NL1026382C2 - Werkwijze, doos, plano en sealinrichting voor het realiseren van een verpakking. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze, doos, plano en sealinrichting voor het realiseren van ! een verpakking.

t i | . i

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het realiseren van een verpakking, meer in het bijzonder een verpakking voor ingevroren of vochtige producten, zoals vleeswaar, vis, groente of dergelijke.

Dergelijke producten worden gebruikelijk verpakt in een kartonnen 5 doos, die voorafgaand aan het vullen wordt bekleed met een vochtafstotende folie, welke vervolgens rond de producten kan worden gewikkeld. De doos wordt afgesloten met een kartonnen deksel. Deze wijze van verpakken biedt het voordeel dat de kartonnen dozen kunnen worden bedrukt en bijdragen aan een hoogwaardige uitstraling van het daarin verpakte product. Nadeel 10 is evenwel dat de verpakkingewijze relatief veel materiaal verbruikt en arbeidsintensief is en moeilijk te automatiseren, met name het aanbrengen van de folie.

Verder is een verpakkingewijze bekend, met name toegepast voor het verpakken van vis, waarbij uit foliebanen zakken worden gevormd, 15 welke na vullen worden dichtgeseald en in een kunststof krat worden geplaatst, waarna de inhoud eventueel kan worden bevroren. Voordeel van deze verpakkingewijze is dat het proces zich goed laat automatiseren en dat relatief weinig verpakkingsmateriaal wordt verbruikt, aangezien de kratten herbruikbaar zijn. Nadeel is echter dat zakken doorgaans een enigszins 20 goedkope uitstraling hebben, hetgeen kan doorwerken naar de in deze zakken verpakte producten. De zakken zijn bovendien lastig te openen en kunnen tijdens transport gemakkelijk beschadigen, waardoor producten verloren gaan en de omgeving vervuild kan raken. Voorts dienen de kratten voor hergebruik te worden gereinigd, hetgeen arbeidsintensief is en 25 milieubelastend.

De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen van het hierboven beschreven type, waarbij de nadelen van de bekende 1026382 2 verpakkingswijzen ten minste gedeeltelijk zijn vermeden met behoud van voordelen daarvan. In het bijzonder beoogt de uitvinding een minder arbeidsintensieve verpakkingswijze te verschaffen, welke eenvoudig kan worden geautomatiseerd en waarbij relatief weinig verpakkingsmateriaal 5 wordt verbruikt. Daartoe wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.

Door een kartonnen plano te voorzien van een geschikte coating, kan een vochtafstotende doos worden verkregen zonder de tijdrovende en moeilijk te automatiseren handelingen van het bekleden, straktrekken en 10 aandrukken van een folie in de opgezette doos. Een dergelijke coating kan eenvoudig, met relatief weinig complexe machines op de plano worden aangebracht, voor of nadat deze is uitgestanst. De coatinglaag kan bovendien zodanig worden aangebracht dat deze na gebruik eenvoudig van de plano kan worden afgescheiden, voor gescheiden afvalverwerking.

15 Door de doos af te sluiten met een folie laag in plaats van een deksel, kan verpakkingsmateriaal worden bespaard. Dit is gunstig is voor het milieu (minder afvalmateriaal) en scheelt bovendien in verpakkingsgewicht, volume en bijbehorende kosten. De afsluitende folie kan bovendien transparant Worden uitgevoerd, waardoor de inhoud 20 zichtbaar blijft voor inspectie, zonder dat de verpakking daartoe geopend behoeft te worden. Alternatief kan de folie natuurlijk, net als het karton, althans gedeeltelijk worden bedrukt. Met de folie kan bovendien een goede afsluiting tot stand worden gebracht. De folie kan daartoe tegen een gecoat deel van de doos worden vastgezet, door warmte- of ultrasoon lassen, 25 waarbij de folie plaatselijk met de coating versmelt. Aldus kan met enkele, eenvoudig te automatiseren puntlassen worden verhinderd dat de folie ongewild kan loskomen of ongemerkt kan worden geopend. Teneinde de verpakking op een plaats van bestemming te openen, kan de folie eenvoudig worden losgetrokken, bijvoorbeeld aan een daartoe voorziene treklip.

1026382 3

Alternatief kan de folie bijvoorbeeld worden opengesneden of opengescheurd langs daartoe voorziene verzwakkingslijnen.

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.

5 Door de doos op te zetten uit een aaneengesloten plano, dat wil zeggen zonder insnijdingen of inkepingen tussen aangrenzende bodem· en/of wandvormende delen, kan een bakvormige doos worden verkregen zonder kieren of spleten. Door deze aaneengesloten plano bovendien van een vochtafstotende coating te voorzien, althans aan een in opgezette stand naar 10 binnen gekeerde zijde, kan een lekdichte doos worden verkregen, geschikt voor opname van 'vochtige' producten, zoals ingevroren of nog in te vriezen goederen, in het bijzonder vlees, vis of groenten.

Deze lekdichte doos kan vervolgens op voordelige wijze worden afgesloten door de afsluitende folie op de doos vast te sealen, met een 15 continue, in hoofdzaak vochtdichte in zichzelf gesloten sealnaad, volgens de maatregelen volgens conclusie 3. Aldus kan met minimale en bovendien eenvoudig te automatiseren verpakkingshandelingen, en een minimum aan verpakkingsmateriaal een in hoofdzaak vochtdichte verpakking worden verkregen, welke geschikt is voor transport en opslag van bovengenoemde 20 goederen, en na gebruik eenvoudig is te openen.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 4.

Door gebruik te maken van een flexibel verwarmingselement, dat onregelmatigheden in de te sealen ondergrond en/of folie kan volgen en 25 daardoor nauwsluitend kan aanliggen tegen genoemd foliemateriaal, kan een kwalitatief goede, dat wil zeggen in hoofdzaak vochtdichte sealnaad tot stand worden gebracht, zonder dat daartoe hoge aandrukkrachten nodig zijn. Hierdoor is deze sealmethode niet beperkt tot toepassing op vlakke, zeer stevige sealondergronden, zoals een aambeeld dat daartoe gebruikelijk 30 wordt ingezet, doch kan de sealmethode met voordeel worden toegepast op 1026382 4 een veel minder stevige en minder vlakke ondergrond, zoals een wand van de doos zelf, zonder dat deze wand speciale versteviging of externe ondersteuning behoeft. Hierdoor wordt een zeer grote vrijheid verkregen l · i wat betreft de plaatsing van de eealnaden.

I I

5 In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt de folie zodanig vastgeseald, dat de randen daarvan niet uitsteken ten opzichte van de contour van de doos, als opgespannen door diens ribben. Dergelijke uitstekende folieranden ontstaan bij bekende sealtechnieken onvermijdelijk doordat de sealnaden buiten de dooscontour tot stand worden gebracht, op 10 een aambeeld, en kunnen veel hinder veroorzaken, omdat deze randen tijdens transport en opslag bekneld kunnen raken tussen opgestapelde dozen. Met een werkwijze volgens de uitvinding kunnen deze problemen op effectieve wijze worden vermeden door de folie vast te sealen tegen de dooswanden, bijvoorbeeld tegen de buitenzijde van de opstaande wanden of 15 op naar binnen gevouwen bovenranden. Uiteraard kunnen de met deze seallocaties corresponderende planodelen, voorafgaand aan het opzetten, worden voorzien van een geschikte thermoplastische coating.

Bij voorkeur is de doos, althans ter plaatse waar de folie wordt vastgeseald, vrij van scherpe randen of abrupte overgangen, volgens de 20 maatregelen volgens conclusie 8. Hierdoor kan de kwaliteit van de daarop aangebrachte sealnaden nog beter zijn, in termen van afdichtend vermogen en vochtdichtheid..

De uitvinding heeft verder betrekking op een doos, volgens de maatregelen volgens conclusie 10 en een plano volgens conclusie 17, voor 25 gebruik in een werkwijze volgens de uitvinding. Door de doos op te zetten uit een aaneengesloten kartonnen plano, welke vrij is van insnijdingen en op gewenste locaties is voorzien van een kunststof, althans water afstotende coating, kan op zeer eenvoudige wijze een lekdichte doos worden verkregen, geschikt voor het verpakken van vochtige producten, zoals ingevroren 30 goederen, welke bovendien eenvoudig kan worden afgesloten met een stuk 1026382 δ kunststof folie dat op de doos kan worden vastgeseald. De kunststof coating , aan de binnenzijde van de doos kan bijvoorbeeld zijn gevormd door een laag ' Γ 111 non-corona behandeld polyethyleen. Gebruikelijk wordt dergelijk coating , ; materiaal geleverd met een Corona behandeling, teneinde de coating 5 bedrukbaar te maken. Echter, dankzij een non-Corona uitvoering volgens de uitvinding wordt op voordelige wijze verhinderd dat producten die in de doos worden ingevroren vastvriezen aan het coating materiaal.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting volgens de maatregelen volgens conclusie 18, voor het vasteealen van folie op een 10 relatief slappe, niet geheel vlakke sealondergrond, zoals de kartonnen wand van een doos. Doordat het verwarmingselement flexibel ie kan dit hoogteverschillen in de sealondergrond en/of folie nauwsluitend volgen en daardoor steeds goed aanliggen tegen de vast te sealen folie, zonder dat daartoe grote aandrukkrachten nodig zijn, waardoor een goede afdichtende 15 eealnaad tot stand kan worden gebracht.

In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van een werkwijze, doos, plano en inrichting volgens de uitvinding beschreven.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen 20 uitvoeringsvoorbeelden van een plano, doos en verpakkingswijze nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: figuur 1 een verpakking volgens de uitvinding, samengesteld uit een bakvormige doos en een vel foliemateriaal dat ter afsluiting over de open zijde van de doos kan worden vastgezet; 25 figuur 2 een eerste uitvoeringsvorm van een mogelijke, aan de doos uit figuur 1 ten grondslag liggende plano; figuur 3 een alternatieve uitvoeringsvorm van een aan de doos uit figuur 1 ten grondslag liggende plano; en figuur 4 schematisch een sealinrichting volgens de uitvinding, voor 30 het vastsealen van het foliemateriaal op de doos.

1026382 6

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een verpakking 1 volgens de uitvinding, omvattende een bakvormige doos 2 en een folie 3, welke ter afsluiting tegen de doos 2 kan worden vastgezet.

De bakvormige doos 2 omvat een in hoofdzaak rechthoekige bodem 5 10, begrensd door vier opstaande wanden 11-14, welke onderling zijn verbonden door lijmflappen 15,115 en gezamenlijk een open vulzijde 7 omgrenzen. In een voordelige uitvoeringsvorm kunnen de van de bodem 10 afgekeerde randen 16 van de opstaande wanden 11-14 over ongeveer 90° naar binnen zijn gevouwen, zodat deze zich ongeveer evenwijdig aan de 10 bodem 10 uitstrekken, als getoond in figuur 1 ter rechter zijde. Daarbij kunnen de randen 16 elkaar ter plaatse van de hoekpunten gedeeltelijk overlappen of zijn ingekort of in verstek zijn gesneden, zodat zij nagenoeg vlak tegen elkaar liggen. Voorts is het mogelijk slechts twee tegenover elkaar gelegen wanden van een dergelijke rand 16 te voorzien. Deze randen 15 kunnen bijvoorbeeld met aan weerszijden voorziene lijmflappen tegen een binnen- of buitenzijde van de aangrenzende, 'randloze', zijwanden worden vastgeplakt.

De folie 3 kan qua vorm en afmetingen in hoofdzaak overeenkomen met die van de bodem 10, zoals getoond in figuur 1 ter rechter zijde. De folie 20 3 kan in dat geval op nog nader te beschrijven wijze op de naar binnen gevouwen bovenranden 16 van de doos 2 worden vastgeseald, welke randen 16 daartoe van een thermoplastische coating 8 kunnen zijn voorzien, met arcering aangegeven in figuur 1. Alternatief kan de folie 3 van randen 6 zijn voorzien, zoals getoond in figuur 1 ter linker zijde. Hiermee kan de folie 3 25 worden vastgeseald tegen de opstaande zijwanden 11-14, op een daartoe speciaal voorziene coatinglaag 8, als gearceerd aangegeven. Uiteraard kan de folie 3 andere vormen en afmetingen hebben.

Figuren 2 en 3 tonen respectievelijk twee plano's 5,105 waaruit een doos 2 volgens figuur 1 kan worden opgezet, waarbij ter linker zijde 30 steeds een planohelft is getoond voor een doos 2 zonder bovenranden 16 1026382 7 (corresponderend met de linker dooshelft in figuur 1) en ter rechterzijde een planohelft voor een doos 2 met bovenranden 16. Beide plano's 5,105 zijn vervaardigd uit karton, bijvoorbeeld massief karton of golfkarton, waarbij ten minste de bodem 10, de zijwanden 11-14 en de lijmflappen 15,115 aan 5 een in opgezette stand naar binnen gekeerde zijde zijn voorzien van een vochtafstotende kunststof coating 8. Een daartoe zeer geschikte kunststof, vanuit prijs-prestatie overwegingen, is bijvoorbeeld Polyethyleen (PE). Andere geschikte coatingmaterialen zijn bijvoorbeeld Polypropyleen (PP), aluminium (dat als folie op de kartonnen plano kan worden vastgelijmd), 10 was of twee componenten coatings.

Voorts ie ten minste een deel van de in opgezette stand naar buiten gekeerde zijde van de plano 5,105 gecoat met een thermoplastische kunststof ten behoeve van het daarop vastsealen van de folie 3. Geschikte thermoplastische kunststoffen zijn bijvoorbeeld Polyethyleen (PE), wederom 15 vanwege de gunstige prijs-prestatieverhouding, Polypropyleen (PP) of SIRUN coatings. Uiteraard kunnen de plano's 5,105 ook volledig tweezijdig worden gecoat. De coating 8 kan bijvoorbeeld als voorgevormde film op het karton worden aangebracht, of in gesmolten vorm of poedervorm worden opgespoten, of op het karton worden gerakeld. Bovendien kan dit geschieden 20 vóór of nadat de plano 5,105 wordt uitgestanst.

De dikte van de coating 8 is bij voorkeur zo dun mogelijk. Dit is gunstig voor de kostprijs en bij het recyclen, althans bij tweezijdig gecoate plano's. Deze worden vermalen in een verpulper. Daarbij zal een dunne coatinglaag sneller kapot gaan, waardoor vrijkomende papiervezele kunnen 25 oplossen in water. Eenzijdig gecoate plano's worden anders herverwerkt.

Een iets dikker coatinglaag kan in dat geval voordeel bieden, omdat deze zich eenvoudiger laat afscheiden. De minimaal mogelijke coatingdikte is onder andere afhankelijk van het toegepaste coating materiaal, de toegepaste wijze van aanbrengen en de oppervlakteruwheid van de 30 ondergrond (het karton of eventueel een papieren tussenlaag). Wanneer 1026382 i 8 deze ruwheid groot is, en de karton- of papiervezels derhalve ver uitsteken, kan geen voldoende gesloten laag worden verkregen. Bij toepassing van een j ; redelijke papier kwaliteit kan de dikte van een Polyethyleen coating ; bijvoorbeeld rond 15 μηι bedragen.

1» i 5 De beide plano's 5,105 verschillen voornamelijk qua lijmflappen 15,115, waarmee de dooswanden 11-14 onderling worden verbonden in opgezette stand. In de eerste uitvoeringsvorm, plano 5 (fig. 2) zijn deze lijmflappen 15 zwenkbaar verbonden met één aangrenzende zijwand 12,14, via een eerste vouwlijn 18 en afgescheiden van de andere aangrenzende 10 zijwand 11,13, via een insnijding 17. Bij de tweede uitvoeringsvorm, plano 105 (fig. 3) zijn de lijmflappen 115 met beide aangrenzende zijwanden verbonden, via respectieve eerste en tweede vouwlijnen 18,19. De lijmflappen 115 omvatten voorts een derde vouwlijn 20, welke zich uitstrekt vanaf een aan de bodem 10 grenzend hoekpunt naar een diagonaal 15 daartegenover gelegen hoekpunt van de lijmflap 115. In opgezette stand wordt de lijmflap 115 rond deze diagonale vouwlijn dubbelgevouwen, met de buitenzijde tegen elkaar, waardoor een driehoekige lijmflap 115 wordt verkregen, welke tegen een binnenzijde van één van de aangrenzende dooswanden 11-14 wordt vastgelijmd. Voordeel van deze tweed e 20 uitvoeringsvorm is dat de daaruit opgezette doos 2 vrij is van kieren, spleten of dergelijke openingen en aldus, in combinatie met de coating 8, een lekdichte doos 2 oplevert, geschikt voor transport van vochtige of ingevroren producten, zoals vlees, vis, groenten.

Nadat de producten in de doos 2 zijn aangebracht, kan deze worden 25 afgesloten met eerder genoemde folie 3. Dit folie 3 kan bijvoorbeeld met behulp van bekende sealinrichtingen tegen de binnenzijde van de dooswanden 11-14 worden vastgeseald, waarbij de buitenzijden van deze wanden tijdelijk ondersteund dient te worden, om de bij het sealen uitgeoefende grote krachten op te vangen. Echter, de folie 3 kan ook zonder 30 additionele steunmiddelen tegen een buitenzijde van de doos 2 worden 1026382 9 vastgeseald, bijvoorbeeld op de randen 16, als getoond in figuur 4, met , behulp van een speciale sealinrichting 25 volgens de uitvinding.

1 ' ; Figuur 4 toont schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een i dergelijke sealinrichting 25, omvattende een langgerekt, buigzaam 5 verwarmingselement 26, bijvoorbeeld een elektrische draad of warmtegeleidende strook, dat flexibel is opgehangen, zodat doorbuiging of vervorming van het element 26 in de richting van de sealondergrond (doosrand 16) wel mogelijk is doch laterale verplaatsing (in hoofdzaak evenwijdig aan doosrand 16) niet. In het getoonde voorbeeld is dit 10 gerealiseerd door het verwarmingselement 26 op te hangen tussen twee folielagen 27, 28. Uiteraard zijn andere uitvoeringsvormen mogelijk.

De inrichting 25 omvat voorts aandrukmiddelen 30, voor het aandrukken van het verwarmingselement 26 tegen de sealondergrond. Ook deze drukmiddelen 30 zijn flexibel uitgevoerd, zodanig dat zij eventuele 15 onregelmatigheden in de sealondergrond en daaruit voortvloeiende vervormingen van het verwarmingselement 26 kunnen volgen. De drukmiddelen 30 kunnen daartoe bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit rubber, met een relatief lage Shore hardheid of zijn gevormd uit een flexibele buis, gevuld met een drukmedium, bijvoorbeeld lucht of vloeistof.

20 De folielagen 27, 28 zijn bij voorkeur aan hun van het verwarmingselement 26 afgekeerde zijde voorzien van een anti-aankleeflaag, bijvoorbeeld van teflon, zodat zij in gebruik niet vastkleven aan de vast te sealen folie 3, respectievelijk de drukmiddelen 30. Uiteraard kan het verwarmingselement 26, bij afwezigheid van de folielagen 27, 28, 25 zelf met een dergelijke anti-aankleeflaag zijn bekleed. Het materiaal en de dikte van de naar de sealondergrond gekeerde folielaag 27 is bij voorkeur zodanig gekozen dat deze de warmtedoorleiding van het verwarmingselement 26 zo min mogelijk verstoort, terwijl het materiaal en de dikte van de andere folielaag 28 juist zodanig is gekozen dat 1026382 10 warmtedoorleiding naar de aandrukmiddelen 30 tot een minimum wordt beperkt.

Met de hierboven beschreven sealinrichting 25 kunnen relatief goede sealnaden tot stand worden gebracht, dat wil zeggen met een hoog 5 afdichtend vermogen, op relatief onstevige, onregelmatige eealondergronden, zoals een dooswand. Dit is als volgt in te zien. Dankzij de flexibiliteit van het verwarmingselement 26 kan dit element, zonder dat daartoe grote krachten nodig zijn, goed aanliggen tegen de sealondergrond, en eventuele onregelmatigheden daarin. Dankzij de flexibele 10 aandrukmiddelen 30 kan bovendien een gelijkmatig verdeelde aandrukkracht op dit verwarmingselement 26 worden uitgeoefend, welke aandrukkracht niet hoog behoeft te zijn en vrij is van drukpieken, die bij gebruikelijke sealinrichtingen optreden ter plaatse van onregelmatigheden in de sealondergrond.

15 Door de goede aanligging van het verwarmingselement 26 zal door het element 26 afgegeven warmte gelijkmatig over de ondergelegen folie 3 en coating 8 worden verspreid, zodat deze lagen, mede onder invloed van de aandrukkracht met elkaar versmelten tot een regelmatige sealnaad.

Uit tests van aanvraagster ie gebleken dat op bovenstaande wijze i 20 sealnaden kunnen worden gerealiseerd op een dooswand als getoond, met aandrukkrachten tussen ongeveer 0,02 en 0,5 N/mm 2, waarbij de toegepaste aandrukkracht onder andere afhankelijk is van de dikte en materiaalsoort van de op elkaar te sealen folielagen. De aldus gerealiseerde sealnaden hebben een goede kwaliteit, met een hoge mate van 25 vochtdichtheid, althans een hoge vocht barrière. Daarbij geldt algemeen dat de kwaliteit, in het bijzonder de afsluitende werking van de sealnaad beter zal zijn naarmate de sealondergrond waarop deze sealnaden tot stand zijn gebracht minder onregelmatigheden bezit.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de 30 tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Ook combinaties van (delen van) 1026382 11 getoonde uitvoeringsvoorbeelden worden geacht onder de uitvindingsgedachte te vallen. Bovendien zijn vele variaties mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.

Zo kan de bakvormige doos bijvoorbeeld een driehoekig, vierkant, 5 of meerhoekig bodemvlak hebben, omringd door een corresponderend aantal opstaande wanden. Voorts kan de doos door middel van horizontale of verticale tussenschotten in meerdere compartimenten zijn verdeeld. Delen van de doos kunnen desgewenst transparant zijn uitgevoerd, zodat de inhoud zichtbaar is. Daartoe kan bijvoorbeeld de plano van met 10 transparante folie afgedekte openingen zijn voorzien. Voorts kunnen de dozen zijn uitgevoerd als paraatdozen, welke in een fabriek in elkaar worden gelijmd en vervolgens in platte toestand naar een gebruikslocatie worden gebracht, alwaar zij zonder verdere lijmhandelingen kunnen worden opgezet. Daartoe behoeven bij de getoonde doos slechts de twee 15 tegenovergelegen zijwanden waartegen de lijmflappen 15,115 zijn vastgelijmd elk te worden voorzien van twee additionele vouwlijnen, welke zich vanuit de bodemhoekpunten diagonaal omhoog uitstrekken tot aan de bovenrand, onder een hoek van ongeveer 45 graden. De lijmflappen 15,115 dienen in dat geval slechte te worden vastgelijmd tegen de driehoekige 20 hoekdelen van de zijwand aan weerszijden van de additionele vouwlijnen.

De plano kan met twee verschillende soorten kunststof worden gecoat, waarbij de ene coating goede vochtafstotende eigenschappen kan hebben en de andere coating goede sealeigenschappen kan hebben.

Deze en vele variaties worden geacht binnen het raam van de 25 uitvinding te vallen zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.

1Q2B382

Claims (18)

1. Werkwijze voor het realiseren van een verpakking (1), omvattende de etappen: vervaardigen van een kartonnen plano (5,105), welke ten minste gedeeltelijk is voorzien van een kunststof coating (8); 5. opzetten van de plano (5,105) tot een in hoofdzaak bakvormige doos (2); vullen van de doos (2) met te verpakken producten; afsluiten van de doos (2) met een kunststof folie (3) en vastsealen van deze folie (3) tegen een gecoat deel van de doos (2).

2. Werkwijze volgens conclusie 1 voor het verpakken van vochtige of ingevroren producten, zoals vleeswaar, vis, groente of dergelijke, waarbij de bakvormige doos (2), althans een bodem (10) en ópstaande wanden (11-14) daarvan, wordt opgezet uit een aaneengesloten planodeel, vrij van insnijdingen of inkepingen, en de coating (8) zodanig is aangebracht, dat 15 deze in opgezette stand ten minste de binnenzijde van de bakvormige doos (2) bedekt, een en ander zodanig dat een in hoofdzaak lekdichte doos (2) wordt verkregen.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de folie (3) op de doos (2) wordt vastgezet met een continue, in hoofdzaak vochtdichte, in zich zelf 20 gesloten sealnaad.

4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de folie (3) wordt vastgezet door warmtesealen, waarbij een flexibel verwarmingselement (26) met flexibele drukmiddelen (30) tegen de folie (3) wordt gedrukt, zodat het verwarminstelement (26) over nagenoeg haar volle 25 lengte nauwsluitend aanligt tegen de folie (3) en de folie onder invloed van warmte en de uitgeoefende aandrukkracht met de ondergelegen coating (8) versmelt. 1026382

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de tijdens het sealen , uitgeoefende aandrukkrachten lager zijn dan 0,5 N/mm2, in het bijzonder 1 1 ; lager zijn dan 0,1 N/mm2 en bij voorkeur rond ongeveer 0,02 a 0,05 N/mm2 , i bedragen.

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de folie (3) in vastgesealde toestand is gelegen binnen of in hoofdzaak samenvalt met een door de ribben van de bakvormige doos (2) opgespannen buitencontüur.

7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 folie (3) wordt vastgeseald tegen de buitenzijde van de doos (2).

8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de plano (5,105) en de daaruit opgezette doos (2) zodanig zijn vormgegeven dat aangrenzende wanden (11-14) of wanddelen in hoofdzaak naadloos op elkaar aansluiten, ten minste ter plaatse waar de folie (3) wordt vastgeseald.

9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zich rondom een open vulzijde (7) van de doos (2) uitstrekkende randen (16) van de dooswanden (11-14) naar binnen worden gevouwen, en de folie (3) op deze randen (16) wordt vastgeseald.

10. Doos (2) voor gebruik in een werkwijze volgens een van de 20 voorgaande conclusies, omvattende een bodem (10) en deze bodem (10) omringende opstaande wanden (11-14) met van de bodem (10) afgekeerde, naar binnen gevouwen randen (16) welke een open vulzijde (7) omringen en zich in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem (10) uitstrekken, waarbij de doos (2) is opgezet uit een kartonnen plano (5,105), voorzien van een kunststof 25 coating (8), welke ten minste de bodem (10) en de opstaande wanden (11-14) bedekt, aan een in opgezette stand naar binnen gekeerde zijde.

11. Doos (2) volgens conclusie 10, waarbij de bodem (10) en de ópstaande wanden (11-14) zijn opgezet uit één aangesloten planodeel, vrij van insnijdingen of andersoortige openingen, onder vorming van een 30 kierloos, in hoofdzaak lekdichte bak. 1026382

12. Doos (2) volgens conclusie 10 of 11, waarbij de plano aan een in opgezette stand naar binnen gekeerde zijde is voorzien van een Polyethyleen non-Corona coating.

13. Doos (2) volgens een van de conclusies 10-12, waarbij de plano is 5 vervaardigd uit een kartondikte tussen ongeveer 750 en 1000 gr/m2.

14. Doos (2) volgens een van de conclusies 10-13, waarbij de naar binnen gevouwen randen (16) een breedte hebben van rond 40 mm.

15. Doos (2) volgens een van de conclusies 10-14, waarbij de doos een lengte heeft van 590 mm, een breedte van 390 mm en een hoogte van 115 10 mm.

16. Doos (2) volgens een van de conclusies 10-15, waarbij de doos (2) is afgesloten met een thermoplastische folie (3), welke is vastgeseald op een gecoat deel van de doos (2), bij voorkeur op de randen (16) die de vulzijde (7) omringen.

17. Plano (5,105), omvattende de maatregelen van een plano voor gebruik in een werkwijze volgens een van de conclusies 1-9, voor het daaruit opzetten van een doos (2) volgens een van de conclusies 10-16.

18. Inrichting (25) voor het vastsealen van folie (3) op een relatief slappe sealondergrond, zoals een kartonnen dooswand, omvattende een 20 flexibel verwarminsgelement (26) en flexibele aandrukmiddelen (30), ingericht om hoogteverschillen in een sealondergrond nauwsluitend te kunnen volgen. 25