NL2000440C1 - Voertuig voorzien van een laadruimte. - Google Patents

Description

Voertuig voorzien van een laadruimte BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een voertuig omvattende een laadruimte voorzien van een open laad/los-zijde en één of meer deuren voor het openen/afsluiten van 10 de laad/los-zijde. Onder een voertuig kan zowel een gemotoriseerde truck als een niet-gemotoriseerde aanhanger verstaan worden.

Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een koel- en/of vrieswagen voorzien van een thermisch geïsoleerde laadruimte.

15 Stand van de techniek.

Een dergelijke voertuig is algemeen bekend. Het laden en/of lossen van een dergelijk voertuig is tijdrovend. Het is niet altijd zondermeer mogelijk een automatisch laad- en lossysteem in te bouwen omdat daarvoor gaten en uitsparingen in de vloer en/of 20 wanden van de laadruimte aangebracht dienen te worden. Hierdoor wordt de sterkte van de constructie van de laadruimte nadelig beïnvloed. Voorts is dit met name problematisch ** .

bij koel- en/of vrieswagens met een thermisch geïsoleerde laadruimte, omdat daardoor tevens de isolatiewaarde van de laadruimte aangetast wordt. Hierdoor moeten extra voorzieningen getroffen worden om de constructie te verstevigen en de isolatiewaarde te 25 herstellen en dient het voertuig vaak opnieuw gekeurd te worden

Samenvatting van de uitvinding.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een voertuig van de in de 30 aanhef omschreven soort die eenvoudig geladen en gelost kan worden zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de sterkte van de constructie en/of de isolatiewaarde van de laadruimte. Hiertoe is het voertuig volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat op de vloer o van de laadruimte een aantal, parallelle en op afstand van elkaar aanwezige, transportinrichtingen aanwezig zijn die zich uitstrekken vanaf de laad/los-zijde naar de hier tegenover aanwezige eindzijde van de laadruimte, waarbij op de vloer voorts aandrijfmiddelen voor ten minste één van de transportinrichtingen aanwezig zijn. Door de 5 complete laad/los-inrichting inclusief de aandrijving op de vloer aan te brengen, worden de wanden en vloer van de laadruimte niet aangetast waardoor de sterkte en/of isolatiewaarde niet worden aangetast. Bovendien kan hierdoor de laad/los-inrichting eenvoudig achteraf in een bestaand voertuig worden aangebracht.

Een uitvoeringsvorm van het voertuig volgens de uitvinding is gekenmerkt, 10 doordat delen van de transportinrichtingen, die zich uitstrekken vanaf deze eindzijde tot op afstand van de laad/los-zijde, in de richting van de eindzijde geleidelijk omhoog lopen tot op afstand boven de vloer, waarbij nabij deze zijde de aandrijfmiddelen aanwezig zijn. Dit is een gunstige constructie in het geval de aandrijving een grotere hoogte heeft dan de transportinrichtingen. Door de transportinrichtingen omhoog te laten lopen en de 15 aandrijving naast of onder de transportinrichtingen te plaatsen, is het mogelijk geworden dat de transportinrichtingen zich over de hele lengte van de laadruimte uitstrekken waardoor zo min mogelijk nuttige laadruimte verloren gaat. Bovendien is hierdoor de nuttige ruimte aan de laad/los-zijde zo hoog mogelijk. Indien de lading door een vorkheftruck uitgenomen wordt, zal deze eerst de lading heffen en daarna uitnemen. Voor 20 dit heffen is extra hoogte nodig ten opzichte van de beschikbare hoogte elders in de laadruimte.

Een verdere uitvoeringsvorm van het voertuig volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de transportinrichtingen eindloze transportelementen omvatten, die nabij de laad/los-zijde en de eindzijde omgeleid worden, alsmede geleidingen waarover 25 en/of waartussen deze transportelementen lopen. Door de geleidingen op de vloer aan te brengen en niet in de vloer te verzinken kan bij het reinigen van de laadruimte het water, vuil en zeepresten eenvoudig afgevoerd worden.

De geleidingselementen zijn bij voorkeur kuststof schakelbanden. Het voordeel hiervan is dat reinigingsmiddelen geen negatieve invloed hierop hebben, hetgeen 30 bij bijvoorbeeld transportkettingen wel het geval is.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van het voertuig volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de geleidingen elk op afstand van elkaar aanwezige, 3 geleidingselementen omvatten, die het transportelement zijdelings geleiden, waarbij tussen tegenover elkaar aanwezige geleidingselementen ten minste één drager aanwezig is, die op afstand boven de vloer aanwezig is, en waarbij het transportelement over de drager loopt en onder de drager terug wordt geleid. De geleidingselementen met daartussen aanwezige 5 drager kunnen uitgevoerd zijn als profielen die in dwarsdoorsnede een H-vorm omvatten.

Bij voorkeur zijn nabij, tussen de laad/los-zijde en de eindzijde zich uitstrekkende, zijwanden van de laadruimte transportinrichtingen met een kleine breedte aanwezig en daartussen transportinrichtingen aanwezig met een breedte groter dan die van de hiervoor genoemde transportinrichtingen. Bij voorkeur bevinden zich twee brede 10 transportinrichtingen tussen de smalle transportinrichtingen, waarbij de brede transportinrichtingen twee keer zo breed zijn als de smalle transportinrichtingen, zodat elke brede transportinrichting twee palets nabij hun zijden kunnen dragen.

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

15

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het voertuig volgens de uitvinding uitgevoerd als een koel- en/of vrieswagen. Hierbij toont:

Figuur 1 een opengewerkt zijaanzicht van de koel- en/of vrieswagen; 20 Figuur 2 een opengewerkt bovenaanzicht van de koel- en/of vrieswagen;

Figuur 3 een achteraanzicht van de koel- en/of vrieswagen met openstaande deuren; en

Figuur 4 een deels opengewerkt detail van het in figuur 3 weergegeven achteraanzicht van de koel- en/of vrieswagen.

25

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

In de figuren 1 en 2 is een uitvoeringsvorm van de koel- en/of vrieswagen volgens de uitvinding weergegeven in een opengewerkt zij- respectievelijk bovenaanzicht. 30 De koel- en/of vrieswagen 1 heeft een thermische geïsoleerde laadruimte 3 voorzien van een door deuren 5 afgesloten open laad/los-zijde 7 aan de achterzijde en een daar tegenover aanwezige eindzijde 9 aan de voorzijde.

4

Op de vloer 11 van de laadruimte zijn vier op afstand van elkaar aanwezige, parallelle transportinrichtingen 13,15 bevestigd. Deze transportinrichtingen zijn gevormd door eindloze transportelementen, uitgevoerd als kuststof schakelbanden 17, en geleidingen 19 die de schakelbanden geleiden. De geleidingen 19 zijn gevormd door profielen waarvan 5 de zijwanden 21 geleidingselementen vormen, die de schakelbanden 17 zijdelings geleiden, en de dwarswand tussen de zijwanden een drager 23 vormt, die op afstand boven de vloer 11 aanwezig is, zie figuur 4. De schakelbanden 17 lopen over de drager 23 en worden tussen de opstaande zijwanden 21 geleid. Nabij de laad/los-zijde 7 en de eindzijde 9 worden de schakelbanden 17 omgeleid, waarna ze onder de dragers 23 door teruglopen. 10 Nabij zijwanden 25 van de laadruimte 3 zijn transportinrichtingen 13 met een kleine breedte aanwezig en daartussen zijn twee transportinrichtingen 15 aanwezig met een breedte die 2 keer zo groot is dan die van transportinrichtingen 13 aan de zijwanden. Hierdoor kunnen drie pallets 27 naast elkaar in de laadruimte 3 aanwezig zijn, waarbij de brede middelste transportinrichtingen 15 elk twee pallets ondersteunen, zie figuur 3.

15 De transportinrichtingen 13, 15 strekken zich uit vanaf de laad/los-zijde 7 naar de eindzijde 9 van de laadruimte 3. Nabij de eindzijde 9, zijn op de vloer 11 aandrijfmiddelen 29 bevestigd, voor het aandrijven van de schakelbanden 17. De aandrijfmiddelen 29 zijn gevormd door een elektromotor met een reductiekast. Delen 13A en 15 A van de transportinrichtingen, die zich uitstrekken vanaf de eindzijde 9, lopen naar 20 de eindzijde toe geleidelijk omhoog zodat de aandrijfmiddelen 29 niet boven de transportinrichtingen 13A, 15 A uitsteken.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in 25 de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (6)

1. Voertuig omvattende een dichte laadruimte voorzien van een open laad/los-zijde en één of meer deuren voor het openen/afsluiten van de laad/los-zijde, met het kenmerk, dat op de vloer van de laadruimte een aantal, parallelle en op afstand van elkaar 5 aanwezige, transportinrichtingen aanwezig zijn die zich uitstrekken vanaf de laad/los-zijde naar de hier tegenover aanwezige eindzijde van de laadruimte, waarbij op de vloer voorts aandrijfmiddelen voor ten minste één van de transportinrichtingen aanwezig zijn.

2. Voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat delen van de transportinrichtingen, die zich uitstrekken vanaf deze eindzijde tot op afstand van de 10 laad/los-zijde, in de richting van de eindzijde geleidelijk omhoog lopen tot op afstand boven de vloer, waarbij nabij deze zijde de aandrijfmiddelen aanwezig zijn.

3. Voertuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de transportinrichtingen eindloze transportelementen omvatten, die nabij de laad/los-zijde en de eindzijde omgeleid worden, alsmede geleidingen waarover en/of waartussen deze 15 transportelementen lopen.

4. Voertuig volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de geleidingselementen kuststof schakelbanden zijn.

5. Voertuig volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de geleidingen elk op afstand van elkaar aanwezige, geleidingselementen omvatten, die het transportelement 20 zijdelings geleiden, waarbij tussen tegenover elkaar aanwezige geleidingselementen ten minste één drager aanwezig is, die op afstand boven de vloer aanwezig is, en waarbij het transportelement over de drager loopt en onder de drager terug wordt geleid.

6. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij, tussen de laad/los-zijde en de eindzijde zich uitstrekkende, zijwanden van de laadruimte 25 transportinrichtingen met een kleine breedte aanwezig zijn en daartussen transportinrichtingen aanwezig zijn met een breedte groter dan die van de hiervoor genoemde transportinrichtingen.