NL1022983C2 - Samenstel voorzien van ten minste één tegel en ophangprofielen daarvoor, alsmede een dergelijke tegel, dergelijke ophangprofielen, een voegprofiel en een werkwijze voor het ophangen van tegels. - Google Patents

Samenstel voorzien van ten minste één tegel en ophangprofielen daarvoor, alsmede een dergelijke tegel, dergelijke ophangprofielen, een voegprofiel en een werkwijze voor het ophangen van tegels. Download PDF

Info

Publication number
NL1022983C2
NL1022983C2 NL1022983A NL1022983A NL1022983C2 NL 1022983 C2 NL1022983 C2 NL 1022983C2 NL 1022983 A NL1022983 A NL 1022983A NL 1022983 A NL1022983 A NL 1022983A NL 1022983 C2 NL1022983 C2 NL 1022983C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tile
flange
profile
suspension
assembly
Prior art date
Application number
NL1022983A
Other languages
English (en)
Inventor
Joseph Gertrudis Van Es
Original Assignee
Justimax B V
Unifront B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Justimax B V, Unifront B V filed Critical Justimax B V
Priority to NL1022983A priority Critical patent/NL1022983C2/nl
Priority to EP04075905A priority patent/EP1460200A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1022983C2 publication Critical patent/NL1022983C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0889Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements characterised by the joints between neighbouring elements, e.g. with joint fillings or with tongue and groove connections
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0801Separate fastening elements
    • E04F13/0803Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
    • E04F13/081Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements
    • E04F13/0812Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements fixed by means of spring action
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0801Separate fastening elements
    • E04F13/0803Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
    • E04F13/081Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements
    • E04F13/0816Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements the additional fastening elements extending into the back side of the covering elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0801Separate fastening elements
    • E04F13/0803Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
    • E04F13/081Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements
    • E04F13/0816Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements the additional fastening elements extending into the back side of the covering elements
    • E04F13/0819Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements the additional fastening elements extending into the back side of the covering elements inserted into grooves in the back side of the covering elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0864Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements composed of superposed elements which overlap each other and of which the flat outer surface includes an acute angle with the surface to cover

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Description

I % I Titel: Samenstel voorzien van ten minste één tegel en ophangprofielen I daarvoor, alsmede een dergelijke tegel, dergelijke ophangprofielen, een I voegprofiel en een werkwijze voor het ophangen van tegels.
I De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voorzien van ten I minste één tegel en ophangprofielen daarvoor.
I Een dergeüjk samenstel is uit de praktijk bekend. Tijdens gebruik I van het bekende samenstel wordt de ten minste ene tegel via de I 5 ophangprofielen aan bijvoorbeeld een constructie, een gebouw of dergelijke I opgehangen. De tegel van het bekende samenstel is aan een achterzijde I voorzien van een groef om aan althans een ophangprofiel te worden I opgehangen. Het bekende samenstel is bovendien voorzien van borgdips die I tijdens het ophangen dienen te worden aangebracht om de tegel aan het I 10 ophangprofiel te borgen. Voordeel van dit samenstel is, dat de ten minste I ene tegel wordt opgehangen, zodat toepassing van tegellijm om de tegel in I een gewenste positie aan te brengen kan worden vermeden.
I Nadeel van het bekende samenstel is, dat het in een gewenste I positie aanbrengen van de borgclips relatief lastig en tijdrovend is.
I 15 Bovendien blijkt de ten minste ene tegel na montage nog enigszins I beweegbaar te zijn, hetgeen tot het tegen het ophangprofiel rammelen van I de tegel kan leiden, bijvoorbeeld onder invloed van wind. De tegel en het I profiel kunnen door dit rammelen worden beschadigd. Bovendien I veroorzaakt het rammelen van de tegel een hinderlijk geluid.
I 20 De onderhavige uitvinding beoogt een nieuw samenstel van het I bovengenoemde type, waarbij genoemde nadelen zijn vermeden met behoud I van de voordelen daarvan. In het bijzonder beoogt de uitvinding een I samenstel waarbij de ten minste ene tegel relatief snel kan worden I opgehangen.
25 Het samenstel wordt hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt I door de maatregelen van conclusie 1.
I 1022983 I Genoemde tegel is volgens de uitvinding aan een achterzijde voorzien van ten minste één groef die op afstand van de genoemde tegelachterzijde is voorzien van een ondersnijding. Verder is elk ophangprofiel voorzien van ten minste een eerste flens om genoemde tegel 5 met genoemde groef-ondersnijding aan te koppelen. De ten minste eerste flens van het profiel strekt zich, na montage, ten minste gedeeltelijk in genoemde groef-ondersnijding uit, zodat het profiel de tegel stevig, met relatief weinig speling kan vasthouden. Elk ophangprofiel is voorts voorzien van ten minste een tweede flens die zich tijdens gebruik op afstand van de 10 achterzijde van een aan genoemde eerste flens gekoppelde tegel uitstrekt. Genoemde tweede flens en/of genoemde tegelachterzijde is voorzien van elastische middelen, welke tijdens gebruik tussen de tegel en de tweede flens worden gecomprimeerd. Daardoor bewerkstelligen deze elastische middelen op eenvoudige wijze borging van de aan het ophangprofiel 15 gekoppelde tegel. Toepassing van aparte borgclips ten behoeve van tegelborging is zo vermeden. Aldus kan koppeling en borging van de ten minste ene tegel aan de ophangprofielen in één handeling worden uitgevoerd, zodat een montage van het samenstel relatief snel kan worden uitgevoerd. Bijkomend voordeel is, dat de elastische middelen, althans in de 20 gecomprimeerde toestand, het ongewenste rammelen van de tegel goed tegengaan.
Het is voor een goede tegelborging verder voordelig, wanneer de genoemde elastische middelen een wrijvingsverhogend materiaal omvatten. Dergelijk materiaal kan bijvoorbeeld een rubber, in het bijzonder een 25 kunststof celrubber, neopreen, of dergelijke omvatten. Verder zijn de . elastische middelen bij voorkeur in een relatief goedkope, duurzame en comprimeerbare kunststof uitgevoerd.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 2.
3
De tegel is voorzien van ten minste twee, van ondersnijdingen voorziene, in hoofdzaak evenwijdige groeven. Daardoor kan relatief stevig op de tegel worden aangegrepen via eerste flenzen van genoemde ophangprofielen. De tegel kan dan stevig in een ophangpositie worden 5 geborgd, in het bijzonder door toepassing van ten minste twee tweede flenzen om respectieve elastische middelen met de tegelachterzijde samen te drukken.
De uitvinding verschaft voorts een tegel die wordt gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 30. Op deze tegel kan relatief stevig worden 10 aangegrepen door een of meer ophangprofielen, ten behoeve van het snel ophangen van de tegel, het borgen van de tegel en om rammelen van de I tegel te voorkomen.
I Verder verschaft de uitvinding een ophangprofiel dat wordt I gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 31. Dit ophangprofiel kan I 15 goed op de genoemde groef-ondersnijding van een of meer tegels aangrijpen.
I Bij voorkeur is het ophangprofiel van genoemde elastische middelen I voorzien ten behoeve van het snel aan dat profiel monteren en borgen van I een of meer tegels.
I Bovendien verschaft de uitvinding een constructie, in het bijzonder I 20 een gebouw, voorzien van het onderhavige samenstel, waarbij het samenstel I bovengenoemde voordelen aan de constructie biedt.
Voorts verschaft de uitvinding een werkwijze voor het ophangen I van tegels, welke op voordelige wijze wordt gekenmerkt door de I maatregelen van conclusie 35.
I 25 Doordat elastisch materiaal wordt aangebracht tussen een zich achter de tegel uitstrekkend deel van het ophangprofiel enerzijds en de tegel anderzijds, zodanig dat het elastische materiaal tussen de tegel en het I ophangprofiel wordt gecomprimeerd, wordt de tegel met relatief eenvoudige I middelen snel en gemakkelijk aan het ophangprofiel geborgd.
I 1022983 H Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies, Thans zal de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont: H fig. 1 een vooraanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de I 5 uitvinding; fig. 2 een doorsnede van een tegel van het in fig. 1 weergegeven I uitvoerinsgvoorbeeld; fig. 3A een perspectivisch aanzicht van een startprofiel van het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; 10 fig. 3B een dwarsdoorsnede van het in fig. 3A weergegeven profiel; I fig. 4A een perspectivisch aanzicht van een middenprofiel van het I in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; I fig. 4B een dwarsdoorsnede van het in fig. 4A weergegeven profiel; fig. 5A een perspectivisch aanzicht van een eindprofiel van het in I 15 fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; I fig. 5B een dwarsdoorsnede van het in fig. 5A weergegeven profiel; fig. 6 een aan een start- en middenprofiel opgehangen tegel van het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; I fig. 7 een dwars-doorsnede over lijn A-A van fig. 1; I 20 fig. 8 een dwars-doorsnede over lijn B-B van fig. 1; I fig. 9 een dwars-doorsnede over lijn C-C van fig. 1; I fig. 10 een dwars-doorsnede over lijn D-D van fig. 1; I fig. 11 een dwars-doorsnede over lijn E-E van fig. 1; I fig. 12 een dwars-doorsnede over lijn F-F van fig. 1; I 25 fig. 13 een der gelijke dwars-doorsnede als fig. 12 van een I alternatieve uitvoering van een hoek; I fig. 14 een dwars-doorsnede over lijn G-G van fig 1; en I fig. 15 een dwars-doorsnede over lijn H-H van fig. 1.
I Figuur 1 toont een vooraanzicht van een constructie Q, voorzien I 30 van een samenstel dat tegels 1 en ophangprofielen 10, 20, 30 omvat. De 5 tegels 1 vormen een met de ophangprofielen 10, 20, 30 aan de constructie Q opgehangen tegelwand. Genoemde ophangprofielen 10, 20, 30 zijn in fig. 1 niet zichtbaar.
Fig. 2 toont een van genoemde tegels 1 in dwars-doorsnede. De 5 tegel 1 is aan een achterzijde voorzien van twee in hoofdzaak evenwijdige I groeven 3, 4, waarvan -althans in de tekening- de onderste groef 3 breder is, gemeten in een met pijl Z weergegeven tegel-langsrichting en in een vlak evenwijdig aan de tegelachterzijde 2, dan de bovenste groef 4. Elk van deze groeven 3, 4 is aan dezelfde zijde, op een afstand K van de genoemde 10 tegelachterzijde 2, voorzien van een ondersnijding 5, resp. 6, waarbij genoemde afstand K is gemeten vanaf een hartlijn van genoemde ondersnijding 5, 6. De onder snij dingen 5, 6 strekken zich in hoofdzaak evenwijdig aan de tegelachterzijde 2 uit. De ondersnijding 5 van de breedste groef 3 is, gemeten in genoemde tegel-langsrichting Z, dieper dan de 15 ondersnijding 6 van de andere groef 4. De twee groeven 3, 4 strekken zich nabij tegenoverliggende randen 21, 22 van de tegel 1 uit. De ene, in fig. 2 boven weergegeven tegelrand 22 is voorzien van een zich aan de tegelachterzijde 2 uitstrekkende randflens 24, terwijl de andere, onderste tegelrand aan dezelfde zijde is voorzien van een randgroef 23. Zoals fig. 7 20 toont, kunnen de tegel-randflenzen 24, tijdens gebruik van het samenstel, wanneer tegels 1 met genoemde tegelranden 21, 22 langs worden gehangen, enigszins in de tegel-randgroeven 23 vallen zodat genoemde tegelranden 21, 22 van de respectieve tegels 1 enigszins met elkaar overlappen. Zoals fig. 7 bovendien toont, kunnen tegels 1 zodanig langs elkaar worden opgehangen, 25 dat een zekere spleet blijft bestaan tussen de respectieve naar elkaar toegekeerde tegelranden 21, 22. Deze spleet kan mogelijke thermische uitzetting van de tegels 1 opvangen.
Figuren 3-5 tonen drie verschillende ophangprofielen 10, 20, 30. Elk profiel 10,20, 30 omvat ten minste een eerste flens 11, 15. Nabij elke 30 eerste flens 11, 15 is het profiel 10, 20, 30 voorzien van een respectieve, 1022983 H evenwijdige tweede flens 12,16. De eerste flens 11,15 is ten minste gedeeltelijk opneembaar in een respectieve tegel-ondersnijding 5, 6, zodanig dat genoemde respectieve tweede flens 12,16 op geringe afstand L wordt gebracht van de achterzijde 2 van een respectieve tegel 1. Laatstgenoemde 5 afstand is in fig. 6 met pijl L ingetekend.
In het bijzonder omvat elk van de ophangproflelen 10, 20, 30 een langwerpige bevestigingsplaat 100 die aan elke langsrand is voorzien van zich haaks op de plaat 100 uitstrekkende langsflenzen 101, 102. Elke bevestigingsplaat 100 bevat doorgangen 18 om het respectieve profiel 10, 20, 10 30 met bevestigingsmiddelen 19, bijvoorbeeld, schroeven, houtschroeven, pennen, bouten, klinknagels, blindklinknagels of dergelijke, aan een omgeving te verbinden. Naar elkaar toegekeerde zijden van genoemde I langsflenzen 101,102 zijn voorzien van relatief smalle, zich tegen over I elkaar uitstrekkende langsribben 103 waarmee de profielen onderling 15 kunnen worden gekoppeld.
I In figuren 3*5 is bij elk van de profielen 10, 20, 30 de onderste van de langsflenzen 101 aan een van de bevestigingsplaat 100 afgekeerd einde voorzien van een zich in ongeveer evenwijdig aan die langeflens 101 uitstrekkend verbindingsflens 13. Elk van deze verbindingsflenzen 13 is aan 20 een van de bevestigingsplaat 100 afgekeerd einde voorzien van een genoemde eerste flens 11 om een tegel 1 met een groef-ondersnijding 5, 6 aan te koppelen. Deze eerste flens 11 strekt zich in hoofdzaak evenwijdig aan de bevestigingsplaat 100 uit, in hoofdzaak haaks op de verbindingsflens 13 en, althans in de tekening, in een in hoofdzaak verticale richting omhoog.
25 Laatstgenoemde verticale richting komt tijdens gebruik overeen met genoemde tegel-langsrichting Z. Derhalve is deze richting voor het gemak in figuren 3B, 4B, 5B ingetekend. De dikte van de eerste flens 11 is zodanig, dat deze flens met relatief weinig speling in een respectieve groef-ondersnijding 5, 6 van een tegel 1 opneembaar is. Derhalve kan genoemde 7 groef-ondersnijding tijdens montage relatief nauwsluitend op genoemde eerste profielflens worden geschoven.
Verder is elk ophangprofiel 10, 20, 30 voorzien van ten minste een genoemde tweede flens 12, welke in hoofdzaak evenwijdig is aan genoemde 5 eerste flens 11. Elke tweede flens 12 strekt zich in hoofdzaak haaks uit, in de tekening in neerwaartse richting, op een rand van genoemde onderste langsflens 101 van het profiel 10, 20, 30. De afstand M tussen een hartlijn van de eerste flens 11 en een naar de eerste flens toegekeerde zijde van de tweede flens 12 is enigszins groter dan de genoemde afstand K tussen de 10 groef-ondersnijding 5,6 en de genoemde tegelachterzijde 2. Voor de eenvoud is genoemde afstand tussen de eerste flens 11 en de tweede flens 12 slechts in fig. 4B met een pijl M ingetekend.
Het in figuren 3A, 3B weergegeven ophangprofiel omvat een I eindprofiel 20, in het bijzonder bestemd om een laatste van een rij tegels 1 I 15 aan te koppelen. Bij dit profiel 20 heeft genoemde eerste flens 11 een I zodanige breedte, gemeten in genoemde tegel-langsrichting Z, dat de flens I 11 zich, na aankoppeling van een tegel 1, in hoofdzaak in een genoemde I minst diepe groef-ondersnijding 6 de tegel 1 kan uitstrekken. Verder strekt I genoemde verbindingsflens 13 zich evenwijdig aan de onderste langsflens I 20 101 uit, terwijl de verbindingsflens 13 via een naar beneden omgezette rand I aan de onderste langsflens 101 is verbonden.
Het in figuren 4A, 4B weergegeven profiel is een middenprofiel 10, bestemd om twee tegels 1 aan te koppelen. Dit profiel 10 is voorzien van een onderste eerste flens 11, een onderste verbindingsflens 13 en een onderste I 25 tweede flens 12 die op gelijke wijze zijn uitgevoerd als bij het in fig. 3 I weergegeven eindprofiel 20. Het middenprofiel 10 is verder voorzien van een I zich haaks op de bovenste langsflens 102 uitstrekkende, bovenste tweede I flens 16 welke zich langs hetzelfde vlak uitstrekt als de onderste tweede I flens 12. Een bovenste eerste flens 15 is via een bovenste verbindingsflens I 30 13' aan een bovenrand van de bovenste tweede flens 16 verbonden.
I 1022983 H Genoemde bovenste eerste flens 15 heeft een zodanige breedte, gemeten in genoemde tegel-langsrichting Z, dat deze flens 15 zich over een relatief grote afstand in een genoemde diepste groef-ondersnijding 5 uitstrekt na aankoppeling van een tegel 1. De bovenste eerste flens 15 is hiertoe breder 5 dan de onderste eerste flens 11. Verder is de afstand tussen de hartlijn van de bovenste eerste flens 15 en een naar die eerste flens 15 toegekeerde zijde
van de bovenste tweede flens 16 in hoofdzaak gelijk aan de afstand M
tussen de onderste eerste en tweede flens 11,12. Zoals in fig. 4B is H weergegeven, strekt genoemde bovenste verbindingsflens 13' zich enigszins 10 schuin omhoog uit in een van de bevestigingsplaat 100 afgekeerde richting.
Het in figuren 5A, 5B weergegeven profiel is een startprofiel 30, bestemd om een eerste van een rij tegels 1 aan te koppelen. Dit profiel 30 is, net als genoemd eindprofiel 20, slechts van een aan de onderste langsfiens I 101 gekoppelde eerste flens 11', verbindingsflens 13" en tweede flens 12 15 voorzien. Bij dit startprofiel 30 zijn de verbindingsflens 13" en de eerste I flens 11' echter op dezelfde manier uitgevoerd als de bovenste I verbindingsflens 13' en de bovenste eerste flens 15 van het in fig. 4 getoonde I middenprofiel 10. Derhalve is de eerste flens 11’ van het startprofiel 30 I ingericht om een tegel 1 via een respectieve diepe tegel-ondersnijding 5 vast I 20 te houden.
Zoals in figuren 3-5 is weergegeven, is elke genoemde tweede flens 12,16 aan een naar de respectieve eerste flens 11,15 toegekeerde zijde I voorzien van elastische middelen 7, in het bijzonder band of strips 7 van I elastisch materiaal. Deze strips 7 zijn ingericht om tijdens gebruik tussen 25 een tegel 1 en de tweede flens 12,16 te worden gecomprimeerd. De I elastische middelen kunnen diverse afmetingen hebben. In het onderhavige I uitvoeringsvoorbeeld strekken de elastische middelen 7 zich langs in I hoofdzaak de gehele lengte van genoemde tweede flens 12,16 uit. De I elastische middelen 7 zijn bij voorkeur voldoende dik om tijdens gebruik een 30 gewenste borgkracht op een tegel 1 uit kunnen te oefenen. De dikte, I 4 n o oh Q o 9 I gemeten in een richting loodrecht op genoemde tweede flens 12,16, kan bijvoorbeeld liggen in het bereik van circa 1-10 mm. Afhankelijk van de afmetingen van de tegels 1, d profielen 10, 20, 30 en/of gewenste toepassingen kunnen tevens elastische middelen 7 met andere afmetingen 5 worden gebruikt. Bij voorkeur is de dikte van elke elastische strip 7 zodanig, dat deze strip 7 na montage van het samenstel ten minste circa 1 mm wordt ingedrukt, hetgeen reeds tot een goede tegel-borging kan leiden.
Figuren 6 en 7 tonen het gebruik van het genoemde samenstél van ophangprofielen 10, 20, 30 en tegels 1. Daarbij worden de profielen 10, 20, 10 30, door middel van een aantal evenwijdige koppelingselementen 107 aan de constructie Q, bijvoorbeeld een gebouw, verbonden. Genoemde koppelingselementen 107 zijn ingericht om de ophangprofielen 10, 20, 30 op voor de tegelophanging geschikte afstanden ten opzichte van elkaar te houden, in het bijzonder doordat de koppelingselementen op geschikte 15 posities zijn voorzien van verbindingsgaten 108 om genoemde bevestigingsmiddelen 19 van de ophangprofielen 10, 20, 30 te ontvangen. Derhalve kunnen de ophangprofielen 10, 20, 30 met behulp van de koppelingselementen 107 relatief snel op de constructie Q worden gepositioneerd en gemonteerd. In de figuren 6-15 strekken deze 20 koppelingselementen 107 zich telkens in verticale richting, als staanders, uit. Genoemde ophangprofielen 10, 20, 30 strekken zich in horizontale richting, als regels, uit.
Fig. 6 toont een tegel 1, welke met de onderste groef-ondersnijding 5 aan de eerste flens 11' van een startprofiel 30 is gekoppeld. De bovenste 25 groef-ondersnijding 6 van de tegel 1 wordt door de onderste eerste flens 11 van een middenprofiel 10 vastgehouden. Genoemd startprofiel 30 en middenprofiel 10 zijn met genoemde bevestigingsmiddelen 19 op voor de tegelophanging geschikte posities aan genoemde koppelingselementen 107 verbonden. De bovenste eerste flens 15 van het in fig. 6 weergegeven 30 middenprofiel 10 is beschikbaar om een volgende tegel, met een respectieve 1 3 H onderste ondersnijding 5, aan te koppelen voor het verder omhoog bouwen van de in fig. 1 weergegeven tegelwand.
Figuur 7 toont een toepassing van genoemd eindprofiel 20 nabij een bovenrand R van de constructie Q. Genoemde elastische middelen 7 zijn 5 voor de eenvoud van de tekening niet in figuren 7-10 zijn weergegeven. In I fig·7 is het eindprofiel 20 door middel van genoemde koppelingselementen 107 onder genoemde bovenrand R aan de constructie Q bevestigd. De eerste flens 11 van het eindprofiel 20 houdt een bovenste tegel 1 van genoemde tegelwand eenvoudig via de respectieve bovenste ondersnijding 6 vast. De 10 bovenste tegel 1 steunt met de onderste ondersnijding 5 op een bovenste eerste flens 15 van een onder het eindprofiel 20 gemonteerd, eerste middenprofiel 10. Onder de bovenste tegel 1 is een volgende tegel 1' I geplaatst, welke met de bovenste ondersnijding 6 rust op de onderste eerste flens 11 van het eerste middenprofiel 10. Een tweede middenprofiel 10' is 15 onder het eerste middenprofiel 10 gemonteerd om genoemde volgende tegel 1' via de respectieve onderste ondersnijding te ondersteunen. De onderste eerste flens 11 van dit volgende middenprofiel 10' is vrij om weer een volgende tegel aan te hangen. De constructie Q is voorzien van een zich over rand R uitstrekkend afwerkings-profiel 104, dat enigszins met de bovenrand 20 van de bovenste tegel 1 overlapt.
Figuren 8 en 9 tonen verdere uitwerkingen van de uitvinding, waarbij tegels 1 door middel van genoemde profielen 10, 20 onder vensters S van de constructie Q worden gehouden. In fig. 8 wordt een bovenste tegel 1 nabij de tegel-bovenrand 22 door een eindprofiel 20 onder een buitenste deel 25 van een enigszins schuin aflopend vensterprofiel 105 gehouden. De tegel 1 is nabij de onderrand 21 aan een middenprofiel 10 gekoppeld.
Fig. 9 toont een alternatieve uitvoering, waarbij een boventegel 1" is toegepast die slechts van een onderste groef 3 met een ondersnijding 5 is voorzien. Deze tegel 1" wordt eenvoudig via die groef 3 en ondersnijding 5 30 door de bovenste eerste flens 15 van het middenprofiel 10 ondersteund. De 11 I « I bovenrand 22' van deze boventegel 1" is niet van een randflens voorzien. De I buitenzijde van deze boventegel 1” steunt bij deze bovenrand 22' tegen een I steunprofiel 106, welk profiel 106 aan genoemde koppelingselementen 107 is I bevestigd om die tegel 1" in positie te houden. De boventegel 1" is enigszins I 5 hoger, gemeten in genoemde langsrichting Z, dan de andere tegels 1.
I Figuur 10 toont een onderrand Y van de constructie Q. De rand Y
I is voorzien van twee genoemde startprofielen 30. Het eerste startprofiel 30 I steunt een verticaal opgehangen tegel 1, op dezelfde manier als reeds bij fig.
I 6 is besproken. Een horizontale eindtegel la is door middel van een tweede I 10 startprofiel 30' en een L-vormig profiel 109 aan een onderzijde van de rand I Y op gesteld. De eindtegel la hangt hierbij via de ondersnijding 5 van een I respectieve onderste groef 3 aan de eerste flens 11' van het tweede I startprofiel 30'. Het eerste en tweede startprofiel 30, 30' zijn zodanig ten I opzichte van elkaar gemonteerd, dat genoemde verticale tegel 1 en de I 15 eindtegel la nauw met langsranden op elkaar aansluiten. Daarbij reikt de tweede flens 12 van het eerste startprofiel 30 in de randgroef 23 van de eindtegel la. Het tweede startprofiel 30' is hiertoe tegen het eerstgenoemde I startprofiel 30 opgesteld, zodanig dat de tweede flens 12 van het tweede startprofiel 30' zich evenwijdig langs de onderste langsflens 101 van het I 20 eerste startprofiel 30 uitstrekt. Genoemde eindtegel la ie niet voorzien van een tweede groef. Een van de startprofielen 30, 30'afgekeerde rand 22 van I de eindtegel la steunt eenvoudig op genoemd L-vormig profiel 109. De I eindtegel la is verkort uitgevoerd ten opzichte van genoemde verticale tegel I 25 Figuur 11 toont de toepassing van een voegprofiel 40. Dit voegprofiel 40 is aan de ophangprofielen 10; 20; 30 koppelbaar, zodanig dat I het voegprofiel 40 zich, althans in gemonteerde toestand van het samenstel, H langs naar elkaar toegekeerde zijkanten van opgehangen tegels 1 kan uitstrekken. Elke eerste en/of tweede flens 11,12 van de ophangmiddelen is 30 bijvoorbeeld voorzien van middelen 41 om genoemd voegprofiel 40 aan te I 1022983 I koppelen. Koppeling tussen voegprofielen 40 en ophangprofielen 10, 20, 30 kan bijvoorbeeld eenvoudig met klikverbindingen worden uitgevoerd. In het uitvoeringsvoorbeeld omvatten deze koppelingsmiddelen clips 41 met klikkoppen waarop de voegprofielen 40 klikbaar zijn. Genoemd voegprofiel 5 40 is in hoofdzaak haaks aan genoemde ophangprofielen 10, 20,30 koppelbaar. Met de voegprofielen 40 kan een uit architectonisch oogpunt gewenst aangezicht van de tegelwand worden verschaft.
Figuren 12-15 tonen diverse horizontale dwarsdoorsneden van de in fig. 1 weergegeven constructie Q. Zoals de figuren 12-15 tonen, kunnen 10 genoemde koppelingselementen 107, bestemd om de ophangprofielen 10, 20, 30 aan de constructie te koppelen, op diverse manieren zijn uitgevoerd.
Fig. 12 toont een hoek van de constructie Q. Langs de hoek strekt zich een U-vormig koppelingselement 107f uit, waaraan zich haaks ten opzichte van elkaar uitstrekkende ophangprofielen 10 zijn verbonden om 15 tegels 1 aan op te hangen. Het U-vormig profiel I07f is met een L-vormig profiel 112 en een bevestigingsplaat 113 aan de constructie Q verbonden. Genoemd L-vormige profiel 112 en de bevestigingsplaat 113 zijn aan elkaar gebout met moer/boutverbindingen 110. Tegels 1, waarvan naar elkaar toegekeerde randen 114 schuin zijn uitgevoerd, strekken zich langs de hoek 20 uit. Genoemde schuine, tegenoverliggende tegelranden 114 strekken zich op relatief korte afstand langs een verticaal snijvlak 115 van genoemde hoek uitstrekt, zodat de zich langs de hoek uitstrekkende tegels 1 nauw op elkaar aansluiten.
In fig. 13 is een dergelijke hoek als in fig. 12 weergegeven. In fig. 13 25 omvat de hoek een zich verticaal uitstrekkend, kokervormig profiel 107g dat aan een naar de constructie Q gekeerde zijde is voorzien van twee zich haaks van elkaar af uitstrekkende hoekflenzen 116. Uiteinden van ophangprofielen 10 zijn bij de hoek aan deze hoekflenzen 116 gekoppeld. De ophangprofielen 10 zijn verder door middel van paren van L-vormige 30 elementen 107a, 107b, 107h aan de constructie Q gekoppeld. De L-vormige 13 elementen 107a, 107b, 107h van elk genoemde paar zijn door middel van I moer/boutverbindingen 110 aan elkaar gebout. Bij voorkeur is de positie van I het ene L-vormige element 107a stelbaar ten opzichte van het andere I element 107b, 107h. Het genoemde kokervormig profiel 107g vormt een I 5 alternatieve afwerking van de hoek, bijvoorbeeld om de hoek een esthetisch I accent te geven.
I In fig. 14 is een ophangprofiel 10 via paren van L-vormige I elementen 107a, 107b nabij een venster S van de constructie Q gekoppeld.
I Een naar het venster S toegekeerd einde van het ophangprofiel 10 is I 10 voorzien van een haak 107c die door een aan een vensterkozijn 111 I verbonden profiel 107d wordt aangegrepen waarmee het voordeel wordt I bereikt dat de profielen onafhankelijk van elkaar kunnen worden geplaatst I en een goede stabilisering wordt verkregen van met name de neggekant.
I In fig. 15 is een ophangprofiel 10 eenvoudig via een Z-profiel 107e I 15 aan de constructie, nabij een venster S, verbonden. Een aan het I ophangprofiel 10 gekoppelde tegel 1 steekt aan een vensterzijde enigszins I buiten het ophangprofiel uit. Deze constructie is met name voordelig bij I kozijnen die nagenoeg in de gevellijn liggen.
I Met het genoemde samenstel, omvattende de genoemde profielen
I 20 10, 20, 30 en tegels 1, kan een relatief groot oppervlak van de constructie Q
I in korte tijd van een mooie tegelwand worden voorzien. Tijdens de montage I kunnen de tegels 1 gemakkelijk en snel via de respectieve groeven 3, 4 en I ondersnijdingen 5, 6 op genoemde eerste flenzen van het startprofiel 30, I middenprofiel 10 en eindprofiel 20 worden geschoven. Daarbij worden de 25 genoemde elastische strips 7 gecomprimeerd, hetgeen tot een goede tegel- I borging leidt en bovendien het rammelen van de tegels 1 voorkomt.
I Het spreekt voor de vakman vanzelf, dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Diverse wijzigingen zijn I mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de I 30 navolgende conclusies.
H Zo kunnen de tegels 1 in diverse standen aan de constructie worden opgehangen, bijvoorbeeld in horizontale, verticale en/of schuine standen.
Verder kan het genoemde elastische materiaal bijvoorbeeld op 5 genoemde tweede flens en/of op genoemde tegel 1 worden en/of zijn aangebracht bij montage van het samenstel.
Bovendien kunnen de genoemde ophangprofielen 10, 20, 30 in diverse vormen en afmetingen zijn uitgevoerd. De profielen 10, 20, 30 kunnen bijvoorbeeld elk, in langsrichting, langer zijn dan de breedte van de 10 daarmee op te hangen tegels 1, opdat elk ophangprofiel 10,20, 30 een aantal naast elkaar geplaatste tegels 1 kan vasthouden. De profielen 10, 20, 30 kunnen voorts in bepaalde handige standaard afmetingen zijn uitgevoerd.
I Verder kan elk ophangprofiel 10, 20, 30 van diverse materialen zijn I vervaardigd, bijvoorbeeld metaal, staal, aluminium, een legering, kunststof 15 en dergelijke.
Verder kan elke tegel 1 in diverse vormen zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld hoekig, langwerpig, vierkant, krommingen en/of rondingen bevatten, en degelijke. De tegel 1 kan van verschillend materialen zijn vervaardigd, bijvoorbeeld steen, kunststof, beton, keramiek, hout, en 20 dergelijke. Het samenstel 1 kan bovendien tegels 1 van verschillende afmetingen omvatten. Bovendien kan elke tegel 1 diverse afmetingen bevatten, en bijvoorbeeld een paneel of gevelbekledingsplaat 1 omvatten.
Om gewicht en/of materiaal te besparen kan d eten minste ene tegel 1 voorts bijvoorbeeld ten minste gedeeltelijk hol zijn uitgevoerd.
25 Bovendien kan een zich tussen de tegelachterzijden 2 en de constructie Q bevindende lege ruimte bijvoorbeeld met isolatiemateriaal of dergelijke worden gevuld.

Claims (34)

1. Samenstel voorzien van ten minste één tegel en ophangprofielen daarvoor, waarbij genoemde tegel (1) aan een achterzijde (2) is voorzien van ten minste één groef (3, 4), waarbij elke groef (3, 4) op afstand (K) van de genoemde tegelachterzijde (2) is voorzien van een ondersnijding (5, 6), 5 waarbij de ophangprofielen (10; 20; 30) elk zijn voorzien van ten minste een eerste flens (11, 15) om genoemde tegel (1) met een genoemde groef-ondersnijding (5, 6) aan te koppelen, waarbij elk ophangprofiel (10; 20; 30) is voorzien van ten minste een tweede flens (12, 16) die zich tijdens gebruik op afstand (L) van de achterzijde (2) van een aan genoemde eerste flens (11,15) 10 gekoppelde tegel (1) uitstrekt, waarbij genoemde tweede flens (12,16) en/of genoemde tegelachterzijde (2) is voorzien van elastische middelen (7) die tijdens gebruik tussen de tegel (1) en de tweede flens (12,16) worden gecomprimeerd.
2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij genoemde tegel (1) ie 15 voorzien van ten minste twee, van ondersnijdingen (5, 6) voorziene, in hoofdzaak evenwijdige groeven (3, 4).
3. Samenstel volgens conclusie 2, waarbij de ondersnijding (5) van de ene groef (3) dieper is dan de ondersnijding (6) van de andere groef (4).
4. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ene groef (3) van 20 genoemde tegel (1) breder is, gezien in een vlak evenwijdig aan de tegelachterzijde (2), dan de andere groef (4).
5. Samenstel volgens ten minste conclusie 2, waarbij genoemde groeven (3, 4) zich uitstrekken nabij tegenoverliggende randen (21, 22) van de tegel (1).
6. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste flens (11, 15) en de tweede flens (12,16) van elk genoemd ophangprofiel (10) zich in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekken. 1022983
7. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk ophangprofiel (10) een zich tussen genoemde eerste flens (11,15) en genoemde tweede flens (12,16) uitstrekkende verbindingsflens (13,17) omvat. H 5 8. Samenstel volgens ten minste conclusie 2, waarbij de ophangprofielen ten minste één eerste profiel (10) omvatten dat is voorzien van twee eerste flenzen (11,15), zodanig dat ten minste een eerste tegel (1) H met de ene groef-ondersnijding (6) aan de ene eerste flens (11) koppelbaar is, terwijl ten minste een tweede tegel (1) met de andere groef-ondersnijding 10 (5) aan de andere eerste flens (15) koppelbaar is.
9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij genoemde twee eerste flenzen (11, 15) verschillende breedtes hebben.
10. Samenstel volgens ten minste conclusie 8, waarbij genoemd eerste I profiel (10) nabij elke genoemde eerste flens (11, 15) is voorzien van althans I 15 een respectieve, genoemde tweede flens (12, 16). I 11· Samenstel volgens conclusie 10, waarbij genoemde tweede flenzen (12, 16), zich in hoofdzaak langs hetzelfde vlak uitstrekken.
12. Samenstel volgens ten minste conclusie 1, waarbij de I ophangprofielen ten minste één tweede profiel (20; 30) omvatten dat is 20 voorzien van slechts één genoemde eerste flens (11).
13. Samenstel volgens ten minste conclusies 3 en 12, waarbij de eerste I flens (11) van het tweede profiel (20) in hoofdzaak in de diepste ondersnijding (5) van genoemde tegel (1) opneembaar is.
14. Samenstel volgens ten minste conclusies 3 en 12, waarbij de eerste I 25 flens (11) van het tweede profiel (30) in hoofdzaak in de minst diepe I ondersnijding (6) van genoemde tegel (1) opneembaar is.
15. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij I genoemde tweede flens (12,16) is voorzien van genoemde elastische I middelen (7). lilOPQftQ
16. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde elastische middelen (7) een comprimeerbare kunststof omvatten.
17. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde elastische middelen (7) een wrijvingsverhogend materiaal 5 omvatten.
18. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde elastische middelen (7) een celrubber omvatten.
19. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de elastische middelen (7) zich langs in hoofdzaak de gehele lengte van 10 genoemde tweede flens (12,16) uitstrekken.
20. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de elastische middelen (7) een dikte hebben, gemeten in een richting loodrecht op genoemde tweede flens (12,16), in het bereik van circa 1-10 mm.
21. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij 15 genoemd ophangprofiel (10; 20; 30) langer is dan genoemde tegel (1), gemeten in een langsrichting van het ophangprofiel (10; 20; 30).
22. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het samenstel is voorzien van bevestigingsmiddelen (18,19) om genoemde ophangprofielen (10; 20; 30) aan een omgeving, bijvoorbeeld een 20 draagconstructie, wand, muur, of dergelijke, te bevestigen.
23. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van ten minste één voegprofiel (40) dat zich tijdens gebruik langs een zijkant van genoemde tegel (1) uitstrekt.
24. Samenstel volgens conclusie 23, waarbij genoemd voegprofiel (40) 25 aan genoemde ophangprofielen (10; 20; 30) koppelbaar is.
25. Samenstel volgens ten minste conclusie 23, waarbij elke eerste en/of tweede flens (11, 12) is voorzien van middelen (41) om genoemd voegprofiel (40) aan te koppelen.
4. O 9Q pi Q Η 26. Samenstel volgens ten minste conclusie 23, waarbij genoemd voegprofiel (40) in hoofdzaak haaks aan genoemde ophangprofielen (10; 20; 30. koppelbaar is.
27. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van 5 ten minste één steunprofiel (106; 109) dat is ingericht om een aan een genoemd ophangprofiel (10; 20; 30) gekoppelde tegel (1) aan een tegel- buitenzijde te steunen.
28. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van ten minste één koppelingselement (107f; 107g) dat is ingericht om zich in 10 verschillende richtingen uitstrekkende ophangprofielen (10; 20; 30) aan elkaar te koppelen.
29. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van I een aantal koppelingselementen (107), in het bijzonder staanders, die zijn I ingericht om de ophangprofielen (10; 20; 30) op voor de tegelophanging I 15 geschikte posities aan elkaar te koppelen.
30. Tegel (1), kennelijk bestemd en geschikt voor een samenstel . volgens één van de voorgaande conclusies.
31. Ophangprofiel (10; 20; 30), kennelijk besteld en geschikt voor een samenstel volgens één van de conclusies 1-29.
32. Voegprofiel (4), kennelijk bestemd en geschikt voor een samenstel volgens althans conclusie 23.
33. Constructie, in het bijzonder een gebouw, voorzien van een I samenstel volgens één van de conclusies 1-29.
34. Constructie, voorzien van een aantal in hoofdzaak verticale I 25 koppelingselementen (107), een aantal aan die koppelingselementen (107) verbonden in hoofdzaak horizontale ophangprofielen (10, 20, 30), alsmede ten minste één aan genoemdeophangprofielen (10, 20, 30) opgehangen tegel I (1), waarbij flexibele middelen (107) zijn gecomprimeerd tussen genoemde I tegel (1) enerzijds en althans een die tegel (1) vasthoudend ophangprofiel I 30 (10, 20, 30) anderzijds.
35. Werkwijze voor het ophangen van tegels (1), waarbij elke tegel (1) aan een achterzijde (2) is voorzien van ten minste één groef (3, 4), waarbij elke groef (3, 4) op afstand (IQ van de genoemde tegelachterzijde (2) is voorzien van een ondersnijding (5,6), waarbij genoemde tegel (1) met een 5 genoemde groef-ondersnijding (5, 6) aan ten minste een eerste flens (11, 15) van een ophangprofiel wordt gekoppeld, waarbij tussen een zich achter de tegel (1) uitstrekkend deel (12,16) van het ophangprofiel (10) enerzijds en de tegel (1) anderzijds elastisch materiaal wordt aangebracht, zodanig dat het elastische materiaal (7) tussen de tegel (1) en het ophangprofiel wordt 10 gecomprimeerd om de tegel (1) te borgen.
36. Werkwijze volgens conclusie 35, waarbij genoemde tegel (1) is voorzien van twee groeven (3, 4) met ondersnijdingen (5, 6), waarbij de tegel (1) met beide groef-ondersnijdingen (5, 6) aan de eerste flenzen (11, 15) van twee verschillende ophangprofielen (10) wordt gekoppeld. 15 1022983
NL1022983A 2003-03-20 2003-03-20 Samenstel voorzien van ten minste één tegel en ophangprofielen daarvoor, alsmede een dergelijke tegel, dergelijke ophangprofielen, een voegprofiel en een werkwijze voor het ophangen van tegels. NL1022983C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022983A NL1022983C2 (nl) 2003-03-20 2003-03-20 Samenstel voorzien van ten minste één tegel en ophangprofielen daarvoor, alsmede een dergelijke tegel, dergelijke ophangprofielen, een voegprofiel en een werkwijze voor het ophangen van tegels.
EP04075905A EP1460200A1 (en) 2003-03-20 2004-03-19 Assembly provided with at least one tile and suspension profiles therefor

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022983A NL1022983C2 (nl) 2003-03-20 2003-03-20 Samenstel voorzien van ten minste één tegel en ophangprofielen daarvoor, alsmede een dergelijke tegel, dergelijke ophangprofielen, een voegprofiel en een werkwijze voor het ophangen van tegels.
NL1022983 2003-03-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022983C2 true NL1022983C2 (nl) 2004-09-21

Family

ID=32822950

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022983A NL1022983C2 (nl) 2003-03-20 2003-03-20 Samenstel voorzien van ten minste één tegel en ophangprofielen daarvoor, alsmede een dergelijke tegel, dergelijke ophangprofielen, een voegprofiel en een werkwijze voor het ophangen van tegels.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1460200A1 (nl)
NL (1) NL1022983C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2360314B1 (es) * 2008-08-26 2012-04-20 Mecanismos, Anclajes Y Sistemas Autoportantes, S.L Dispositivo de soporte de placas de revestimiento.
FR2981963B1 (fr) * 2011-11-02 2014-06-13 Wienerberger Installation pour bardage de facade
ITMI20120129A1 (it) * 2012-02-01 2013-08-02 Ari Metal S R L Staffa di supporto per supportare una parete avente sezione trasversale a forma di c
JP6269523B2 (ja) * 2015-02-04 2018-01-31 Jfeスチール株式会社 建築用パネル、壁状構造体および壁状構造体の施工方法
EP3222791A1 (de) * 2016-03-23 2017-09-27 Claus Cichos Lagesichernde abdichtung, entwässerung und lüftung unter fassadensimsen und oberen abschlüssen

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0584047A1 (en) * 1992-08-03 1994-02-23 PARIFUR S.r.L. A series of elements for use in the construction of ventilated facades
US5644884A (en) * 1992-08-12 1997-07-08 Commercial And Architectural Products, Inc. Wall system providing an array of individual panels
US6178713B1 (en) * 1997-12-04 2001-01-30 Trespa International B.V. Mounting system for panels for use in facade cladding on buildings
EP1182306A2 (de) * 2000-08-25 2002-02-27 Gerhard Fauner Befestigungssystem für Wandelemente an Gebäudewänden
DE20214938U1 (de) * 2002-09-26 2002-12-12 Deutsche Steinzeug Cremer & Breuer AG, 50226 Frechen Fassadensystem aus keramischen Fassadenplatten zum Einsatz als vorgehängte hinterlüftete Fassade an einer tragenden Bauwerkswand
GB2384501A (en) * 2002-01-28 2003-07-30 Red Bank Mfg Company Ltd Cladding support structure

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0584047A1 (en) * 1992-08-03 1994-02-23 PARIFUR S.r.L. A series of elements for use in the construction of ventilated facades
US5644884A (en) * 1992-08-12 1997-07-08 Commercial And Architectural Products, Inc. Wall system providing an array of individual panels
US6178713B1 (en) * 1997-12-04 2001-01-30 Trespa International B.V. Mounting system for panels for use in facade cladding on buildings
EP1182306A2 (de) * 2000-08-25 2002-02-27 Gerhard Fauner Befestigungssystem für Wandelemente an Gebäudewänden
GB2384501A (en) * 2002-01-28 2003-07-30 Red Bank Mfg Company Ltd Cladding support structure
DE20214938U1 (de) * 2002-09-26 2002-12-12 Deutsche Steinzeug Cremer & Breuer AG, 50226 Frechen Fassadensystem aus keramischen Fassadenplatten zum Einsatz als vorgehängte hinterlüftete Fassade an einer tragenden Bauwerkswand

Also Published As

Publication number Publication date
EP1460200A1 (en) 2004-09-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4307551A (en) System for cladding building exteriors
US4483122A (en) Replacement panel and method of installing same in a curtainwall
US4625481A (en) Replacement panel and method of installing same in a curtainwall
US4768321A (en) Glazing system
US2958403A (en) Demountable partition
NL192461C (nl) Systeem voor het aan metalen steunframes bevestigen van isolerende, versterkte glasvensterpanelen.
AU2012202460A1 (en) A Fixing System For Cladding And A Cladded Structure
US5603191A (en) Plastic door frame and method of mounting the same
NL1022983C2 (nl) Samenstel voorzien van ten minste één tegel en ophangprofielen daarvoor, alsmede een dergelijke tegel, dergelijke ophangprofielen, een voegprofiel en een werkwijze voor het ophangen van tegels.
EP1764455A2 (en) Anchoring system for cladding panels and profiles, particularly for ventilated facades
FR2531755A1 (fr) Dispositifs de composants de fixation economique pour bardage rapporte, vetures de constitution et dimensions diverses, notamment pour plaques de pierre reconstituees avec ou sans isolation exterieure
KR102250859B1 (ko) 내진용 건축 내외장 패널
NL8502508A (nl) Gevelconstructie.
EP1335094A2 (en) Installing architectural finishing components in a building
RU127105U1 (ru) Устройство для крепления навесных облицовочных панелей на фасадах зданий скрытым способом
JPS5911159Y2 (ja) 壁板の取付け構造
JPS61137943A (ja) エキスパンシヨンジヨイント
BE1026847B1 (fr) Profilés de fixation de revêtement
RU2416009C1 (ru) Системы навесных фасадов и способы монтажа (варианты)
NL193385C (nl) Montagestelsel voor het losneembaar met elkaar verbinden van twee onderdelen, in het bijzonder voor het beschermen van een onderdorpel van een kozijn tegen weersinvloeden.
NL1006233C2 (nl) Gevelbekledingssysteem en gevelbekledingspaneel.
JP2975283B2 (ja) 間仕切における支柱用カバー枠の取付け装置
JP3414485B2 (ja) 建物ユニット
JPH05209454A (ja) 外壁体の乾式改修方法
BE1028658B1 (nl) Kozijnverankering

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20071001