NL194023C - Kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexcodering en daartoe geschikte informatiegever en -ontvanger. - Google Patents

Kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexcodering en daartoe geschikte informatiegever en -ontvanger. Download PDF

Info

Publication number
NL194023C
NL194023C NL8400926A NL8400926A NL194023C NL 194023 C NL194023 C NL 194023C NL 8400926 A NL8400926 A NL 8400926A NL 8400926 A NL8400926 A NL 8400926A NL 194023 C NL194023 C NL 194023C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
information
chrominance
luminance
signal
outputs
Prior art date
Application number
NL8400926A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194023B (nl
NL8400926A (nl
Original Assignee
Philips Electronics Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Electronics Nv filed Critical Philips Electronics Nv
Priority to NL8400926A priority Critical patent/NL194023C/nl
Priority to DE19843415725 priority patent/DE3415725A1/de
Priority to US06/605,967 priority patent/US4625230A/en
Priority to GB08411208A priority patent/GB2140242B/en
Priority to CA000453385A priority patent/CA1232057A/en
Priority to FI841761A priority patent/FI76663C/fi
Priority to SE8402381A priority patent/SE459835B/sv
Priority to AT0147084A priority patent/AT385623B/de
Priority to FR8406958A priority patent/FR2545673B1/fr
Priority to AU27683/84A priority patent/AU562589B2/en
Priority to IT20811/84A priority patent/IT1196102B/it
Priority to JP59090828A priority patent/JP2608541B2/ja
Publication of NL8400926A publication Critical patent/NL8400926A/nl
Priority to HK869/91A priority patent/HK86991A/xx
Publication of NL194023B publication Critical patent/NL194023B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194023C publication Critical patent/NL194023C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N19/00Methods or arrangements for coding, decoding, compressing or decompressing digital video signals
    • H04N19/50Methods or arrangements for coding, decoding, compressing or decompressing digital video signals using predictive coding
    • H04N19/597Methods or arrangements for coding, decoding, compressing or decompressing digital video signals using predictive coding specially adapted for multi-view video sequence encoding
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N11/00Colour television systems
    • H04N11/06Transmission systems characterised by the manner in which the individual colour picture signal components are combined
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N13/00Stereoscopic video systems; Multi-view video systems; Details thereof
    • H04N13/10Processing, recording or transmission of stereoscopic or multi-view image signals
    • H04N13/106Processing image signals
    • H04N13/161Encoding, multiplexing or demultiplexing different image signal components
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N9/00Details of colour television systems
    • H04N9/79Processing of colour television signals in connection with recording
    • H04N9/797Processing of colour television signals in connection with recording for recording the signal in a plurality of channels, the bandwidth of each channel being less than the bandwidth of the signal

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Color Television Systems (AREA)
  • Television Systems (AREA)

Description

1 194023
Kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexcodering en daartoe geschikte informatiegever en -ontvanger.
De uitvinding heeft betrekking op een kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem 5 met tijdmultiplexcodering, welk systeem is uitgevoerd met ten minste één informatiegever, ten minste één informatieontvanger en een transmissie- respectievelijk informatieopslagkanaal tussen gever en ontvanger, welke informatiegever is voorzien van ten minste één signaalbron voor het leveren van signalen met luminantie-, chrominantie-, synchroniseer- en identificatie-informatie en van een codeerschakeling voor een tijdmultiplexcodering van althans een deel van de genoemde signalen, na al dan niet een tijdscompressie 10 ervan, welke codeerschakeling is voorzien van een uitgang voor afgifte van een tijdmultiplex gecodeerd signaal voor overdracht over het transmissiekanaal respectievelijk opslag in het informatieopslagkanaal, welke informatieontvanger is voorzien van een met het genoemde kanaal gekoppelde decodeerschakeling die, passend bij de genoemde codeerschakeling, geschikt is voor het afgeven van signalen met althans luminantie- en chrominantie-informatie die grotendeels overeenkomt met de door de signaalbron in de 15 informatiegever geleverde informatie, en op een daartoe geschikte informatiegever en -ontvanger.
United States Patent 4.335.393 beschrijft een methode en een systeem waarin conventionele composiet kleurenvideosignalen lijnsgewijs gereformatteerd worden in een gecomprimeerd serieel formaat door de luminantie- en chrominantiecomponenten op een voorafbepaalde bemonsteringsfrequentie te bemonsteren en de bemonsterde componenten lijnsgewijs serieel te rangschikken om gecomprimeerde gereformatteerde 20 videolijnen te vormen die elk een paar van serieel gerangschikte groepen van bemonsteringswaarden bevatten, waarvan de ene helft de luminantiebemonsteringswaarden bevat, en de andere helft de chromi-nantiebemonsteringswaarden, en de groepen gecomprimeerd zijn volgens een voorafbepaalde verhouding. De gesepareerde luminantie- en chrominantiecomponenten van de originele videobemonsteringswaarden worden bemonsterd op eerste en tweede frequenties fl en f2, waarvoor geldt dat f2 = fl/N, waarin N de 25 voorafbepaalde verhouding is. De luminantie- en chrominantiebemonsteringswaarden worden opgeslagen in een opslaginrichting met eerste respectievelijk tweede klokfrequenties, en worden serieel gerangschikt door de bemonsteringswaarden uit de opslaginrichting uit te lezen met een derde kloksignaal f3 dat een hogere frequentie heeft dan de andere twee signaalfrequenties, waarbij een van de twee groepen bemonsteringswaarden in zijn geheel uitgelezen wordt, gevolgd door het uitlezen van de andere groep in zijn geheel. Het 30 luminantiesignaal wordt gecomprimeerd met een factor f3/f1, en het chrominantiesignaal wordt gecomprimeerd met een factor Nxf3/f1. Om de herwinning van de chrominantie-informatie tijdens de reconversiefase te optimaliseren, wordt een ”mezzanine"signaal ingevoegd in iedere gereformatteerde videolijn gedurende de reformatteerfase in het gat tussen de luminantiecomponent en de chrominantiecomponent.
In een openbaar rapport ’’Experimental and Development Report 118/82”, van de Engelse ’’Independent 35 Broadcasting Authority”, (i.B.A.), met de titel ”MAC:A Television System for High-Quality Satellite Broadcasting”, worden voor een zogeheten MAC {Multiplexed Analogue Component) beeldcodering verscheidene varianten gegeven. Voor alle varianten geldt, zoals uit een overzichtstabel op bladzijde 9 van het rapport blijkt, dat in de als zender uitgevoerde informatiegever de luminantie- en de chrominantie-informatie elk een tijdscompressie ondergaan, waarbij die bij de chrominantie-informatie dubbel zo groot is.
40 Van de chrominantie-informatie die twee componenten per lijnperiode omvat, comt beurtelings één van de twee in de tijd gecomprimeerd, in het tijdmultiplex gecodeerde signaal voor. In dit signaal is de bij elke lijnperiode behorende luminantie-informatie in de tijd gecomprimeerd aanwezig. Voor de tijdscompressie bij de luminantie-informatie worden in het rapport genoemd de factoren | en |, waarbij voor de chrominantie-informatie tijdscompressiefactoren gelijk aan | en | volgen. De beeldinformatie per lijnperiode in het 45 tijdmultiplex gecodeerde signaal is hierbij sequentieel samengesteld uit de tijdsgecomprimeerde luminantie-informatie en één van de twee hierbij behorende, tijdsgecomprimeerde chrominantie-informaties.
In de ontvanger wordt uit het via het transmissiekanaal, te weten de satellietverbinding, ontvangen signaal, het tijdmultiplex gecodeerde signaal betrokken en aan de bijpassende decodeerschakeling toegevoerd, die met behulp van de synchroniseer- en identificatie-informatie, een tijdsdecompressie of wel 50 expansie voor de luminantie- en de chrominantie-informatie geeft en daarbij de gedecomprimeerde chrominantie-informatie over de volgende lijnperiode herhaald afgeeft.
In het, als voorbeeld als satellietverbinding gegeven transmissiekanaal is een beperkte bandbreedte aanwezig voor de beeldinformatieoverdracht. Afhankelijk van de voorgestelde variant zijn in het rapport bandbreedten van 8,4 MHz, 7,5 MHz en 6,0 MHz genoemd. Bij de transmissiekanaalbandbreedte van 55 8,4 MHz is een tijdscompressiefactor van 2/3 voor de luminantie-informatie voorgesteld, zodat voor de bandbreedte van de ongecomprimeerde luminantie-informatie volgt een bandbreedte van 5,6 MHz. Bij de beschikbare beeldinformatie kanaalbandbreedten van 7,5 en 6,0 MHz is een luminantietijdscompressiefactor 194023 2 van I voorgesteld en volgen voor de bandbreedten van de ongecomprimeerde luminantie-informaties de waarden van 5,6 MHz en 4,5 MHz. Het blijkt dat bij de voorgestelde varianten, bij de beperkte transmissie-kanaalbandbreedte en de voorgestelde opbouw van het tijdmultiplex gecodeerde, over te dragen signaal, frequentiebeperkingen bij de luminantie- en de chrominantie-informatie vereist zijn.
5 In het voorafgaande is als voorbeeld het als een satellietverbinding uitgevoerde transmissiekanaal genoemd. De bij de informatieoverdracht met de beperkte bandbreedte beschreven frequentiebeperkingen treden evenzo op bij een informatieopslagkanaal met een beperkte bandbreedte. Een dergelijk opslagkanaal bevat informatieopslag- en -weergeefapparatuur zoals bijvoorbeeld band- en plaatopneem- en -weergeefinrichtingen.
10 De uitvinding beoogt de verwezenlijking van een kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexcodering waarbij bij de beperkte (beeldoverdrachts)bandbreedte van het kanaal, dit kanaal op optimale wijze wordt benut voor de beeldoverdracht respectievelijk -opslag. Hierbij wordt afhankelijk van de specifieke informatie-inhoud naar wens één der genoemde systeemvarianten of één van andere, nog nader te beschrijven varianten gebruikt. Een systeem volgens de uitvinding vertoont 15 daartoe het kenmerk, dat in het systeem de identificatie-informatie een aantal informatiecomponenten bevat die betrekking hebben op veranderbare aantallen van televisielijnen respectievelijk op veranderbare delen van televisielijnen waarin de al dan niet gecomprimeerde luminantie-informatie en chrominantie-informatie voorkomen.
In het systeem volgens de uitvinding is de informatiegever uitgevoerd met een veranderbare codeer-20 schakeling en bevat de informatieontvanger een aanpasbare decodeerschakeling.
Een kleurentelevisiesysteem volgens de uitvinding, uitgevoerd met een eenvoudige, goed aanpasbare informatieontvanger vertoont het kenmerk, dat in de informatieontvanger de decodeerschakeling is uitgevoerd met een lijnfrequent voorinstelbare teller van delen van televisielijnen en met een beeld-respectievelijk rasterfrequent voorinstelbare teller van televisielijnen, van welke tellers uitgangen zijn 25 gekoppeld met adresingangen van een programmeerbaar geheugen, waarvan uitgangen via een door de ontvangen identificatie-informatie omschakelbare multiplexer zijn gekoppeld met een logische schakeling voor het opwekken van start-, stop-, selecteer- en schrijf- respectievelijk leessignalen voor een geheugen voor de opslag en afgifte van chrominantie-informatie met eenzelfde schrijf- en leessnelheid en voor geheugens voor opslag en afgifte van luminantie- respectievelijk chrominantie-informatie met de genoemde 30 schrijfsnelheid en één van verscheidene leessnelheden, onder besturing van een via de logische schakeling en de identificatie-informatie omschakelbare klokpulsbron.
Een kleurentelevisiesysteem volgens de uitvinding uitgevoerd met een informatiegever die eenvoudig omschakelbaar is, vertoont het kenmerk, dat in de informatiegever de codeerschakeling is uitgevoerd met een lijnfrequent voorinstelbare teller van delen van televisielijnen en met een beeld- respectievelijk 35 rasterfrequent voorinstelbare teller van televisielijnen, van welke tellers uitgangen zijn gekoppeld met adresingangen van een programmeerbaar geheugen, waarvan uitgangen via een door identificatie-informatie omschakelbare multiplexer zijn gekoppeld met een logische schakeling voor het opwekken van start-, stop-, selecteer- en schrijf- respectievelijk leessignalen voor geheugens voor de opslag en afgifte van chrominantie-informatie en van hoofdzakelijk luminantie-informatie met eenzelfde schrijf- en leessnelheid en 40 voor geheugens voor opslag en afgifte van luminantie- respectievelijk chrominantie-informatie met één van verscheidene schrijfsnelheden en de genoemde leessnelheid, onder besturing van een via de logische schakeling en de identificatie-informatie omschakelbare klokpulsbron.
De uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: 45 figuur 1 in een twee-dimensionale figuur een mogelijke signaalopbouw in een kleurentelevisiesysteem volgens de onderhavige inzichten; figuur 2 in figuren 2a tot en met 2e enige varianten in de signaalopbouw en daarbij passende signalen; figuur 3 een uitvoeringsvorm van de decodeerschakeling in de informatieontvanger; figuur 4 meer gedetailleerd een deel van de decodeerschakeling volgens figuur 3; 50 figuur 5 evenzo een meer gedetailleerd deel; en figuur 6 een uitvoeringsvorm van de codeerschakeling in de informatiegever, waarbij delen ervan reeds gedetailleerder bij figuren 3, 4 en 5 zijn gegeven.
In figuur 1 is schematisch de signaalopbouw van een kleurentelevisiesignaal getekend dat optreedt met een 55 lijnperiode van bijvoorbeeld min of meer 64 ps en met een aantal van pL televisielijnen in een rasterperiode. Als voorbeelden worden genoemd een aantal pL gelijk aan 312,5 en 262,5 voor een gestandaardiseerd, enkelvoudig geïnterlinieerd televisiesysteem. De lijnperiode van 64 ps omvat bijvoorbeeld een lijn- 3 194023 onderdrukkingsduur van 12 με en een lijnaftastduur van 52 με. ΑΙε rasterfrequentie wordt genoemd 50 of 60 Hz. Een rasterperiode heeft hierbij een rasteronderdrukkingsduur van 8% van de rasterperiode. Het signaal met de twee-dimensionaal getekende opbouw is afkomstig van een informatiegever die is voorzien van een signaalbron voor het leveren van signalen met luminantie-, chrominaninantie-, synchroniseer* en 5 identificatie-informatie, die in figuur 1 enigszins nader zijn aangeduid met respectievelijk Y, C1 en C2, S en I. Het met S in figuur 1 aangeduide signaatgebied bevat lijnsynchroniseerinformatie en bijvoorbeeld geluidsinformatie en/of andere toegevoegde informatie. Het l-signaalgebied bevat verder raster-synchroniseerinformatie en bijvoorbeeld toegevoegde informatie, voor bijvoorbeeld teletekst. Verder kan identificatie-informatie buiten het in figuur 1 getekende l-sïgnaalgebied voorkomen. Het getekende signaal is 10 in een codeerschakeling voor een tijdmultiplexcodering gevormd, waarbij al dan niet een tijdscompressie op de signalen wordt uitgevoerd. In een informatieontvanger wordt het getekende signaal toegevoerd aan een decodeerschakeling die in wezen complementair is aan de genoemde codeerschakeling, welke decodeer-schakeling geschikt is voor het afgeven van signalen met althans luminantie- en chrominantie-informatie die grotendeels overeenkomt met de door de signaalbron in de informatiegever geleverde informatie.
15 In figuur 1 zijn met gestreepte lijnen vier grenslijnen a, b, d en e tussen signaalgebieden getekend. De grenslijnen a en b liggen in de rasteraftastrichting en scheiden delen van televisielijnen. In het genoemde rapport is de S+C1+Y signaalopbouw beschreven. Hierbij kan geluidsinformatie in een tijdmultiplexcode gecombineerd met synchroniseerinformatie voorkomen in het S-signaalgebied dat in de gestandaardiseerde lijnonderdrukkingsduur ligt. Bij de grenslijnen a en b is aangegeven dat deze delen van de televisielijnen 20 scheiden met tijdsduren van n1 ps, (64-n1-n2) ps en n2 ps. Volgens een uitvoering van de uitvinding zijn in het televisiesysteem de grenslijnen a, b, d en e naar wens verplaatsbaar, hetgeen met pijltjes in de figuur is aangegeven.
Hierdoor kunnen, vergeleken met de in het genoemde rapport gegeven systemen (S, C1, Y) de grenslijnen a en b afhankelijk van de specifieke inhoud van de luminantie-informatie Y en de chrominantie-25 informatie C1 in de kodeerschakeling worden verlegd. Om te verkrijgen dat de decodeerschakeling zich aanpast, dient deze identificatie-informatie te ontvangen. In de figuur is deze identificatie-informatie als voorbeeld aanwezig in het signaalgebied l met bijvoorbeeld de getallen n1 en n2. Het signaatgebied I omvat in de figuur een aantal van ml L televisielijnen, waarbij de luminantie-informatie in het signaalgebied Y een aantal van m2L televisielijnen belegd. In het resterende aantal van (p-m1-m2)L televisielijnen komt de 30 chrominantie-informatie C2 in het evenzo aangeduide signaalgebied voor. Gesteld wordt dat voor de aanpassing aan de veranderbare codeerschakeling de decodeerschakeling als verdere informatie-componenten de getallen m1 en m2 in de identificatie-informatie I krijgt toegevoerd, zodat de plaats van de verplaatsbare grenslijnen d en e kan worden bepaald. De signaalgebieden I en C2 liggen bijvoorbeeld in de gestandaardiseerde rasteronderdrukkingsduur of het signaalgebied C2 overschrijdt deze duur. Een 35 grenslijnverplaatsing kan gewenst zijn voor het bij weergave op een weergeefscherm verkrijgen van een veranderde resolutie in de lijnaftastrichting en van een veranderde beeldbreedtehoogteverhouding.
In hoofdzaak zijn er drie mogelijke signaalopbouwsels waarbinnen de grenslijnen a, b, d en e naar wens te verplaatsen zijn.
Voor het eerste geval (S, I, C1, Y) wordt gesteld dat de grenslijn e ligt ter plaatse van de grenslijn d.
40 Hierbij komt in de identificatie-informatie I de informatiekomponent m1+-m2=p voor. Naar wens kunnen in de identificatie-informatie I de informatiekomponenten n1 en n2 worden ingesteld. De signaaldecompressiefak-toren zijn in de decodeerschakeling afleidbaar uit de getallen n1 en n2. De decompressiefactor voor de luminantie-informatie Y is gelijk aan en voor de chrominantie-informatie C1 aan De chrominantie-informatie C2 is afwezig en het signaalgebied tot de grenslijn d kan overeenkomen met de raster-45 onderdrukkingsduur.
Voor het tweede geval (S, I, C2, Y) wordt gesteld dat de grenslijnen a en b samenvallen, zodat de chrominantie-informatie C1 afwezig is, waarbij in de identificatie-informatie I de informatiecomponent n1+n2=64 voorkomt. Bij n2=52 (ps) is de luminantie-informatie Y ongecomprimeerd met de maximale bandbreedte aanwezig. De gecomprimeerde chrominantie-informatie C2 is naar wens aanwezig in het 50 aantal van (p-m1-m2)L van televisielijnen, dat afleidbaar is uit de getallen m1 en m2. Met betrekking tot de chrominantie-informatie C2 moet extra identificatie-informatie worden meegestuurd. Hierbij kunnen chrominantie-informatiecomponenten die al dan niet dezelfde breedte hebben, met dezelfde of verschillende ompressiefactoren in het signaalgebied C2 aanwezig zijn en daarbij in onderscheiden vakken in de lijn-en/of rasteraftastrichting. In het geval dat n2 groter is dan 52 wordt de luminantie-informatie Y geëxpan-55 deerd overgedragen respectievelijk opgeslagen.
Voor het derde geval (S, I, C1, C2, Y) wordt gesteld dat de grenslijnen a, b, d en e op de in de figuur getekende wijze alle vier aanwezig zijn. Een identificatie van deze toestand volgt uit de betrekkingen 194023 4 m1+m2?tp en n1+n2*64. De decompressiefactor voor de luminantie-informatie Y volgt uit ||, waarbij die voor de chrominantie-informatie(component) C1 volgt uit —_^n2. Met betrekking tot de chrominantie-informatie(component) C2 moet weer extra identificatie-informatie worden meegestuurd.
De voorkeurkeuze voor een signaaloverdracht respectievelijk -opslag volgens één der drie gevallen en de 5 verdere keuze daarin van de plaats van de grenslijnen a, b, d en e, kan gebeuren aan de hand van de weer te geven televisie-informatie-inhoud. Bij de weergave van een televisiesignaal dat is afgeleid van een grootbeeld-film met een beeldbreedte-hoogteverhouding van 5:3 of hoger, kan een aangepaste weergave bij de gestandaardiseerde beeldbreedte-hoogteverhouding van 4:3 van het televisiebeeld worden toegepast.
Voor het geval er evenzo een keuzemogelijkheid gewenst is met betrekking tot de verwerking van de 10 chrominantie-informatie om de zoveel lijnen, dient er een verdere identificatiecomponent in de identificatie-informatie I aanwezig te zijn.
Het zal duidelijk zijn dat de als voorbeelden gegeven signaalgebieden voor de chrominantie-informatie(componenten) C1 en C2 geheel of gedeeltelijk met de luminantie-informatie Y kunnen worden verwisseld, onder bijvoorbeeld behoud van de eigen gebiedsgrootte bij de gehele verwisseling.
15 Verder zouden de grenslijnen a en e in een standaard kunnen zijn vastgelegd, zodat slechts de grenslijnen b en d of één hiervan, naar keuze verplaatsbaar zijn. Hierbij zou boven de grenslijn e de identificatie-informatie afwezig kunnen zijn en deze zou aanwezig kunnen zijn in één der lijnen aan het einde van één van twee opéénvolgende rasterperioden of van een veelvoud hiervan, bijvoorbeeld in de lijn 625 of 525 van de in de beeldperiode opéénvolgend genummerde televisielijnen. Voor de beschreven drie 20 gevallen van de signaalopbouwsels volgt dan op overeenkomstige wijze:
In een eerste geval (S, C1, Y) met p en m1 vastgelegd, geldt m2=p-m1. Is verder het getal n1 vastgelegd, dan behoeft slechts het getal n2 te worden overgedragen voor de bepaling van de decompressie-factoren voor de luiminatie-informatie Y en de chrominantie-informatie C1.
In een tweede geval (S, C2, Y) met p, m1 en n1 vastgelegd, geeft n2 met n2=52 aan dat de luminantie-25 informatie Y op gestandaardiseerde, ongewijzigde wijze aanwezig is. Bij n2 is groter dan 52, is de luminantie-informatie Y geëxpandeerd aanwezig, waarbij voor de Y-compressiefactor volgt dat deze gelijk is aani
In een derde geval (S, C1, C2, Y) met p, m1 en n1 vastgelegd en m2 en n2 over te dragen en/of op te slaan, geldt verder het bij het vorige derde geval beschrevene.
30 In figuur 1 zijn voor de eenvoud slechts vier grenslijnen a, b, d en e getekend. Meer grenslijnen zijn mogelijk, waarbij bijvoorbeeld in één rasterperiode de beeldinformaties van twee afbeeldingen in een tijdmultiplexsysteem worden overgedragen. Verder kunnen tussen de horizontale grenslijnen d en e verticale grenslijnen aanwezig zijn en/of tussen de verticale grenslijn a en b kunnen horizontale grenslijnen voorkomen.
35 In figuur 2 zijn in figuren 2a, 2b, 2c, 2d en 2e vijf voorbeelden gegeven van een mogelijke signaal-opbouw. Van boven naar beneden is langs een tijdas t een twee rasterperioden TV1 en TV2 omvattende beeldperiode met 2TV aangeduid. Van links naar rechts is langs een tijdas t een lijnperiode TH uitgezet. Als voorbeeld wordt gesteld dat voor de beeldperiode geldt 2TV = 40ms en voor de lijnperiode geldt TH = 64 ps, waarbij in de beeldperiode 2TV 625 lijnperioden TH voorkomen. Met 1 en 625 zijn de televisielijnen 40 bij de figuren 2a tot en met 2e aangeduid. In figuur 2a zijn met twee kruisjes de posities van raster-synchroniseerpulsen aangegeven. In figuur 2 zijn signaalgebieden met luminantie-informatie met Y aangeduid, waarbij chrominantie-informatie met de informatiecomponenten U en V is aangeduid. Met tc is de bij een desbetreffend signaalgebied behorende tijdscompressiefactor aangegeven. Verder zijn onderaan en aan de rechterzijkant van de figuren 2a tot en met 2e enige signalen getekend die met AS, BS, CS en 45 DS, ES, aangevuld met een getal 1, 2, 3, 4 of 5, zijn aangeduid. De signalen AS, BS en CS treden lijnfrequent en de signalen DS en ES treden raster- respectievelijk beeldfrekwent op.
Figuur 2a behoort bij de signaalopbouw zoals beschreven in het genoemde rapport. De luminantie-informatie Y is aanwezig met de tijdscompressiefactor tc = | en de chrominantie-informatiecomponenten U en V zijn om de lijn aanwezig met de tijdscompressiefactor tc = 1 Buiten deze signaalgebieden is in de 50 lijnperiode TH de lijnonderdrukking en in de beeldperiode 2TV tweemaal de rasteronderdrukking aanwezig.
In figuur 2a is vanaf, dat wil zeggen van en met, lijn 622 tot aan lijn 25 respectievelijk vanaf lijn 310 tot aan lijn 337 de rasteronderdrukking aanwezig. Hierbij past de vorm van het signaal ES1. Ter verduidelijking van de signaalopbouw in de iijnperioden TH over de beeldperiode 2TV zijn bij de signalen AS1, BS1 en CS1 enige getallen aangegeven. De lijnperioden TH zijn met behulp van een klokpulsbron verdeeld in I296 55 lijndelen.
Uitgaande van de lijnperiode TH = 64 ps, met de lijnfrequentie van 15625 Hz, volgt voor de klokpulsbron een periode van ongeveer 49,4 ns en een frequentie gelijk aan 20,25 MHz. Het signaal AS1 behoort bij de 5 194023 lijnonderdrukking die vanaf de klokpuls 1 duurt tot aan een klokpuls 283. Het blijkt dat chrominantie- en luminantie-informatie sequentieel aanwezig zijn vanaf de klokpuls 283 tot en met de klokpuls 1296 dat wil zeggen over 1014 klokpulsperioden. Daar de chrominantie-informatie over 1/3-deel aanwezig moet zijn, volgen hiervoor ^ = 338 klokpulsperioden, hetgeen leidt tot een signaalflank in het signaal BS1 aan het 5 begin van de klokpuls 283+338=621. Voor het geval van figuur 2a volgt dat de signaalopbouw is vastgelegd in de signalen AS1, BS1 en ES1, de signalen CS1 en DS1 zijn hiervoor overbodig.
Figuur 2b behoort bij een signaalopbouw waarbij de luminantie-informatie Y ongecomprimeerd (tc=1) aanwezig is. Het voordeel hiervan is het optreden van de maximaal mogelijke bandbreedte voor de luminantieinformatie Y. Als voorbeeld is getekend dat de chrominantie-informatiecomponenten U en V, om 10 de lijn aanwezig, met een tijdscompressiefactor tc = 1 aan het begin van de rasterperioden TV1 en TV2 in vier aparte signaalgebieden U, V, U, V aanwezig zijn. Als voorbeeld is in figuur 2b getekend dat de chrominantie-informatie aanwezig is in de televisieijnen vanaf lijn 25 tot aan lijn 82 en vanaf lijn 337 tot aan lijn 394.
Hierbij zijn er de grenzen voor de rasteronderdrukking. De in figuur 2b getekende signalen DS2 en ES2 15 passen bij een dergelijke signaalopbouw. Het signaal ES2 is getekend met een één lijnperiode durende puls tijdens de lijn 81 en de lijn 393. In plaats van het gegeven voorbeeld met vier chrominantiegebieden kan bij een grotere tijdscompressie voor meer gebieden van minder lijnen worden gekozen. Voor de signaalopbouw gerekend over de lijnperioden TH is in figuur 2b aangegeven dat de lijnonderdrukking eindigt juist voor de klokpuls 281. Hierbij zijn er vanaf de klokpuls 281 tot en met de klokpuls 1296 1016 klokpulsperioden te 20 verdelen in vier gelijke delen, te weten 254 klokpulsperioden. Bij de signalen BS2 en CS2 zijn hierbij behorende signaalflanken aan het begin van de klokpulsen 535 en 789 getekend. Het blijkt dat van de vier chrominantiegebieden U, V, U, V de beginpunten van slechts de drie eerste in de signalen AS2, BS2 en CS2 zijn vastgelegd. Dit is ook voldoende daar de gegevens voor de eerste twee chrominantiegebieden U en V evenzo gelden voor de volgende tweede twee chrominantiegebieden U en V, welke grenzen nu intern 25 zijn te genereren, zodat geen verdere lijnfrequente signalen dan AS2, BS2 en CS2 benodigd zijn.
Figuur 2c behoort bij een signaalopbouw die een combinatie is van de signaalopbouwsels beschreven bij figuur 2a en figuur 2b. De chrominantie-informatiecomponenten U en V zijn nu van elke lijn aanwezig. De component V treedt op zoals bij figuur 2a is beschreven en de component U is in drie signaalgebieden aanwezig zoals bij figuur 2b. Als voorbeeld is aangegeven dat de component U met de tijdscompressie-30 factor tc = 1 voorkomt vanaf de lijn 25 tot aan de lijn 66 en vanaf de lijn 337 tot aan de lijn 378. Bij de getekende signaalopbouw passen de getekende lijnfrequente signalen AS3, BS3 en CS3 en raster-respectievelijk beeldfrequente signalen DS3 en ES3.
Figuren 2d en 2e geven signaalopbouwsels die gelijkvormig zijn aan die van figuur 2b, echter met een tweemaal grotere tijdscompressie voor de componenten U en V (tc = j) en een tijdscompressiefactor tc = | 35 voor de luminantie-informarmatie Y. Bij de signaalopbouw volgens figuur 2d of 2e met de luminantie- en chrominantie-informatie YUV in alleen de eerste of tweede helft van de televisielijnen, wordt de helft van de signaaloverdrachts- of -opslagcapaciteit gebruikt. De andere helft zou kunnen worden gebruikt voor overdracht of opslag van geheel andere beeldinformatie, maar ook kan worden gedacht aan een combinatie van de signaalopbouwsels volgens figuren 2d en 2e, waarbij drie-dimensionale televisie te verwezenlijken is. 40 De informatie volgens figuur 2d is hierbij dan bestemd voor bijvoorbeeld het linker oog van een televisiekijker en die volgens figuur 2e voor het rechteroog.
Zoals beschreven bij de figuren 2a, 2b en 2c passen de signalen AS4, BS4, CS4, DS4 en ES4 bij de in figuur 2d getekende signaalopbouw en de signalen AS5, BS5, CS5, DS5 en ES5 bij die van figuur 2e.
In figuur 2 zijn ais voorbeeld vijf varianten van de signaalopbouw gegeven. In de informatieontvanger 45 moet nu worden geïdentificeerd welke variant van de signaalopbouw wordt ontvangen. Een identifikatieinfor-matie kan met het signaal worden meegestuurd in de vorm van ten minste drie bits. Hierbij kan het aantal varianten voor de signaalopbouw worden uitgebreid tot acht. Een keuze van vier bits geeft een uitbreiding tot zestien mogelijkheden voor de signaalopbouw, enzovoort. Als voorbeeld wordt gesteld dat er tijdens de televisielijn 625 drie informatiebits voor de identificatie-informatie plus één of meer controlebits worden 50 overgedragen of opgeslagen.
Uitgaande van de bij figuur 2 als illustratie gegeven varianten van de signaalopbouw, is in figuur 3 een uitvoering gegeven van een decodeerschakeling in een informatieontvanger geschikt voor toepassing in het onderhavige kleurentelevisiesysteem. De decodeerschakeling volgens figuur 3 is voorzien van een ingangsklem 1 voor aansluiting op een niet-getekend transmissie- respectievelijk informatieopslagkanaal. De 55 ingangsklem 1 maakt deel uit van een verder niet-getekende informatieontvanger waarin de decodeerschakeling op de klem 1 volgt. De decodeerschakeling volgens figuur 3 is uitgevoerd met drie uitgangs-klemmen 2, 3 en 4 voor het afgeven van respectieve signalen met de luminantie-informatie Y en de 194023 6 chrominantie-informatiecomponenten U en V. De ingangsklem 1 is verbonden met een ingang van een met 5 aangeduide signaalscheider (S.S.). In de signaalscheider 5 wordt het ontvangen tijdmultiplexgecodeerde signaal met luminantie- (Y), chrominantie- (U,V), synchroniseer- (S) en identificatie-informatie (I) in enige signaalcomponenten gescheiden. Het tijdmultiplex signaal met de gecombineerde luminantie- en 5 chrominantie-informatie (YUV) wordt toegevoerd aan een laagdooriaatfilter 6 met een grensfrequentie van bijvoorbeeld 8 MHz. De synchroniseerinformatie (S) komt ter beschikking als een raster- of verticaal puisvormig synchroniseersignaal VP en als een lijn- of horizontale synchroniseerinformatie HD. De informatie HD kan zijn in vorm van bijvoorbeeld een klok-loop-in signaal, een codesignaal, een puisvormig synchroniseersignaal enzovoort. De signaalscheider 5 geeft verder de identificatie-informatie I af. De 10 informatie I wordt bijvoorbeeld ontvangen in de vorm van een serie bits, aanwezig in de televisielijn 625. Voor de bij figuur 2 beschreven vijf varianten van de signaalopbouw volgt dat er ten minste drie bits worden ontvangen. De identificatie-informatie l wordt door de signaalscheider 5 afgegeven aan een met 7 aangeduide serie-parallelomzetter (S/P). Bij de omzetter 7 is aangegeven dat drie uitgangen drie identificatie-informatiecomponenten 11, 12 en 13 voeren. De bij figuur 2 beschreven varianten van de signaalopbouw 15 kunnen bijvoorbeeld zijn gecodeerd als 000 tot en met 100 in het binaire getallenstelsel.
De horizontale synchroniseerinformatie HD wordt toegevoer aan een oscillator 8 die is uitgevoerd met een fase-vergrendelde lus (PLL). De oscillator 8 levert klokpulsen CPO met een klokpulsfrequentie van bijvoorbeeld 40,5 MHz aan een teller 9. De teller 9 is uitgevoerd met een teller (HCT) voor het tellen van delen van televisielijnen en met een teller (VCT) voor het tellen van televisielijnen. De teller (HCT) is 20 uitgevoerd als een lijnfrequent voorinstelbare teller waarbij een uit de fase-vergrendelde lus van de oscillator 8 betrokken lijnsynchroniseer puls HP aan een voorinstel ingang wordt toegevoerd. De van de signaalscheider 5 betrokken rastersynchroniseerpuls VP wordt toegevoerd aan een voorinstelingang van de raster-frequent voorinstelbare teller (VCT). Bij een bij figuur 4 meer gedetailleerde beschrijving van de teller (VCT) zal blijken dat deze een beeldfrequente voorinstelling heeft.
25 Uitgangen van de teller 9 zijn gekoppeld met adresingangen \ ... An van een met 10 aangeduid programmeerbaar geheugen (PM). Het geheugen 10 is bijvoorbeeld uitgevoerd als een programmeerbaar lees-alleengeheugen (PROM) of als een willekeurig toegankelijk geheugen (RAM). De teller 9 is voorzien van drie verdere uitgangen die zijn gecombineerd met drie met het geheugen 10 verbonden uitgangen tot een met 11 aangeduid aantal van 6 leidingen. De leidingen 11 voeren klokpulsen die met CP1 tot en met 30 CP6 zijn aangeduid. Uitgaande van de als voorbeeld genomen klokpulsfrequentie van 4θ| MHz voor de klokpuls CPO, volgen de volgende klokpulsfrequenties: CP1 = 20^ MHz, CP2 s 13| MHz, CP3 = 10g MHz, CP4 = 6| MHZ, CP5 = 5^ MHz en CP6 = 2^ MHz. In een verhouding uitgedrukt geldt voor de klokpulsfrequenties CP1: CP2: CP3: CP4: CP5: CP6 = 1: §: |. Er wordt verwezen naar figuur 2 waar deze getallen als tijdscompressiefactoren tc zijn genoemd.
35 Het aantal van 6 leidingen 11 is verbonden met ingangen van een met 12 aangeduide multiplexer (MUX) die is uitgevoerd met drie stuuringangen waaraan de identificatie-informatiecomponenten 11, 12 en 13 werden toegevoerd. De multiplexer 12 is voorzien van drie uitgangen die onder besturing van de componenten 11, 12 en 13 elk na een omschakeling aansluitbaar zijn op één der ingangen. Bij de uitgangen van de multiplexer 12 zijn met UCP, VCP en YCP klokpulsen aangegeven, behorend bij een met verschillende 40 snelheden lezen van nader te beschrijven geheugens. Bij figuur 4 wordt een meer gedetailleerde beschrijving van de multiplexer 12 gegeven.
Op de uitgangen van het programmeerbare geheugen 10 volgt een multiplexer 13 die wordt bestuurd door de identifikatiecomponenten 11, 12 en 13. Gesteld wordt dat het geheugen 10 vijf groepen van elk vijf uitgangen heeft, welke groepen afhankelijk van de componenten 11,12 en 13 doorschakelbaar zijn naar vijf 45 uitgangen van de multiplexer 13. Deze uitgangen voeren hierbij, zoals in figuur 4 in detail aangegeven, de signalen AS, BS, CS, DS en ES van figuur 2, gevolgd door één der getallen 1 tot en met 5 afhankelijk van de groep van uitgangen.
De multiplexer 13 wordt gevolgd door een met 14 aangeduide combinatorisch logische schakeling (Pr Ar) van het type ’’programmable array logic". Een dergelijke schakeling berustend op programmeerbare logica, 50 bevat een matrix die door de gebruiker kan worden geprogrammeerd en waarvan de ingangen zijn verbonden met poorten die door middel van OF-EN-functies met elkaar in verbinding staan. In figuur 4 is aangegeven dat in het gegeven voorbeeld een drietal logische schakelingen van het type 16L8 kunnen worden toegepast, waarbij geldt dat 16 staat voor het aantal signalen naar de programmeerbare matrix, L aangeeft de toepassing met NIET-OF-uitgangen zonder register en 8 het aantal uitgangen aangeeft. Hierbij 55 zijn de uitgangen van het ”tri-state” type. De uitvoering van de logische schakeling 14 als een combinatorisch logische schakeling is de eenvoudigste uitvoering, hierbij zijn er slechts logische functies, zonder registers. Een andere, meer ingewikkelde uitvoering kan zijn met een programmeerbaar, lees- 7 194023 alleengeheugen en een erop volgend, parallel-in, parallel-uitschuifregister waarvan enkele uitgangen naar het geheugen zijn teruggekoppeld. De uitvoering als combinatorisch logische schakeling is in ver met het kostenaspect vooral van belang voor de decodeerschakeling aanwezig in de talrijke informatieontvangers.
De logische schakeling 14 dient voor het afgeven aan besturingscircuits van geheugens, van start-5 signalen (ST), stopsignalen (SP), schrijf-leesignalen (WR) en selekteersignalen (SE). Behalve vanuit het geheugen 10 heeft de logische schakeling 14 een signaaltoevoer uit de teller (VCT) (figuur 4) en uit de identificatie serie-parallelomzetter 7.
In figuur 3 is getekend dat uitgangen van de logische schakeling 14 met daarop een start- (ST), een stop- (SP) en een schrijf-leessignaal (WR), zijn verbonden met een met 15 aangeduid besturingscircuit (CC) 10 voor een met 16 aangeduid chrominantiegeheugen (UVM). Slechts klokpulsen CP1 worden toegevoerd aan het besturingscircuit 15, waardoor het geheugen 16 eenzelfde schrijf- en leessnelheid heeft. Het geheugen 16 kan zijn uitgevoerd als een willekeurig toegankelijk geheugen met een geheugeninhoud van 80k8 en met 17 adreslijnen. Voor de werking van het geheugen 16 en voor verder te beschrijven geheugens voor opslag en afgifte van luminantle- of chrominantie-informatie, wordt gesteld dat zij als serieschuifregisters worden 15 gebruikt. Het geheugen 16 heeft de 8 parallelingangen verbonden met 8 paralleluitgangen van een met 17 aangeduide analoog-digitaalomzetter (A/D) die volgt op het filter 6. Aan de omzetter 17 worden de klokpulsen CP1 toegevoerd voor het met de frequentie van 20^ MHz aan de 8 paralleluitgangen verkrijgen van een 8-bits woord voor de momentele waarde van de luminantie-informatie Y of van één van de chrominantie-informatie componenten U en V. De 8 paralleluitgangen van de omzetter 17 liggen verder aan 20 8 ingangen (voor de eenvoud van de figuren niet nader aangeduid) van een multiplexer 18, waarvan evenzo 8 parallelingangen met 8 paralleluitgangen van het chrominantiegeheugen 16 zijn verbonden. De multiplexer 18 is uitgevoerd met een besturingsingang waaraan een selekteersignaal SE vanuit de logische schakeling 14 wordt toegevoerd. Onder besturing van het selekteersignaal SE worden de 8 paralleluitgangen van of het chrominantiegeheugen 16 of van de omzetter 17 met 8 paralleluitgangen van de multiplexer 18 doorverbon- 25 den. Het chrominantiegeheugen 16 is bij de in figuur 2 gegeven varianten van de signaalopbouw alleen niet doorverbonden bij de opbouw volgens figuur 2a. In de andere gevallen wordt in het geheugen 16 geschreven tijdens de lijnen 25 tot aan 82 respectievelijk 25 tot aan 66 (figuur 2c) en tijdens de lijnen 337 tot aan 394 respectievelijk 337 tot aan 378 (figuur 2c).
Op de 8 paralleluitgangen van de multiplexer 18 volgen vier lijnexpansie- of -decompressiegeheugens 30 UL1, UL2, VL1 en VL2, waarbij de eerste twee meer in detail zijn getekend en zijn aangeduid met 19 en 20. Verder gaande details zullen bij figuur 5 worden beschreven. De lijngeheugens 19 en 20 worden bestuurd vanuit een besturingscircuit 21, waarbij meer-bits adresingangen en een klokpulsingang zijn onderscheiden in de twee getekende aansluitingen. Vanuit de logische schakeling 14 wordt een selekteersignaal SE voor de selektie van één van de geheugens 19 of 20 voor schrijven of lezen (WR1 of WR2) vanaf een bepaald 35 moment (ST1 of ST2), aan het circuit CC toegevoerd. Hierbij worden bij het schrijven (W) de klokpulsen CP1 gebruikt, terwijl het lezen (R) gebeurt onder de toevoer van de klokpulsen UCP. Voor de klokpuls frequenties geldt: bij het schrijven CP1 = 20j MHz en bij het lezen UCP = CP4 = 6| MHz voor figuren 2a en 2c, UCP = CP5 = 5^ MHz voor figuur 2b of UCP = CP6 = 2~ voor figuren 2d en 2e. De verschillende leessnelheden worden via de multiplexer 12 verkregen. De lagere leessnelheid geeft ten opzichte van de 40 hogere schrijfsnelheid een tijdsexpanse voor de opgeslagen en afgegeven informatie, waarbij voor de gegeven waarden de volgende respectieve tijdsexpansiefactoren volgen: 3, 4 en 8.
Op de lijngeheugens 19 en 20 volgt een 8-bits multiplexer 22 die vanuit de logische schakeling 14 wordt bestuurd met een selekteersignaal SE. De 8 paralleluitgangen van de multiplexer 22 zijn verbonden met 8 parallelingangen van een met 23 aangeduide digitaal-analoogomzetter (D/A). Op de enkele uitgang van 45 de omzetter 23 volgt een omschakelbaar laagdoorlaatfilter 24, waarvan de uitgang aan de klem 3 ligt. Aan de omzetter 23 worden de klokpulsen UCP toegevoerd. Bij het tussen 2 en 1 MHz omschakelbare filter 24 zijn de klokpulsen UCP getekend. Gesteld wordt dat in het geval beschreven bij de figuren 2d en 2e met UCP = CP6= 2%~ MHz de 1 MHz bandbreedte aanwezig is voor het onderdrukken van bij de digitaal-analoogomzetting optredende stoorcompomponenten. In de andere gevallen is de hogere bandbreedte 50 aanwezig.
In figuur 3 zijn voor de verwerking van de chrominantiecomponent V de onderdelen (CC, VL1, VL2, MUX) in één blok (19-22) opgenomen. Ook hier worden enkel de klokpulsen CP1 voor het schrijven gebruikt, terwijl de klokpulsen VCP de verschillende, reeds beschreven klokpulsfrequenties hebben afhankelijk van de overgedragen variant van de signaalopbouw. Na de digïtaal-analoogomzetting en de 55 filtering komt de geëxpandeerde chrominantie-informatiecomponent V aan de uitgangsklem 4 ter beschikking.
De verwerking van de luminantie-informatie Y gebeurt evenzo met een blok (19-22), waarbij echter de 194023 8 8 parallelingangen direct zijn gekoppeld met de uitgangen van de analoog-digitaalomzetter 17. Na de digitaal-analoogomzetting komt de al dan niet (figuur 2b) geëxpandeerde luminantie-informatie Y ter beschikking aan de uitgangsklem 2 via een laagdoorlaatfilter 24' dat omschakelbaar is tussen 8 MHz en 4 MHz (figuren 2d en 2e). Voor de tijdsexpansie volgt dat bij de schrijf-kiokpulsfrequentie CP1 = 20M^ MHz 5 en de lees-kiokpulsfrequentie YCP = CP2 = 1^ MHz voor figuren 2a en 2c, YCP = CP1 = 20^ MHz voor figuur 2b of YCP = CP3 = 10g MHz voor figuren 2d en 2e, de tijdsexpansiefactoren gelijk zijn aan respectievelijk 1|, 1 en 2. Bij de klokpulsfrequentie van 10g MHz heeft het filter 24' de bandbreedte tot 4 MHz.
Op de beschreven wijze vindt een eenvoudige, goede aanpassing plaats van de decodeerschakeling volgens figuur 3 aan de ontvangen variant van de signaalopbouw. Deze eenvoudige aanpassing is mogelijk 10 door de toepassing van de combinatie van de lijnfrequent voorinsteibare teller HCT, de raster- respectievelijk beeldfrequent voorinsteibare teller VCT, het programmeerbare geheugen 10, de multiplexer 13, de logische schakeling 14, het chrominantiegeheugen 16 en de lijnexpansiegeheugens 19 en 20. Hierbij vormen de oscillator 8, de teller 9 (HCT), de multiplexer 12 en het besturingscircuit 21 een omschakelbare klokpulsbron (8, 9, 12, 21) die bestuurd wordt vanuit de logische schakeling 14 en de identificatie-15 informatieomzetter 7. Een verandering in de signaalopbouw bij één of meer van de vijf beschreven varianten kan op eenvoudige wijze worden uitgevoerd door de enkele aanpassing van het programmeerbare geheugen 10 en van de logische schakeling 14. In het geval van de toepassing van een PROM-geheugen 10 kan een ander, aangepast geheugen in de schakeling volgens figuur 3 worden aangebracht. Een dergelijke verwisseling zal steeds bij de logische schakeling 14 moeten gebeuren. Bij de toepassing van een 20 RAM-geheugen 10 kan deze gehandhaafd worden en dient alleen de inhoud te worden aangepast. Dit kan gebeuren via een apart verkrijgbare geheugen-vulcassette of met een geheugen-vulcassette die via de ingangsklem 1, buiten het normaal ontvangen programma om, met de veranderde informatie wordt gevuld. Bij een uitbreiding tot acht varianten van de signaalopbouw zal de beschreven multiplexer 13 mede moeten worden uitgebreid. Een verdere uitbreiding van het aantal varianten zal een aanpassing van de identificatie-25 informatieomzetter 7 vereisen.
Zoals reeds beschreven wordt het chrominantiegeheugen 16 niet gebruikt bij de ontvangst van een signaalopbouw volgens figuur 2a. Hierbij wordt voor de volledigheid opgemerkt dat bij de ontvangst van een signaalopbouw volgens figuur 2b de luminantielijngeheugens (YL1, 19) (YL2, 20) niet gebruikt worden voor een tijdsexpansie, maar deze enkel een lijnperiode vertraging veroorzaken.
30 In figuur 4 is een deel van de decodeerschakeling volgens figuur 3 meer in detail gegeven. Reeds bij figuur 3 beschreven onderdelen zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid, waarbij gesplitste onderdelen met indexijfers zijn uitgebreid. Zo is de teller 9 gesplitst in drie tellers 9,, 92 en 93. De teller 9-, omvat een 2-deler 30 en een serieschakeling van een 3-deler 31 en een 2-deler 32, die aangesloten op de klokpuls-uitgang van de oscillator 8, de respectieve klokpulsen CP1, CP2 en CP4 leveren. De teller 9, levert de 35 klokpulsen CP1 aan de teller 92 die als 1296-deler met 12 uitgangen Q0 tot en met Q„ is uitgevoerd en een lijnfrequent signaal HS1 voor een voorinstelling ontvangt. De teller 92 is de beschreven voorinsteibare teller HCT van delen van televisielijnen, waarvan de uitgangen zijn gekoppeld met 12 adresingangen Aq ... A,, van een programmeerbaar geheugen 10,. De eerste drie uitgangen van de teller 92 leveren de klokpulsen CP3, CP5 en CP6. Op overeenkomstige wijze is de teller 93l onder de toevoer van de lijnsynchroniseer-40 pulsen HP als klokpulsen, en van een beeldfrequent signaal VS2 voor een voorinstelling werkzaam als een 625-deler en is deze de beeldfrequent voorinsteibare teller VCT van televisielijnen. Van de teller 93 zijn 10 uitgangen Q0 ... Q9 gekoppeld met 10 adresingangen Aq ... Ag van een programmeerbaar geheugen 102. De geheugens 10, en 102 zijn volgens figuur 4 uitgevoerd als PROM met een geheugeninhoud van 2k15 respectievelijk 1k10. Het van 15 uitgangen Q0 ... Q,4 voorziene geheugen 10, is gekoppeld met 45 15 ingangen van een multiplexer 13, die is uitgevoerd met 3 uitgangen. Hierbij zijn steeds 3 ingangen van 5 groepen van ingangen doorverbonden met de 3 multiplexeruitgangen. Met een verwijzing naar de signalen AS1, BS1, CS1; AS2, BS2, CS2 enzovoort gegeven in figuur 2, zijn bij de uitgangen van de multiplexer 13, de signalen AS, BS en CS aangegeven. Op overeenkomstige wijze zijn de 10 uitgangen Qq ... Qg van het geheugen 102 verbonden met 5 groepen van 2 ingangen van een multiplexer 132, die is voorzien van 2 50 uitgangen voor afgifte van de signalen DS en ES. Behalve dat aan de logische schakeling 14 de signalen AS tot en met ES en de identificatie-informatiecomponenten 11,12 en 13 worden toegevoerd, worden daaraan verder signalen 2HS en 4HS met respectievelijk de dubbele en de viervoudige lijnperiode toegevoerd vanuit de teller 93. Het signaal 2HS doet dienst bij de logische schakeling 14 voor de bepaling van de cyclus van twee lijnperioden voor de chrominantie-informatiecomponenten U en V, welke cyclus 55 ontstaat door de overdracht, om de lijn, van de chrominantie-informatiecomponenten U en V. Het signaal 4HS wordt gebruikt voor de bepaling van een cyclus over vier lijnperioden die ontstaat door de overdracht: U, geen U-informatie, U, geen U-informatie, waarbij de als tweede ontvangen U-informatie in het geheugen 9 194023 UL2 moet worden opgenomen.
Volledigheidshalve is in figuur 4 aangegeven dat elk van de paralleluitgangen Q0 ... Qn van de logische schakeling 14 wordt gevolgd door een D-flip-flop 33. Van elke flip-flop 33 is de D-ingang verbonden met een uitgang van de logische schakeling 14, waarbij een klokpulsingang CP de klokpulsen CP1 krijgt toegevoerd.
5 Van de flip-flop-uitgangen Q en Q kunnen beide of kan één ervan worden gebruikt voor de afgifte van een startsignaal ST, een stopsignaal SP, een schrijf-leessignaal WR of een selecteersignaal SE. De flip-flops 33 dienen voor een gelijklopen van de signaalafgifte.
In figuur 4 is de multiplexer 12 voor het leveren van de verschillende klokpulsfrequenties in de lees-klokpulsen UCP, VCP en YCP, getekend met drie multiplexers 12-,, 122 en 123. Bij de multiplexer 12, zijn 10 als voorbeeld met 2a, 2b, 2c, 2d en 2e vijf ingangen aangeduid die met de uitgang zijn doorverbonden wanneer de variant van de signaalopbouw volgens figuur 2a enzovoort wordt ontvangen. De in figuur 4 getekende multiplexers 12, en 12, respectievelijk 123 met de toevoer van de klokpulsen CP4, CP5 en CP6 respectievelijk CP2, CP1 en CP3 stemmen overeen met de in het voorafgaande genoemde lees-klokpulsfrequenties.
15 Voor het verkrijgen van een nauwkeurig vastgelegde telling respectievelijk deling bij de tellers 92 en 9a zijn deze als voorinstelbare tellers uitgevoerd. Een voorinstelingang van de teller 92 is verbonden met een serieschakeling van twee D-flip-flops 34 en 35. De flip-flop 34 krijgt aan de klokpulsingang CP de erbij getekende lijnsynchroniseerpuls HP toegevoerd. De D-ingang van de flip-flop 34 ligt aan massa, hetgeen correspondeert met een logische ”0”. De Q-uitgang van de flip-flop 34 ligt aan de D-ingang van de flip-flop 20 35, aan de klokpulsingang CP waarwan de getekende klokpulsen CP1 worden toegevoerd. De Q-uitgang van de flip-flop 35 voert het erbij getekende signaal HS1 dat voor de voorinstelling dient en verder is teruggekoppeld naar de stel-ingang S van de flip-flop 34.
Voor de uitleg van de werking van de flip-flops 34 en 35 in de serieschakeling (34, 35) en de teller 92 wordt uitgegaan van een bij de teller 92 plaatsvindende telling. Hierbij is de logische "1” aanwezig in het 25 signaal HS1. Bij deze logische ”1 ” is de teller 92 namelijk vrijgegeven. Verder wordt gesteld dat de Q-uitgang van de flip-flop 34 de logische ”1” voert en de flip-flop met de logische "1” op de S-ingang is vrijgegeven. Het optreden van de opgaande flank in de lijnsynchroniseerpuls HP veroorzaakt een omklappen van de flip-flop 34 daar de Q-uitgang nu de logische "0” moet overnemen van de D-ingang. De onmiddellijk hierop volgende opgaande flank bij de klokpulsen CP1 doet de flipflop 35 omklappen, daar de 30 logische "0” aan de D-ingang wordt doorgegeven naar de Q-uitgang. De logische ”0” in het signaal HS1 blokkeert de werking van de teller 92 en zet deze op een vooringestelde nulwaarde en verder wordt via de S-ingang aan de Q-uitgang van de flip-flop 34 op dominerende wijze de logische "1” gegeven. De onmiddellijk hierop volgende opgaande flank bij de klokpulsen CP1 doet met de logische ”1” op de D-ingang de flip-flop 35 omklappen waardoor de logische ”1” weer in het signaal HS1 optreedt. De teller 9a 35 is nu weer vrijgegeven voor de telling vanaf de vooringestelde nulwaarde. Het blijkt dat in het signaal HS1 tijdens een getekende klokpulsperiode TCP de logische ”0” voorkomt.
Na een tijdsduur (TH-TCP) treedt de volgende lijnsynchroniseerpuls HP op en wordt de teller 92 op de vooringestelde nulwaarde gezet. Door de keuze van de klokpulsfrequentie CP1 = 20^ MHz bij de lijnperiode TH = 64 ps, volgt dat daarin 1296 klokpulsperioden passen. De toepassing van de flip-flop-serieschakeling 40 (34, 35) leidt tot een nauwkeurige telling respectievelijk deling.
In het voorafgaande is als voorbeeld beschreven de geïnterlinieerde 625-lijnenstandaard met een beeldfrequentie van 50 Hz. Voor de geïnterlinieerde 525-lijnenstandaard met een beeldfrequentie van 60 Hz kan de beschreven decodeerschakeling onder aanpassing aan de verschillend zijnde tijdsperioden gelijksoortig worden uitgevoerd. Voor de aanpassing van de teller 92 wordt opgemerkt dat bij de toepassing 45 van dezelfde klokpulsfrequentie CP1 = 20^ z, bij de in de standaard vastgelegde lijnperiode van 63,555 ps, daarin 1287 klokpulsperioden passen.
De beeldfrequente voorinstelling van de teller 93 wordt verwezenlijkt met een serieschakeling van drie D-flip-flops 36, 37 en 38, waaraan de getekende rastersynchroniseerpuls VP en lijnsynchroniseerpuls HP worden toegevoerd. De beeldsynchronisering is van belang in die gevallen van de signaalopbouw waarbij 50 de helft van de oorspronkelijke chrominantie-informatie wordt overgedragen. Hierbij kan gekozen worden voor de overdracht van de chrominantie-informatiecomponenten U en V om de lijn of van de component U van de ene lijn en de component V van de volgende lijn. Voor beide keuzen geldt dat er voor de chrominantie-informatie een periodiciteit optreedt met een cyclus van vier rasterperioden of te wel twee beeldperioden. Bij een vertikale beeldovergang in een weergegeven beeld treden met de halve beeldfre-55 quentie kleurflikkeringsverschijnselen op. Ter voorkoming hiervan dient een beeldfrequente synchronisering te worden uitgevoerd. In het geval van de signaalopbouw volgens figuur 2c kan de volledige chrominantie-informatie worden overgedragen, zodat met een rasterfrequente synchronisering kan worden volstaan. In 194023 10 plaats dat drie gebieden U met de tijdscompressiefactor tc = | bij de signaalopbouw worden toegepast, kunnen ter verkleining van het aantal televisielijnen bijvoorbeeld zes gebieden U met een tijdscompressiefactor tc = ^ worden toegepast. De lees-klokpulsfrequentie hiervoor kan worden verkregen door op de 2-deler 32 van figuur 4 een volgende 2-deler aan te sluiten.
5 In figuur 4 wordt de rastersynchroniseerpuls VP toegevoerd aan de klokpulsingang CP van de flip-flop 36, aan de D-ingang waarvan de lijnsynchroniseerpuls HP wordt toegevoerd. De Q-uitgang van de flip-flop 36 ligt aan de klokpulsingang CP van de flip-flop 37, waarvan de D-ingang aan massa ligt (logische ”0”) en de Q-uitgang is verbonden met de D-ingang van de flip-flop 38. De klokpulsingang CP van de flip-flop 38 krijgt de lijnsynchroniseerpuls HP toegevoerd, waarbij de Q-uitgang is verbonden met de voorinstelingang 10 van de teller 9^ en is teruggekoppeld naar de stel-ingang S van de flip-flop 37.
Voor de verklaring van de werking van de serieschakeling (36, 37, 38) wordt bij een vrijgegeven en werkende teller 93 waarbij de logische ”1” aanwezig is aan de Q-uitgangen van de flip-flops 37 en 38 uitgegaan van een moment waarop de opgaande pulsflank in de puls VP optreedt. Hierbij is hetzij de logische ”1” (kruisje bij lijn 1 in figuur 2a) hetzij de logische ”0” (kruisje tijdens lijn 312 in figuur 2a) in de 15 puls HP aanwezig. In figuur 4 is aan de Q-uitgang van de flip-flop 36 met een signaal VS1 het resultaat getekend. De opgaande pulsflank aan het begin van de rasterperiode TV1 veroorzaakt aan de Q-uitgang van de flip-flop 37 een logische ”0” in de eerste lijnperiode TH1. De volgende opgaande lijnsynchroniseerpuls HP van de tweede lijnperiode TH2 doet de flip-flop 38 omklappen naar de logische ”0”, zoals getekend in het signaal VS2. De logische ”0" aan de S-ingang van de flip-flop 37 geeft op dominerende wijze de 20 logische ”1” aan de Q-uitgang, waarop de opgaande pulsflank in de puls HP aan het begin van de derde lijnperiode, de flip-flop 38 doet terugklappen naar de logische ”1”. Hierbij wordt de teller 93 met de vooringestelde nulwaarde vrijgegeven voor de telling van de pulsen HP tot de volgende terugstelling naar de nulwaarde. Het resultaat is een beeldfrequequent gesynchroniseerde 625-delerAeller VCT, op eenvoudige wijze verkregen met behulp van de flip-flop-serieschakeling (36, 37, 38).
25 In figuur 5 is een meer gedetailleerde uitvoering gegeven van het blok (19-22) met de lijngeheugens 19 (L1) en 20 (L2), het besturingscircuit 21 (CC) en de multiplexer 22. Het besturingscircuit 21 is opgebouwd met twee multiplexers 21, en 212 via welke onder besturing van het selecteersignaal SE de schrijf-klokpulsen CP1 dan wel één der leesklokpulsen UCP, VCP of YCP aan het ene of andere geheugen 19 of 20 worden toegevoerd. Als voorbeeld is een RAM-uitvoering met een geheugencapaciteit van 2k8 gegeven. 30 Hierbij levert een adresseercircuit 213 aan elk 11 paralleluitgangen adresinformatie aan de geheugens 19 en 20, onder besturing van een startsignaal ST1 respectievelijk ST2 en een schrijf-leesignaal WR1 respectievelijk WR2. Na een met de hoge klokpulsfrequentie CP1 snel schrijven van de informatie in afwisselend het geheugen 19 dan wel 20, wanneer de op te nomen luminantie-infoimatie Y of de chrominantie-informatiecomponent U of V wordt aangeboden, volgt de volgende lijnperiode TH een langzamer, tot de 35 tijdsexpansie leidend lezen. Hierbij worden de lijngeheugens YL1 en YL2 éénmaal gelezen, terwijl met een uitzondering voor de variant van figuur 2c, de lijngeheugens UL1 en UL2 respectievelijk VL1 en VL2 tweemaal- achter elkaar worden gelezen.
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat bij het besturingscircuit 21 (CC) geen stopsignalen SP benodigd zijn, daar de signaaldoorvoer wordt bepaald door de multiplexer 22. Hierbij mogen aan de met de 40 uitgangen niet-doorverbonden ingangen informatieveranderingen optreden.
In figuur 6 is een uitvoeringsvorm van een codeerschakeling in de informatiegever gegeven. In figuur 6 is met 50 een signaalbron aangeduid voor het leveren van luminantie-informatie Y, de chrominantieinformatie-componenten U en V en een samengestelde synchroniseerinformatie S. Met 51 is een signaalbron aangegeven die identificatie-informatie I levert. Met 52 is bij de bron 51 een keuzetoets aangeduid via welke 45 gekozen kan worden voor welke variant van de signaal op uw volgens figuur 2 de codeerschakeling werkzaam zal zijn. Bij de codeerschakeling volgens figuur 3 is beschreven hoe de identificatie-informatie I aanwezig kan zijn. Via 3 leidingen wordt in figuur 6 de informatie I toegevoerd aan een signaalgenerator 53 die op de bij figuren 3 en 4 beschreven wijze is uitgevoerd met de in figuur 6 erin aangegeven onderdelen. Verder wordt aan de generator 53 toegevoerd de door een signaalscheider 54 uit de informatie S af te 50 scheiden raster- (VP) en lijnsynchroniseerinformatie (HD). De generator 53 levert via 6 leidingen 55 en een multiplexer 56 die door de informatie I wordt bestuurd, de klokpulsen YCP, UCP en VCP met de verscheidene klokpulsfrequenties die nu worden gebruikt voor het schrijven in geheugens. De vaste klokpulsen CP1 voor het lezen uit geheugens zijn bij de leidingen 55 aangegeven. De generator 53 wordt verder geacht de startsignalen ST, de stopsignalen SP, de schrijf-leessignalen WR en de selecteersignalen SE af te geven.
55 De luminantie-informatie Y afkomstig van de bron 50 wordt via een tussen 8 en 4 MHz omschakelbaar laagdoorlaatfilter 57 afgegeven aan een analoog-digitaalomzetter 58. Bij de keuze voor de variant van de signaalopbouw volgens figuren 2d en 2e, waarbij de klokpulsfrequentie van 1θ| MHz bij de klokpulsen YCP
11 194023 optreedt, is de tot 4 MHz beperkte bandbreedte aanwezig. De omzetter 58 is verder werkzaam met de klokpulsen YCP. De 8 uitgangen van de omzetter 58 zijn verbonden met elk 8 ingangen van twee lijncompressiegeheugens 59 en 60, die worden bestuurd vanuit een besturingscircuit 61. De lijngeheugens 59 en 60 en het besturingscircuit 61 zijn werkzaam zoals beschreven bij figuren 3 en 5 (19, 20, 21), echter 5 met de schrijf- en leesklokpulsen verwisseld. Op de lijngeheugens 59 en 60 volgt een multiplexer 62 die een selecteersignaal SE krijgt toegevoerd. De multiplexer 62 is aangesloten op 8 ingangen van een multiplexer 63 waaraan een selecteersignaal SE wordt toegevoerd. Een aantal van 8 verdere ingangen van de multiplexer 63 is verbonden met 8 uitgangen van elk een signaalverwerkingsschakeling 64 en 65 voor respectievelijk de chrominantie-informatiecomponenten U en V met daarin de onderdelen 57 tot en met 62. 10 Het omschakelbare filter is hierbij aangepast aan de 2 MHz en de 1 MHz bandbreedte.
De multiplexer 63 wordt gevolgd door een rastergeheugen 66 met een geheugeninhoud van 308k8. Aan het geheugen 66 worden de klokpulsen CP1 en een start-stopsignaal STP toegevoerd. Het geheugen 66 kan worden beschouwd te zijn opgebouwd met geheugenelementen in rijen en kolommen, waarbij de rijen korresponderen met de televisielijnen. Het geheugen 66 is hierbij werkzaam als een schuifregister waarin 15 lijngewijs wordt geschreven met klokpulsen CP1 in de lijnperioden TH van de klokpuls 281 of 283 tot en met 1296 (figuren 2b of 2a en 2c), van de klokpuls 281 tot 789 (figuur 2d) of van de klokpulsen 789 tot en met 1296 (figuur 2e), gedurende de tijdsduur dat alleen luminantie-informatie (figuren 2b tot en met 2e) of chrominantie- en luminantie-informatie (figuur 2a) aanwezig zijn.
De schakelingen 64 en 65 worden gevolgd door een chrominantiegeheugen 67 dat in een RAM· 20 uitvoering een geheugeninhoud heeft van bijvoorbeeld 80k8. Het geheugen 67 wordt via 17 adresleidingen bestuurd vanuit een besturingscircuit 68 waaraan klokpulsen CP1, een startsignaal ST, een stopsignaal SP en een schrijf-leessignaal WR worden toegevoerd. Een aantal van 8 uitgangen van beide geheugens 66 en 67 is verbonden met een multiplexer 69 waaraan een selecteersignaal SE wordt toegevoerd. De multiplexer 69 heeft 8 uitgangen die zijn verbonden met 8 ingangen van een digitaal-analoogomzetter 70, waaraan de 25 klokpulsen CP1 worden toegevoerd. De uitgang van de omzetter 70 is verbonden met een ingang van een optelschakellng 71 waaraan verder de synchroniseerinformatie S en de identificatie-informatie I worden toegevoerd. De uitgang van de optelschakeling 71 ligt via een laagdoorlaatfilter met een bandbreedte tot 8 MHz aan een uitgangsklem 73 van de codeerschakeling volgens figuur 6. De uitgangsklem 73 voert een signaal YUVSI, waarbij de luminantie-informatie Y en de chrominantie-informatiecomponenten U en V als 30 voorbeeld zijn opgebouwd volgens een der varianten gegeven in figuur 2. Het combineren van de informaties S en I met de informatie Y kan ook anders dan op de getekende wijze, in een verderop gebeurende signaalbeweking gerealiseerd worden.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat het chrominantiegeheugen 67 niet wordt gebruikt bij de variant van de signaalopbouw volgens figuur 2a en daarbij het geheugen 66 enkel werkzaam is met een raster-35 vertragingstijdsduur. Hierbij wordt zowel luminantie- als chrominantie-informatie door het geheugen 66 verwerkt, welk geheugen 66 echter in hoofdzaak dient voor de verwerking van alleen luminantie-informatie zoals het het geval is bij de varianten van de signaalopbouw volgens figuren 2b, 2c, 2d en 2e. In het geval van de varianten volgens figuren 2b, 2c, 2d en 2e wordt de luminantie-informatie Y een rasterperiode opgeslagen in het geheugen 66 en worden de chrominantie-informaties U en V een rasterperiode opgesla-40 gen in het geheugen 67, waarna volgens een tijdmultiplexsysteem, via de multiplexer 69, de geheugens 67 en 66 na elkaar worden gelezen.
De codeerschakeling volgens figuur 6 is overeenkomstig de decodeerschakeling volgens figuur 3, in de generator 53 uitgevoerd met een lijnfrequent voorinstelbare teller (HCT) van delen van televisielijnen en met een beeld- respectievelijk rasterfrequent voorinstelbare teller (VCT) van televisielijnen, van welke tellers 45 uitgangen zijn gekoppeld met adresingangen van een programmeerbaar geheugen (PM), waarvan uitgangen via een door identificatie-informatie (I) omschakelbare multiplexer (MUX) zijn gekoppeld met een logische schakeling (PrAr) voor het opwekken van startsignalen (ST), stopsignalen (SP), selecteersignalen (SE) en schrijf- en leessignalen (WR). Deze signalen worden althans ten dele toegevoerd aan de geheugens 67 en 66 voor de opslag en afgifte van chrominantie-informatie respectievelijk luminantie-informatie 50 met eenzelfde schrijf- en leessnelheid onder besturing van de klokpulsen CP1. Verder zijn er de geheugens 59 en 60 ofwel YL1, YL2; UL1, UL2 en VL1, VL2 voor opslag en afgifte van luminantie- respectievelijk chrominantie-informatie met de verscheidene schijfsnelheden (klokpulsen YCP, UCP en VCP) en de genoemde leessnelheid (klokpulsen CP1). Hiertoe is de codeerschakeling volgens figuur 6 uitgevoerd met een omschakelbare klokpulsbron (PLL, HCT, 56, 61) die wordt bestuurd vanuit de logische schakeling 55 (PrAr) en de identifieatie-informatiebron 51.

Claims (11)

194023 12
1. Kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexkodering, welk systeem is uitgevoerd met ten minste één informatiegever, ten minste één informatieontvanger en een 5 transmissie- respectievelijk informatieopslagkanaal tussen gever en ontvanger, welke informatiegever is voorzien van ten minste één signaalbron voor het leveren van signalen met luminantie-, chrominantie-, synchroniseer- en identificatie-informatie en van een codeerschakeling voor een tijdmultiplexkodering van althans een deel van de genoemde signalen, na al dan niet een tijdscompressie ervan, welke codeerschakeling is voorzien van een uitgang voor afgifte van een tijdmultiplex gecodeerd signaal voor overdracht 10 over het transmissiekanaal respectievelijk opslag in het informatieopslagkanaal, welke informatieontvanger is voorzien van een met het genoemde kanaal gekoppelde decodeerschakeling die, passend bij de genoemde codeerschakeling, geschikt is voor het afgeven van signalen met althans luminantie- en chrominantieinfor-matie die grotendeels overeenkomt met de door de signaalbron in de informatiegever geleverde informatie, met het kenmerk, dat in het systeem de identificatie-informatie een aantal informatiecomponenten bevat die 15 betrekking hebben op veranderbare aantallen van televisielijnen respectievelijk op veranderbare delen van televisielijnen waarin al dan niet gecomprimeerde luminantie-informatie en chrominantie-informatie voorkomen.
2. Kleurentelevisiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de informatieontvanger de decodeerschakeling is uitgevoerd met een lijnfrequent voorinstelbare teller van delen van televisielijnen en 20 met een beeld- respectievelijk rasterfrequent voorinstelbare teller van televisielijnen, van welke tellers uitgangen zijn gekoppeld met adresingangen van een programmeerbaar geheugen, waarvan uitgangen via een door de ontvangen identificatie-informatie omschakelbare multiplexer zijn gekoppeld met een logische schakeling voor het opwekken van start-, stop-, selecteer- en schrijf- respectievelijk leessignalen voor een geheugen voor de opslag en afgifte van chrominantie-informatie met eenzelfde schrijf- en leessnelheid en 25 voor geheugens voor opslag en afgifte van luminantie- respectievelijk chrominantie-informatie met de genoemde schrijfsnelheid en één van verscheidene leessnelheden, onder besturing van een via de logische schakeling en de identificatie-informatie omschakelbare klokpulsbron.
3. Kleurentelevisiesysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de logische schakeling is uitgevoerd als een combinatorisch logische schakeling.
4. Kleurentelevisiesysteem volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat in- en uitgangen van het geheugen voor de opslag en afgifte van chrominantie-informatie met eenzelfde schrijf- en leessnelheid zijn gekoppeld met ingangen van een multiplexer die voor de besturing is gekoppeld met de logische schakeling, op welke multiplexer de geheugens voor opslag en afgifte van chrominantie-informatie met de genoemde schrijfsnelheid en één van verscheidene leessnelheden volgen.
5. Kleurentelevisiesysteem volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de genoemde voorinstelbare tellers zijn uitgevoerd met een voorinstelingang waarop een serieschakeling van flip-flops is aangesloten, aan welke serieschakeling een lijnsynchroniseerpuls wordt toegevoerd.
6. Kleurentelevisiesysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat bij de beeldfrequent voorinstelbare teller verder een rastersynchroniseerpuls aan de serieschakeling van flip-flops wordt toegevoerd.
7. Kleurentelevisiesysteem volgens een der conclusies 2 tot en met 6, met het kenmerk, dat de omschakelbare klokpulsbron is uitgevoerd met een gesynchroniseerde oscillator, met de met de oscillator gekoppelde lijnfrequent voorinstelbare teller van delen van televisielijnen, met een multiplexer, aan uitgangen waarvan klokpulsen met verscheidene klokpulsfrequenties worden toegevoerd, en met geheugenbesturingscircuits via welke de geheugens met de genoemde schrijfsnelheid en één van verscheidene leessnelheden worden 45 bestuurd.
8. Kleurentelevisiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de informatiegever de codeerschakeling is uitgevoerd met een lijnfrequent voorinstelbare teller van delen van televisielijnen en met een beeld- respectievelijk rasterfrequent voorinstelbare teller van televisielilnen, van welke tellers uitgangen zijn gekoppeld met adresingangen van een programmeerbaar geheugen, waarvan uitgangen via een door 50 identificatie-informatie omschakelbare multiplexer zijn gekoppeld met een logische schakeling voor het opwekken van start-, stop-, selecteer- en schrijf- respectievelijk leessignalen voor geheugens voor de opslag en afgifte van chrominantie-informatie en van hoofdzakelijk luminantie-informatie met eenzelfde schrijf- een leessnelheid en voor geheugens voor opslag en afgifte van luminantie- respectievelijk chrominantie-informatie met één van verscheidene schrijfsnelheden en de genoemde leessnelheid, onder besturing van 55 een via de logische schakeling en de identificatie-informatie omschakelbare klokpulsbron.
9. Kleurentelevisiesysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat uitgangen van de geheugens voor de opslag en afgifte van chrominantie- respectievelijk luminantie-informatie met één van verscheidene 13 194023 schrijfsnelheden en de genoemde leessnelheid zijn gekoppeld met ingangen van een multiplexer, waarbij ingangen van het geheugen voor opslag en afgifte van hoofdzakelijk luminantie-informatie met eenzelfde schrift- en leessnelheid zijn gekoppeld met uitgangen van de genoemde multiplexer en ingangen van het geheugen voor opslag en afgifte van chrominantie-informatie met eenzelfde schrijf- en leessnelheid zijn 5 gekoppeld met uitgangen van de geheugens voor de opslag en afgifte van chrominantieinformatie met één van verscheidene schrijfsnelheden en de genoemde leessnelheid, waarbij uitgangen van de geheugens voor opslag en afgifte van in hoofdzaak luminantie-informatie respectievelijk chrominantie-informatie met eenzelfde schrijf- en leessnelheid zijn gekoppeld met ingangen van een multiplexer, waarop de codeer-schakelingsuitgang volgt.
10. Informatiegever voor een kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexcodering, welke informatiegever is voorzien van: ten minste één signaalbron voor het leveren van signalen met oorspronkelijke luminantie-, chrominantie-, synchroniseer- en identificatie-informatie; en een codeerschakeling voor een tijdmultiplexcodering van althans een deel van de genoemde signalen, al 15 dan niet na een tijdscompressie ervan, welke codeerschakeling is voorzien van een uitgang voor afgifte van een tijdmultiplex gecodeerd signaal met luminantie, chrominantie, synchroniseer- en identificatie-informatie voor overdracht over een transmissiekanaal respectievelijk opslag in een informatieopslag-kanaal; met het kenmerk, dat de identificatie-informatie in het tijdmultiplex gecodeerde signaal een aantal informatiecomponenten bevat die betrekking hebben op veranderbare aantallen van televisielijnen 20 respectievelijk op veranderbare delen van televisielijnen waarin al dan niet gecomprimeerde luminantie-informatie en chrominantie-informatie voorkomen.
11. Informatieontvanger voor een kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexcodering, welke informatieontvanger is voorzien van: een decodeerschakeling met een ingang voor het van een transmissiekanaal respectievelijk informatiefs opslagkanaal ontvangen van een tijdmultiplex gecodeerd signaal met luminantie-, chrominantie, synchroniseer- en identificatie-informatie waarin althans een deel van oorspronkelijke luminantie-, chrominantie-, synchroniseer- en identificatie-informatie tijdmultiplex gecodeerd zijn, voor het afgeven van signalen met althans luminantie- en chrominantie-informatie die grotendeels overeenkomt met de oorspronkelijke luminantie- en chrominantie-informatie, met het kenmerk, dat de identificatie-informatie in 30 het tijdmultiplex gecodeerde signaal een aantal informatiecomponenten bevat die betrekking hebben op veranderbare aantallen van televisielijnen respectievelijk op veranderbare delen van televisielijnen waarin al dan niet gecomprimeerde luminantie-informatie en chrominantie-informatie voorkomen. Hierbij 5 bladen tekening
NL8400926A 1983-05-06 1984-03-23 Kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexcodering en daartoe geschikte informatiegever en -ontvanger. NL194023C (nl)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400926A NL194023C (nl) 1983-05-06 1984-03-23 Kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexcodering en daartoe geschikte informatiegever en -ontvanger.
DE19843415725 DE3415725A1 (de) 1983-05-06 1984-04-27 Farbfernseh-uebertragungs- bzw. informationsspeichersystem mit zeitmultiplexcodierung und dazu geeigneter informationsgeber und -empfaenger
US06/605,967 US4625230A (en) 1983-05-06 1984-05-01 Color television transmission or data storage system with time division multiplex encoding and data generator and receiver suitable therefor
CA000453385A CA1232057A (en) 1983-05-06 1984-05-02 Colour television transmission or data storage system
GB08411208A GB2140242B (en) 1983-05-06 1984-05-02 Colour television transmission or data storage system with time-division multiplex encoding and data generator and receiver suitable therefor
SE8402381A SE459835B (sv) 1983-05-06 1984-05-03 Faergtelevisionsoeverfoerings- eller datalagringssystem med tidsmultiplexkodning samt datagenerator och -mottagare som aer laempliga haerfoer
FI841761A FI76663C (fi) 1983-05-06 1984-05-03 Faergtelevisionstransmission- eller datalagringssystem med tidsdelningsmultiplexkodning och en datagenerator och en mottagare laempad foer detta.
AT0147084A AT385623B (de) 1983-05-06 1984-05-03 Farbfernseh-uebertragungs- bzw. informationsspeichersystem mit zeitmultiplexcodierung und informationsgeber und -empfaenger hiefuer
FR8406958A FR2545673B1 (fr) 1983-05-06 1984-05-04 Systeme de stockage d'information respectivement de transmission pour television en couleurs a codage en multiplex a division dans le temps et generateur et recepteur d'information
AU27683/84A AU562589B2 (en) 1983-05-06 1984-05-04 Time-division multiplex encoding/decoding of colour television signal
IT20811/84A IT1196102B (it) 1983-05-06 1984-05-04 Sistema di trasmissione o memorizzazione per televisione a colori con codificazione multiplex a divisione di tempo e generatore e ricevitore di dati per lo stesso
JP59090828A JP2608541B2 (ja) 1983-05-06 1984-05-07 データ受信機
HK869/91A HK86991A (en) 1983-05-06 1991-10-31 Colour television transmission or data storage system with time-division multiplex encoding and data generator and receiver suitable therefor

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8301600 1983-05-06
NL8301600 1983-05-06
NL8400926A NL194023C (nl) 1983-05-06 1984-03-23 Kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexcodering en daartoe geschikte informatiegever en -ontvanger.
NL8400926 1984-03-23

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8400926A NL8400926A (nl) 1985-10-16
NL194023B NL194023B (nl) 2000-12-01
NL194023C true NL194023C (nl) 2001-04-03

Family

ID=26645860

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8400926A NL194023C (nl) 1983-05-06 1984-03-23 Kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexcodering en daartoe geschikte informatiegever en -ontvanger.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4625230A (nl)
JP (1) JP2608541B2 (nl)
AT (1) AT385623B (nl)
AU (1) AU562589B2 (nl)
CA (1) CA1232057A (nl)
DE (1) DE3415725A1 (nl)
FI (1) FI76663C (nl)
FR (1) FR2545673B1 (nl)
GB (1) GB2140242B (nl)
HK (1) HK86991A (nl)
IT (1) IT1196102B (nl)
NL (1) NL194023C (nl)
SE (1) SE459835B (nl)

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ATE26373T1 (de) * 1982-12-14 1987-04-15 Indep Broadcasting Authority Geraet zur nachrichtenableitung fuer komponentenfernsehvideosignalempfang.
GB8318602D0 (en) * 1983-07-08 1983-08-10 Indep Broadcasting Authority Extended definition television system
NL8500735A (nl) * 1985-03-14 1986-10-01 Philips Nv Systeem voor het regelsgewijs in een compressie-inrichting comprimeren van binaire data van een beeldveld, decompressie-inrichting voor gebruik in zo een systeem en afbeeldinrichting voorzien van zo een decompressie-inrichting.
US4651208A (en) * 1985-03-18 1987-03-17 Scientific Atlanta, Inc. Compatibility of widescreen and non-widescreen television transmissions
NL8500787A (nl) * 1985-03-19 1986-10-16 Philips Nv Kleurentelevisie-ontvanger voorzien van een televisieschakeling voor het omzetten van een tijdmultiplexsignaal in simultane signalen en daarvoor geschikte, geintegreerde schakeling.
NL8501096A (nl) * 1985-04-15 1986-11-03 Philips Nv Televisiesysteem en daartoe geschikte informatiegever en -ontvanger.
FR2590094B1 (fr) * 1985-11-08 1987-12-18 Thomson Video Equip Systeme pour la transmission de signaux de television en couleurs sur canaux ou lignes de transmission a bande etroite
BE904101A (nl) * 1986-01-24 1986-07-24 Bell Telephone Mfg Cy Beeldverwerkingssysteem en daarin toegepaste fazevergrendelingslus.
US4740832A (en) * 1986-10-14 1988-04-26 Technology, Inc., 64 Image storage using separately scanned luminance and chrominance variables
US4779144A (en) * 1987-03-02 1988-10-18 Technology Inc., 64 Image storage using separately scanned luminance-detail and narrowband color-component variables
DE3733472A1 (de) * 1987-09-30 1989-04-20 Thomson Brandt Gmbh D2mac-fernsehuebertragungssystem
JP2783364B2 (ja) * 1987-09-30 1998-08-06 ドイチエ トムソン‐ブラント ゲゼルシヤフト ミツト ベシユレンクテル ハフツング ビデオコンポーネントを処理する回路
JPH01278183A (ja) * 1988-04-28 1989-11-08 Canon Inc デイジタル画像記録及び又は再生装置
JPH0683251B2 (ja) * 1988-07-27 1994-10-19 アメリカン テレフォン アンド テレグラフ カムパニー コンピユータ通信方法
DE3840054C1 (nl) * 1988-11-28 1989-09-07 Institut Fuer Rundfunktechnik Gmbh, 8000 Muenchen, De
DE3841173C1 (en) * 1988-12-07 1989-11-16 Institut Fuer Rundfunktechnik Gmbh, 8000 Muenchen, De Compatible television transmission system
DE3843423C1 (en) * 1988-12-23 1989-09-14 Institut Fuer Rundfunktechnik Gmbh, 8000 Muenchen, De Compatible television transmission system
JP2911468B2 (ja) * 1989-02-21 1999-06-23 キヤノン株式会社 記憶装置及び再生装置
GB8911493D0 (en) * 1989-05-18 1989-07-05 Indep Broadcasting Authority Data transmission in the active picture period
KR920006995B1 (ko) * 1990-06-27 1992-08-24 삼성전자 주식회사 디지탈신호 재생처리장치
DE4039307A1 (de) * 1990-10-01 1992-04-02 Thomson Brandt Gmbh Fernsehuebertragungssystem und decoder fuer ein fernsehuebertragungssystem
EP0507297A3 (en) * 1991-04-03 1993-09-15 Canon Kabushiki Kaisha System and apparatus for image information processing
DE4128337A1 (de) * 1991-08-27 1993-03-04 Thomson Brandt Gmbh Verfahren und einrichtung zur decodierung von bildsignalen mit zusatzinformationen
DE4203479A1 (de) * 1992-02-07 1993-08-12 Thomson Brandt Gmbh Verfahren und schaltung zur decodierung von letterbox-signalen
DE4426382A1 (de) * 1994-07-26 1996-02-01 Thomson Brandt Gmbh Decoder für PALplus-Signale mit einer zyklischen Schreib/Lese-Speichersteuerung
DE102004006768B4 (de) * 2004-02-11 2006-01-05 Infineon Technologies Ag Verfahren zur Vermeidung von Umschaltverzögerungen beim Kanalwechsel in digitalen Fernsehübertragungssystemen
EP2238737A4 (en) 2008-04-22 2014-03-26 Afl Telecommunications Llc UNIVERSAL XDSL DIVISION INTERFACE WITH ABILITY TO MULTIPLE FEATURES AND IMPROVING THE PERFORMANCE OF A SIGNAL
DE202008011541U1 (de) * 2008-08-29 2008-10-30 Carl Zeiss Ag Anzeigesystem

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2629706C3 (de) * 1976-07-02 1986-07-10 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Verfahren zur Übertragung und/oder Aufzeichnung von Farbfernsehsignalen
US4376957A (en) * 1980-02-25 1983-03-15 Rca Corporation Transmission system with sequential time-compressed baseband color
US4335393A (en) * 1980-04-15 1982-06-15 Harris Video Systems, Inc. Method and system using sequentially encoded color and luminance processing of video type signals to improve picture quality
ATE26373T1 (de) * 1982-12-14 1987-04-15 Indep Broadcasting Authority Geraet zur nachrichtenableitung fuer komponentenfernsehvideosignalempfang.

Also Published As

Publication number Publication date
JP2608541B2 (ja) 1997-05-07
NL194023B (nl) 2000-12-01
FR2545673A1 (fr) 1984-11-09
SE459835B (sv) 1989-08-07
CA1232057A (en) 1988-01-26
NL8400926A (nl) 1985-10-16
SE8402381L (sv) 1984-11-07
FR2545673B1 (fr) 1988-11-18
DE3415725C2 (nl) 1988-08-11
ATA147084A (de) 1987-09-15
FI76663C (fi) 1988-11-10
AT385623B (de) 1988-04-25
IT1196102B (it) 1988-11-10
GB2140242A (en) 1984-11-21
FI841761A0 (fi) 1984-05-03
DE3415725A1 (de) 1984-11-08
SE8402381D0 (sv) 1984-05-03
AU2768384A (en) 1984-11-08
GB2140242B (en) 1986-08-06
US4625230A (en) 1986-11-25
HK86991A (en) 1991-11-08
FI841761A (fi) 1984-11-07
AU562589B2 (en) 1987-06-11
GB8411208D0 (en) 1984-06-06
IT8420811A1 (it) 1985-11-04
IT8420811A0 (it) 1984-05-04
FI76663B (fi) 1988-07-29
JPS6016782A (ja) 1985-01-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194023C (nl) Kleurentelevisie transmissie- respectievelijk informatieopslagsysteem met tijdmultiplexcodering en daartoe geschikte informatiegever en -ontvanger.
KR100195357B1 (ko) 화상 오버레이의 종횡비 제어 가능한 디스플레이 시스템
JP3394060B2 (ja) 水平パンシステム
JP2502829B2 (ja) 画像表示装置
DE3885764T2 (de) Fernsehempfänger mit gespeichertem zweitem signal.
KR100191408B1 (ko) 수직 리세트 발생 시스템
NL8501096A (nl) Televisiesysteem en daartoe geschikte informatiegever en -ontvanger.
US6701027B1 (en) Device for separating large images captured by data acquisition
KR100209849B1 (ko) 와이드 스크린 텔레비젼용 수평 패닝 장치
JPH08280043A (ja) 立体テレビジョン信号の再生方法およびその装置
MXPA99006050A (en) System and method for synthesizing three-dimensional video from a two-dimensional video source
CZ316991A3 (en) wide-screen television display

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: PHILIPS ELECTRONICS N.V.

V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20040323