NL1006233C2 - Gevelbekledingssysteem en gevelbekledingspaneel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Gevelbekledingssysteem en gevelbekle-dingspaneel

De uitvinding heeft betrekking op een gevelbekledings-systeera volgens de aanhef van conclusie 1 alsmede op een ge-velbekledingspaneel volgens de aanhef van conclusie 11.

Een dergelijk gevelbekledingssysteem en een dergelijk 5 gevelbekledingspaneel zijn bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 201 630. Bij dit bekende paneel zijn de panelen, indien het systeem in gemonteerde toestand verkeert, tegen een achtergelegen bevestigingsstructuur bevestigd, doordat deze elk langs een bovenrand op een steun rusten en doordat een 10 omhoog opstaande flens van elk paneel in een sleuf in een blok grijpt en door schroeven ten opzichte van dat blok wordt gefixeerd. De U-vormig omhoog omgezette onderrand van een volgend bovengelegen paneel grijpt in een verdere sleuf in hetzelfde blok als de z-vormig omgezette flens van eerstge-15 noemd paneel. De langs de randen van de paneel-lichamen bevestigde klossen zijn uitgevoerd als hoekprofielen en vormen samen met steunen die op die klossen aangrijpen tussenfixa-ties tussen de bevestigingen langs boven- en onderranden van de panelen.

20 verticale krachten en horizontale krachten worden opge nomen door afzonderlijke steunen. Hierdoor zijn constructie en montage van dit gevelbekledingssysteem gecompliceerd.

Ook bij de constructies volgens de Duitse octrooiaanvrage 195 36 442 en de internationale octrooiaanvrage 25 WO 93/12307 steunen de randen van de panelen op steunen die vanaf het bevestigingssteleel naar het buitenvlak van de bekleding uitsteken.

De uitvinding heeft als doel een gevelbekleding te verschaffen, waarbij de panelen licht geconstrueerd kunnen zijn 30 maar toch een adequate weerstand tegen vervorming voorafgaand aan, tijdens en na het monteren bieden.

Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een gevelbekledingssysteem van de initieel aangeduide soort uit te voeren overeenkomstig het kenmerk van con- 1006233 -2- clusie 1. De uitvinding kan tevens zijn belichaamd in een ge-velbekledingspaneel van de initieel aangeduide soort, dat speciaal is ingericht voor toepassing als onderdeel van een dergelijk gevelbekledingssysteem, doordat het is uitgevoerd 5 overeenkomstig het kenmerk van conclusie 11.

Doordat elk van de hoeken van elk van deze panelen is voorzien van een van de klossen, zijn de hoeken van de panelen, die door lokaal ingeleide krachten het zwaarst belast worden, verstevigd en vervormen deze minder gemakkelijk.

10 Voorts worden lokaal geconcentreerd ingeleide krachten ten gevolge van bijvoorbeeld bij het monteren uitgeoefende krachten, het gewicht van het paneel, door wind uitgeoefende krachten, thermische uitzetting en krimp alsmede tegen de gevel botsende en steunende objecten gelijkmatig over grotere 15 delen van de respectievelijke panelen verdeeld. Ook met een relatief lichte constructie uit relatief eenvoudige construc-tiematerialen kunnen daardoor panelen met voldoende weerstand tegen vervorming in het gebied van de ophanging van die panelen worden verkregen.

20 Bijzonder voordeelbiedende uitvoeringen van de uitvin ding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.

Deze en verdere uitvoeringsaspecten van de uitvinding alsmede doelen en effecten daarvan worden toegelicht in de navolgende beschrijving van een op dit moment de meeste voor-25 keur genietend uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding alsmede enkele varianten. Daarbij wordt verwezen naar de tekening, waarin: fig. 1 een horizontaal aanzicht in doorsnede volgens de lijn I-I in fig. 2 is van een gevelbekleding volgens de uit-30 vinding, fig. 2 een aanzicht in verticale doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 is, fig. 3 een uiteen getrokken perspectivisch aanzicht van enkele componenten van de gevelbekleding volgens figuren 1 en 35 2 is, en fig. 4 een opengewerkt perspectivisch aanzicht van delen van de constructie volgens de figuren 1-3 is.

1006233 /* -3-

In de tekeningen is een uitvoeringsvoorbeeld van een gevelbekledingssysteero volgens de uitvinding in gemonteerde toestand getoond, waarbij de in de figuren 1 en 2 getoonde achtergelegen draagstructuur 1 en isolatie 2, die niet tot 5 het gevelbekledingssysteera behoren, in de figuren 3 en 4 zijn weggelaten.

Het getoonde gevelbekledingssysteem is opgebouwd uit een bevestigingsstelsel 3 en aan dat bevestigingsstelsel 3 opgehangen panelen 4, 5, 6, waarbij het paneel 4, teneinde 10 verschillende varianten te tonen, iets anders is uitgevoerd dan de panelen 5 en 6.

De panelen 4, 5, 6 hebben eindranden 7, 8, 9, 10 en hoeken waar telkens twee van de eindranden 7, 8 van eenzelfde paneel 4 elkaar ontmoeten. De panelen, waaronder de met ver-15 wijzingscijfers 4, 5, 6 aangeduide panelen, vormen in gemonteerde toestand een geveloppervlak met voegen 11, 12 tussen de panelen 4, 5, 6 en zijn voorzien van langs de eindranden 7, 8, 9, 10 vast aan achterzijden van die panelen 4, 5, 6 bevestigde klossen 13, 14, 15 in de vorm van aluminium pro-20 fielen die bij de uitvoering overeenkomstig paneel 4 een gesloten dwarsdoorsnede hebben en die bij de uitvoering overeenkomstig de panelen 5 en 6 een open dwarsdoorsnede hebben.

Het bevestigingsstelsel 3 is in geïnstalleerde toestand achter het door de panelen 4, 5, 6 bepaalde geveloppervlak 25 gelegen voor het tegen een draagconstructie 1 bevestigen van de panelen 4, 5, 6. Het bevestigingsstelsel 3 grijpt daarbij aan op de klossen 13, 14, 15 van de panelen 4, 5, 6 voor het vasthouden van die panelen 4, 5, 6 in de beoogde posities.

Elk van de hoeken van elk van de panelen 4, 5, 6 is 30 voorzien van een van de klossen 13, 14, 15. Het bevestigingsstelsel 3, dat op de klossen aangrijpt, kan derhalve eenvoudig aan achter de panelen 4, 5, 6 gelegen steunen 16, 17 worden gekoppeld. De koppelingen waarmee de panelen 4, 5, 6 aan de steunen 16, 17 zijn gehaakt zijn aldus achter die panelen 35 gelegen en in essentie onafhankelijk van de vorm en de uitvoering van de randen van het paneel. Dit laatste laat, binnen het kader van een enkel ophangsysteem en een enkel beves- 1006233 -4- tigingsstelsel, een grote vrijheid toe wat betreft de maat en vormgeving van de randen 8, 9, 10 van de panelen, hetgeen op zijn beurt een grote variëteit aan architectonische mogelijkheden opent. Voorts wordt door koppeling van de steunen 16, 5 17 aan tegen de rugzijde van de paneel-lichamen bevestigde klossen 13, 14, 15 eenvoudig voorkomen dat voor afstaande flenzen van de panelen bevestigingsorganen zijn gelegen, die duidelijk in het zicht liggen.

De ter plaatse van elk van de hoeken aangebrachte klos-10 sen 13, 14, 15 vormen verstevigingen van de hoeken van de panelen 4, 5, 6. Lokaal ingeleide krachten die het bevesti-gingsstelsel 3 op de panelen 4, 5, 6 uitoefent en die bijvoorbeeld kunnen worden veroorzaakt door bij het monteren uitgeoefende krachten, door het gewicht van de panelen, door 15 winddruk, door thermische uitzetting of krimp alsmede door tegen de gevel botsende en steunende objecten, worden daardoor zonder overmatige of blijvende vervorming weerstaan en gelijkmatig over grotere delen van de panelen 4,5, 6 verdeeld, zodat ook bij een lichte constructie uit eenvoudige 20 constructiematerialen voldoende weerstand tegen overmatige of blijvende vervormingen in het gebied van de ophanging van de panelen wordt verkregen. Opgemerkt wordt, dat het bevesti-gingsstelsel 3, in plaats van op de klossen 13, 14, 15 ook rechtstreeks op het paneel-lichaam aan kan grijpen. Doordat 25 de krachten dan ingeleid worden in gebieden waar het paneel door klossen is verstevigd, worden ook dan de grootste spanningen opgevangen door versterkte delen van het paneel, hetgeen op zijn beurt een lichte basisconstructie van het paneel-lichaam mogelijk maakt.

30 Het is ook mogelijk de panelen en de steunen zo uit te voeren, dat de steunen bijvoorbeeld ter plaatse van de hoeken aangrijpen op de klossen en dat tussenfixaties telkens op afstand tussen twee van de hoeken van een paneel worden gevormd door een steun die direct op een rand van het paneel-lichaam 35 aangrijpt. Een dergelijke constructie is vooral voordelig voor het bevestigen van zeer grote panelen, waarvan de hoeken dienovereenkomstig zwaar belast worden en die tussen de hoe- 1nnfi?33 -5- ken alleen vastgehouden worden om teneinde overmatig of blijvend doorbuigen te voorkomen.

Van elk van de panelen hebben de twee bovengelegen klossen (in de tekeningen is alleen de bovengelegen klos 15 5 weergegeven) elk een flens 18 met een vrije rand 19 die in de getoonde, voor een verticale wand 1 gemonteerde toestand aan de onderzijde van de flens 18 is gelegen. Door middel van dergelijke flenzen 18 met een vrije rand aan de onderzijde zijn de panelen op zeer eenvoudige wijze aan de steunen 16 10 van het bevestigingsstelsel 3 gehaakt. Gecompliceerde constructies teneinde de bovenranden van de panelen 4, 5, 6 vast te houden zijn daardoor niet nodig. De omhoog en van het paneel af wijzende flens 20 schermt de ruimte achter de panelen 4, 5, 6 af tegen binnendringen van neerslag, bladeren e.d. en 15 vervult verder geen rol bij het op zijn plaats houden van het paneel waar deze deel van uitmaakt.

De klossen 13, 14, 15 zijn uitgevoerd als langwerpige profielsecties die in de getoonde, langs een verticale wand 1 geïnstalleerde toestand verticaal georiënteerd zijn. Deze 20 verticale oriëntatie van de profielsecties is voordelig voor het beperken van loodrecht op het vlak waarin de panelen zich uitstrekken uitgeoefende krachten, omdat de profielsecties aldus een lange arm vormen voor het opvangen van momenten veroorzaakt door het gewicht van de panelen uitgeoefende 25 krachten.

Bij de voorgestelde panelen 4, 5, 6, die zijn vervaardigd uit plaatmateriaal met omgezette randgedeeltes, is een bijzonder effectieve versteviging van de hoeken verkregen, doordat de klossen 13, 14, 15 aansluitend op de omgezette 30 randgedeeltes zijn gemonteerd. Daarbij zijn de horizontaal georiënteerde randgedeeltes telkens door middel van zelftap-pende schroeven in een stand loodrecht op het hoofdvlak van het paneel 4, 5, 6 vastgezet tegen een kops uiteinde van een van de klossen 13, 14, 15. De zelftappende schroeven grijpen 35 in kanalen 42, 43 van de profielvormige klossen 13, 14.

De versteviging van de panelen door de klossen 13, 14, 15 en de krachtsverdelende werking van die klossen 13, 14, 15 1006233 -6- is verder bijzonder effectief, doordat de klossen door lijmen zijn bevestigd en de lijnverbindingen 44, 45 bovendien zowel de rugzijden als omgezette zijden van het uit metaalplaat vervaardigde paneel-lichaam met de klossen 13, 14, 15 verbin-5 den. Overigens kan de hechting tegen de rugzijde van het paneel-lichaam ook op andere wijze worden bewerkstelligd, bijvoorbeeld door middel van solderen of lassen. Bij sandwich-vormig uitgevoerde paneel-lichamen (bijvoorbeeld twee lagen aluminium met een laag FE daartussen) kunnen dergelijke ver-10 bindingstechnieken uitgevoerd worden zonder dat het paneel aan de bij montage naar buiten te keren zijde krom trekt door de warmte-inwerking.

De klossen 13, 14, 15 worden bij het vervaardigen van de panelen 4-6 tegen de rugzijden van die panelen gelijmd en 15 door de schroeven die in de kanalen 42, 43 van de profielvormige klossen 13, 14 grijpen vastgehouden, zodat de klossen 13, 14 betrouwbaar op hun plaats blijven, ook als de lijm nog niet uitgehard is.

Het bevestigingsstelsel 3 is voorzien van bevestigings-20 profielen 21 die in de getoonde, geïnstalleerde toestand verticaal verlopen en door middel van verstelbare muurbeugels 22 en boutverbindingen 23, 24 alsmede in elkaar grijpende karte-lingen 25, 26, 27, 28 tegen de achtergelegen wand of muur 1 zijn bevestigd. De steunen 16, 17 zijn langs die profielen 21 25 verstelbaar en grijpen in de getoonde geïnstalleerde toestand op de klossen 13, 14, 15 aan. Doordat de klossen 13, 14, 15 op in hoogte verstelbare steunen 16, 17 rusten, hoeven aan de nauwkeurigheid van de verticale positionering van de bevesti-gingsprofielen 21 geen bijzondere eisen te worden gesteld en 30 is het ook niet nodig in het werk (tijdens de bouw) gaten op de juiste hoogte te boren voor het op de juiste hoogte hangen van de panelen. Verder kunnen de bevestigingsprofielen 21 en de steunen 16, 17 gebruikt worden in combinatie met panelen met verschillende hoogtes.

35 Ter geleiding van de steunen 16, 17 zijn de bevesti gingsprofielen 21 voorzien van tegenover elkaar gelegen groeven 29, 30 die samenwerken met uitstekende ribben 31, 32 van 1 00623 3 -7- de steunen 16, 17. Deze ribben 31, 32 passen met speling glijdend in de groeven 29, 30. Voor het vastzetten van de steunen 16, 17 in de gewenste posities zijn die steunen voorzien van fixatie-organen in de vorm van korte draadeinden 33 5 met een inbuskop en een scherpe punt (niet zichtbaar) die bij aandraaien van het draadeind 33 aangrijpt op het desbetreffende bevestigingsprofielen 21 en bovendien de ribben 31, 32 van de steunen 16, 17 tegen een kant van de groeven 29, 30 klemt. Deze draadeinden 33 zijn door middel van een inbus-10 sleutel of een zeskant schroevendraaier via voegen 11 tussen de panelen 4, 5, 6 in gemonteerde toestand door bereikbaar voor het fixeren en losmaken van de steunen 16, 17. De panelen 4, 5, 6 zijn aldus losneembaar door verplaatsing van de steunen 16, 17 waarin deze gehaakt zijn. Verplaatsing van de 15 panelen in een richting evenwijdig aan het gevelvlak is daarbij niet nodig, hetgeen betekent, dat de panelen gemonteerd en verwijderd kunnen worden ongeacht of naast-, boven- of ondergelegen panelen aanwezig zijn en ongeacht de relatie tussen de breedte van de voegen en de afstand waarover de pane-20 len ingehaakt zijn.

Zoals het duidelijkst blijkt uit fig. 2 grijpen de steunen 16, 17 van het bevestigingsstelsel 3 telkens aan op naar elkaar toe gekeerde randen 19, 34, 35 van de klossen 13, 14 van elk exemplaar van de panelen 4, 5, 6. Elk van die pa-25 nelen 4, 5, 6 wordt bij het monteren door vergroten van de afstand tussen daarop aangrijpende steunen 16, 17 van het bevestigingsstelsel 3 ten opzichte van dat bevestigingsstelsel 3 gefixeerd. Deze wijze van fixeren door uit elkaar schuiven van bevestigingsorganen die in naar elkaar toe gekeerde delen 30 van de panelen haken, biedt het voordeel, dat wanneer de panelen 4, 5, 6 zijn gemonteerd en de bevestigingsorganen in de uiterste van elkaar af gelegen standen en in de panelen hakend zijn gefixeerd, het voor onbevoegden zonder speciaal gereedschap voor het losmaken van de fixatie-organen praktisch 35 onmogelijk is de panelen los te nemen.

Verder maakt deze bevestigingswijze het eenvoudig mogelijk de panelen tegen schuine en horizontale vlakken met de 1 006233 -8- buitenzijde omhoog of omlaag gekeerd toe te passen. Dit betekent, dat het gevelbekledingssysteem ook zeer geschikt is voor het bekleden van onderzijden van overkappingen, poorten, balkons, overstekende gevels en dergelijke.

5 De klossen 13, 14, 15 zijn voorzien van evenwijdig aan en op afstand achter de panelen 4, 5, 6 verlopende ribben 18, 36, 37 en de steunen van het bevestigingsstelsel 3 zijn elk voorzien van een sleuf 38, 39 waarin gedeeltes van die ribben 18, 36, 37 zijn opgenomen. Doordat deze evenwijdig aan het 10 gevelvlak verlopende ribben 18, 36, 37 in uitsparingen in het bevestigingsstelsel haken, kan een ruime tolerantie op de laterale positie van uitsparingen worden toegelaten en kunnen de panelen zo gesteld worden, dat rechte en gelijkmatige verticale voegen 11 worden verkregen.

15 Het getoonde klos 13 verschilt daarbij van de klossen 14, 15 doordat het als een kokerprofiel is uitgevoerd. De uitvoering van het klos als een kokerprofiel zorgt voor een extra vergroting van de torsiestijfheid van de panelen in het gebied van de hoeken. Verder is het bij het kokervormig uit-20 gevoerde klos 13 onmogelijk, dat een paneel zo ver zijwaarts verschuift, dat het einde van de evenwijdig achter het pa-neel-lichaam verlopende ribbe 36 van het klos 13 van de steun 16, 17 afschuift, zodat het paneel van de steun 16, 17 valt. Dit laatste is vooral voordelig bij het installeren van de 25 panelen, wanneer deze eerste ongeveer op de juiste plaatse worden gehangen en dan zijwaarts worden verschoven, totdat de uiteindelijke precieze positie is bereikt.

De voorgestelde gevelbekleding kan aldus, zonder dat in het werk boren of andere bewerkingen aan onderdelen daarvan 30 nodig zijn en zonder dat nauwe toleranties op de positionering van het bevestigingsstelsel tegen de achtergelegen constructie 1 nodig zijn, worden opgericht en nauwkeurig worden ingesteld tot een bekleding met een strakke en gelijkmatige verschij ningsvorm.

35 De steunen 16, 17 die in gemonteerde toestand aangrij pen op de klossen 13, 14, 15 zijn voorzien van veerkrachtige vulstukken 40, 41 die in de getoonde, geïnstalleerde toestand i 1006233 -9- tussen de steunen 16, 17 en de panelen 4, 5, 6 ingeklemd zijn. Deze veerkrachtige vulstukken 40, 41 drukken speling tussen de panelen 4, 5, 6 en de steunen 16, 17 weg en gaan zo rammelen van de panelen tegen, terwijl toch enige vrijheid 5 voor beweging wordt gelaten teneinde het optreden van spanningen in de panelen te beperken.

Doordat de vulstukken 40, 41 in groeven in de steunen 16, 17 zijn verankerd kunnen de steunen 16, 17 met de vulstukken 40, 41 voorgeassembleerd aangeleverd worden en hoeven 10 ook de vulstukken niet apart in het werk te worden gemonteerd. Dit laatste vereenvoudigd niet alleen het opbouwen, maar maakt ook de logistiek eenvoudiger door beperking van het aantal losse onderdelen en vemijdt rammelproblemen door abusievelijk weglaten van de vulstukken.

1006233

Claims (20)

1. Gevelbekledingssysteem omvattende: panelen (4-6) elk met een paneel-lichaam met eindranden (7-10) en hoeken waar telkens twee van de eindranden (7-10) elkaar ontmoeten en langs genoemde eindranden (7-10) vast te-5 gen het paneel-lichaam (4-6) bevestigde klossen (13-15), welke panelen (4-6) in geïnstalleerde toestand een gevelop-pervlak met voegen (11, 12) tussen de panelen (4-6) vormen, en een bevestigingsstelsel (3) met naar het geveloppervlak 10 uitstekende steunen (16, 17) voor het in geïnstalleerde toestand vasthouden van genoemde panelen (4-6) ten opzichte van een draagconstructie (1) van een gebouw, waarbij, in geïnstalleerde toestand, genoemde steunen (16, 17) in het gebied van genoemde klossen (13-15) en in het 15 gebied van elk van de hoeken van elk van genoemde panelen (4- 6. aangrijpen op elk van genoemde panelen (4-6), met het kenmerk, dat elk van de hoeken van elk van genoemde panelen (4-6) is voorzien van een van genoemde klossen (13-15)

2. Gevelbekledingssysteem volgens conclusie 1, waarbij, genoemde steunen (16, 17) in geïnstalleerde toestand op genoemde klossen (13-15) aangrijpen voor het vasthouden van genoemde panelen (4-6).

3. Gevelbekledingssysteem volgens conclusie 1 of 2, 25 waarbij minstens twee klossen (13-15) van elk van genoemde panelen (4-6) elk een flens (18) met een vrije rand (19) hebben die, in tegen een verticale gevel geïnstalleerde toestand, aan de onderzijde van die flens (18) is gelegen.

4. Gevelbekledingssysteem volgens conclusie 1 of 2, 30 waarbij de klossen (13-15) zijn uitgevoerd als langwerpige profielsecties waarvan de langsrichting telkens, in tegen een verticale gevel geïnstalleerde toestand, verticaal georiënteerd is.

5. Gevelbekledingssysteem volgens een der voorgaande 35 conclusies, waarbij het bevestigingsstelsel (3), in tegen een i 1006233 -11- verticale gevel geïnstalleerde toestand, verticaal verlopende bevestigingsprofielen (21) en langs die profielen (21) verstelbare steunen (16, 17) omvat.

6. Gevelbekledingssysteem volgens conclusie 5, verder 5 omvattende fixatie-organen (33) voor het fixeren van de steunen (16, 17) in posities langs de bevestigingsprofielen (21), welke fixatie-organen (33) via voegen (11, 12) tussen genoemde panelen (4-6) in geïnstalleerde toestand door bereikbaar zijn voor het fixeren en losmaken van genoemde steunen 10 (16, 17).

7. Gevelbekledingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steunen (16, 17) die een bepaald paneel (4-6) dragen telkens op naar elkaar toe gekeerde randen (19, 34) van elk van genoemde panelen (4-6) aangrijpen, zoda- 15 nig dat elk van genoemde panelen (4-6) bij het monteren door vergroten van de afstand tussen de steunen (16, 17) ten opzichte van dat bevestigingsstelsel (3) wordt gefixeerd.

8. Gevelbekledingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde klossen (13-15) zijn voorzien 20 van evenwijdig aan en op afstand aan rugzijden van genoemde panelen (4-6) verlopende ribben (18, 36, 37) en waarbij de steunen zijn voorzien van sleuven (38, 39) waarin, in geïnstalleerde toestand, gedeeltes van genoemde, evenwijdig aan en op afstand achter genoemde panelen (4-6) verlopende ribben 25 (18, 36, 37) zijn gehaakt.

9. Gevelbekledingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steunen (16, 17) zijn voorzien van veerkrachtige vulstukken (40, 41) die in geïnstalleerde toestand tussen genoemde steunen (16, 17) en genoemde panelen 30 (4-6) ingeklemd zijn.

10. Gevelbekledingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vulstukken (40, 41) althans gedeeltelijk in groeven in genoemde steunen (16, 17) zijn opgesloten.

11. Gevelbekledingspaneel met een paneel-lichaam met 35 eindranden (7-10) en hoeken waar telkens twee van de eindran-den (7-10) elkaar ontmoeten en voorzien van klossen (13-15) die vast zijn gemonteerd en aan de rugzijde van genoemd pa- 1006233 -12- neel en langs genoemde eindranden (7-10) van die panelen (4- 6. zijn gelegen, met het kenmerk, dat elk van de hoeken van genoemd paneel is voorzien van een van genoemde klossen (13-15).

12. Gevelbekledingspaneel volgens conclusie 10, waarbij genoemd paneel-lichaam een rugzijde heeft en genoemde klossen tegen genoemde rugzijde zijn bevestigd.

13. Gevelbekledingspaneel volgens conclusie 11 of 12, waarbij de klossen (13-15) naar elkaar toe gekeerde vrije 10 randen (19, 34) hebben voor samenwerking met steunen (16, 17) van een bevestigingsstelsel (3).

14. Gevelbekledingspaneel volgens een der conclusies 10-13, vervaardigd uit plaatmateriaal met omgezette randge-deeltes, waarbij genoemde klossen (13-15) aansluitend op ge- 15 noemde omgezette randgedeeltes zijn gemonteerd.

15. Gevelbekledingspaneel volgens conclusie 14, verder omvattende een omgezette, van het paneel af uitstekende flens (20) langs ten minste een zijrand van het paneel (4-6).

16. Gevelbekledingspaneel volgens een der conclusies 20 11-15, waarbij de klossen (13-15) zijn uitgevoerd als lang werpige profielsecties.

17. Gevelbekledingspaneel volgens conclusie 16, waarbij de klossen (13) elk zijn uitgevoerd als een kokerprofiel.

18. Gevelbekledingspaneel volgens een der conclusies 25 11-17, verder omvattende door overgang van een vloeibare naar een vaste toestand verkregen hechtverbindingen (44, 45), zoals een lijm-, soldeer- of lasverbinding waarmee genoemde klossen (13-15) tegen genoemd paneel-lichaam hechten.

19. Gevelbekledingspaneel volgens conclusies 18, verder 30 omvattende ten minste een klos op afstand van randen van genoemd paneel-lichaam.

20. Gevelbekledingspaneel volgens conclusie 18 of 19, waarbij ten minste een aantal van genoemde klossen (13-15) profielvormig zijn uitgevoerd en tevens door middel van een 35 mechanisch bevestigingsmiddel zijn gefixeerd, welk bevestigingsmiddel elk in langsrichting van een van genoemde profielvormige klossen in de desbetreffende klos (13-15) grijpt. 1006233