NL1018241C2

NL1018241C2 - Inrichting voor het automatisch melken van dieren.

Info

Publication number: NL1018241C2
Application number: NL1018241A
Authority: NL
Inventors: Elena Espada Aventin
Original assignee: Lely Entpr Ag
Priority date: 2001-06-08
Filing date: 2001-06-08
Publication date: 2002-12-10

Description

INRICHTING VOOR HET AUTOMATISCH MELKEN VAN DIEREN

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting volgens de aanhef van conclusie 1.

5

Een dergelijke inrichting is bekend. De dieren die de inrichting vrijwillig bezoeken worden telkens gemolken totdat de gemeten melkstroom (per uierkwartier) beneden een bepaalde drempelwaarde komt (gedurende ten minste een bepaalde minimum 10 tijdsduur) . Dan kan de betreffende melkbeker van de speen worden afgenomen. Iedere melkbeker van de inrichting heeft aldus een afnamegrens. Om ervoor te zorgen dat de dieren de inrichting voldoende vaak bezoeken, kunnen er middelen zijn voorzien om dit te stimuleren, zoals bijvoorbeeld een 15 inrichting voor het verstrekken van krachtvoer. De bekende inrichting heeft onder andere het nadeel, dat de capaciteit van de inrichting niet optimaal wordt benut. De bezoekfrequentie van de dieren aan de inrichting is in de loop van de tijd niet constant. In sommige perioden willen 20 veel dieren de inrichting bezoeken, in andere perioden weinig dieren. Dit kan leiden tot lange wachttijden voor de dieren op bepaalde tijdstippen. Het is zowel in het belang van de dieren als in het belang van de gebruiker van de inrichting dat de capaciteit van de inrichting zo goed mogelijk wordt 25 benut.

De uitvinding heeft tot doel een dergelijke inrichting te verbeteren. Volgens de uitvinding wordt dit door de maatregelen in het kenmerk van conclusie 1 bereikt. De 30 uitvinding berust op het inzicht dat, door het afhankelijk van de te verwachten bezoekfrequentie (dus van de verwachte bezettingsgraad van de inrichting) regelen van de afnamegrens, wordt bereikt dat de duur van een melkbeurt in drukke tijden kleiner wordt, terwijl de dieren in rustige 35 tijden langer kunnen worden gemolken. Hierdoor wordt de capaciteit van de inrichting beter benut.

1018?4 2

De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting volgens de aanhef van conclusie 5.

Een dergelijke inrichting is bekend. De dieren die de 5 inrichting vrijwillig bezoeken worden gemolken als aan de vereiste(n) van het melkcriterium is voldaan. Een vereiste kan bijvoorbeeld zijn dat er ten minste een bepaalde tijdsduur is verstreken sinds de laatste melking van het betreffende dier, of dat de verwachte melkgift van het dier io boven een bepaalde drempelwaarde ligt. De bekende inrichting heeft onder andere het nadeel dat de capaciteit van de inrichting niet optimaal wordt benut. De bezoekfrequentie van de dieren aan de inrichting is in de loop van de tijd niet constant. In sommige perioden willen veel dieren de 15 inrichting bezoeken, in andere perioden weinig dieren. Dit kan leiden tot lange wachttijden voor de dieren op bepaalde tijdstippen. Het is zowel in het belang van de dieren als in het belang van de gebruiker van de inrichting dat de capaciteit van de inrichting zo goed mogelijk wordt benut.

20

De uitvinding heeft tot doel een dergelijke inrichting te verbeteren. Volgens de uitvinding wordt dit door de maatregelen in het kenmerk van conclusie 5 bereikt. De uitvinding berust op het inzicht dat, door het afhankelijk 25 van de te verwachten bezoekfrequentie (dus van de verwachte bezettingsgraad van de inrichting) regelen van het melkcriterium, wordt bereikt dat dieren in drukke tijden eerder worden geweigerd, terwijl de dieren in rustige tijden vaker gemolken kunnen worden. Hierdoor wordt de capaciteit 30 van de inrichting beter benut.

De uitvinding zal aan de hand van enkele voorbeelden nader worden toegelicht.

35 De inrichting voor het automatisch melken van dieren is geschikt voor het successievelijk ontvangen van individuele dieren uit een groep van dieren die zich vrij kunnen bewegen J 0 ) 824 1 ^ 3 in een daartoe bestemd gebied en die individueel en vrijwillig de inrichting kunnen bezoeken. De inrichting is voorzien van middelen voor het stimuleren van de dieren om de inrichting te bezoeken, zoals een krachtvoerbox. De s inrichting is verder voorzien van melkbekers en van een op zich bekende melkrobot voor het automatisch aansluiten van de melkbekers op de spenen van een te melken dier.

Dierherkenningsmiddelen kunnen zijn voorzien voor het identificeren van de dieren, bijvoorbeeld wanneer zij de 10 inrichting bezoeken.

De inrichting is geschikt om het melken van een dier te beëindigen wanneer de gemeten melkstroom in een uierkwartier gedurende ten minste een bepaalde tijdsduur een bepaalde 15 drempelwaarde onderschrijdt. Zodra dit het geval is kan de betreffende melkbeker van de speen worden afgenomen. Iedere melkbeker van de inrichting heeft aldus een afnamegrens, die per dier en per speen kan verschillen.

20 Volgens een aspect van de uitvinding is de inrichting voorzien van middelen voor het variëren van de drempelwaarde in afhankelijkheid van de verwachte bezoekfrequentie van de dieren aan de inrichting. Wanneer de verwachte bezoekfrequentie van de groep dieren aan de inrichting bekend 25 is, en daarmee dus ook de verwachte bezettingsgraad van de inrichting, wordt de drempelwaarde voor het beëindigen van het melken navenant ingesteld. Bij een lage verwachte bezoekfrequentie stellen de middelen de drempelwaarde lager in dan bij een hoge verwachte bezoekfrequentie. Zo wordt de 30 duur van een melkbeurt in drukke tijden korter, terwijl de dieren in rustige tijden langer gemolken kunnen worden. Hierdoor wordt de capaciteit van de inrichting beter benut. Bij voorkeur zijn de middelen geschikt om de drempelwaarde voor elk dier individueel en per speen afzonderlijk in te 35 stellen.

_ 1018241^ 4

De inrichting is verder geschikt om op grond van een melkcriterium met ten minste één vereiste te beslissen of een dier dat de melkrobot bezoekt wel of niet wordt gemolken. Het melkcriterium kan bijvoorbeeld vereisen dat wanneer het dier 5 de inrichting bezoekt de verwachte melkgift van het dier boven een bepaalde drempelwaarde (bijvoorbeeld 8 kg) ligt.

Volgens een verder aspect van de uitvinding is de inrichting voorzien van middelen voor het variëren van het io vereiste of de vereisten van het melkcriterium in afhankelijkheid van de verwachte bezoekfrequentie* van de dieren aan de inrichting. Wanneer de verwachte bezoekfrequentie van de groep dieren aan de inrichting bekend is, en daarmee dus ook de verwachte bezettingsgraad van de 15 inrichting, wordt het melkcriterium navenant ingesteld. Bij een lage verwachte bezoekfrequentie stellen de middelen het vereiste of de vereisten van het melkcriterium minder streng in dan bij een hoge verwachte bezoekfrequentie. De grens van 8 kg kan bijvoorbeeld in een rustige periode 's nachts worden 20 verlaagd tot 6 kg en in een drukke periode 's ochtends worden verhoogd tot 10 kg. Zo worden dieren in drukke tijden eerder geweigerd, terwijl de dieren in rustige tijden vaker kunnen worden gemolken. Hierdoor wordt de capaciteit van de inrichting beter benut. Bij voorkeur zijn de middelen 25 geschikt om het vereiste of de vereisten van het melkcriterium voor elk dier individueel in te stellen.

Een (eventueel periodiek) verloop in de tijd van de verwachte bezoekfrequentie kan zijn opgeslagen in de 30 inrichting, bijvoorbeeld in het geheugen van een computer. Het verloop kan door proeven gemeten of uit de vakliteratuur bekend zijn.

Ook kan de inrichting zijn voorzien van meetmiddelen 35 voor het bepalen van een (eventueel periodiek) verloop in de tijd van de verwachte bezoekfrequentie. De meetmiddelen kunnen een computer omvatten die de bezoekfrequentie bijhoudt 1018241 * 5 en eventueel het verloop in de tijd opslaat. Op deze wijze kan de inrichting zelfstandig de benodigde gegevens omtrent de bezoekfrequentie genereren. Optioneel kan telkens na bijvoorbeeld een maand opnieuw het verloop van de 5 bezoekfrequentie worden gemeten. Het is mogelijk (bijvoorbeeld door gewenning van de dieren) dat dan een ander verloop wordt gevonden. Door de herhaalde metingen wordt steeds de actuele, relevante bezoekfrequentie gevonden.

10 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de inrichting voorzien van telmiddelen voor het bepalen van het te verwachten aantal bezoeken van dieren aan de inrichting in de nabije toekomst. Dit is een goedkope en eenvoudige manier om de te verwachten bezettingsgraad van de inrichting te 15 bepalen. De inrichting kan zijn voorzien van een wachtruimte voor de dieren die de melkrobot willen bezoeken, waarbij de telmiddelen bij de ingang van de wachtruimte zijn aangebracht.

_ 101 824 1

Claims

1. Inrichting voor het automatisch melken van dieren die zich vrij kunnen bewegen in een daartoe bestemd gebied 5 en die individueel de inrichting kunnen bezoeken, welke inrichting is voorzien van een melkrobot en geschikt is om het melken van een dier te beëindigen wanneer de melkstroom een bepaalde drempelwaarde onderschrijdt, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van middelen io voor het variëren van de drempelwaarde in afhankelijkheid van de verwachte bezoekfrequentie van de dieren aan de inrichting.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 middelen de drempelwaarde bij een lage verwachte bezoekfrequentie lager instellen dan bij een hoge verwachte bezoekfrequentie.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 20 dat de middelen geschikt zijn om de drempelwaarde voor elk dier individueel in te stellen.

4. Inrichting volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de middelen geschikt zijn om de 25 drempelwaarde voor elk dier per speen afzonderlijk in te stellen.

5. Inrichting voor het automatisch melken van dieren die zich vrij kunnen bewegen in een daartoe bestemd gebied 30 en die individueel de inrichting kunnen bezoeken, welke inrichting is voorzien van een melkrobot en geschikt is om op grond van een melkcriterium met ten minste één vereiste te beslissen of een dier dat de melkrobot bezoekt wel of niet wordt gemolken, met het kenmerk, dat 35 de inrichting is voorzien van middelen voor het variëren van het vereiste of de vereisten van het melkcriterium 1014 in afhankelijkheid van de verwachte bezoekfrequentie van de dieren aan de inrichting.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de 5 middelen het vereiste of de vereisten van het melkcriterium bij een lage verwachte bezoekfrequentie minder streng instellen dan bij een hoge verwachte bezoekfrequentie. ïo

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de middelen geschikt zijn om het vereiste of de vereisten van het melkcriterium voor elk dier individueel in te stellen. is

8. Inrichting volgens één der conclusies 1 - 7, met het kenmerk, dat een (eventueel periodiek) verloop in de tijd van de verwachte bezoekfrequentie is opgeslagen in de inrichting.

9. Inrichting volgens één der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van meetmiddelen voor het bepalen van een (eventueel periodiek) verloop in de tijd van de verwachte bezoekfrequentie.

10. Inrichting volgens één der conclusies 1 - 9, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van telmiddelen voor het bepalen van het te verwachten aantal bezoeken van dieren aan de inrichting in de nabije toekomst.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een wachtruimte voor de dieren die de melkrobot willen bezoeken, waarbij de telmiddelen bij de ingang van de wachtruimte zijn voorzien. 101 824 t -ί