NL1021217C2 - Inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas. - Google Patents
Inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1021217C2 NL1021217C2 NL1021217A NL1021217A NL1021217C2 NL 1021217 C2 NL1021217 C2 NL 1021217C2 NL 1021217 A NL1021217 A NL 1021217A NL 1021217 A NL1021217 A NL 1021217A NL 1021217 C2 NL1021217 C2 NL 1021217C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- frame
- point
- engagement
- hinge
- usual
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B73/00—Means or arrangements to facilitate transportation of agricultural machines or implements, e.g. folding frames to reduce overall width
- A01B73/02—Folding frames
- A01B73/04—Folding frames foldable about a horizontal axis
- A01B73/044—Folding frames foldable about a horizontal axis the axis being oriented in a longitudinal direction
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D78/00—Haymakers with tines moving with respect to the machine
- A01D78/08—Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
- A01D78/10—Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
- A01D78/1007—Arrangements to facilitate transportation specially adapted therefor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
Description
INRICHTING VOOR HET BEWERKEN VAN ZICH OP DE GROND BEVINDEND
GEWAS
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting 5 voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke inrichting is op zich bekend. Een nadeel van een dergelijke inrichting, in het bijzonder met gewasbewerkingsorganen aan weerszijden van het eerste gestel, 10 is dat in sommige gevallen de gewasbewerkingsorganen elkaar in opgeklapte toestand raken.
Het is een doel van de uitvinding een inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas te verschaffen waarbij dit nadeel zich niet of althans in mindere 15 mate voordoet.
Hiertoe bevat een inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding de maatregelen van het kenmerk van conclusie 1. Doordat de verticale afstand tussen het 20 eerste aangrijpingspunt en het scharnier instelbaar is, kan de mate van het opklappen van het tweede gestel worden beïnvloed. Aldus kan worden voorkomen dat de gewasbewerkingsorganen zodanig ver worden opgeklapt dat zij eventuele opgeklapte gewasbewerkingsorganen aan de zijde van 25 het eerste gestel gelegen tegenover het tweede gestel raken. Ook in het geval dat tegenovergelegen gewasbewerkingsorganen niet aanwezig zijn kan het vanwege transportbreedte voordeel hebben de genoemde verticale afstand instelbaar te maken. In het geval het scharnier in hoogterichting gezien ten opzichte 30 van het eerste gestel is gefixeerd, heeft het de voorkeur wanneer het eerste aangrijpingspunt ten opzichte van het eerste gestel in hoogte verstelbaar is aangebracht. Aanvullend kan het eerste aangrijpingspunt in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting verstelbaar op het eerste gestel 35 zijn aangebracht.
'V -Λ ; i ..· 1 2
In een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is het scharnier in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting verstelbaar ten opzichte van het eerste gestel aangebracht. Hierdoor is het mogelijk de 5 werkbreedte van de inrichting te veranderen.
Hoewel het mogelijk is de aangrijpingspunten en/of het scharnier via een traploze verstelling, bijvoorbeeld met een curvesleuf, in hoogte respectievelijk in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting te verplaatsen, heeft 10 het vanwege eenvoud van constructie voordeel wanneer het eerste gestel is voorzien van een aantal in hoogte ten opzichte van elkaar versprongen boringen, elk geschikt voor het verschaffen van een aangrijpingspunt. Analoog heeft het voordeel wanneer het eerste gestel is voorzien van een aantal 15 in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting versprongen boringen, elk geschikt voor het verschaffen van een aangrijpingspunt. Analoog heeft het voordeel wanneer het eerste gestel is voorzien van een aantal in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting versprongen boringen, elk 20 geschikt voor het verschaffen van een bevestigingspunt voor het scharnier.
In een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is de inrichting voorzien van een derde gestel waarop gewasbewerkingsorganen aanbrengbaar zijn, welk 25 derde gestel met behulp van een tweede opklapcilinder om een tweede scharnier vanuit een werkstand in een transportstand opklapbaar is, waarbij de tweede opklapcilinder in een derde aangrijpingspunt op het eerste gestel en in een vierde aangrijpingspunt op het derde gestel aangrijpt en waarbij de 30 werkstand van het derde gestel althans in hoofdzaak dwars op de gebruikelijke rijrichting staat in een richting tegenovergesteld aan die van het tweede gestel. Verdere uitvoeringen van deze voorkeursuitvoering zijn in de onderconclusies beschreven.
35 3
De uitvinding zal hierna nader worden verduidelijkt aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Hierin toont:
Figuur 1 een uitvoering van een inrichting volgens 5 de uitvinding in een eerste opgeklapte toestand; en
Figuur 2 een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding in een tweede opgeklapte toestand.
Figuur 1 toont schematisch een achteraanzicht van io een deel van een inrichting voor het bewerken, bijvoorbeeld het harken, van zich op de grond bevindend gewas. De inrichting is tijdens normaal gebruik in een gebruikelijke rijrichting verplaatsbaar, in het weergegeven voorbeeld in een richting in het vlak van de tekening in.
15 De inrichting is voorzien van een eerste gestel 1 dat aan een voertuig koppelbaar is. Een tweede gestel 2 is geschikt voor het daarop bevatten van gewasbewerkingsorganen 3, zoals bijvoorbeeld een harkrotor.
Het tweede gestel 2 is met behulp van een 20 opklapcilinder 4 om een scharnier 5 vanuit een werkstand in een transportstand opklapbaar, waarbij de werkstand van het tweede gestel 2 althans in hoofdzaak dwars op de gebruikelijke rijrichting staat. De opklapcilinder 4 grijpt in een eerste aangrijpingspunt 6 aan op het eerste gestel 1 en in een tweede 25 aangrijpingspunt 7 aan op het tweede gestel 2. Het zal duidelijk zijn dat door bediening van de opklapcilinder 4 het tweede gestel 2 met de gewasbewerkingsorganen 3 van de werkstand naar de transportstand opklapbaar zijn.
Volgens de uitvinding is de verticale afstand A 30 tussen het eerste aangrijpingspunt 6 en het scharnier 5 instelbaar, bijvoorbeeld doordat het eerste aangrijpingspunt 6 in hoogte verstelbaar ten opzichte van het eerste gestel 1 is aangebracht, opdat verschillende opklaphoogtes kunnen worden bewerkstelligd zoals is aangegeven in figuren 1 en 2. De 35 instelbaarheid van de verticale afstand is in figuren 1 en 2 4 weergegeven door de afstand Al, respectievelijk A2. Hierbij wordt opgemerkt dat onder verticale afstand de afstand wordt verstaan gezien in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting en dwars op de richting van het tweede gestel 5 wanneer dit zich in de gebruikelijke werkstand bevindt.
In de figuren 1 en 2 is aan het eerste gestel 1 een plaat 14 bevestigd voorzien van een aantal in hoogte en in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting ten opzichte van elkaar versprongen boringen 8, 9 en 10. Elk van de ïo boringen is geschikt voor het verschaffen van een eerste aangrijpingspunt 6. In figuur 1 wordt het eerste aangrijpingspunt door de boring 8 en in figuur 2 door de boring 9 gevormd. Verplaatsing van het aangrijpingspunt van de ene naar de andere boring kan handmatig geschieden, waardoor 15 het eerste aangrijpingspunt 6 in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting verstelbaar ten opzichte van het eerste gestel kan worden aangebracht.
Verder is het eerste gestel 1 voorzien van een aantal in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting 20 verplaatste boringen 11, 12 en 13, elk geschikt voor het verschaffen van een bevestigingspunt voor het scharnier 5. Door verplaatsing van het scharnier 5 van de eerste boring naar de tweede boring 12 en eventueel de derde boring 13 wordt een vergroting van de werkbreedte gerealiseerd. Wanneer in 25 combinatie met de verplaatsing van het scharnier tevens het eerste aangrijpingspunt wordt verplaatst, wordt een bij de werkbreedte passende opklap- of transportbreedte gerealiseerd.
Hoewel in de figuren 1 en 2 discrete posities voor het eerste aangrijpingspunt en het scharnier zijn weergegeven, 30 zal het duidelijk zijn dat ook een niet-discrete of ook wel traploze verplaatsing van het eerste aangrijpingspunt kan worden verkregen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van op zich bekende curvesleuven.
Hoewel in figuren 1 en 2 alleen een tweede gestel 35 met gewasbewerkingsorganen is weergegeven, zal het duidelijk 5 zijn dat de inrichting tevens voorzien kan zijn van een derde gestel waarop gewasbewerkingsorganen aanbrengbaar zijn, welk derde gestel met behulp van een tweede opklapcilinder om een tweede scharnier vanuit een werkstand in een transportstand 5 opklapbaar is, waarbij de tweede opklapcilinder in een derde aangrijpingspunt op het eerste gestel aangrijpt en in een vierde aangrijpingspunt op het derde gestel aangrijpt en waarbij de werkstand van het derde gestel althans in hoofdzaak dwars op de gebruikelijke rijrichting staat in een richting 10 tegenovergesteld aan die van het tweede gestel. De uitvoering van het derde gestel en het derde aangrijpingspunt en het tweede scharnier zijn analoog aan die van het tweede gestel, en zullen voor de eenvoud van beschrijving niet nader worden beschreven.
1 P 7 - 7 1 '7
Claims (15)
1. Inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas, waarbij de inrichting tijdens normaal gebruik 5 in een gebruikelijke rijrichting verplaatsbaar is, welke inrichting is voorzien van een eerste gestel dat aan een voertuig koppelbaar is, van een tweede gestel waarop gewasbewerkingsorganen aanbrengbaar zijn, welk tweede gestel met behulp van een opklapcHinder om een scharnier vanuit een ïo werkstand in een transportstand opklapbaar is, waarbij de opklapcilinder in een eerste aangrijpingspunt op het eerste gestel aangrijpt en in een tweede aangrijpingspunt op het tweede gestel aangrijpt en waarbij de werkstand van het tweede gestel althans in hoofdzaak dwars op de gebruikelijke 15 rijrichting staat, met het kenmerk, dat de verticale afstand tussen het eerste aangrijpingspunt en het scharnier instelbaar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste aangrijpingspunt ten opzichte van het eerste gestel 20 in hoogte verstelbaar is aangebracht.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het eerste aangrijpingspunt in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting verstelbaar ten opzichte van het eerste gestel is aangebracht.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het scharnier in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting verstelbaar ten opzichte van het eerste gestel is aangebracht.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat het eerste gestel is voorzien van een aantal in hoogte ten opzichte van elkaar versprongen boringen, elk geschikt voor het verschaffen van een aangrijpingspunt.
6. Inrichting volgens conclusie 3 en 5, met het kenmerk, dat het eerste gestel is voorzien van een aantal in 35 een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting versprongen 1 n 9 1 9 1 7 boringen, elk geschikt voor het verschaffen van een aangrijpingspunt.
7. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het eerste gestel is voorzien van een aantal in een richting 5 dwars op de gebruikelijke rijrichting versprongen boringen, elk geschikt voor het verschaffen van een bevestigingspunt voor het scharnier.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een derde ïo gestel waarop gewasbewerkingsorganen aanbrengbaar zijn, welk derde gestel met behulp van een tweede opklapcilinder om een tweede scharnier vanuit een werkstand in een transportstand opklapbaar is, waarbij de tweede opklapcilinder in een derde aangrijpingspunt op het eerste gestel en in een vierde 15 aangrijpingspunt op het derde gestel aangrijpt en waarbij de werkstand van het derde gestel althans in hoofdzaak dwars op de gebruikelijke rijrichting staat in een richting tegenovergesteld aan die van het tweede gestel.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 20 de verticale afstand tussen het derde aangrijpingspunt en het tweede scharnier instelbaar is.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het derde aangrijpingspunt ten opzichte van het eerste gestel in hoogte instelbaar is aangebracht.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het derde aangrijpingspunt in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting verstelbaar ten opzichte van het eerste gestel is aangebracht.
12. Inrichting volgens conclusie 9, 10 of 11, met het 3. kenmerk, dat het tweede scharnier in een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting verstelbaar ten opzichte van het eerste gestel is aangebracht.
13. Inrichting volgens een der conclusies 8 tot en met 12, met het kenmerk, dat het eerste gestel is voorzien van een 35 aantal in hoogte ten opzichte van elkaar versprongen boringen, .·. .. ·: “7 "* t · / , V u , ·. elk geschikt voor het verschaffen van een derde aangrijpingspunt.
14. Inrichting volgens conclusie 11 en 13, met het kenmerk, dat het eerste gestel is voorzien van een aantal in 5 een richting dwars op de gebruikelijke rijrichting versprongen boringen, elk geschikt voor het verschaffen van een derde aangrijpingspunt.
15. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het eerste gestel is voorzien van een aantal in een ïo richting dwars op de gebruikelijke rijrichting versprongen boringen, elk geschikt voor het verschaffen van een bevestigingspunt voor het tweede scharnier.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1021217A NL1021217C2 (nl) | 2002-08-06 | 2002-08-06 | Inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1021217 | 2002-08-06 | ||
NL1021217A NL1021217C2 (nl) | 2002-08-06 | 2002-08-06 | Inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1021217C2 true NL1021217C2 (nl) | 2004-02-10 |
Family
ID=32026250
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1021217A NL1021217C2 (nl) | 2002-08-06 | 2002-08-06 | Inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1021217C2 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL8702876A (nl) * | 1977-03-30 | 1988-04-05 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
DE4114580A1 (de) * | 1991-05-04 | 1992-11-05 | Fella Werke Gmbh | Landwirtschaftliche maschine mit veraenderbarer arbeitsbreite |
DE4405858C1 (de) * | 1994-02-23 | 1995-06-01 | Fortschritt Erntemaschinen | Aufhängung für ein- oder beidseitig an einem Trägerfahrzeug angebrachte Arbeitsaggregate |
EP0788730A1 (de) * | 1996-01-31 | 1997-08-13 | Claas Saulgau Gmbh | Landwirtschaftliche Maschine mit in Fahrtrichtung gestaffelt angeordneten Arbeitswerkzeugen |
EP1053668A1 (en) * | 1999-05-20 | 2000-11-22 | Maasland N.V. | A device for bringing an implement from an operative position into a transport position |
-
2002
- 2002-08-06 NL NL1021217A patent/NL1021217C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL8702876A (nl) * | 1977-03-30 | 1988-04-05 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
DE4114580A1 (de) * | 1991-05-04 | 1992-11-05 | Fella Werke Gmbh | Landwirtschaftliche maschine mit veraenderbarer arbeitsbreite |
DE4405858C1 (de) * | 1994-02-23 | 1995-06-01 | Fortschritt Erntemaschinen | Aufhängung für ein- oder beidseitig an einem Trägerfahrzeug angebrachte Arbeitsaggregate |
EP0788730A1 (de) * | 1996-01-31 | 1997-08-13 | Claas Saulgau Gmbh | Landwirtschaftliche Maschine mit in Fahrtrichtung gestaffelt angeordneten Arbeitswerkzeugen |
EP1053668A1 (en) * | 1999-05-20 | 2000-11-22 | Maasland N.V. | A device for bringing an implement from an operative position into a transport position |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR101563019B1 (ko) | 연장가능한 제설 블레이드 | |
US6659224B2 (en) | Articulating step assembly | |
US8770386B2 (en) | Folding transport conveyor for a construction machine, automotive construction machine, as well as method for pivoting a transport conveyor | |
NL1031852C2 (nl) | Landbouwmachine. | |
CA2184922A1 (en) | Adjustable wing plow | |
US9878850B2 (en) | Cold planer folding conveyor | |
NL2021519B1 (nl) | Zelfrijdende landbouwmachine, bijvoorbeeld een zelfrijdende bandhark | |
NL1021217C2 (nl) | Inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas. | |
NL1018687C2 (nl) | Scharnierconstructie en scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig. | |
US6484421B1 (en) | Snow plow assembly | |
US20070284866A1 (en) | Work vehicle outrigger and associated method | |
NL8301548A (nl) | Landbouwwerktuig. | |
EP2263441B1 (en) | A haymaking machine | |
EP3310968A1 (fr) | Equipement de nettoyage, notamment de fosse, et ensemble comprenant un tel equipement de nettoyage | |
FR2683972A1 (fr) | Machine d'epandage a usage agricole telle que pulverisateur et epandeur pneumatique d'engrais. | |
US20040140110A1 (en) | Bucket extension for front loaders | |
US20230295888A1 (en) | Convertible snow plow | |
NL2004859C2 (nl) | Werkvoertuig. | |
NL1020786C2 (nl) | Inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas. | |
WO2005075230A1 (fr) | Toit escamotable de vehicule | |
NL1011401C2 (nl) | Aan een landbouwtrekker of dergelijk voertuig aan te koppelen machine. | |
US11553649B2 (en) | Conveyor with shock-absorbing boom | |
BE1011004A3 (fr) | Mecanisme de coupe en plusieurs parties pour moissonneuses agricoles. | |
US20210339681A1 (en) | Access ladder for a work vehicle | |
SE456302B (sv) | Maskin med fellbart stangsystem for pneumatisk spridning av foretredesvis kornformigt material |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
PD | Change of ownership |
Owner name: LELY PATENT N.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: MAASLAND N.V. Effective date: 20180110 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20180901 |