NL1011545C2 - Doekconstructie. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Doekconstructie.

De uitvinding heeft betrekking op een doekconstructie voor een warenhuis, waarbij een uiteinde van een doek is bevestigd aan een 5 profiel, dat is voorzien van een in doorsnede in hoofdzaak V-vormige, aan een langsrand open uitsparing, die wordt begrensd door een tweetal benen van het profiel, waarvan er een ter hoogte van de open langsrand van de uitsparing is voorzien van een zich in de richting van het andere been uitstrekkende neus waarachter een klemorgaan, met behulp 10 waarvan een uiteinde van het doek in de uitsparing is vastgeklemd, is gehaakt.

Dergelijke doekconstructies worden in warenhuizen bijvoorbeeld gebruikt voor het afschermen van openingen en/of voor afscherming tegen instraling van zonlicht en dergelijke.

15 Daarbij zijn er in de praktijk al vele uitvoeringen van klemorganen en dergelijke bekend, maar de opbouw van dergelijke klemorganen is vaak ongewenst gecompliceerd en/of het aanbrengen en/of verwijderen van dergelijke klemorganen is slechts moeizaam en tijdrovend uit te voeren.

20 Met de uitvinding wordt beoogd een doekconstructie van bovengenoemde soort te verkrijgen waarbij eenvoudige klemorganen kunnen worden toegepast, die bij het aankoppelen van het doek aan het profiel resp. bij het verwijderen van het doek van het profiel gemakkelijk aan te brengen resp. te verwijderen zijn.

25 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het klemorgaan is vervaardigd uit veerkrachtig materiaal en is voorzien van tenminste een arm, die aan een uiteinde is voorzien van een ver-ankeringsdeel, dat ten opzichte van de arm in de richting van het andere einde van de arm is afgebogen, waarbij het klemorgaan zodanig 30 is uitgevoerd, dat in in de uitsparing gemonteerde stand van het klemorgaan het van de arm afgekeerde uiteinde van het verankeringsdeel achter de neus haakt, terwijl het verankeringsdeel en de op het verankeringsdeel aansluitende deel van de arm tegen de de uitsparing begrenzende benen aangedrukt zijn onder de invloed van een in het 35 klemorgaan opgewekte veerkracht en tenminste een deel van het klemorgaan buiten de uitsparing uitsteekt.

1011545 2

De klemorganen kunnen met tussenplaatsing van het vast te klemmen doek eenvoudig en snel aan het profiel worden vastgezet door de verankeringsdelen en de daarop aansluitende delen van de armen van de klemorganen in de V-vormige uitsparing te drukken. Verwijderen van 5 een klemorgaan is gemakkelijk te bewerkstelligen door het uitoefenen van een duwkracht op een buiten de V-vormige uitsparing uitstekend deel van het klemorgaan in een richting dwars op de lengterichting van het profiel.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de 10 hand van enige in bijgaande figuren weergegeven mogelijke uitvoeringsvormen van een klemorgaan volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een doorsnede over een profiel met op afstand van het profiel opgestelde klemorganen.

Figuur 2 toont schematisch in perspectief een aanzicht op 15 een in figuur 1 afgebeeld klemorgaan.

Figuur 3 toont schematisch in perspectief een aanzicht op het in figuur 2 afgebeelde klemorgaan, gezien onder een andere hoek dan in figuur 1.

Figuur 4 toont een doorsnede over het in figuur 1 afge-20 beelde profiel met daaraan bevestigde klemorganen.

Figuur 5 toont een doorsnede over een profiel met daarin aangebrachte klemorganen volgens een verdere uitvoeringsvorm.

Figuur 6 toont schematisch in perspectief het bij de uitvoering volgens figuur 5 toegepaste klemorgaan.

25 Figuur 7 toont een zijaanzicht op een verdere uitvoerings vorm van een klemorgaan volgens de uitvinding.

Figuur 8 toont een perspectivisch aanzicht van het in figuur 6 weergegeven klemorgaan.

Figuur 9 toont een zijaanzicht op nog een verder klem- 30 orgaan.

Figuur 10 toont een perspectivisch aanzicht op het in figuur 8 afgebeelde klemorgaan.

Figuren 11-13 tonen verdere mogelijke uitvoeringsvormen van een klemorgaan volgens de uitivndng.

35 Het in figuur 1 weergegeven profiel 1 kan deel uitmaken van de opbouw van een scherminstallatie van een warenhuis of dergelijke en 1011545 3 daarin vast zijn gemonteerd of daarin verplaatsbaar zijn voor het verplaatsen van een uiteinde van een aan dit profiel 1 bevestigd doek 2 of dergelijke. Daarbij dient te worden opgemerkt, dat het profiel 1 ook van de als voorbeeld weergegeven profiel vorm afwijkende vormen kan 5 hebben.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat het profiel 1 een kokervormig lichaam 3 waarvan een wanddeel 4 een been vormt, dat met een daarmede een scherpe hoek insluitend tweede been 5 een uitsparing 6 begrensd, die aan de nabij het vrije einde van het been 5 10 gelegen langsrand open is. Zoals in figuur 1 weergegeven heeft deze uitsparing een in hoofdzaak V-vormige doorsnede waarbij de breedte van de uitsparing in de richting van de open langsrand geleidelijk groter wordt. Ter hoogte van deze open langsrand is het been 4 voorzien van een zich in de richting van het been 5 uitstrekkende uitstekende neus 15 7.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is op het kokervormige profieldeel 3 nog een zich over de lengte van het profiel uitstrekkend stripvormig deel 8 aangesloten waarop een tweetal een hoek met elkaar insluitende benen 9 en 10 aansluiten. Deze benen 20 begrenzen weer een met de uitsparing 6 overeenkomende een in hoofdzaak V-vormige doorsnede bezittende uitsparing 11. Het been 10 is aan zijn vrije uiteinde voorzien van een zich in de richting van het been 9 uitstekende neus 12.

Voor de bevestiging van een uiteinde van een doek 2 in de 25 uitsparing 6 wordt gebruik gemaakt van een klemorgaan 13 zoals meer in het bijzonder weergegeven in figuren 2 en 3. Dit klemorgaan 13 is gebogen uit verenstaaldraad en omvat een tweetal zich in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekkende armen 14 en 15, die onderling zijn verbonden door een tussenstuk 16.

30 Aan zijn van het tussenstuk 16 afgekeerde uiteinde gaat het been 15 over in een min of meer C-vormig gebogen gedeelte 17 dat is gelegen in een vlak, dat een scherpe hoek maakt met het vlak waarin de beide benen 14 en 15 zijn gelegen.

Het van het tussenstuk 16 afgekeerde uiteinde van het been 35 14 gaat eveneens over in een gebogen gedeelte 18 dat echter zoals uit de figuur duidelijk zal zijn verder doorloopt dan het C-vormig gebogen 1011545 4 gedeelte 17 en zodoende een oogvormig gebogen deel omvat met een onder dit oogvormig gebogen deel uitstekend verlengstuk 19, dat aan de naar het been 14 toegekeerde zijde van het oogvormig gebogen deel 18 is gelegen.

5 Zoals in figuur 1 is weergegeven kan het uiteinde van het doek 2 over de verankeringsdelen vormende omgebogen uiteinden 17 en 18 van de armen 14 en 15 worden gelegd en vervolgens kan het uiteinde van het doek met verankeringsdelen 17 en 18 van het klemorgaan in de richting volgens pijl A (figuur 1) in de uitsparing 6 worden gedrukt. 10 Daarbij komen, zoals weergegeven in figuur 3, de van de uiteinden van de armen 14 en 15 afgekeerde uiteinden van de verankeringsdelen 17 en 18 tegen de neus 7 te liggen, liggen de verankeringsdelen 17 en 18 onder vastklemming van het doek aan tegen het been 4 en liggen de op de verankeringsorganen 17 en 18 aansluitende delen van de armen 14 en 15 15 onder vastklemming van het doek aan tegen het been 5.

De hoek, die de verankeringsdelen 17 en 18 in onbelaste stand van het klemorgaan insluiten met de armen 14 en 15, is groter dan de hoek tussen de benen 4 en 5.

Bij het inbrengen van het klemorgaan 13 in de uitsparing 6 20 zijn dan ook de verankeringsdelen 17 en 18 enigszins in de richting van de armen 14 en 15 ten opzichte van de armen 14 en 15 verdraaid, zodat door de zo in het klemorgaan opgewekte veerkracht de verankeringsdelen 17 en 18 en de armen 14 en 15 stevig tegen de benen 4 en 5 worden gedrukt onder het daarbij vastklemmen van het uiteinde van 25 het doek zoals weergegeven in figuur 4.

Voor het verwijderen van het klemorgaan 13 uit de uitsparing 6 is het voldoende om, zoals weergegeven in figuur 4, op het uiteinde van het deel 19 in de richting volgens pijl B een duwkracht uit te oefenen, waardoor het veranker!ngsdeel 18 van de neus 7 wordt 30 afgedrukt en het klemorgaan vrijkomt.

Op soortgelijke wijze als hierboven beschreven voor de uitsparing 6 kunnen ook in de uitsparing 11 een klemorganen worden aangebracht zoals uit figuren 1 en 3 duidelijk zal zijn.

Het in figuur 6 weergegeven klemorgaan komt in hoofdzaak 35 overeen met het in figuren 2 en 3 weergegeven klemorgaan. In de 1011545 5 verschillende figuren zijn dan ook overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.

In deze uitvoeringsvorm sluiten op de van het tussenstuk 16 afgekeerde uiteinden van beide benen 14 en 15 in hoofdzaak C-vormig 5 gebogen verankeringsdelen 17’ en 18’ aan, die zoals duidelijk zal zijn uit figuur 5 op soortgelijke wijze als hierboven beschreven voor de verankeringsdelen 17 en 18 in gemonteerde stand achter de neus 7 van het been 4 zullen haken indien de verankeringsdelen op de boven beschreven wijze in de desbetreffende uitsparing worden aangebracht.

10 Zoals verder in figuur 5 is weergegeven is daarbij het been 5 bij voorkeur een weinig korter uitgevoerd dan in de voorgaande uitvoeringsvorm.

Voor het verwijderen van dit klemorgaan behoeft men op het tussenstuk 16 of op de in de nabijheid daarvan gelegen uiteinden van 15 de benen 14 en 15 slechts een kracht in de richting C uit te oefenen om de verankeringsdelen 17’ van de neuzen 7 af te drukken. Dit wordt vergemakkelijkt door de verhoudingsgewijs korte lengte van het been 5.

Figuren 7 en 8 tonen nog een klemorgaan, waarbij op de uiteinden van de armen 14 en 15 vanaf deze uiteinden naar elkaar 20 afgebogen en in eikaars verlengde liggende verlengstukken 14’ resp.

15’ aansluiten. Deze verlengstukken gaan over in oogvormig gebogen verankeringsdelen 17” resp. 18”, die weer, zoals uit figuur 6 blijkt, zijn gelegen in een vlak, dat een hoek insluit met het vlak waarin de armen 14 en 15 zijn gelegen. Het zal duidelijk zijn, dat dit 25 klemorgaan op soortgelijke wijze in een in een profiel 1 aangebrachte uitsparing 6 resp. 11 kan worden gebracht als hierboven beschreven, waarbij de verankeringsdelen 17” en 18” weer op de aan het uiteinde van een been 4 aangebrachte neus 7 zullen komen te rusten.

Bij de in figuren 9 en 10 weergegeven uitvoeringsvorm 30 worden de verankeringsdelen gevormd door afgebogen rechte delen 17’” resp. 18’”, die op de van het tussenstuk 16 afgekeerde uiteinden van de armen 14 en 15 aansluiten. De montage en verankering van een dergelijk klemorgaan zal op soortgelijke wijze geschieden als hierboven beschreven, waarbij de vrije uiteinden van de verankeringsdelen 35 vormende delen 17’” en 18’’’ weer op de uitstekende neus 7 komen te rusten.

1011545 6

Bij verplaatsbare profielbalk 1 kan doelmatig een ge-leidingsdraad voor het doek of dergelijke tussen de armen 14 en 15 worden geleid en door het tussenstuk worden ondersteund.

Verder kan daarbij het buiten het profiel uitstekend deel 5 van het klemorgaan worden benut voor het opduwen van het doek-materiaal.

Figuur 11 toont een uitvoeringsvorm, die in grote lijnen overeenkomt met de uitvoeringsvorm volgens figuren 9 en 10.

Het in deze figuur weergegeven klemorgaan is uit een stuk 10 uit veerkrachtige kunststof vervaardigd en omvat zoals de uitvoeringsvorm volgens figuren 9 en 10 een tussenstuk 20 met daarop aansluitende, evenwijdig aan elkaar verlopende benen 21. Op de van het tussenstuk 20 afgekeerde einden van de benen sluiten weer ver-ankeringsdelen 22 aan.

15 Zoals schematisch in figuur 12 aangeduid kan aan een verankeringsdeel 21 aan de naar het tegenover liggende been toegekeerde zijde een uitstekende lip 23 worden aangebracht, die in gemonteerde stand van het klemorgaan buiten de uitsparing 6 van het profiel 1 zal uitsteken en daardoor de verwijdering van het klemorgaan 20 uit het profiel zal vergemakkelijken.

De uitvoeringsvorm volgens figuur 13 is in feite de helft van de uitvoeringsvorm volgens figuur 12. Overeenkomstige onderdelen zijn van dezelfde verwijzingscijfers voorzien.

1011545

Claims (12)

1. Doekconstructie voor een warenhuis, waarbij een uiteinde van een doek is bevestigd aan een profiel, dat is voorzien van een in 5 doorsnede in hoofdzaak V-vormige, aan een langsrand open uitsparing, die wordt begrensd door een tweetal benen van het profiel waarvan er een ter hoogte van een open langsrand van de uitsparing is voorzien van een zich in de richting van het andere been uitstrekkende neus waarachter een klemorgaan met behulp waarvan een uiteinde van het doek 10 in de uitsparing is vastgeklemd, is gehaakt, met het kenmerk, dat het klemorgaan is vervaardigd uit veerkrachtig materiaal en is voorzien van tenminste een arm, die aan een uiteinde is voorzien van een ver-ankeringsdeel, dat ten opzichte van de arm in de richting van het andere einde van de arm is afgebogen, waarbij het klemorgaan zodanig 15 is uitgevoerd, dat in in de uitsparing gemonteerde stand van het klemorgaan het van de arm afgekeerde uiteinde van het verankeringsdeel achter de neus haakt, terwijl het verankeringsdeel en het op het ver-ankeringsdeel aansluitende deel van de arm tegen de de uitsparing begrenzende benen aangedrukt zijn onder de invloed van een in het 20 klemorgaan opgewekte veerkracht en tenminste een deel van het klem orgaan buiten de uitsparing uitsteekt.

2. Doekconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het klemorgaan is vervaardigd uit verenstaaldraad en is opgebouwd uit een tweetal door een tussenstuk met elkaar verbonden armen, die aan 25 hun van het tussenstuk afgekeerde uiteinden zijn voorzien van ver- ankeringsdelen, die ten opzichte van de armen in de richting van het tussenstuk zijn afgebogen.

3. Doekconstructie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verankeringsdelen worden gevormd door op de armen aansluitende 30 kromlijnig gebogen draaddelen.

4. Doekconstructie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een kromlijnig gebogen draaddeel is voorzien van een verlengstuk, dat onder het kromlijnig gebogen draaddeel in de richting van het tussenstuk uitsteekt en aan de naar de armen toegekeerde zijde van het 35 kromlijnig gebogen draaddeel is gelegen. 1011545

5. Doekconstructie volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de kromlijnig gebogen draaddelen via zich evenwijdig aan het tussenstuk uitstrekkende draaddelen met de van het tussenstuk afgekeerde uiteinden van de armen zijn verbonden.

6. Doekconstructie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in dwarsdoorsnede gezien het been waartegen het verankeringsorgaan aanligt langer is dan het been waartegen een arm van het klemorgaan aanligt.

7. Doekconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 het verankeringsdeel wordt gevormd door een in hoofdzaak recht deel dat aansluit op een uiteinde van een arm.

8. Doekconstructie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het klemorgaan twee armen met daarop aansluitende verankeringsdelen omvat.

9. Doekconstructie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het klemorgaan een arm met een daarop aansluitend verankeringsdeel omvat.

10. Doekconstructie volgens conclusie 1 of een der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat het klemorgaan uit een stuk kunststof is vervaardigd.

11. Doekconstructie volgens een der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat een verankeringsdeel is voorzien van een buiten de uitsparing in het profiel uitstekende verlenging.

12. Klemorgaan kennelijk bestemd voor toepassing bij een doekconstructie volgens een der voorgaande conclusies. 101154S