NL1012009C2 - Load lifting device includes fluid pump which is connected to vessel via non-return valve - Google Patents

Abstract

A fluid pump (20) including a cylinder (21) and a piston (23), is mounted between the coupling element and the frame of lifting device such that when device is lifted up, the fluid pump carries out a stroke as a result of relative movement of the piston and the cylinder with respect to each other. The fluid pump is connected to a vessel (28) via a non-return valve (27). The device includes a frame consisting of a connecting element (18) for connecting the device to a crane and two clamping elements (1,2) which can be pressed against opposed sides of the load (54). The device also includes a catching element which is moved with respect to the remaining portion of the frame by means of one of setting cylinders (38,39) being operated by means of a pressurized fluid between one position in which the catching element extends partially under a load clamped between the clamping elements and other position in which the catching element is positioned beside the load. The setting cylinder is connected to the vessel via a control element.

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het optillen en verplaatsen van 1 asten.Short designation: Device for lifting and moving 1 axes.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 optillen en verplaatsen van lasten met een gestel, dat is voorzien van een aankoppel orgaan voor het aankoppelen van de inrichting aan een kraan of dergelijke, van een tweetal klemorganen, die tegen tegenover liggende zijkanten van een last aan te drukken zijn en van een tweetal vangorganen, die met behulp van tenminste een door middel van onder 10 druk staand fluïdum in werking te stellen verstelcilinder ten opzichte van het overige deel van het gestel tegengesteld aan elkaar beweegbaar zijn tussen een eerste stand, waarin de vangorganen zich onder een tussen de klemorganen gelegen last uitstrekken en een tweede stand waarin de vangorganen naast de last zijn gelegen.The invention relates to a device for lifting and moving loads with a frame, which is provided with a coupling member for coupling the device to a crane or the like, of two clamping members, which lie against opposite sides of a load and of two catch members, which are movable in opposition to each other between a first position by means of at least one adjusting cylinder which can be actuated by means of pressurized fluid. the catching members extend under a load located between the clamping members and a second position in which the catching members are located next to the load.

15 Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0.425.167. Bij deze inrichting wordt gebruik gemaakt van een verstelcil inder, die met onder druk staand fluïdum, in het bijzonder olie, wordt gevoed vanaf een op een kraan of dergelijke aangebrachte bron van onder druk staand fluïdum. Deze inrichting is 20 dus uitsluitend te gebruiken in samenhang met een kraan of dergelijke, die voorzien is van een dergelijke bron van onder druk staand fluïdum, zoals bijvoorbeeld een pomp of dergelijke. Niet iedere kraan of dergelijke is echter voorzien van middelen voor het toevoeren van onder druk staand fluïdum aan een aan de kraan of dergelijke opge-25 hangen inrichting, waardoor de gebruiksmogelijkheden van de inrichting beperkt worden.Such a device is known from European patent application 0.425.167. This apparatus utilizes an adjustment cylinder which is supplied with pressurized fluid, particularly oil, from a source of pressurized fluid mounted on a tap or the like. This device can therefore only be used in connection with a tap or the like, which is provided with such a source of pressurized fluid, such as for instance a pump or the like. However, not every tap or the like is provided with means for supplying pressurized fluid to a device suspended from the tap or the like, so that the possibilities of use of the device are limited.

Met de uitvinding wordt beoogd aan dit nadeel van de bekende inrichting tegemoet te komen.The object of the invention is to overcome this drawback of the known device.

Volgens de uitvinding is de inrichting voorzien van een vat 30 voor het onder druk staand fluïdum, welk vat in verbinding staat met een een cilinder en een in de cilinder verplaatsbare zuiger omvattende fluïdumpomp, die zodanig tussen het aankoppel orgaan en het gestel van de inrichting is aangebracht, dat bij het optillen van de inrichting de fluïdumpomp een persslag uitvoert door relatieve beweging van de 35 zuiger en de cilinder ten opzichte van elkaar.According to the invention the device is provided with a vessel 30 for the pressurized fluid, which vessel communicates with a fluid pump comprising a cylinder and a piston displaceable in the cylinder, which is such between the coupling member and the frame of the device provided that when the device is lifted, the fluid pump performs a pressing stroke by relative movement of the piston and the cylinder relative to each other.

1012009 21012009 2

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan worden bewerkstelligd, dat iedere keer, dat met de inrichting een last wordt opgetild, de fluïdumpomp fluïdum in het op de inrichting aangebracht vat perst, waarbij dit op de inrichting aanwezige vat kan 5 werken als bron voor onder druk staand fluïdum voor de verstel- cilinder. Op deze wijze is een inrichting verkregen, die in samenhang met iedere kraan of dergelijk hefwerktuig kan worden benut.By applying the construction according to the invention it can be ensured that each time that a load is lifted with the device, the fluid pump presses fluid into the vessel arranged on the device, this vessel present on the device being able to act as a source for pressurized fluid for the adjustment cylinder. In this way an apparatus is obtained which can be used in conjunction with any crane or similar lifting device.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoerings-10 vorm van een inrichting volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to an embodiment of a device according to the invention schematically shown in the accompanying figures.

Figuur 1 toont schematisch een inrichting volgens de uitvinding onder weglaten van de vangorganen en met weergave van een schema van het bij de inrichting toegepaste fluïdumsysteem.Figure 1 schematically shows a device according to the invention, leaving out the collecting members and showing a diagram of the fluid system used in the device.

Figuur 2 toont een aanzicht op de opstelling van de 15 klemorganen en de vangorganen in een stand, waarin de klemorganen tegen tegenover elkaar liggende zijkanten van een last zijn gedrukt en de vangorganen onder de last zijn opgesteld.Figure 2 shows a view of the arrangement of the clamping members and the catching members in a position, in which the clamping members are pressed against opposite sides of a load and the catching members are arranged under the load.

Figuur 3 toont schematisch een zijaanzicht op een deel van figuur 2 onder weglaten van de last.Figure 3 schematically shows a side view of a part of Figure 2 with the load omitted.

20 Figuur 4 toont een aanzicht op de klemorganen in een stand, die zij zullen innemen indien zij naast de last zijn gelegen.Figure 4 shows a view of the clamping members in a position which they will assume if they are located next to the load.

Figuur 5 toont een aanzicht op de vangorganen in een stand, waarin zij tijdens bedrijf onder de last zullen zijn gelegen.Figure 5 shows a view of the catching members in a position in which they will be located under the load during operation.

Het gestel van de inrichting omvat een tweetal zich 25 evenwijdig aan elkaar uitstrekkende klemorganen of klemlijsten 1 en 2, die ieder zijn bevestigd aan een tweetal op afstand van elkaar gelegen armen 3 resp. 4. Nabij elkaar gelegen armen 3 en 4 zijn ten opzichte van elkaar verdraaibaar om zich horizontaal uitstrekkende, in eikaars verlengde liggende assen 5.The frame of the device comprises two clamping members or clamping strips 1 and 2 extending parallel to each other, each of which is attached to two spaced apart arms 3 and 2, respectively. 4. Neighboring arms 3 and 4 are rotatable relative to each other about horizontally extending, mutually elongated axes 5.

30 De armen 3 en 4 zijn voorzien van zich voorbij deze assen 5 schuin omhoog uitstrekkende verlengstukken 3’ resp. 4’. Aan de vrije uiteinden van de verlengstukken 3’ en 4’ zijn met behulp van zich evenwijdig aan de horizontale assen 5 uitstrekkende assen 6 resp. 7 stangen 8 resp. 9 scharnierend gekoppeld. Deze stangen 8 en 9 strekken 35 zich van de verlengstukken 3’ en 4’ schuin omhoog in een naar elkaar toegekeerde richting uit en zijn met hun naar elkaar toegekeerde 1012009 3 uiteinden scharnierend gekoppeld met behulp van een zich evenwijdig aan de assen 6 en 7 uitstrekkende as 10.The arms 3 and 4 are provided with extensions 3, which extend obliquely upwards beyond these axes 5, respectively. 4 ". At the free ends of the extensions 3 'and 4', shafts 6 and 6 respectively extending parallel to the horizontal shafts 5. 7 rods 8 resp. 9 hingedly coupled. These rods 8 and 9 extend from the extensions 3 'and 4' obliquely upward in a facing direction and are hingedly coupled to one another with their ends 1012009 3 extending parallel to the shafts 6 and 7 axis 10.

Nabij het midden van de as 10 zijn met de as 10 de uiteinden van een tweetal stangen 11 en 12 scharnierend gekoppeld.Near the center of the shaft 10, the ends of two rods 11 and 12 are hingedly coupled to the shaft 10.

5 Daarbij strekken de stangen 11 en 12 zich in een van elkaar afgekeerde richting ten opzichte van de as 10 schuin omhoog uit. De van de as 10 afgekeerde uiteinden van de stangen 11 en 12 zijn met behulp van zich evenwijdig aan de as 10 uitstrekkende assen 13 en 14 gekoppeld met de uiteinden van stangen 15 resp. 16.The rods 11 and 12 extend obliquely upwardly in a direction away from each other relative to the shaft 10. The ends of the rods 11 and 12 remote from the shaft 10 are coupled to the ends of rods 15 and 14, respectively, by means of shafts 13 and 14 extending parallel to the shaft 10. 16.

10 Deze stangen 15 en 16 strekken zich vanaf hun aankoppel- punten aan de stangen 11 resp. 12 schuin omhoog in een naar elkaar toegekeerde richting uit en zijn met hun nabij elkaar gelegen uiteinden scharnierend met elkaar gekoppeld met behulp van een zich evenwijdig aan de assen 13 en 14 uitstrekkende as 17. Met deze as 17 15 is een aankoppel orgaan 18 gekoppeld met behulp waarvan de inrichting aan een kraanhaak 19 of dergelijke kan worden gekoppeld.These rods 15 and 16 extend from their coupling points to the rods 11 and 16, respectively. 12 diagonally up in a facing direction and with their adjacent ends are hingedly coupled to one another by means of a shaft 17 extending parallel to the axes 13 and 14. A coupling member 18 is coupled to this shaft 17 15 with by means of which the device can be coupled to a crane hook 19 or the like.

Tussen de assen 10 en 17 is een fluïdumpomp 20 opgesteld, welke een cilinder 21 omvat waarvan een uiteinde met behulp van een koppelstuk 22 gekoppeld is met de as 10. In de cilinder 21 is een 20 zuiger 23 verschuifbaar opgenomen. Aan de zuiger 23 is een zuigerstang 24 bevestigd, die aan het van het koppelstuk 22 afgekeerde uiteinde van de cilinder 21 buiten de cilinder uitsteekt. Het buiten de cilinder uitstekende uiteinde van de zuigerstang 24 is gekoppeld met de as 17.A fluid pump 20 is arranged between the shafts 10 and 17 and comprises a cylinder 21, one end of which is coupled to the shaft 10 by means of a coupling piece 22. A piston 23 is slidably received in the cylinder 21. A piston rod 24 is attached to the piston 23, which protrudes beyond the cylinder at the end of the cylinder 21 remote from the coupling piece 22. The end of the piston rod 24 projecting outside the cylinder is coupled to the shaft 17.

25 Verder zijn tussen de stangen 11 en 15 resp. de stangen 12 en 16 trekveren 25 aangebracht.Furthermore, between rods 11 and 15, resp. the rods 12 and 16 extension springs 25 are arranged.

Op het uiteinde van de cilinder 21, waar de zuigerstang 24 naar buiten geleid is, is op de cilinder een leiding 26 aangesloten, waarin een terugslagklep 27 is opgenomen welke zodanig is uitgevoerd, 30 dat deze terugslagklep slechts een stroming van fluïdum vanuit het inwendige van de cilinder 21 toestaat. Het van de cilinder 21 afgekeerde uiteinde van de leiding 26 is aangesloten op een drukvat 28.At the end of the cylinder 21, where the piston rod 24 is led out, a pipe 26 is connected to the cylinder, in which a non-return valve 27 is incorporated, which is designed such that this non-return valve only flows fluid from the interior of the the cylinder 21 allows. The end of the pipe 26 remote from the cylinder 21 is connected to a pressure vessel 28.

Tussen de cilinder 21 en de terugslagklep 27 is op de leiding 26 een leiding 29 aangesloten waarin een terugslagklep 30 is 35 opgenomen. Deze terugslagklep 30 staat slechts een stroming van 1012009 4 fluïdum toe in de richting van de cilinder 21. Op het vrije uiteinde van de leiding 29 is bij voorkeur een luchtfilter 31 aangebracht.Between the cylinder 21 and the non-return valve 27, a line 29 is connected to the line 26, in which a non-return valve 30 is accommodated. This non-return valve 30 allows only a flow of fluid in the direction of the cylinder 21. An air filter 31 is preferably arranged on the free end of the line 29.

Op het op de as 10 aangesloten einde van de cilinder 21 is een leiding 32 aangesloten. Op het vrije uiteinde van deze leiding 32 5 is bij voorkeur een filter 33 aangebracht.A line 32 is connected to the end of cylinder 21 connected to shaft 10. A filter 33 is preferably arranged on the free end of this conduit 32.

Via een verdere leiding 34 staat het drukvat 28 in verbinding met een klepschuif 35. Deze klepschuif is via verdere leidingen 36 en 37 aangesloten op een tweetal verstelcilinders 38 en 39. In deze verstelcil inders 38 en 39 zijn zuigers 40 resp. 41 opge-10 nomen waaraan tot buiten de cilinders 38 en 39 uitstekende zuiger-stangen 42 resp. 43 zijn bevestigd.The pressure vessel 28 is connected to a valve slide 35 via a further line 34. This valve slide is connected via further lines 36 and 37 to two adjusting cylinders 38 and 39. In these adjusting cylinders inductors 38 and 39, pistons 40 and 40 respectively. 41 incorporating piston rods 42 and 44 protruding beyond cylinders 38 and 39 respectively. 43 have been confirmed.

Het zal duidelijk zijn, dat met behulp van de klep 35 vanuit het drukvat 28 onder druk staand fluïdum hetzij via de leiding 36 in de cilinders 38 en 39 kan worden toegevoerd aan de zijde van de 15 zuigers 40 resp. 41 waar de zuigerstangen 42 resp. 43 zich bevinden of via de leiding 37 aan de ruimtes in de cilinders, die aan de van de zuigerstangen 42 en 43 afgekeerde zijde van de zuigers 40 en 41 zijn gelegen om zo de zuigerstangen 42 en 43 in de ene of de andere richting te bewegen.It will be clear that with the aid of the valve 35, pressurized fluid can be supplied from the pressure vessel 28 either via the conduit 36 into the cylinders 38 and 39 on the side of the pistons 40 and 40, respectively. 41 where the piston rods 42 resp. 43 or through the conduit 37 to the spaces in the cylinders located on the side of the pistons 40 and 41 remote from the piston rods 42 and 43 so as to move the piston rods 42 and 43 in one direction or the other .

20 Zoals verder in de figuren 2-5 weergegeven zijn om de assen 5 tevens sectorvormige armen 44 resp. 45 verzwenkbaar. Tussen de sectorvormige armen 44 is een een gekromd verloop bezittend vangorgaan 46 aangebracht, waarvan het krommingsmiddelpunt tenminste nagenoeg op de door de assen 5 bepaalde draaiingsas is gelegen. Op soortgelijke 25 wijze is tussen de sectorvormige armen 45 een vangorgaan 47 aange bracht. Deze vangorganen kunnen bijvoorbeeld een plaat- of roostervormige opbouw hebben.As further shown in Figures 2-5 around sector 5 arms also sector-shaped arms 44 and 10 respectively. 45 pivotable. Between the sector-shaped arms 44 a catching member 46 having a curved course is arranged, the center of curvature of which is situated substantially on the axis of rotation determined by the shafts 5. In a similar manner a catching member 47 is arranged between the sector-shaped arms 45. These catching members can for instance have a plate or grid-shaped construction.

Aan een nabij een uiteinde van de inrichting in een vlak gelegen armen 44 en 45 zijn aan de nabij de as 5 gelegen uiteinden 30 zich in een van de as 5 afgekeerde richting uitstrekkende armen 48 resp. 49 bevestigd. Aan de vrije uiteinden van deze armen 48 en 49 zijn de zuigerstangen 42 resp. 43 van de verstelcil inders 38 resp. 39 scharnierend gekoppeld. De van de zuigerstangen afgekeerde uiteinden van deze cilinders 38 en 39 zijn scharnierend gekoppeld met de armen 3 35 resp. 4.At a arms 44 and 45 located in a plane near one end of the device, arms 48 and 45 respectively extending in the direction away from the axis 5 are located at the ends 30 located near the axis 5. 49 confirmed. At the free ends of these arms 48 and 49, the piston rods 42 and 42 are respectively. 43 of the adjusting cylinder inders 38 resp. 39 hingedly coupled. The ends of these cylinders 38 and 39 remote from the piston rods are hingedly coupled to the arms 3 and 35 respectively. 4.

1012009 51012009 5

Aan de armen 44 en 45 zijn verder zich nog vanaf deze armen 44 en 45 boven de as 5 naar boven uitstrekkende armen 50 resp. 51 bevestigd, aan de vrije uiteinden waarvan contragewichten 53 zijn bevestigd.Arms 50 and 45 extend further upwards from these arms 44 and 45 above the shaft 5 on the arms 44 and 45, respectively. 51, at the free ends of which counterweights 53 are attached.

5 Indien een last 54 moet worden opgenomen zullen de vang- organen 46 en 47 in een van elkaar weggezwenkte stand zijn gebracht met behulp van de verstelcilinders 38 en 39, zoals weergegeven in figuur 4. Vervolgens kan de inrichting met behulp van een kraan of dergelijke waaraan de inrichting is opgehangen zodanig worden gemani-10 puleerd, dat de klemlijsten 1 en 2 aan weerszijden van de op te nemen last 54 komen te liggen, zoals weergegeven in figuur 1.If a load 54 is to be taken up, the catch members 46 and 47 will be pivoted away from each other with the aid of the adjusting cylinders 38 and 39, as shown in figure 4. Then the device can be mounted using a crane or the like from which the device is suspended are manipulated in such a way that the clamping strips 1 and 2 come to lie on either side of the load 54 to be lifted, as shown in figure 1.

Indien vervolgens gezien in figuur 1 de kraanhaak 19 omhoog zal worden bewogen zal, indien de klemlijsten 1 en 2 tegen de last 54 aanliggen de zuiger 23 in de cilinder 24 omhoog worden getrokken onder 15 het uit deze cilinder 21 en in het vat 28 persen van lucht. Tijdens deze beweging van de zuigerstang 24 zullen daarbij de stangen 12 en 16 resp. 11 en 15 ten opzichte van elkaar worden verzwenkt, zodanig, dat de tussen deze stangen ingesloten hoeken geleidelijk groter zullen worden.If subsequently seen in figure 1 the crane hook 19 will be moved upwards, if the clamping strips 1 and 2 are resting against the load 54, the piston 23 in the cylinder 24 will be pulled upwards while pressing out of this cylinder 21 and into the vessel 28. sky. During this movement of the piston rod 24, the rods 12 and 16 respectively. 11 and 15 are pivoted relative to each other such that the angles enclosed between these rods will gradually increase.

20 Daar de cilinder 21 met de as 10 is gekoppeld zal op een gegeven moment, zeker indien de zuiger 23 zijn bovenste stand in de cilinder 21 heeft bereikt, de as 10 worden omhoog bewogen hetgeen tot gevolg heeft, dat via de stangen 8 en 9 en de verlengingen 3’ en 4’ van de armen 3 en 4 de klemlijsten 1 en 2 stevig tegen de tegenover 25 elkaar gelegen zijkanten van de last 54 zullen worden gedrukt onder het mee omhoog nemen van de last 54.Since the cylinder 21 is coupled to the shaft 10, at some point, certainly if the piston 23 has reached its upper position in the cylinder 21, the shaft 10 will be moved upwards, which results in that via the rods 8 and 9 and the extensions 3 'and 4' of the arms 3 and 4 the clamping strips 1 and 2 will be pressed firmly against the opposite sides of the load 54 while lifting the load 54 upward.

Indien de last 54 enigszins van de grond is opgetild kunnen de vangorganen 46 en 47 in de in figuren 2 en 5 weergegeven gesloten stand worden verzwenkt door vanuit het vat 28 via de klep 35 onder 30 druk staand fluïdum via de leiding 36 toe te laten in de cilinders 38 en 39. In deze gesloten stand van de vangorganen 46 en 47 zullen eventueel uit de last vallende delen, zoals bijvoorbeeld stenen uit een door een stapel stenen gevormde last worden opgevangen ter voorkoming van verwondingen van eventueel onder de last aanwezige personen 35 en/of beschadiging van onder de last aanwezige voorwerpen.When the load 54 has been lifted slightly off the ground, the catch members 46 and 47 can be pivoted into the closed position shown in Figures 2 and 5 by allowing pressurized fluid from the vessel 28 through the valve 35 through the conduit 36 into the cylinders 38 and 39. In this closed position of the catch members 46 and 47, any parts falling from the load, such as for instance stones from a load formed by a stack of stones, will be collected to prevent injuries of persons present under the load and / or damage to objects under the load.

1012009 61012009 6

Door het aanbrengen van de contragewichten 53 zal voor het verstellen van de vangorganen 46 en 47 slechts weinig kracht noodzakelijk zijn.Due to the provision of the counterweights 53, only little force will be required to adjust the catch members 46 and 47.

Bij het neerzetten van de last zullen de vangorganen 46 en 5 47, nadat de last op korte afstand boven het vlak is gebracht waarop de last moet worden neergezet, worden teruggezwenkt naar de in figuur 4 weergegeven open stand door het via de leiding 37 toelaten van onder druk staand fluïdum vanuit het vat 28 in de cilinders 38 en 39.When the load is deposited, after the load has been brought a short distance above the plane on which the load is to be deposited, the catching members 46 and 5 47 will be pivoted back to the open position shown in figure 4 by allowing via the pipe 37 pressurized fluid from the vessel 28 into the cylinders 38 and 39.

Indien nadat de last 54 is neergezet het aankoppel orgaan 18 10 verder naar beneden wordt bewogen zullen de stangen 12 en 16 resp. 11 en 15 door de veren 25 naar elkaar toe worden getrokken onder het naar beneden bewegen van de zuiger 23 in de cilinder 21, waarbij gezien in figuur 1 onder de zuiger aanwezige lucht via de leiding 32 naar buiten kan worden gedrukt. Gelijktijdig zal via de leiding 29 lucht boven de 15 zuiger 23 in de cilinder 21 worden aangezogen. Tevens zullen hierbij de klemorganen 1 en 2 enigszins uit elkaar bewegen, waardoor zij vrij komen van de last, waarop de gehele inrichting onder het achterlaten van de last 54 weer omhoog kan worden bewogen. Het zal duidelijk zijn, dat zo zonder dat enig ingrijpen van de bediener van de kraan of 20 dergelijke nodig is het vat 28 tijdens bedrijf op de gewenste druk kan worden gehouden om met behulp van de verstelcilinders 38 en 39 de vangorganen 46 en 47 naar wens te kunnen verzwenken.If, after the load 54 has been set down, the coupling member 18 10 is moved further down, the rods 12 and 16, respectively. 11 and 15 are drawn towards each other by the springs 25 while the piston 23 is moved downwards into the cylinder 21, whereby air, seen under figure 1, can be pressed out via the pipe 32 as seen in figure 1. At the same time, air will be drawn in through the pipe 29 above the piston 23 into the cylinder 21. Also, the clamping members 1 and 2 will move slightly apart, so that they become free from the load, on which the entire device can be moved up again while leaving the load 54 behind. It will be clear that, without any intervention by the operator of the crane or the like, the vessel 28 can be kept at the desired pressure during operation, with the aid of the adjusting cylinders 38 and 39 to the catch members 46 and 47 as desired. to pivot.

Bij voorkeur is het vat 28 voorzien van een aansluitorgaan 55 via welke het vat 28 met behulp van een compressor of dergelijke 25 voor het in gebruik nemen van de inrichting op druk kan worden gebracht.Preferably, the vessel 28 is provided with a connecting member 55 via which the vessel 28 can be pressurized with the aid of a compressor or the like before the device is put into operation.

Binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding zijn er varianten denkbaar.Variants are conceivable within the spirit and scope of the invention.

Zo zou men bijvoorbeeld de door de stangen 11-16 gevormde 30 stangenvierhoek kunnen weglaten. Het aankoppel orgaan kan dan rechtstreeks aan het einde van de zuigerstang 24 worden bevestigd terwijl de door de veren 25 gevormde verende middelen kunnen worden vervangen door rechtstreeks op de zuiger 23 en/of zuigerstang 24 inwerkende verende middelen.For example, one could omit the rod square formed by the rods 11-16. The coupling member can then be attached directly to the end of the piston rod 24, while the resilient means formed by the springs 25 can be replaced by resilient means acting directly on the piston 23 and / or piston rod 24.

1012009 71012009 7

Het gebruik van de stangenvierhoek 11-16 heeft echter het voordeel, dat bij breuk van de fluïdumpomp 20 de inrichting toch niet naar beneden kan vallen.However, the use of the rod square 11-16 has the advantage that the device cannot fall down if the fluid pump 20 breaks.

5 10120095 1012009

Claims (10)

1. Inrichting voor het optillen en verplaatsen van lasten met een gestel, dat is voorzien van een aankoppel orgaan voor het aan-5 koppelen van de inrichting aan een kraan of dergelijke, van een tweetal klemorganen, die tegen tegenover elkaar liggende zijkanten van een last aan te drukken zijn en van een tweetal vangorganen, die met behulp van een door middel van onder druk staand fluïdum in werking te stellen verstelcilinder ten opzichte van het bovenste deel van het 10 gestel tegengesteld aan elkaar beweegbaar zijn tussen een eerste stand waarin de vangorganen zich onder een tussen de klemorganen gelegen last uitstrekken en een tweede stand waarin de vangorganen naast de last zijn gelegen, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een vat voor het onder druk staand fluïdum, welk vat in verbinding 15 staat met een een cilinder en een in de cilinder verplaatsbare zuiger omvattende fluïdumpomp, die zodanig tussen het aankoppel orgaan en het gestel van de inrichting is aangebracht, dat bij het optillen van de inrichting de fluïdumpomp een persslag uitvoert door relatieve beweging van de zuiger en de cilinder ten opzichte van elkaar.1. Device for lifting and moving loads with a frame, which is provided with a coupling member for coupling the device to a crane or the like, of two clamping members, which are situated on opposite sides of a load and of two catch members, which are movable oppositely to each other with respect to the upper part of the frame by means of an adjusting cylinder which can be actuated by means of pressurized fluid, between a first position in which the catch members are extend under a load located between the clamping members and a second position in which the catching members are located next to the load, characterized in that the device is provided with a vessel for the pressurized fluid, which vessel communicates with a cylinder and a piston displaceable in the cylinder, comprising a fluid pump, which is arranged between the coupling member and the frame of the device Also, when the device is lifted, the fluid pump performs a press stroke by relative movement of the piston and cylinder relative to each other. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de fluïdumpomp is opgesteld tussen een tweetal tegenover elkaar gelegen hoekpunten van een stangenvierhoek, die is opgebouwd uit een viertal met hun uiteinden scharnierend met elkaar gekoppelde stangen, waarbij het buiten de cilinder uitstekende uiteinde van de zuigerstang in een 25 hoekpunt van de vierhoek met de in de hoekpunt van de vierhoek bij elkaar komende stangen is gekoppeld, terwijl het van de zuigerstang afgekeerde uiteinde van de cilinder in het tegenover liggende hoekpunt met de in dit hoekpunt samenkomende stangen is gekoppeld.Device according to claim 1, characterized in that the fluid pump is arranged between two opposite corner points of a rod square, which is built up of four rods hingedly coupled to each other, the end projecting outside the cylinder. the piston rod is coupled at a vertex of the quadrilateral to the rods converging at the vertex of the quadrilateral, while the end of the cylinder remote from the piston rod is coupled in the opposite vertex to the rods converging at this vertex. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 30 de klemorganen zijn aangebracht aan de uiteinden van scharnierend met elkaar gekoppelde armen, die zijn voorzien van zich voorbij het scharnierpunt uitstrekkende verlengingen waaraan de uiteinden van koppelstangen zijn bevestigd, waarbij de van elkaar afgekeerde uiteinden van de koppelstangen scharnierend met elkaar zijn gekoppeld in 35 een koppelpunt, dat met het aankoppel orgaan is verbonden. 101^0093. Device as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the clamping members are arranged at the ends of hingedly coupled arms, which are provided with extensions extending beyond the hinge point to which the ends of connecting rods are attached, the vanes of which mutually facing ends of the coupling rods are hingedly coupled to each other in a coupling point which is connected to the coupling member. 101 ^ 009 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het koppel punt van de koppelstangen met een punt van de stangenvierhoek is gekoppeld in welk punt ook de fluïdumpomp met de stangenvierhoek is gekoppeld.Device according to claim 3, characterized in that the coupling point of the coupling rods is coupled to a point of the rod square, at which point the fluid pump is also coupled to the rod square. 5. Inrichting volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de vangorganen scharnierend met het overige deel van het gestel zijn verbonden.Device as claimed in any of the claims 1-4, characterized in that the catching members are hingedly connected to the remaining part of the frame. 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de verstelcilinders voor de vangorganen zijn aangebracht tussen de 10 klemorganen dragende armen en de vangorganen dragende armen.6. Device as claimed in claim 5, characterized in that the adjusting cylinders for the catch members are arranged between the arms carrying clamping members and the arms carrying catch members. 7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de klemorganen en de vangorganen om een gemeenschappelijke draaiingsas verzwenkbaar zijn.Device according to claim 5 or 6, characterized in that the clamping members and the catching members are pivotable about a common axis of rotation. 8. Inrichting volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, 15 dat met de vangorganen contragewichten zijn verbonden, waarbij de vangorganen en de contragewichten aan verschillende zijden van de draaiingsas waarom de vangorganen verzwenkbaar zijn, zijn gelegen.8. Device as claimed in any of the claims 5-7, characterized in that counterweights are connected to the catching members, wherein the catching members and the counterweights are situated on different sides of the axis of rotation around which the catching members are pivotable. 9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat verende middelen zijn aangebracht om de zuiger en de 20 cilinder van de fluïdumpomp relatief ten opzichte van elkaar te bewegen in een richting tegengesteld aan de richting van de persslag.9. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that resilient means are arranged to move the piston and the cylinder of the fluid pump relative to each other in a direction opposite to the direction of the pressing stroke. 10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de verende middelen tussen stangen van de stangenvierhoek zijn aangebracht. 101200910. Device as claimed in claim 9, characterized in that the resilient means are arranged between rods of the rod square. 1012009