NL1017844C2 - Kunststof container en werkwijze voor gebruik daarvan. - Google Patents

Description

Titel: Kunststof container en werkwijze voor gebruik daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het opslaan en vervoeren van producten. Een dergelijke werkwijze is uit de praktijk bekend.

Bij deze bekende werkwijze worden bijvoorbeeld frites in bevroren 5 toestand verpakt in een kunststof zak, welke wordt afgesloten en vervolgens in een kartonnen omdoos wordt verpakt. In deze verpakking worden de frites op geslagen in koelinrichtingen en vervoerd naar een gebruiker, die de frites uit de verpakking haalt en de verpakking vervolgens weggooit, waartoe deze eerst nog dient te worden gescheiden in plastic en karton.

10 Het is voorts bekend producten te verpakken in kunststof kratten, bijvoorbeeld verse vis. Deze kunststof kratten worden hergebruikt doch vergen bijzonder veel ruimte voor opslag en transport, zowel vol als leeg. Bovendien worden deze kratten na hun economische levensduur vernietigd.

De uitvinding beoogt een werkwijze van de in de aanhef 15 beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen van de bekende werkwijzen zijn vermeden, met behouden van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.

Met een werkwijze volgens de uitvinding kan op bijzonder 20 economische en milieuvriendelijke wijze worden gezorgd voor verpakking, opslag en transport van producten van uiteenlopende soort. De opvouwbare containers maken het mogelijk producten, al dan niet in bulk te verpakken en te handelen, waarbij het retourneren en opslaan van de lege containers bijzonder weinig ruimte inneemt. De containers kunnen eenvoudig worden 25 gereinigd en worden hergebruikt. Het verdient daarbij de voorkeur dat de containers, nadat deze het einde van hun economische en/of technische levensduur hebben bereikt, worden vermalen of anderszins worden kleingemaakt, waarna de aldus verkregen kunststof delen worden 2 hergebruikt voor het opnieuw vervaardigen van een container voor gebruik binnen de uitvinding.

De containers voor toepassing binnen de uitvinding zijn bij voorkeur eendelig gespuitgiet, met geïntegreerde scharnieren, waardoor 5 geen assemblagestappen noodzakelijk zijn en wordt verhinderd dat tijdens gebruik delen van de containers van elkaar gescheiden raken. Bovendien worden kwetsbare delen hierdoor verder vermeden.

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.

10 Afdekking van de container nadat deze is gevuld biedt het voordeel dat de producten bijzonder goed zijn beschermd. Gebruik van folie die op of nabij de bovenzijde op de container wordt vastgezet, in het bijzonder geseald biedt daarbij het voordeel dat een dergelijke afdekking snel en eenvoudig is aan te brengen, geen emballage oplevert en bovendien eenvoudig voor de 15 betreffende producten te individualiseren is. Overigens kunnen ook andere afdekkingen worden gebruikt, zoals deksels, en kunnen andere bevestigingswijzen worden toegepast, bijvoorbeeld lijmen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op het verpakken van producten in een kunststof container, gekenmerkt door de maatregelen 20 volgens conclusie 9.

Met een dergelijke werkwijze kunnen op bijzonder eenvoudige en veilige wijze producten worden verpakt, afgeschermd van de omgeving. De folie is eenvoudig te bedrukken voor individualisering van de inhoud van de container en levert geen emballage op.

25 De kunststof containers worden bij voorkeur bij elke gebruikscyclus gereinigd, in het bijzonder gesteriliseerd, waarvoor bij voorkeur stoom wordt gebruikt.

De uitvinding heeft voort betrekking op een opvouwbare container, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 11.

3

Een dergelijke container biedt het voordeel dat deze eenvoudig en relatief goedkoop te vervaardigen en te gebruiken is. Assemblagestappen zijn nagenoeg niet nodig. Bovendien wordt hiermee het voordeel bereikt dat geen onderdelen onbedoeld los kunnen raken, waardoor de container 5 onbruikbaar zou kunnen worden.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een container volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 13.

Een dergelijke container kan in hoofdzaak vlak worden gespuitgiet, 10 waardoor een bijzonder eenvoudige spuitgietmatrijs kan worden toegepast. Bovendien kan worden volstaan met relatief eenvoudige spuitgietmachines. De container kan daardoor eenvoudig en relatief goedkoop worden vervaardigd. De specifieke constructie met de lippen aan de kopse wanden biedt daarbij het voordeel dat toch een container kan worden verkregen die 15 relatief stijf is en bovendien bijzonder compact kan worden opgevouwen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op het gebruik van een opvouwbare kunststof container, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 20.

Een dergelijk gebruik van een opvouwbare kunststof container 20 biedt het voordeel dat op geschikte wijze producten kunnen worden verpakt, opgeslagen en vervoerd, waarbij de emballage, dat wil zeggen de container in lege toestand relatief weinig ruimte inneemt. De kunststof containers worden bij voorkeur enkele tot vele cycli gebruikt, waarna deze worden hergebruikt voor het vervaardigen van nieuwe, vergelijkbare containers.

25 De uitvinding heeft bovendien betrekking op het gebruik van kunststof containers, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 21.

Met een dergelijk gebruik wordt het voordeel bereikt dat producten bijzonder goed worden verpakt en beschermd tegen invloeden van buiten af. Met name voor omgevingsgevoelige producten zoals bederfelijke waar, in 30 het bijzonder etenswaar is dit bijzonder voordelig.

4

In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van werkwijzen, inrichtingen en gebruikswijzen volgens de uitvinding· gegeven. Ter verduidelijking va^ 4e nitvmdinp· mllpn uitvoeringsvormen daarvan nader worden toegelicht aan de hand van de 5 tekening. Daarin toont:

Fig. 1 schematisch een opgezette container volgens de uitvinding, in perspectivisch aanzicht;

Fig. 2 schematisch gedeeltelijk in perspectivisch aanzicht een container volgens fig. 1, in vlakke toestand, direct na spuitgieten; 10 Fig. 3 schematisch in uitvergroting een detail van een verbinding tussen een kopse wand van een container volgens fig. 1 en 2, in opgezette gebruikstoestand;

Fig. 4 schematisch in dwarsdoorsnede schematisch een gedeelte van een container volgens de uitvinding, in ingevouwen toestand; 15 Fig. 5 schematisch een detail van een afdekking bevestigd op een bovenste langsrand van een container volgens de uitvinding;

Fig. 6 schematisch een detail van een verbinding tussen een kopse wand en een zijwand; en

Fig. 7 schematisch een cyclus voor gebruik van een container 20 volgens de uitvinding.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In deze beschrijving is steeds uitgegaan van kunststof containers in de vorm van kratten. Het zal duidelijk zijn dat deze in vele varianten, in het bijzonder qua afmetingen, 25 gebruikte kunststoffen en mengsels daarvan en constructies van bijvoorbeeld bodem en wanden kunnen worden uitgevoerd binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding. In deze beschrijving zullen containers, gebruik daarvan en werkwijzen worden beschreven aan de hand van een voorbeeld, namelijk het verpakken van etenswaren, in het bijzonder 30 frites en dergelijke. Daartoe dient de uitvinding evenwel geenszins beperkt 5 te worden geacht. Ook kunnen binnen de containers subverpakkingen worden toegepast, bijvoorbeeld portieverpakkingen of dergelijke.

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht schematisch een gespuitgiet kunststof krat 1 volgens de uitvinding, omvattende een 5 bakvormige bodem 2, een tweetal daarmee door eerste filmscharnieren 3 verbonden kopse wanden 2 en twee via tweede filmscharnieren 5 met de bodem verbonden zijwanden 6. In de opgezette toestand bepalen de wanden 4, 6 een binnenruimte 7 die naar boven toe open is via een uitneemopening 8. De wanden 4, 6 leggen met hun korte zijden tegen elkaar onder vorming 10 van ribben of aansluitnaden 9, welke bij voorkeur gesloten zijn, bijvoorbeeld door geschikte afdichtingsmiddelen als meegespuitgiette ruggen, flappen of dergelijke.

In fig. 2 is een hoek van een bodem 2 met daaraan verbonden een gedeelte van een kopse wand 4 en een zijwand 6 alsmede de eerste en 15 tweede filmscharnieren 3, 5. De bodem 2 omvat opstaande langsranden 10, 11 terwijl de kopse wanden 4 en de zijwanden 6 evenals de bodem bakvormig zijn. Bij opgezette krat 1 liggen in deze uitvoeringsvorm de gesloten wanddelen 12, 13 van de wanden 4, 6 naar de binnenruimte 7 gekeerd. De zijwand 6 is met het tweede scharnier 5 met de vrije bovenrand 20 van de betreffende langsrand 11 van de bodem 2 verbonden en is ter verduidelijking relatief dik en breed weergegeven. Duidelijk zal zijn dat de zijwand met behulp van dit scharnier 5 zowel naar een verticale stand kan worden verzwenkt, althans ongeveer haaks op de bodem 2, als verder, zodanig dat deze vlak op de bodem 2 ligt, zoals aangegeven in fig. 4. Het 25 eerste filmscharnier 3 wordt gevormd door een lip 13, aan weerszijden begrensd door een subscharnier 14, 15, van het living hinge type, dat wil zeggen een meegespuitgiet scharnier. Het eerste subscharnier 14 is verbonden met de bodem 2 nabij de onderzijde van de betreffende langsrand 10, dat wil zeggen op een hoogte ongeveer gelijk aan het gesloten bodemvlak 30 2A. Het tweede subscharnier 15 is verbonden met de kopse wand 4, 6 ongeveer in het vlak van het gesloten wanddeel 12 daarvan. De lip 13 heeft een breedte X die zodanig is gekozen dat deze ten minste ongeveer gelijk aan en bij voorkeur enigszins groter is dan de hoogte van de langsrand 10 van de bodem 2. Op het doel hiervan wordt nog teruggekomen.

5 Zoals duidelijk is uit fig. 2 is de container 1 in hoofdzaak vlak te spuitgieten. Dit vergt een relatief eenvoudige matrijs en spuitgietinrichting.

Nadat de container 1 als getoond in fig. 2 uit de matrijs is genomen wordt, bij voorkeur wanneer deze nog warm is, de lip 13 van elke kopse wand 4 tegen de naastgelegen langsrand 10 gevouwen en daartegen vastgezet, 10 bijvoorbeeld door lassen, lijmen, een geschikte klem- of klikverbinding of _ dergelijke. In fig. 3 is deze verbinding 18 weergegeven door een zwart blokje. Het eerste subscharnier 14 behoeft slechts eenmalige buiging toe te laten en behoeft daarom slechts een (warm) vervormbaar wandelement te zijn. Daarbij wordt het tweede subscharnier 15 boven de vrije bovenrand 17 15 van de betreffende langsrand 10 gebracht en strekt de kopse wand 4 zich boven die langsrand 10 en de bodem 2 uit. Vanuit deze stand, in onderbroken lijnen weergegeven in fig. 3, waarin de kopse wand 4 zich bij opgezette krat zal bevinden, kan deze wand 4 in de richting van de bodem 2 worden verzwenkt en tussen de langsranden 10, 11 worden opgenomen, 20 tegen het bodemvlak 2A, als getoond in fig. 3 in getrokken lijnen..

Vervolgens kunnen op eerder beschreven wijze de zijwanden 6 daaroverheen worden gevouwen, als getoond in fig. 4, waardoor een compact opgevouwen krat 1 is verkregen.

Fig. 6 toont in doorgesneden zijaanzicht een bovenhoek van een 25 kunststof krat 1, waarin duidelijk de zijwand 6 en een aansluitende kopse wand 4 zichtbaar zijn. In de langsrand 19 van de kopse wand 4 is een opening 20 aangebracht, aan de langsrand 22 van de zijwand 6 een in de richting van de bodem 2 enigszins hellende pen 21. Bij opgezette krat 1 reikt de pen 21 door de opening 20, waardoor de zijwand 6 met de kopse 30 wand 4 wordt verbonden. Wordt de krat 1 opgetild aan de kopse wanden 4 7 dan worden de wanddelen 4, 6 nog strakker tegen elkaar getrokken. De pen 21 en het gat 20 zijn bij voorkeur zelfzoekend. Overigens is bij voorkeur de langsrand 22 van de zijwanden 6 enigszins hoger dan de langsrand 11 van de bodem 2. Bij opgezette krat 1 zullen dan de betreffende langsranden 22 5 zich enigszins boven de langsranden 10 van de bodem 2 uitstrekken, tegen de gesloten wanddelen 12 van de kopse wanden4, waardoor verder verzwenken van de kopse wanden 4 wordt verhinderd. Bovendien kunnen dan tussen deze langsranden 22 en deze wanddelen 12 eveneens koppelmiddelen zoals de getoonde pen 21 en gat 20 worden aangebracht, 10 eventueel in plaats van die als getoond in fig. 6. Bij een dergelijke verbinding verdient het de voorkeur dat ook de van de bodem afgekeerde langsrand 22 van de zijwanden 6 zich boven de kopse wanden uitstrekt en de koppelmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat bij opnemen van de krat aan de zijwanden 4 deze aangetrokken wordt tegen de langsranden 22 van de 15 zijwanden, terwijl bij opnemen aan de zijwanden 6 de pen 21 opsluiting wordt verkregen met behulp van de koppelmiddelen, bijvoorbeeld door de hellingsrichting van de pennen 21 om te keren. Uiteraard kunnen ook allerlei andere koppelmiddelen worden voorzien voor het koppelen van de zijwanden 6 en de kopse wanden 4.

20 In fig. 5 is een bovenhoek van een krat 50 getoond, welke is vervaardigd uit kunststof. De krat 50 kan opvouwbaar zijn zoals een krat 1 volgens fig. 1 - 4 en 6, doch kan ook een vaste vorm hebben. Op de bovenrand 51, welke bij voorkeur in hoofdzaak vlak is uitgevoerd, is een folie 52 geseald of anderszins verboden, bijvoorbeeld gelijmd, gelast of 25 dergelijke. De folie is bij voorkeur in hoofdzaak gas- en vloeistofdicht, evenals bij voorkeur de krat 50, en kan zijn voorzien van een bedrukking (niet getoond) welke past bij de in de krat 50 gebrachte producten 53, bijvoorbeeld frites. De folie sluit de gehele bovenzijde af en vormt daardoor een goede barrière tegen beïnvloeding van de producten 53 van buiten af.

30 Een dergelijke folie kan eenvoudig automatisch worden aangebracht.

8

In fig. 7 is schematisch een werkwijze getoond voor het gebruik van kratten, in het bijzonder opvouwbare kunststof kratten 1 voor het verpakken, opslaan en/'of transporteren van producten. Hierbij wordt kunststof materiaal, bijvoorbeeld een mengsel van geschikte polymeren 5 toegevoerd vanuit een silo A naar een voorraadbuffer B. Het zal overigens elke vakman duidelijk zijn welke kunststof materialen kunnen of dienen te worden toegepast, afhankelijk van de gebruikseisen van de kratten 1.

Vanuit de buffer B wordt kunststof aangevoerd naar een spuitgietinrichting C waarin de kratten 1 worden gespuitgiet. Na uitnemen worden de kratten 10 gereedgemaakt voor gebruik, in het bijzonder door de lippen 13 tegen de bodem-langsranden 10 vast te zetten. Vervolgens wordt de krat 1 voorafgaand aan gebruik opgezet in een opzetstation D, waarna de kratten 1 worden gevuld in een vulstation E. Aansluitend kunnen de kratten 1 worden afgesloten in een sluitstation F, bijvoorbeeld door sealen zoals 15 eerder beschreven of door plaatsing van een ander geschikt afsluitmiddel zoals een deksel. Van daaruit of vanuit het vulstation E kunnen de kratten 1 worden opgeslagen en/of worden vervoerd, aangegeven met de letter G. op een geschikte gebruikspositie H worden de kratten dan op een gewenst moment uit de opslag G genomen en geleegd, voor gebruik van de 20 producten, waarna de kratten 1 worden ingevouwen in een opvouwstation I voor retourneren van de lege kratten 1.

Vanuit het opvouwstation I kunnen de kratten 1 naar een reinigingsstation K worden gebracht,waar de kratten worden schoongemaakt. Daar kan bijvoorbeeld stoom voor worden gebruikt, hetgeen 25 milieutechnisch en reinigingstechnisch voordelig is. Ook andere technieken kunnen uiteraard worden gebruikt. Bij gebruik van de kratten voor bijvoorbeeld bederfelijke waar zoals voedsel, voor medische goederen en dergelijke is het bovendien voordelig wanneer de kratten worden gedesinfecteerd en eventueel gesteriliseerd, op daartoe geëigende wijze.

30 Daarna zijn de kratten 1 gereed om te worden hervuld in het vulstation E, 9 na opzetten in het opzetstation D. Reiniging kan uiteraard ook na opzetten geschieden.

De kratten kunnen met de zijwanden 6 en/of de kopse wanden 4 op elkaar worden gestapeld, waarbij de bodem 2 tussen de zijwanden worden 5 opgenomen en voor verdere stabiliteit kunnen zorgen.

Vanuit het opvouwstation I of eventueel vanuit het gebruiksstation H kunnen de kratten 1 ook worden afgevoerd naar een recycleeenheid L waar de kratten worden vermalen of anderszins worden gegranuleerd voor hergebruik van het kunststof materiaal dat in de buffer B met ander en 10 eventueel nieuw materiaal kan worden gemengd. Deze recycling kan geschieden aan het einde van de economische en/of technische levensduur van een krat 1 of op een ander geschikt of gewenst moment. Doordat de kratten zo steeds worden hergebruikt gaat nagenoeg geen materiaal verloren, hetgeen milieutechnisch en economisch voordelig is. Er hoeft 15 slechts weinig nieuw materiaal te worden toegevoerd.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals geschetst door de conclusies.

Zo kunnen de kratten 1 op andere wijze opvouwbaar worden 20 uitgevoerd voor gebruik binnen een werkwijze volgens de uitvinding, of gedeeltelijk uiteenneembaar. Ook niet vouwbare kratten worden gebruikt in een werkwijze volgens de uitvinding zoals schematisch getoond in fig. 7. Opzetten en inklappen van de kratten blijft dan uiteraard achterwege.

Voorts kunnen de scharnier- en andere verbindingsconstructies anders 25 worden uitgevoerd. Door toepassing van een bakvormige bodem wordt het voordeel bereikt dat een stabiele bodem wordt verkregen waarbinnen ten minste de kopse wanden 4 kunnen worden gevouwen. Het is evenwel ook mogelijk de kopse wanden direct met een enkel scharnier aan het wanddeel 2A van de bodem te koppelen en daarbij de opstaande langsrand 10 weg te 30 laten of de langsrand 10 slechts een kleinere hoogte te geven en via een t 10 scharnier met de naastgelegen langsrand van de kopse wand 4 te verbinden, op een geschikte hoogte, zodanig dat de kopse wand alsnog tegen de bodem 2, 2A kan worden verzwenkt. In de rechtopstaande stand zal alsdan de kopse wand enigszins buiten de door de bodemwand 2A bepaalde contour 5 reiken.

Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.

Claims (22)

1. Werkwijze voor het opslaan en vervoeren van producten, waarbij: uit kunststof opvouwbare containers worden vervaardigd, in het bijzonder gespuitgiet, de opvouwbare containers in een vulplaats in een opgezette stand 5 worden gebracht en worden gevuld met producten, de gevulde containers worden getransporteerd naar een gebruikspositie, de opvouwbare containers worden geleegd en worden ingevouwen, de containers in ingevouwen stand worden teruggevoerd naar de 10 vulplaats, waarbij de containers worden gereinigd en worden hergebruikt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de containers enkele malen worden gevuld en geleegd, waarna de container wordt gerecycled door vermaling en opnieuw spuitgieten van een opvouwbare container.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij eendelig gespuitgiette containers worden toegepast.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij containers worden toegepast, voorzien van een bakvormige bodem met opstaande randen, waarbij bij invouwen twee kopse wanden van de 20 container binnen de bodem tussen de randen worden gevouwen en waarbij de zijwanden van de container over de kopse wanden worden gevouwen.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de containers na vullen worden afgedekt door een afdekking die aangrijpt op ten minste kopse wanden en/of zijwanden van de container.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de containers worden afgedekt door een folie dat op de langswanden en/of de kopse wanden van de container wordt geseald.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de folie nabij, bij voorkeur op de bovenste langsranden van de kopse wanden en de zijwanden van de container worden geseald voor het vormen van een volledige afdichting van de open bovenzijde van de containers.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de containers worden vervaardigd uit een kunststof die bestand is tegen temperaturen onder 0 graden celcius, welke kunststof recyclebaar is en bovendien sealbaar door thermolassen, heatsealen of dergelijke of waarop hot- of coldmelt lijmen hechten.

9. Werkwijze voor het verpakken van producten, waarbij de producten in een kunststof container zoals een krat worden verpakt, waarna de container op of nabij de bovenzijde wordt afgedekt door een folie die op de container wordt geseald.

10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 15 containers tussen gebruikscycli worden gereinigd met stoom, waarbij de containers bij voorkeur worden gesteriliseerd.

11. Opvouwbare container, welke uit kunststof eendelig is gesp uitgiet met geïntegreerde scharnieren.

12. Opvouwbare container volgens conclusie 11, waarbij de container is 20 voorzien van een bodem, twee kopse wanden en twee zijwanden, waarbij de kopse wanden althans in hoofdzaak binnen de bodem vouwbaar zijn en de zijwanden in hoofdzaak over de kopse wanden vouwbaar zijn.

13. Opvouwbare container volgens conclusie 11 of 12, waarbij de container in hoofdzaak vlak gespuitgiet is en waarbij de kopse wanden zijn 25 voorzien van lippen waarmee deze met de bodem zijn verbonden, welke lippen na spuitgieten tegen de zijden van de bodem zijn vastgezet, zodanig dat de verbindingen tussen de lippen en de betreffende kopse wanden zijn gelegen boven de bovenste langsrand van de bodem aan de betreffende zijden en scharniermiddelen vormen voor de kopse wanden.

14. Opvouwbare container volgens een der conclusies 11 - 13, waarbij de container is voorzien van een bodem, twee kopse wanden en twee zijwanden, waarbij: de bodem bakvormig is en vier zich vanaf een bodemplaat 5 bovenwaarts uitstrekkende randen omvat, de zijwanden en de kopse wanden eveneens in hoofdzaak bakvormig zijn, bij opgezette container de kopse wanden en/of de zijwanden zich althans gedeeltelijk buiten de buitencontour van de bodem uitstrekken, 10 zodanig dat verschillende containers gestapeld kunnen worden door positionering van de bodem van een bovenstaande container tussen de zijwanden en de kopse wanden van een onderstaande container, waarbij de zijwanden en/of de kopse wanden van de bovenstaande container rusten op die van de onderstaande container.

15. Opvouwbare container volgens een der conclusies 11 - 14, waarbij de container een bodem, twee kopse wanden en twee zijwanden heeft, waarbij de kopse wanden een breedte hebben die ongeveer gelijk is aan de corresponderende breedte van de bodem en de zijwanden een lengte hebben die groter is dan de corresponderende lengte van de bodem, zodanig dat bij 20 opgezette container de aan weerszijden buiten de bodem uitstekende delen van de zijwanden aanliggen tegen de zijden van de kopse wanden, waarbij koppelmiddelen zijn voorzien voor koppeling van de kopse wanden met de zijwanden.

16. Opvouwbare container volgens conclusie 15, waarbij de 25 koppelmiddelen zijn ingericht voor vorm- of krachtgesloten koppeling, bij voorkeur als losneembare pen-gat-verbinding

17. Opvouwbare container volgens een der conclusies 11-16, waarbij de zijwanden en/of de kopse wanden van de container zijn voorzien van samenwerkende afdichtingsmiddelen die, bij opgezette container, zorgen 30 voor in hoofdzaak gesloten ribben.

18. Opvouwbare container volgens een der conclusies 11-17, waarbij de container is vervaardigd uit recyclebare, steriliseerbare kunststof.

19. Opvouwbare container volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de container is voorzien van een gesloten bodem en gesloten 5 zijwanden en kopse wanden.

20. Gebruik van een opvouwbare kunststof container, waarbij de container enkele malen wordt gevuld met producten, wordt geleegd en gereinigd, waarna de container wordt vermalen en de kunststof wordt hergebruikt voor het opnieuw vervaardigen van een vergelijkbare 10 opvouwbare container.

21. Gebruik van een kunststof container waarbij de container wordt gevuld met producten, in het bijzonder etenswaren, waarna de container met behulp van een op de container gesealde afdekking, in het bijzonder folie, wordt afgesloten.

22. Gebruik van een container volgens conclusie 21, waarbij de afdekking wordt voorzien van een product gebonden bedrukking, althans uiterlijk.