NL1015266C2 - Inrichting en werkwijze voor het detecteren van overlappende voorwerpen. - Google Patents

Description

-1 -

Titel: Inrichting en werkwijze voor het detecteren van overlappende voorwerpen A. Achtergrond van de uitvinding

De uitvinding betreft een inrichting en een werkwijze voor het in een 5 transporttraject voor platte voorwerpen, zoals brieven e.d., detecteren van overlappende voorwerpen in dat traject, waarbij het transporttraject een meettraject omvat, in welk meettraject een reminrichting is opgenomen waarmee een passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen in het meettraject wordt afgeremd.

10

Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend. De werking van dergelijke inrichtingen berust veelal op het bewerkstelligen en vervolgens meten, c.q. waarnemen, van veranderingen in de gezamenlijke lengte van voorwerpen in een reeks van overlappende voorwerpen. Deze lengteverandering kan als gevolg van de bestaande 15 eigenschappen van het betrokken transportsysteem optreden of met mechanische middelen, zoals een reminrichting in de vorm van een remrol, worden geforceerd. De lengteverandering kan met fotocellen worden vastgesteld. Met deze methode kunnen echter slechts overlappingen worden gedetecteerd in een reeks van voorwerpen die elkaar gedeeltelijk overlappen of wanneer een totale overlapping tussen de meetpunten 20 in een gedeeltelijke overlapping verandert.

In de inrichtingen volgens deze bekende techniek is het niet mogelijk om totale overlappingen te detecteren die tijdens de meting ook totaal blijven, aangezien dan immers de gezamenlijke lengte van de reeks overlappende voorwerpen niet verandert.

25 B. Samenvatting van de uitvinding

Met een inrichting volgens de uitvinding wordt beoogd bovenstaand bezwaar op te heffen, namelijk het mogelijk te maken om meervoudige transporten met elkaar volledig overlappende voorwerpen te detecteren, zelfs wanneer de overlapping tijdens de 3 o meting totaal blijft.

Een inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk dat de inrichting voorts nog omvat: 101 5266 -2- een detectiemiddel in het meettraject voor het waarnemen van een passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen, welk detectiemiddel in respons op de aanwezigheid van een passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen een 5 aanwezigheidssignaal afgeeft, en een opnemer in het meettraject, waarvan het afgegeven signaal een maat is voor de passeersnelheid van een voorwerp of van een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen, terwijl de reminrichting een remrol omvat, bij aanwezigheid van een voorwerp in het 10 meettraject in contact met dat voorwerp, en de reminrichting zodanig is ingericht dat de remrol gedurende een vooraf bepaalde eerste tijdsspanne tussen het begin en het eind van het aanwezigheidssignaal en op een vooraf bepaalde wijze wordt vertraagd, waarbij de inrichting middelen omvat om de verandering in passeersnelheid ten gevolge van de vertraging van de remrol te bepalen. De uitvinding berust op het inzicht dat het mogelijk 15 is om overlappende voorwerpen in een transporttraject te detecteren door, in een meettraject, ofwel één enkel voorwerp te vertragen, dan wel één van een reeks overlappende voorwerpen te vertragen ten opzichte van de rest van de reeks en vervolgens te bepalen wat het effect van de vertraging is. Als het inderdaad gaat om overlapping van twee of meer voorwerpen, dan zal dat effect groter zijn dan wanneer 2o zich slechts één enkel voorwerp in het meettraject bevindt en er dus geen overlapping optreedt. Bij overlapping zal immers het vertraagde voorwerp gaan schuiven ten opzichte van de rest van de reeks overlappende voorwerpen en ten gevolge daarvan achterblijven bij die rest.

25 Volgens een eerste voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding heeft de inrichting het kenmerk dat de reminrichting zodanig is ingericht dat het vertragen van de remrol gedurende de vooraf bepaalde eerste tijdsspanne geschiedt door de remrol tenminste één maal, gedurende een vooraf bepaalde tweede tijdsspanne, te vertragen. In deze uitvoeringsvorm vindt de vertraging schoksgewijs plaats en wel met 30 één of meer gedoseerde schokken. Op die wijze is het mogelijk de nauwkeurigheid van overlappingsdetectie te variëren door de vertraging te regelen.

Volgens een tweede voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding heeft de inrichting het kenmerk dat de remrol met ffictiemateriaal is bekleed.

1 01 5266 -3-

Volgens een derde voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding heeft de inrichting het kenmerk dat de reminrichting een als dynamo geschakelde elektromotor omvat, alsmede besturingsmiddelen op commando waarvan de 5 dynamo gedurende de vooraf bepaalde eerste tijdsspanne tenminste één maal, gedurende een tweede tijdsspanne, wordt kortgesloten.

Volgens een vierde voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding heeft de inrichting het kenmerk dat de inrichting voorts diktemeetmiddelen 1 o omvat, welke diktemeetmiddelen zijn ingericht voor het afgeven van een diktesignaal dat een maat is voor de dikte van een voorwerp, of van een reeks van overlappende voorwerpen, in het transporttraject, waarbij de reminrichting zodanig is ingericht dat, in afhankelijkheid van het diktesignaal, de remrol korter of langer wordt vertraagd. Op deze wijze kan worden bereikt dat de vertraging zodanig aan de dikte van een reeks 15 passerende voorwerpen wordt aangepast, dat het effect op een reeks dunne voorwerpen vergelijkbaar wordt met dat op een reeks dikke voorwerpen door bij voorbeeld een reeks dikke voorwerpen (die in het algemeen een grotere massa zullen hebben) aan een langduriger vertraging te onderwerpen.

2 o Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het in een transporttraject voor platte voorwerpen, zoals brieven e.d., detecteren van overlappende voorwerpen in dat traject, waarbij het transporttraject een meettraject omvat, in welk meettraject een reminrichting is opgenomen waarmee één passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen in het meettraject 2 5 wordt afgeremd, met het kenmerk dat in het meettraject voorts nog zijn opgenomen: een detectiemiddel voor het waarnemen van een passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen, welk detectiemiddel in respons op de aanwezigheid van een passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen een 30 aanwezigheidssignaal afgeeft, en een opnemer, waarvan het afgegeven signaal een maat is voor de passeersnelheid van een voorwerp of van een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen, 1 01 5266 waarbij de reminrichting een remrol omvat, bij aanwezigheid van een voorwerp in het meettraject in contact met dat voorwerp, en waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: -4- a) de meting ter detectie van overlappende voorwerpen wordt gestart op het moment 5 dat de aanwezigheid van een voorwerp door het detectiemiddel wordt vastgesteld; b) de remrol wordt gedurende een vooraf bepaalde tijdsspanne tussen het begin en het eind van het aanwezigheidssignaal en op een vooraf bepaalde wijze vertraagd; c) met behulp van de opnemer voor de passeersnelheid wordt vastgesteld met welk bedrag de passeersnelheid afneemt tijdens het vertragen van de remrol; 10 d) dit bedrag wordt vergeleken met een vooraf bepaalde drempelwaarde; e) als het bedrag hoger is dan de drempelwaarde, wordt aangenomen dat er sprake is van een reeks van overlappende voorwerpen en wordt een overlapsignaal gegenereerd en als het bedrag lager is dan of gelijk is aan de drempelwaarde, wordt aangenomen dat er geen sprake is van een reeks van overlappende voorwerpen en 15 wordt geen overlapsignaal gegenereerd.

C. Korte beschrijving van de tekening

De uitvinding zal nader worden toegelicht middels een beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij wordt verwezen naar een tekening, waarin: 20 Fig. 1 een bovenaanzicht toont van een deel van een transporttraject voor platte voorwerpen, waarin een inrichting volgens de uitvinding is opgenomen, en Fig. 2 een bovenaanzicht toont van een inrichting volgens de uitvinding, gecombineerd met middelen voor het constateren van een lengteverandering.

25 D. Beschrijving van een nitvoeringsvoorbeeld

De inrichting volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld deel uitmaken van een transporttraject in een sorteerinrichting voor brieven. Teneinde foutieve sorteringsresultaten, met nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het sorteerproces, in een dergelijke sorteerinrichting te voorkomen, is het zaak tijdig vast te stellen of de 30 brieven wel afzonderlijk worden getransporteerd en er dus geen overlappingen optreden. Tevens hebben zulke overlappingen veelal vastlopen van brieven in wissels e.d. ten gevolge, waardoor een machine tijdelijk moet worden stil gezet om de storingsoorzaak op te sporen en op te heffen.

1015266 -5-

In Fig. 1 wordt het eigenlijke meettraject begrensd door de transportrollen (Tl) en (T2). De afstand tussen de rollen (Tl) en (T2) bedraagt tenminste de lengtemaat van de langste brief. De geleideplaat (Gp) leidt een brief naar het volgende deel van het 5 meettraject. Daarin bevindt zich, op een afstand (dl) na (Tl), gemeten in de transportrichting, een met frictiemateriaal beklede remrol (R). De remrol (R) is 4 gekoppeld met een als dynamo (D) geschakelde elektromotor, bij voorbeeld door middel van een riem (of, zoals in de uitvoeringsvorm van Fig. 1, door rol en dynamo van een gemeenschappelijke as te voorzien). Op commando van (niet getekende) ïo besturingsmiddelen kan de dynamo (D) steeds gedurende een aantal milliseconden worden kortgesloten. Het kortsluiten heeft een vertragende werking op remrol (R), resulterend in een onderlinge verschuiving van brieven in een reeks van overlappende brieven, wanneer zich overlapping voordoet, of in een simpele vertraging van een brief, wanneer zich slechts één enkele brief in het meettraject bevindt. Het effect van een 15 vertraging wordt gemeten met behulp van de opnemer (S), op een afstand d2, gemeten in de transportrichting, na rol (Tl). Het door de opnemer (S) afgegeven signaal is een maat voor de transportsnelheid van een daarmee in direct contact verkerende brief; de sensor kan bij voorbeeld de vorm hebben van een schijf met gaatjes, een lichtbron, een lichtdetector en telmiddelen, zoals aan de vakman bekend. In het meettraject bevindt 2 o zich verder een detectiemiddel (F) voor het waarnemen van een passerende brief; dit detectiemiddel kan bij voorbeeld een fotocel omvatten.

Wanneer een brief of een reeks van overlappende brieven zich in het meettraject bevindt, wordt dit waargenomen door detectiemiddel (F). Op dat moment 25 wordt de meting gestart. De remrol (R) wordt in snelheid geregeld in die zin, dat gedurende een vooraf bepaalde tijdsspanne en op een bekende wijze de remrol wordt vertraagd tót een lagere omtreksnelheid. Dit vertragen kan plaats vinden in één keer of een aantal keren gedurende de vooraf bepaalde tijdsspanne. In de beschreven uitvoeringsvorm geschiedt het vertragen door de dynamo (D) kort te sluiten. De 30 passeersnelheid van een brief, waarmee de sensor (S) in direct contact verkeert, wordt vastgesteld op een moment waarop de remrol (R) niet wordt vertraagd en tijdens de periode(n) waarin de remrol, door het kortsluiten van de dynamo (D), wordt vertraagd. Het verschil in passeersnelheid, zoals gemeten met de sensor (S), in die verschillende 1015266 -6- situaties wordt daaruit bepaald. Dit verschil zal, als gevolg van onderlinge verschuiving van brieven, groter zijn wanneer zich overlappende brieven bevinden in het meettraject. Komt het verschil boven een vooraf bepaalde waarde, dan wordt aangenomen dat er sprake is van een reeks van overlappende voorwerpen en wordt een "overlapsignaal" 5 gegenereerd. Het ligt voor de hand om voor die vooraf bepaalde waarde niet nul te kiezen, aangezien anders verschillen die optreden als gevolg van het zich tijdens het afremmen door de remrol "zetten" van voor- en achterzijde van een enkelvoudig transport ook als uitvloeisel van het optreden van overlap zouden worden gezien.

10 In Fig. 2 is een inrichting volgens de uitvinding gecombineerd met middelen voor het constateren van een lengteverandering in het geval van overlappende passerende voorwerpen. Daartoe is, in de transportrichting gezien, vóór rol (Tl) een fotocel (F2) aanwezig en na rol (T2) een fotocel (F3). Fotocel (Fl) heeft dezelfde functie als fotocel (F) in Fig. 1. Fotocel (F2) wordt gebruikt voor het vaststellen van de lengte 15 van een brief of reeks overlappende brieven vóór de verschuivingsmeting en fotocel (F3) voor het bepalen van de lengte na de verschuivingsmeting. In deze uitvoeringsvorm wordt een additioneel overlapsignaal gegenereerd wanneer gedeeltelijke overlapping optreedt of wanneer een totale overlapping tussen de meetpunten in een gedeeltelijke overlapping verandert.

1 01 5266

Claims (11)

1. Inrichting voor het in een transporttraject voor platte voorwerpen, zoals brieven e.d., detecteren van overlappende voorwerpen in dat traject, waarbij het 5 transporttraject een meettraject omvat, in welk meettraject een reminrichting is opgenomen waarmee een passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van i overlappende passerende voorwerpen in het meettraject wordt afgeremd, met het kenmerk dat de inrichting voorts nog omvat: een detectiemiddel (F; Fl) in het meettraject voor het waarnemen van een 1. passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen, welk detectiemiddel in respons op de aanwezigheid van een passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen een aanwezigheidssignaal afgeeft, en een opnemer (S) in het meettraject, waarvan het afgegeven signaal een maat is 15 voor de passeersnelheid van een voorwerp of van een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen, terwijl de reminrichting een remrol (R) omvat, bij aanwezigheid van een voorwerp in het meettraject in contact met dat voorwerp, en de reminrichting zodanig is ingericht dat de remrol (R) gedurende een vooraf bepaalde eerste tijdsspanne tussen het begin en het eind 2. van het aanwezigheidssignaal en op een vooraf bepaalde wijze wordt vertraagd, waarbij de inrichting middelen omvat om de verandering in passeersnelheid ten gevolge van de . vertraging van de remrol te bepalen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de reminrichting 25 zodanig is ingericht dat het vertragen van de remrol (R) gedurende de vooraf bepaalde eerste tijdsspanne geschiedt door de remrol (R) tenminste één maal, gedurende een vooraf bepaalde tweede tijdsspanne, te vertragen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de remrol (R) met 30 frictiemateriaal is bekleed.

4. Inrichting volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk dat de reminrichting een als dynamo geschakelde elektromotor omvat, alsmede besturingsmiddelen op 101 5266 -8- commando waarvan de dynamo gedurende de vooraf bepaalde eerste tijdsspanne tenminste één maal, gedurende een tweede tijdsspanne, wordt kortgesloten.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 5 inrichting voorts diktemeetmiddelen omvat, welke diktemeetmiddelen zijn ingericht voor het afgeven van een diktesignaal dat een maat is voor de dikte van een voorwerp, of i van een reeks van overlappende voorwerpen, in het transporttraject, waarbij de reminrichting zodanig is ingericht dat, in afhankelijkheid van het diktesignaal, de remrol korter of langer wordt vertraagd. 10

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is voorzien van middelen (F2; F3) voor het constateren van een lengteverandering in het geval van overlappende passerende voorwerpen.

7. Werkwijze voor het in een transporttraject voor platte voorwerpen, zoals brieven e.d., detecteren van overlappende voorwerpen in dat traject, waarbij het transporttraject een meettraject omvat, in welk meettraject een reminrichting is opgenomen waarmee één passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen in het meettraject wordt afgeremd, met het 2 o kenmerk dat in het meettraject voorts nog zijn opgenomen: een detectiemiddel voor het waarnemen van een passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen, welk detectiemiddel in respons op de aanwezigheid van een passerend voorwerp of een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen een 25 aanwezigheidssignaal afgeeft, en een opnemer, waarvan het afgegeven signaal een maat is voor de passeersnelheid van een voorwerp of van een voorwerp uit een reeks van overlappende passerende voorwerpen, waarbij de reminrichting een remrol omvat, bij aanwezigheid van een voorwerp in het 30 meettraject in contact met dat voorwerp, en waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: a) de meting ter detectie van overlappende voorwerpen wordt gestart op het moment dat de aanwezigheid van een voorwerp door het detectiemiddel wordt vastgesteld; 1 01 5266 -9- b) de remrol wordt gedurende een vooraf bepaalde tijdsspanne tussen het begin en het eind van het aanwezigheidssignaal en op een vooraf bepaalde wijze vertraagd; c) met behulp van de opnemer voor de passeersnelheid wordt vastgesteld met welk bedrag de passeersnelheid afneemt tijdens het vertragen van de remrol; 5 d) dit bedrag wordt vergeleken met een vooraf bepaalde drempelwaarde; e) als het bedrag hoger is dan de drempelwaarde, wordt aangenomen dat er sprake is van een reeks van overlappende voorwerpen en wordt een overlapsignaal gegenereerd en als het bedrag lager is dan of gelijk is aan de drempelwaarde, wordt aangenomen dat er geen sprake is van een reeks van overlappende voorwerpen en 1. wordt geen overlapsignaal gegenereerd.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het vertragen van de remrol gedurende de vooraf bepaalde eerste tijdsspanne geschiedt door de remrol tenminste éénmaal, gedurende een vooraf bepaalde tweede tijdsspanne, te vertragen. 15

9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat de remrol met frictiemateriaal is bekleed.

10. Werkwijze volgens conclusie 7, 8 of 9, met het kenmerk dat de 2. reminrichting een als dynamo geschakelde elektromotor omvat, alsmede besturingsmiddelen voor het kortsluiten van de dynamo en waarbij het vertragen van de remrol geschiedt door het kortsluiten van de dynamo.

11. Werkwijze volgens één der conclusies 7... 10, met het kenmerk dat de 25 inrichting voorts diktemeetmiddelen omvat, welke diktemeetmiddelen zijn ingericht voor het afgeven van een diktesignaal dat een maat is voor de dikte van een voorwerp, of van een reeks van overlappende voorwerpen, in het transporttraject, waarbij tijdens de periode tussen begin en eind van het aanwezigheidssignaal, in afhankelijkheid van het diktesignaal, de remrol meer of minder sterk tegen passerende voorwerpen wordt 30 aangedrukt. 1015266