NL194296C - Doseerinrichting van een inktwerk voor een drukmachine. - Google Patents

Description

1 194296

Doseerinrichting van een Inktweik voor een drukmachlne

De uitvinding heeft betrekking op een doseerinrichting van een inktwerk voor een drukmachine met een inrichting voor het afstrijken van een voorgedoseerde inktfilm op een,een elastisch oppervlak bezittende 5 wals voor het opbrengen van inkt op een, voor een overbrengen op een vormdlinder noodzakelijke maat, waarbij de doseerinrichting ten minste een ten opzichte van de wals voor het opbrengen van inkt instelbare, om een aan de hartlijn van de wals voor het opbrengen van inkt evenwijdige as draaibare doseerlijst bezit en waarbij continu een ander gebied van een afgerond naar de wals voor het opbrengen van inkt toegekeerd einde van de doseerlijst een doseerspleet met de wals voor het opbrengen van inkt vormt 10 Een dergelijke doseerinrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7.411.470. Bij deze bekende inrichting wordt tijdens bedrijf de door een ronde staaf gevormde doseerlijst in dezelfde draairichting om de as gedraaid. Daarbij ligt de doseerlijst in een in een steunorgaan aangebrachte V-vormige groef en is daarbij tussen het steunorgaan en de wals opgesloten. In de praktijk is gebleken, dat hierbij de doseerlijst sterk aan slijtage onderhevig is, terwijl de constructie tevens gevoelig is voor vervuiling.

15 Volgens de uitvinding zijn nu middelen voor het om de as zwenken van de doseerlijst in omtreksrichting van de wals voor het opbrengen van inkt aangebracht.

Het heen en weer bewegen van de doseerlijst over een kleine zwenkhoek verhindert het verzamelen en vastkleven van vuildeeltjes op de met de wals samenwerkende rand van de doseerlijst. De deeltjes, die eventueel vervuiling zouden kunnen veroorzaken, worden doorlopend weggespoeld, zodat streepvorming in 20 de op de wals aangebrachte inktlaag wordt vermeden.

Opgemerkt wordt, dat uit het Duitse ’’Offenlegungsschrift" DE-A-2.524.133 een doseerinrichting van een inktwerk voor een drukmachine bekend is met een inrichting voor het afstrijken van een inktfilm op een wals. Een daarbij gebruikte doseerlijst is om een aan de hartlijn van de wals evenwijdige zwenkas zwenkbaar. Hierbij gaat het echter om een doseerinrichting waarbij de inktfilm niet voorgedoseerd is en de 25 inktwals niet is voorzien van een elastisch oppervlak, maar van kleine rasteropeningen. Daarbij wordt tijdens bedrijf uitsluitend inkt in de rasteropeningen gelaten en wordt de overige inktlaag afgestreken.

Verder is uit het Duitse ”Offenlegungsschriftn DE-A-2.555.993 een doseerinrichting bekend,waarbij een doseerlijst op een kleine afstand van een inktwals wordt gehouden, teneinde verdikte inktstrepen uit de door een rakelmes voorgedoseerde inkt te verwijderen, dit om te voorkomen, dat deze inktstrepen het drukwerk 30 bereiken. De doseerlijst maakt daarbij geen continue zwenkbeweging en is tevens niet aangebracht om te voorkomen, dat vuil op de inktwals wordt overgebracht.

Bij een doseerlijst waarvan het einde cilindervormig is, is de uitvoering bij voorkeur zodanig, dat de zwenkas van de doseerlijst met de as van de door het cilindervormig afgeronde einde bepaalde cilinder samenvalt. Hiermede wordt gewaarborgd, dat de maat en vorm van de doseerspleet bij het zwenken van de 35 doseerlijst zich niet wijzigt.

Bij voorkeur is de doseerlijst gekoppeld met ten minste twee aan de doseerlijst parallelle zwenk-hefbomen, die aan hun ene einde zijn vastgehouden in plaatsvaste legers, waarbij de draaipunten van de plaatsvaste legers van de zwenkhefbomen en het draaipunt van de zwenkas van de doseerlijst op een rechte lijn liggen.

40 Hierbij kan een doelmatige ondersteuning van de doseerlijst worden bewerkstelligd, waarbij in de directe nabijheid van het oppervlak van de wals geen legers voor de doseerlijst behoeven te worden aangebracht. Tevens is hiermede te bewerkstelligen, dat meerdere doseerlijsten over de breedte van de inktcpbrengwais kunnen worden aangebracht.

Met betrekking hiertoe kan nog worden opgemerkt, dat uit het Duitse ’’Offenlegungsschrift” DE-A-45 1.941.595 een inrichting bekend is voorzien van een doseerlijst, welke kan worden ingesteld met behulp van twee aan de doseerlijst parallelle zwenkhefbomen. Bij deze bekende inrichting gaat het echter niet om een continue periodieke verstelling.

Een bijzonder nauwkeurig afgewerkte doseerkant van de doseerlijst kan worden verkregen indien de doseerlijst ten minste in het de doseerspleet vormend gebied uitgerust is met een gemakkelijk uitwisselbare 50 beschermende overtrek. Een doelmatige uitvoering is daarbij te bereiken indien de overtrek bestaat uit een buigzame folie, die door aan de doseerlijst aangebrachte bevestigings- en spanmiddelen wordt vastgehouden. Door de gemakkelijke uitwisselbaarheid van de folie kan steeds een optimale uitvoering van de doseerlijst op eenvoudige en goedkope wijze worden gehandhaafd.

Met betrekking hiertoe kan nog worden gewezen op de Europese octrooiaanvrage 0.223.972,waarin een 55 inktdoseerinrichting is beschreven, voorzien van een met de inktwals samenwerkende druklijst, waarbij continu een folie door de spleet tussen de inktwals en de druklijst wordt doorgevoerd.

194296 2

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enig in bijgaande figuur weergegeven mogelijke uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een schematisch weergegeven drukwerk van een offsetrotatie-drukmachine met inkt- en bevochtigingswerk.

5 Figuur 2 toont een schematische weergave van de zwenkbare doseerlijst.

Figuur 3 toont een schematische weergave van een legering van de doseerlijst

Figuur 4 toont een doorsnede door een legering van de doseerlijst op een legerbalk.

Figuur 5 toont een legering van de doseerlijst met behulp van zwenkhelbomen en armen.

Figuur 6 toont een doorsnede door een met een beschermingsovertrek uitgeruste doseerlijst.

10 Figuur 7 toont een doorsnede door een doseerlijst, welke met een oscillerende heen en weer beweegbare, buigzame, folie-achtige plaat is uitgerust.

Figuur 8 toont een doorsnede door een om de inktopbrengwalsas zwenkbaar draagetement met een buigzame folie-achtige plaat

Figuur 9 toont een doorsnede door een doseerlijst bestaande uit een draagbalk en een draaibare staaf. 15

Het in Figuur 1 schematisch weergegeven drukwerk van een offsetrotatie-machine bestaat uit een rubberdoekcilinder 1, tegen welke een tegendrukcilinder 2 is opgesteld, welke echter ook als verdere rubberdoekcilinder uitgevoerd kan zijn. De te bedrukken papierbaan 3 wordt tussen rubberdoekcilinder 1 en tegendrukcilinder 2 doorgevoerd en bedrukt Bij de drukdlinder 1 is een drukvormen dragende vormdlinder 20 4 opgesteld. Deze vormdlinder 4 is een schematisch weergegeven op zich bekend bevochtigingswerk 5 toegevoegd, welke het bevochtigingsmiddel overdraagt op de drukvormen. In contact met de plaatdlinder 4 staat ook een inktopbrengwals 6, welke een veerkrachtig oppervlak bezit. Op deze inktopbrengwals 6 wordt met een inktopbrenginrichting 7 een over de gehele breedte van de inktopbrengwals 6 constante maat bezittende voorgedoseerde inktfilm 8 gevormd, wiens dikte over een veelvoud groter is dan die van de op 25 de vormdlinder 4 over te dragen inktfilm 9.De inktopbrenginrichting 7 bestaat in de onderhavige uitvoeringsvorm uit een inktkast 10, welke met een de dosering bepalend op zich bekende wijze instelbaar inktmes 11 is uitgerust

Er zijn ook andere inktopbrenginrichtingen denkbaar, welke bekend zijn, en die een voorgedoseerde inktfilm 8 op een inktopbrengwals 6 kunnen vormen. De voorgedoseerde inktfilm 8, welke door de 30 inktopbrengwals 6 wordt opgenomen, wordt met een achter de inktopbrenginrichting 7 opgestelde doseerlijst 12 afgestreken. Er ontstaat zodoende de op de vormdlinder 4 over te brengen inktfilm 9. Het door de doseerlijst 12 afgestreken overschot aan inkt 13 loopt vrij in een verzamelhouder 14, vanuit welke de opgevangen inkt rechtstreeks in de inktopbrenginrichting 7 of in een niet weergegeven installatie voor het gereed maken van inkt geleid en van daar in de inktopbrenginrichting 7 terug gepompt wordt 35 De op de vormdlinder 4 overgedragen inktfilm 9 bezit over de gehele breedte van de inktopbrengwals 6 een constante dikte. Deze dikte kan door meer of minder sterk instellen van de doseerlijst 12 tegen de inktopbrengwals 6 worden ingesteld, hetgeen met niet weergegeven bekende verstelmechanismes kan plaats vinden.

De inktopbrenginrichting 7 verschaft op de inktopbrengwals 6 steeds een volledig nieuwe voor-40 gedoseerde inktfilm 8, zodat de met gelijke omtreksnelheid als de vormdlinder 4 draaiende inktopbrengwals 6 een andere, bij voorkeur kleinere diameter kan bezitten dan de vormdlinder 4, zonder dat het gevaar van het ontstaan van zogenaamde "spookbeelden” bestaat.

Figuur 2 toont een uitsnijding van de inktopbrengwals 6, welke met de doseerlijst 12a in contact staat De inktopbrengwals 6 is voorzien van een veerkrachtige overtrek 15 en draait in de richting van de pijl 16. De 45 doseerlijst 12a bezit aan de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 17 een cilindervormig oppervlak. De as 18 van dit cilindervormig oppervlak is ook de draaiingsas 19, om welke de doseerlijst 12a om de hoeka zwenkbaar Is.

Figuur 3 toont hoe het doseerelement 12a in een drukmachlne kan worden gelegerd. De inktopbrengwals 6 is tussen twee zijwanden 20 en 21 van de drukmachine aangebracht. De as 22 van de inktopbrengwals is 50 in twee legers 23 en 24, die in de zijwanden 20 en 21 zijn bevestigd, draaibaar gelegerd. De doseerlijst 12a bezit aan zijn aan de uiteinden gelegen einden telkens een oor 25 respectievelijk 26, in welke legertappen 27 en 28 draaistar bevestigd zijn. De legertappen 27 en 28 zijn draaibaar gelegerd in excentrieken 29 en 30. De excentrieken 29 en 30 zijn op hun beurt zodanig in de zijwanden 20 respectievelijk 21 gelegerd, dat zij met niet weergegeven middelen verdraaid en in de nieuwe stand gefixeerd kunnen worden. Zo kan de 55 doseerspleet 31, gevormd door de inktopbrengwals 6 en de doseerlijst 12a, worden versteld.

Legertap 27 steekt in zijn langsrichting voorbij de zijwand 20 uit.

Op deze verlenging is een hefboom 32 draaivast aangebracht. Hefboom 32 is met behulp van leger- 3 194296 tappen 33 met een arm 34 scharnierend verbonden. Arm 34 is met zijn andere einde draaibaar opgestoken op een bout 35, welke is gefixeerd in een schijf 36, die door een motor 37 in draaiing wordt gebracht. Bout 35 bezit een kiesbare afstand van het draaimiddelpunt van de schijf 36, waarmede de hoek a, om welke de doseerlijst 12a zwenkbaar is, vast te leggen is. Het toerental van de motor 37 bepaalt de frequentie met 5 welke de doseerlijst 12a zich beweegt

Figuur 4 toont een verdere mogelijkheid van hoe de doseerlijst kan worden gelegerd. De doseerlijst 12b, die weer aan de met een veerkrachtig oppervlak uitgeruste inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 38 een dlindervormig oppervlak bezit, is aan de van de inktopbrengwals 6 afgekeerde zijde 39 eveneens cilinder* vormig uitgevcsrd waarbij de afstand R van de draaiingsas constant is. De doseerlijst 12b ligt met zijn 10 cilindervormig uitgevoerde zijde 39 op een overeenkomstig gevormd legerelement 41, dat op een legerbalk 42 is bevestigd. Het legerelement 41 kan bijvoorbeeld een glijleger zijn. De doseerlijst 12b kan nu op het legerelement 41 door niet weergegeven middelen heen en weer worden bewogen. Daarbij voert zij door de cilindervormig uitgevoerde zijde 39 een zwenkbeweging uit, waarvan het draaiingshart in de draaiingsas 40 ligt. Om te vermijden, dat het legerelement 41 vervuild raakt is de doseerlijst 12b voorzien van een 15 beschermingsplaat 43, welke de van de doseerlijst 12b afgestreken inkt om het legerelement 41 heen wegleidt. In de Figuur 4 zijn de beide uiterste standen van de zwenkbare doseerlijst 12b weergegeven (links: getrokken lijn, rechts: gestippelde lijn). Om hier de doseerspleet te kunnen veranderen is de legerbalk 42 voorzien van niet weergegeven middelen, die een omhoog bewegen en naar beneden bewegen van de legerbalk 42, zoals dit met pijl 101 aangeduid is, mogelijk maken.

20 Figuur 5 toont een verdere mogelijkheid voor het legeren van de doseerlijst. Aan de doseerlijst 12c, welke zich over althans een gedeelte langs een mantellijn van de inktopbrengwals 6 uitstrekt, zijn aan beide eindzijden telkens twee armen 44 en 45 aangekoppeld met behulp van schamiertappen 46 en 47. Arm 44 en arm 45 zijn ieder met twee zwenkhefbomen 48 en 49 scharnierend verbonden, zodat arm 44 met zwenkhefboom 48 het scharnier 50, met zwenkhefboom 49 en scharnier 51, arm 45 met zwenkhefboom 48 25 het scharnier 52 en met zwenkhefboom 49 het scharnier 53 vormen. Arm 44 is evenwijdig aan arm 45. Zwenkhefboom 48 en zwenkhefboom 49 zijn evenwijdig aan de doseerlijst 12c. De doseerlijst 12c bezit weer een naar de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 62 met cilindervormig oppervlak, met een daardoor vastgelegde cilinderas 55. Cilinderas 55 ligt op een afstand a van het scharnier 46. Zwenkhefboom 48 en zwenkhefboom 49 zijn in de figuur 5 naar boven verlengd. Op doze verlengingen zijn legers aangebracht, 30 die draaibaar zijn opgestoken op plaatsvaste assen 56 en 57. As 56 heeft van scharnier 50 eveneens de afstand a, evenals as 57 van scharnier 51. Aan scharnier 53 is een pneumatische cilinder zodanig bevestigd, dat deze zwenkhefboom 49 in een om de as 57 zwenkende beweging kan brengen, zoals met pijl 59 is aangeduid. Deze beweging wordt via de armen 44 en 45 overgedragen op de zwenkhefboom 48 en de doseerlijst 12c. Daarbij draait de doseerlijst om de met de cilinderas 55 samenvallende draaiingsas 35 60. De bevestiging van de as 57 kan zo zijn uitgevoerd, dat diens stand om de as 56 verschuifbaar is, zoals is aangeduid met pijl 61, en in de nieuwe stand weer gefixeerd kan worden. Door dit verschuiven van de as 57 om de as 56 laat de breedte van de doseerspleet 62 tussen doseerlijst 12c en de inktopbrengwals 6 zich instellen.

Om te vermijden, dat de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 63 van de doseerlijst 12d, welke zeer fijn 40 bewerkt moet zijn, door slijtage wordt vernield, kan de doseerlijst 12d worden uitgerust met een beschermingsovertrek 64, zoals figuur 6 toont. De beschermingsovertrek 64, welke uit een buigzame, fcüe-achtigs plaat bestaat, wordt aan de ene zijde van de doseerlijst 12d in een aantel over de breedte van de doseerlijst 12d verdeeld aangebrachte nokken 65 Ingehangen, over de doseerspleet 66 vormende kant 63 gespannen en aan de andere zijde van de doseerlijst 12d met een spanlijst 67 met behulp van bouten 45 68, die eveneens over de hele breedte van de doseerlijst 12d zijn aangebracht, vastgespannen. Bij te sterke slijtage moet slechts de beschermingsovertrek 64 worden uitgewisseld terwijl de doseerlijst 12d verder benut wordt Hiermede kunnen kosten worden gespaard.

Een andere mogelijkheid het de doseerspleet vormende gedeelte van de doseerlijst 12e te bewegen is in figuur 7 weergegeven. De doseerlijst 12e is samengesteld uit een draagelement 70, dat is bevestigd op een 50 stabiele onderlaag 71, en een over het draagelement 70 gespannen buigzame folievormige plaat 72. De inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 73 van het draagelement 70 bezit een gewelfde vorm. In het draagelement 70 zijn over diens breedte verdeeld groeven 74 ingewerkt. Op een in de tussen de groeven 74 achterblijvende ruggen gelegerde doorgaande as 75 zijn wiplichamen 76 draaibaar aangebracht De buigzame folievormige plaat 72 is aan beide zijden voorzien van oren 77, welke met behulp van bouten 78 55 aan de wiplichamen 76 zijn bevestigd. Een hefboom 79 is eveneens draaivast met de as 75 verbonden. Aan zijn van de as 75 afgekeerde zijde 80 is hij aan een pneumatische cilinder 81 aangekoppeld, welke via de hefboom 79 een- oscillerende schommelbeweging, aangeduid met pijl 82, op de wiplichamen 76 overbrengt.

Claims (15)

194296 4 Daardoor wordt de buigzame folie-achtige plaat oscillerend over de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 73 heen en weer bewogen. In onderscheid tot de in figuur 7 weergegeven uitvoeringsvorm toont figuur 8 een doseeriijst 12f, welke een buigzame folie-achtige plaat 83 bezit, welke aan zijn ene einde 84 plaatsvast is gelegerd, terwijl het 5 andere einde 85 met behulp van veerkrachtige spanmiddelen 86 wordt vastgehouden. Een draagelement 87, over wiens de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 88 de buigzame folie-achtige plaat 83 is gespannen, is op de eindzijden van de inktopbrengwals 6 telkens bevestigd aan een zwenkhefboom 89, die op zijn beurt scharnierend op de draaiingsas 90 van de inktopbrengwals 6 zijn gelegerd. De door de zwenkhefboom 89 en het draagelement 87 gevormde beugel wordt door niet weergegeven middelen oscillerend over de hoek 10 B om de draaiingsas 90 van de inktopbrengwals 6 gezwenkt. Ook hiermede wordt bereikt, dat het de doseerspleet vormende gebied van de buigzame folie-achtige plaat continu wordt gewijzigd. In de figuur 8 zijn de twee eindstanden van de zwenkbeweging weergegeven: de stand links is met streep-stippellijnen, de stand rechts met streep lijnen getekend. Bij het in figuur 9 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt de doseeriijst 12g gevormd door een 15 draagbalk 91, welke met een legerschaal vormende uitsparing 92 is uitgerust, welke aan de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 93 is aangebracht. In deze uitsparing 92 is een cilindervormige staaf 94 draaibaar gelegerd. Door niet weergegeven middelen kan de cilindervormige staaf 94 in roterende of oscillerende beweging worden gebracht, zoals door pijl 95 is aangeduid. Ook hiermede wordt bereikt, dat steeds een ander gedeelte van de cilindervormige staaf 94 tezamen met de inktopbrengwals 6 de doseerspleet 96 20 vormt. Zoals proeven hebben getoond worden goede drukresultaten bereikt, indien het cilindervormige uitgevoerde, de doseerspleet vormende oppervlak van de doseeriijst 12 een straal bezit, welke zich in de orde van grootte van 0,3-1,5 mm beweegt.Er werd ook vastgesteld, dat bij wijziging van de aandrukkracht van de doseeriijst 12 tegen de inktopbrengwals 6 de dikte van de inktfilm zich slechts langzaam wijzigt, 25 waarmede door veranderen van de aandrukkracht een zeer fijne trapsgewijze wijziging in de dikte van de inktfilm kan worden bereikt. Een aanzienlijk grotere invloed op de dikte van de inktfilm heeft bij gelijk blijvende aandrukkracht van de doseeriijst 12 op de inktopbrengwals 6 de wijziging van de straal van het de doseerspleet vormende cilindervormige oppervlak van de doseeriijst 12. Zodoende kan de optimale straal in afhankelijkheid van de oppervlakte hardheid van de elastische bedekking op de inktopbrengwals 6 en de 30 viscositeit van de inkt gebruikt worden. Het bewegen van de doseeriijst 12 in de beschreven vormen beïnvloedt de verschafte inktfilm niet, daar de geometrische verhoudingen in de doseerspleet steeds gelijk blijven. Verder hebben proeven ook getoond, dat de doseeriijst 12 bij voorkeur in nagenoeg radiale richting tot de inktopbrengwals 6 staat.

35 Met dergelijke inktwerken kunnen naast de beschreven uitvoeringsvorm voor offset-drukmachine ook drukmachines worden uitgerust, welke een andere druktechniek toepassen, waarbij in het bijzonder zodanige druktechnieken worden bedoeld, welke met een harde drukvorm werken.

40 Conclusies

1. Doseerinrichting van een inktwerk voor een drukmachine met een inrichting voor het afstrijken van een voorgedoseerde inktfilm op een,een elastisch oppervlak bezittende wals voor het opbrengen van inkt op een,voor een overbrengen op een vormcilinder noodzakelijke maat, waarbij de doseerinrichting ten minste 45 een ten opzichte van de wals voor het opbrengen van inkt instelbare, om een aan de hartlijn van de wals voor het opbrengen van inkt evenwijdige as draaibare doseeriijst bezit en waarbij continu een ander gebied van een afgerond naar de wals voor het opbrengen van inkt toegekeerd einde van de doseeriijst een doseerspleet met de wals voor het opbrengen van inkt vormt, met het kenmerk, dat middelen (27-30, 32-37) voor het om de as zwenken van de doseeriijst (12,12a-12f) in omtreksrichting van de wals (6) voor 50 het opbrengen van inkt aangebracht zijn.

2. Doseerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zwenkhoek (o, 8) van de doseeriijst (12; 12a-12d; 12f) in het gebied van 5° tot 30° ligt

3. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 1 of 2, waarbij het einde van de doseeriijst cilindervormig is, met het kenmerk, dat de zwenkas (19; 40) van de doseeriijst (12a, 12b) met de as (18) van de door het 55 cilindervormig afgeronde einde (17; 38) bepaalde cilinder samenvalt. S 194296 (12a) samenvallen, en de legertappen (27, 28) zijn gelegerd in aan het machinegestel (20; 21) bevestigde excentriekbussen (29, 30).

5. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de doseerlijst (12b) op de van de wals (6) voor het opbrengen van inkt afgekeerde zijde (39) een cilindervormig vlak bezit, dat een 5 constante afstand (R) tot de zwenkas (40) van de doseerlijst (12b) heeft, terwijl het cilindervormig vlak op een overeenkomstig vlak van een legerbalk (42) onder benutting van geschikte legerelementen (41) om de zwenkas (40) van de doseerlijst (12b) zwenkbaar gelegerd is.

6. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de doseerlijst (12c) gekoppeld is met ten minste twee aan de doseerlijst (12c) parallelle zwenkhefbomen (48, 49), die aan hun 10 ene einde zijn vastgehouden in plaatsvaste legers (56,57), waarbij de draaipunten van de plaatsvaste legers (56,57) van de zwenkhefbomen (48,49) en het draaipunt van de zwenkas (55) van de doseerlijst (12c) op een rechte lijn liggen.

7. Doseerinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een van de plaatsvaste legers (56 of 57) van de zwenkhefbomen (48, 49) om het andere plaatsvaste leger (57 of 56) verstelbaar is.

8. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de zwenkbeweging plaatsvindt met behulp van een pneumatische cilinder (58).

9. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de doseerlijst (12d; 12e; 12f) ten minste in het de doseerspleet (66) vormend gebied uitgerust is met een gemakkelijk uitwisselbare beschermende overtrek (64).

10. Doseerinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de beschermende overtrek (64) bestaat uit een buigzame folie, die door aan de doseerlijst (12d) aangebrachte bevestigings- en spanmiddelen (65, 67, 68) wordt vastgehouden.

11. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 1-10, met het kenmerk, dat een inrichting (29,30; 56, 57) voor de verstelling van de breedte van de doseerspleet (31; 66) aanwezig is.

12. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 1 of 2 en 11, met het kenmerk, dat de doseerlijst (120 bestaat uit een draagelement (87), dat over een hoek (β) om de draaiingsas (90) van de wals (6) voor het opbrengen van inkt zwenkbaar is, terwijl over het naar de wals (6) voor het opbrengen van inkt toegekeerde einde (88) van het draagelement (87) een buigzame folie (83) gespannen is, welke aan zijn ene einde (84) plaatsvast en aan zijn andere einde (85) met elastische spanmiddelen (86) is vastgehouden.

13. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de straal van het cilindervormige, de doseerspleet vormende oppervlak van de doseerlijst (12a, 12b) in het gebied van 0,3 tot 1,5 mm ligt. Hierbij 9 bladen tekening