 In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn bij de weergegeven uitvoeringsvorm vanaf de inloopzijde 70 de volgende contactdrukzones te onderscheiden, zoals in fig. 5 in projectie is geschetst. Aangrenzend aan de inloopzijde 70 is een voorvulzone 72 met voorvulzone drukmiddelen aanwezig met afmetingen die voldoende zijn om een vormholte 44 of een zich in axiale richting van het vormorgaan 16 uitstrekkende rij van vormholten af te dekken.

35 Massa wordt vanuit de afvoer 36 door de doorvoeropening 42, ook wel vulzone genoemd, in het flexibel aansluitelement 40 in de vormholtes van het vormorgaan gevuld met een vuldruk, bepaald door het massatoevoerorgaan van de vorminrichting zoals een pomp of -9- schroef. Aangrenzend aan de doorvoeropening 42 is de afstrijkzone 74 gesitueerd, waar de contactdruk met behulp van afstrijkzone drukmiddelen zo hoog wordt ingesteld dat pezen, vezels e.d. tussen dit gedeelte van het flexibel aansluitelement 40 en het vormorgaan 16 worden doorgesneden. Aangrenzend aan deze afstrijkzone 74 bevindt zich een navulzone 5 76 met bijbehorende navulzone drukmiddelen die wordt onderwerpen aan een hogere contactdruk dan de vuldruk en zodoende verhindert dat in een vormholte gevulde massa naar achteren toe (stroomafwaarts) kan stromen. Ook deze zone 76 heeft afmetingen, die voldoende zijn om in de omtreksrichting van een vormholte af te dekken. In een aansluitende relaxatiezone 78 wordt de contactdruk met behulp van relaxatiezone 10 drukmiddelen lager dan de vuldruk ingesteld, waardoor in de gevormde massa ingesloten gassen kunnen expanderen. Langs de langsranden zijn randzones 80 gedefinieerd, die met behulp van de randzone drukmiddelen 54 onder druk worden gezet.

In onderstaande tabel is de contactdruk in relatie tot de vuldruk (Pvul) in afhankelijkheid van de zones samengevat.

15

Zone Contactdruk Doel

Inloopzijde - Meenemen gelekte massa

Voorvulzone «Pvul, Belemmeren lekkage naar inloopvlak bijv. Pvul -1 bar < Pvoorvul < Laten ontwijken ingesloten lucht uit Pvul + 1 bar vormholte

Vulzone Pvul, bijv. < 4 bar, in het Vullen massa in vormholte bijzonder < 3 bar

Afstrijkzone » Pvul, bijv. 2*Pvul Doorsnijden pezen, vezels etc.

Navul zone > Pvul, bijv. Pvul + 1 bar Voorkomen lekkage naar relaxatiezone en verzekeren aandrukken flexibel aansluitelement op vormorgaan

Relaxatiezone < Pvul, bijv. Pvul -1 bar Laten expanderen in massa ingesloten gasbellen

Randzone > Pvul, bijv. Pvul + 1 bar Voorkomen lekkage naar de zijranden

Claims

1. Massaverdeelinrichting (18) voor het toevoeren van massa van voor consumptie geschikte voedingsuitgangsmaterialen, in het bijzonder een vleesmassa, aan een of meer vormholten (44) van een vormorgaan (16) voor het vormen van driedimensionale producten (46) uit genoemde massa, omvattende een behuizing (30), die 5 een naar de vormorgaan toe te keren open zijde (38) heeft, waarin een flexibel aansluitelement (40) voor het laten aansluiten van de behuizing op het vormorgaan is opgesteld, waarbij in de behuizing (30) een doorvoerkanaal (34) voor genoemde massa zich vanaf een invoeropening (32) in de behuizing (30) naar een afvoer (36) uitstrekt, welke afvoer aan de open zijde (38) van de behuizing (30) uitmondt, waarbij drukmiddelen (50) zijn 10 voorzien om het flexibel aansluitelement (40) onder druk tegen het een of meer vormholten (44) omvattende vlak (35) van het vormorgaan (16) te positioneren, en waarbij de drukmiddelen (50) zijn ingericht voor het instellen van contactdrukken in afzonderlijke zones (72, 74, 76, 78) van het flexibel aansluitelement (40).

2. Massaverdeelinrichting volgens conclusie 1, waarbij de drukmiddelen (50) zijn ingericht voor het afzonderlijk instellen van contactdruk in een voorvulzone (72) van het flexibel aansluitelement (40).

2. Massaverdeelinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de drukmiddelen (50) zijn 20 ingericht voor het afzonderlijk instellen van contactdruk in een navulzone (76,) van het flexibel aansluitelement (40).

4. Massaverdeelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de drukmiddelen (50) zijn ingericht voor het afzonderlijk instellen van contactdruk in ten minste 25 een afstrijkzone (74), grenzend aan afvoer (36), van het flexibel aansluitelement (40).

5. Massaverdeelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-4, waarbij de drukmiddelen (50) zijn ingericht voor het instellen van contactdruk in een relaxatiezone (78), bij voorkeur aangrenzend aan de navulzone (76), van het flexibel aansluitelement (40). 30

6. Massaverdeelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het flexibel aansluitelement (40) een zich vanaf een eerste zone, in het bijzonder de voorvulzone (72), schuin van de open zijde (38) van de behuizing (30) af verlopende inloopzijde (70) heeft. 35 -11 -

7. Massaverdeelinrichting volgens conclusie 6, waarbij de inloopzijde (70) in dwarsdoorsnede in hoofdzaak een V-vorm heeft.

8. Massaverdeelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 5 drukmiddelen (50) per zone zich ten minste een in dwarsrichting op de lengterichting van het flexibel aansluitelement (40) uitstrekken, onder fluïdumdruk expandeerbaar drukelement (52) omvat, dat verbonden is met een bron van onder overdruk staand drukfluïdum.

9. Massaverdeelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 drukmiddelen (50) zijn ingericht voor het instellen van contactdruk in langs de langsranden van het flexibel aansluitelement (40) gelegen randzones (80).

10. Massaverdeelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het flexibel aansluitelement (40) in de lengterichting een gebogen vorm heeft. 15

11. Vorminrichting (10) voor het vormen van driedimensionale producten uit een massa van voor consumptie geschikte voedingsuitgangsmaterialen, in het bijzonder een vleesmassa, omvattende een door bijbehorende aandrijfmiddelen in een bewegingsrichting verplaatsbaar vormorgaan (16) met ten minste een in een vlak (35) daarvan voorziene 20 vorm holte (44), een toevoerorgaan voor het toevoeren van genoemde massa aan een massaverdeelinrichting (18) volgens een van de voorgaande conclusies, die is opgesteld op een massatoevoerpositie langs de bewegingsbaan van het vormorgaan (16), voor het verdelen van de massa over de vormholten.

12. Vorminrichting volgens conclusie 11, waarbij het vormorgaan (16) een in een rotatierichting roteerbare trommel met een trommelwand omvat, die is voorzien van aan de buitenomtrek (35) van de trommel open en door een bodem en opstaande wanden begrensde vormholten (44).

13. Werkwijze voor het bedienen van een massaverdeelinrichting (18) volgens een van de conclusies 1-10, waarbij de contactdruk in een of meer zones van het flexibel aansluitelement wordt ingesteld in overeenstemming met de volgende vergelijkingen, waarbij Pvul de vuldruk is: afstrijkzone: P> Pvul, bij voorkeur P » Pvul, 35 navulzone: P > Pvul, relaxatiezone: P < Pvul, en/of -12- randzone: P > Pvul.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de contactdruk in een voorvulzone wordt ingesteld op een waarde in het gebied tussen Pvul -1 bar en Pvul + 1 bar. 5