NL1011545C2 - Screen construction for warehouse, uses resilient clamp fitting to releasably hold end edge of screen inside profile cavity - Google Patents

Abstract

The screen (2) is releasably held inside a profile (1) along one edge using a clamp fitting (13) made from a resilient material and provided with at least one arm having a resilient anchor part at its far end. The anchor part is bent towards the other end of the arm. When the clamp fitting is pressed into the profile cavity (6, 11), the opposite end of the anchor part to the arm hooks behind the nose (7) of one of the legs (4) forming the V-shaped cavity, whilst the anchor part and section of arm adjacent to it are pressed against the legs (4, 5). At least part of the clamp fitting protrudes outside the cavity. An Independent claim is also included for the clamp fitting.

Description

Korte aanduiding: Doekconstructie.Short designation: Fabric construction.

De uitvinding heeft betrekking op een doekconstructie voor een warenhuis, waarbij een uiteinde van een doek is bevestigd aan een 5 profiel, dat is voorzien van een in doorsnede in hoofdzaak V-vormige, aan een langsrand open uitsparing, die wordt begrensd door een tweetal benen van het profiel, waarvan er een ter hoogte van de open langsrand van de uitsparing is voorzien van een zich in de richting van het andere been uitstrekkende neus waarachter een klemorgaan, met behulp 10 waarvan een uiteinde van het doek in de uitsparing is vastgeklemd, is gehaakt.The invention relates to a cloth construction for a department store, wherein one end of a cloth is attached to a profile, which is provided with a recess, which is substantially V-shaped, on a longitudinal edge, and which is bounded by two legs. of the profile, one of which is provided at the height of the open longitudinal edge of the recess with a nose extending in the direction of the other leg behind which a clamping member, by means of which an end of the cloth is clamped in the recess, is crocheted.

Dergelijke doekconstructies worden in warenhuizen bijvoorbeeld gebruikt voor het afschermen van openingen en/of voor afscherming tegen instraling van zonlicht en dergelijke.Such cloth constructions are used in department stores, for example, for shielding openings and / or shielding against sunlight and the like.

15 Daarbij zijn er in de praktijk al vele uitvoeringen van klemorganen en dergelijke bekend, maar de opbouw van dergelijke klemorganen is vaak ongewenst gecompliceerd en/of het aanbrengen en/of verwijderen van dergelijke klemorganen is slechts moeizaam en tijdrovend uit te voeren.In addition, many embodiments of clamping members and the like are already known in practice, but the construction of such clamping members is often undesirably complicated and / or the application and / or removal of such clamping members is only difficult and time-consuming.

20 Met de uitvinding wordt beoogd een doekconstructie van bovengenoemde soort te verkrijgen waarbij eenvoudige klemorganen kunnen worden toegepast, die bij het aankoppelen van het doek aan het profiel resp. bij het verwijderen van het doek van het profiel gemakkelijk aan te brengen resp. te verwijderen zijn.The object of the invention is to obtain a cloth construction of the above-mentioned type, in which simple clamping members can be used, which, when the cloth is coupled to the profile resp. easy to apply or remove when removing the fabric from the profile. to be removed.

25 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het klemorgaan is vervaardigd uit veerkrachtig materiaal en is voorzien van tenminste een arm, die aan een uiteinde is voorzien van een ver-ankeringsdeel, dat ten opzichte van de arm in de richting van het andere einde van de arm is afgebogen, waarbij het klemorgaan zodanig 30 is uitgevoerd, dat in in de uitsparing gemonteerde stand van het klemorgaan het van de arm afgekeerde uiteinde van het verankeringsdeel achter de neus haakt, terwijl het verankeringsdeel en de op het verankeringsdeel aansluitende deel van de arm tegen de de uitsparing begrenzende benen aangedrukt zijn onder de invloed van een in het 35 klemorgaan opgewekte veerkracht en tenminste een deel van het klemorgaan buiten de uitsparing uitsteekt.According to the invention, this can be achieved in that the clamping member is made of a resilient material and is provided with at least one arm, which is provided at one end with an anchoring part which, with respect to the arm, faces in the direction of the other end. the arm is bent, the clamping member being designed such that, in the position of the clamping member mounted in the recess, the end of the anchoring part remote from the arm hooks behind the nose, while the anchoring part and the part of the arm connecting to the anchoring part pressed against the legs bounding the recess under the influence of a spring force generated in the clamping member and at least a part of the clamping member protruding outside the recess.

1011545 21011545 2

De klemorganen kunnen met tussenplaatsing van het vast te klemmen doek eenvoudig en snel aan het profiel worden vastgezet door de verankeringsdelen en de daarop aansluitende delen van de armen van de klemorganen in de V-vormige uitsparing te drukken. Verwijderen van 5 een klemorgaan is gemakkelijk te bewerkstelligen door het uitoefenen van een duwkracht op een buiten de V-vormige uitsparing uitstekend deel van het klemorgaan in een richting dwars op de lengterichting van het profiel.The clamping members can be fastened to the profile simply and quickly with the insertion of the cloth to be clamped by pressing the anchoring parts and the connecting parts of the arms of the clamping members into the V-shaped recess. Removal of a clamping member is easily accomplished by exerting a pushing force on a part of the clamping member projecting outside the V-shaped recess in a direction transverse to the longitudinal direction of the profile.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de 10 hand van enige in bijgaande figuren weergegeven mogelijke uitvoeringsvormen van een klemorgaan volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to some possible embodiments of a clamping member according to the invention shown in the accompanying figures.

Figuur 1 toont een doorsnede over een profiel met op afstand van het profiel opgestelde klemorganen.Figure 1 shows a section through a profile with clamping members arranged at a distance from the profile.

Figuur 2 toont schematisch in perspectief een aanzicht op 15 een in figuur 1 afgebeeld klemorgaan.Figure 2 shows a schematic perspective view of a clamping member shown in Figure 1.

Figuur 3 toont schematisch in perspectief een aanzicht op het in figuur 2 afgebeelde klemorgaan, gezien onder een andere hoek dan in figuur 1.Figure 3 shows a schematic perspective view of the clamping member shown in Figure 2, viewed at a different angle than in Figure 1.

Figuur 4 toont een doorsnede over het in figuur 1 afge-20 beelde profiel met daaraan bevestigde klemorganen.Figure 4 shows a cross-section over the profile shown in Figure 1 with clamping members attached thereto.

Figuur 5 toont een doorsnede over een profiel met daarin aangebrachte klemorganen volgens een verdere uitvoeringsvorm.Figure 5 shows a section through a profile with clamping members arranged therein according to a further embodiment.

Figuur 6 toont schematisch in perspectief het bij de uitvoering volgens figuur 5 toegepaste klemorgaan.Figure 6 shows schematically in perspective the clamping member used in the embodiment according to Figure 5.

25 Figuur 7 toont een zijaanzicht op een verdere uitvoerings vorm van een klemorgaan volgens de uitvinding.Figure 7 shows a side view of a further embodiment of a clamping member according to the invention.

Figuur 8 toont een perspectivisch aanzicht van het in figuur 6 weergegeven klemorgaan.Figure 8 shows a perspective view of the clamping member shown in Figure 6.

Figuur 9 toont een zijaanzicht op nog een verder klem- 30 orgaan.Figure 9 shows a side view of yet a further clamping member.

Figuur 10 toont een perspectivisch aanzicht op het in figuur 8 afgebeelde klemorgaan.Figure 10 shows a perspective view of the clamping member shown in Figure 8.

Figuren 11-13 tonen verdere mogelijke uitvoeringsvormen van een klemorgaan volgens de uitivndng.Figures 11-13 show further possible embodiments of a clamping member according to the invention.

35 Het in figuur 1 weergegeven profiel 1 kan deel uitmaken van de opbouw van een scherminstallatie van een warenhuis of dergelijke en 1011545 3 daarin vast zijn gemonteerd of daarin verplaatsbaar zijn voor het verplaatsen van een uiteinde van een aan dit profiel 1 bevestigd doek 2 of dergelijke. Daarbij dient te worden opgemerkt, dat het profiel 1 ook van de als voorbeeld weergegeven profiel vorm afwijkende vormen kan 5 hebben.The profile 1 shown in figure 1 can form part of the construction of a screen installation of a department store or the like and 1011545 3 can be fixedly mounted therein or be movable therein for moving an end of a cloth 2 or the like attached to this profile 1 . It should be noted that the profile 1 may also have shapes which deviate from the profile shape shown as an example.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat het profiel 1 een kokervormig lichaam 3 waarvan een wanddeel 4 een been vormt, dat met een daarmede een scherpe hoek insluitend tweede been 5 een uitsparing 6 begrensd, die aan de nabij het vrije einde van het been 5 10 gelegen langsrand open is. Zoals in figuur 1 weergegeven heeft deze uitsparing een in hoofdzaak V-vormige doorsnede waarbij de breedte van de uitsparing in de richting van de open langsrand geleidelijk groter wordt. Ter hoogte van deze open langsrand is het been 4 voorzien van een zich in de richting van het been 5 uitstrekkende uitstekende neus 15 7.In the illustrated exemplary embodiment, the profile 1 comprises a tubular body 3, a wall part 4 of which forms a leg, which with a second leg 5 enclosing an acute angle enclosing a recess 6, which is located on the longitudinal edge located near the free end of the leg 5. is open. As shown in Figure 1, this recess has a substantially V-shaped cross section, the width of the recess gradually increasing in the direction of the open longitudinal edge. At the height of this open longitudinal edge, the leg 4 is provided with a protruding nose 7 extending in the direction of the leg 5.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is op het kokervormige profieldeel 3 nog een zich over de lengte van het profiel uitstrekkend stripvormig deel 8 aangesloten waarop een tweetal een hoek met elkaar insluitende benen 9 en 10 aansluiten. Deze benen 20 begrenzen weer een met de uitsparing 6 overeenkomende een in hoofdzaak V-vormige doorsnede bezittende uitsparing 11. Het been 10 is aan zijn vrije uiteinde voorzien van een zich in de richting van het been 9 uitstekende neus 12.In the exemplary embodiment shown, a strip-shaped part 8 extending over the length of the profile is connected to the tubular profile part 3, to which two legs 9 and 10 enclosing an angle connect to each other. These legs 20 again define a recess 11 corresponding to the recess 6 and having a substantially V-shaped cross-section. The leg 10 is provided at its free end with a nose 12 projecting in the direction of the leg 9.

Voor de bevestiging van een uiteinde van een doek 2 in de 25 uitsparing 6 wordt gebruik gemaakt van een klemorgaan 13 zoals meer in het bijzonder weergegeven in figuren 2 en 3. Dit klemorgaan 13 is gebogen uit verenstaaldraad en omvat een tweetal zich in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekkende armen 14 en 15, die onderling zijn verbonden door een tussenstuk 16.For fixing an end of a cloth 2 in the recess 6, use is made of a clamping member 13 as shown more particularly in Figures 2 and 3. This clamping member 13 is bent from spring steel wire and comprises two substantially parallel to mutually extending arms 14 and 15, which are mutually connected by an intermediate piece 16.

30 Aan zijn van het tussenstuk 16 afgekeerde uiteinde gaat het been 15 over in een min of meer C-vormig gebogen gedeelte 17 dat is gelegen in een vlak, dat een scherpe hoek maakt met het vlak waarin de beide benen 14 en 15 zijn gelegen.At its end remote from the intermediate piece 16, the leg 15 merges into a more or less C-shaped curved section 17 which is located in a plane, which makes an acute angle with the plane in which the two legs 14 and 15 are situated.

Het van het tussenstuk 16 afgekeerde uiteinde van het been 35 14 gaat eveneens over in een gebogen gedeelte 18 dat echter zoals uit de figuur duidelijk zal zijn verder doorloopt dan het C-vormig gebogen 1011545 4 gedeelte 17 en zodoende een oogvormig gebogen deel omvat met een onder dit oogvormig gebogen deel uitstekend verlengstuk 19, dat aan de naar het been 14 toegekeerde zijde van het oogvormig gebogen deel 18 is gelegen.The end of the leg 35 remote from the intermediate piece 16 also merges into a curved section 18 which, however, as will be apparent from the figure, extends further than the C-shaped curved section 1011545 4 and thus comprises an eye-shaped curved section with a extension piece 19 projecting under this eye-shaped bent part, which is located on the side of the eye-shaped bent part 18 facing the leg 14.

5 Zoals in figuur 1 is weergegeven kan het uiteinde van het doek 2 over de verankeringsdelen vormende omgebogen uiteinden 17 en 18 van de armen 14 en 15 worden gelegd en vervolgens kan het uiteinde van het doek met verankeringsdelen 17 en 18 van het klemorgaan in de richting volgens pijl A (figuur 1) in de uitsparing 6 worden gedrukt. 10 Daarbij komen, zoals weergegeven in figuur 3, de van de uiteinden van de armen 14 en 15 afgekeerde uiteinden van de verankeringsdelen 17 en 18 tegen de neus 7 te liggen, liggen de verankeringsdelen 17 en 18 onder vastklemming van het doek aan tegen het been 4 en liggen de op de verankeringsorganen 17 en 18 aansluitende delen van de armen 14 en 15 15 onder vastklemming van het doek aan tegen het been 5.As shown in figure 1, the end of the cloth 2 can be placed over the bent ends 17 and 18 of the arms 14 and 15 forming the anchoring parts, and then the end of the cloth with anchoring parts 17 and 18 of the clamping member can be directed in the direction pressed into the recess 6 according to arrow A (figure 1). As shown in figure 3, the ends of the anchoring parts 17 and 18 remote from the ends of the arms 14 and 15 come to lie against the nose 7, the anchoring parts 17 and 18 lie against the leg while the cloth is clamped 4 and the parts of the arms 14 and 15 connecting to the anchoring members 17 and 18 abut against the leg 5 with clamping of the cloth.

De hoek, die de verankeringsdelen 17 en 18 in onbelaste stand van het klemorgaan insluiten met de armen 14 en 15, is groter dan de hoek tussen de benen 4 en 5.The angle which the anchoring parts 17 and 18 enclose in the unloaded position of the clamping member with the arms 14 and 15 is greater than the angle between the legs 4 and 5.

Bij het inbrengen van het klemorgaan 13 in de uitsparing 6 20 zijn dan ook de verankeringsdelen 17 en 18 enigszins in de richting van de armen 14 en 15 ten opzichte van de armen 14 en 15 verdraaid, zodat door de zo in het klemorgaan opgewekte veerkracht de verankeringsdelen 17 en 18 en de armen 14 en 15 stevig tegen de benen 4 en 5 worden gedrukt onder het daarbij vastklemmen van het uiteinde van 25 het doek zoals weergegeven in figuur 4.When inserting the clamping member 13 into the recess 6, the anchoring parts 17 and 18 are therefore rotated slightly in the direction of the arms 14 and 15 relative to the arms 14 and 15, so that the spring force thus generated in the clamping member anchoring parts 17 and 18 and the arms 14 and 15 are pressed firmly against the legs 4 and 5, thereby clamping the end of the cloth as shown in figure 4.

Voor het verwijderen van het klemorgaan 13 uit de uitsparing 6 is het voldoende om, zoals weergegeven in figuur 4, op het uiteinde van het deel 19 in de richting volgens pijl B een duwkracht uit te oefenen, waardoor het veranker!ngsdeel 18 van de neus 7 wordt 30 afgedrukt en het klemorgaan vrijkomt.To remove the clamping member 13 from the recess 6, it is sufficient, as shown in figure 4, to exert a pushing force on the end of the part 19 in the direction according to arrow B, so that the anchoring part 18 of the nose 7 is printed and the clamping member is released.

Op soortgelijke wijze als hierboven beschreven voor de uitsparing 6 kunnen ook in de uitsparing 11 een klemorganen worden aangebracht zoals uit figuren 1 en 3 duidelijk zal zijn.In a similar manner as described above for the recess 6, clamping members can also be arranged in the recess 11, as will be apparent from Figures 1 and 3.

Het in figuur 6 weergegeven klemorgaan komt in hoofdzaak 35 overeen met het in figuren 2 en 3 weergegeven klemorgaan. In de 1011545 5 verschillende figuren zijn dan ook overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.The clamping member shown in Figure 6 substantially corresponds to the clamping member shown in Figures 2 and 3. In the 1011545 5 different figures, corresponding parts are therefore designated with the same reference numerals.

In deze uitvoeringsvorm sluiten op de van het tussenstuk 16 afgekeerde uiteinden van beide benen 14 en 15 in hoofdzaak C-vormig 5 gebogen verankeringsdelen 17’ en 18’ aan, die zoals duidelijk zal zijn uit figuur 5 op soortgelijke wijze als hierboven beschreven voor de verankeringsdelen 17 en 18 in gemonteerde stand achter de neus 7 van het been 4 zullen haken indien de verankeringsdelen op de boven beschreven wijze in de desbetreffende uitsparing worden aangebracht.In this embodiment, the ends of both legs 14 and 15 facing away from the intermediate piece 16 have substantially C-shaped curved anchoring parts 17 'and 18', which, as will be apparent from Figure 5, are similar in the manner described above for the anchoring parts. 17 and 18 in the mounted position behind the nose 7 of the leg 4 will hook if the anchoring parts are fitted in the respective recess as described above.

10 Zoals verder in figuur 5 is weergegeven is daarbij het been 5 bij voorkeur een weinig korter uitgevoerd dan in de voorgaande uitvoeringsvorm.As further shown in figure 5, the leg 5 is preferably made a little shorter than in the previous embodiment.

Voor het verwijderen van dit klemorgaan behoeft men op het tussenstuk 16 of op de in de nabijheid daarvan gelegen uiteinden van 15 de benen 14 en 15 slechts een kracht in de richting C uit te oefenen om de verankeringsdelen 17’ van de neuzen 7 af te drukken. Dit wordt vergemakkelijkt door de verhoudingsgewijs korte lengte van het been 5.To remove this clamping member, it is only necessary to exert a force in the direction C on the intermediate piece 16 or on the ends of the legs 14 and 15 situated in the vicinity thereof in order to push the anchoring parts 17 'of the noses 7. . This is facilitated by the relatively short length of the leg 5.

Figuren 7 en 8 tonen nog een klemorgaan, waarbij op de uiteinden van de armen 14 en 15 vanaf deze uiteinden naar elkaar 20 afgebogen en in eikaars verlengde liggende verlengstukken 14’ resp.Figures 7 and 8 show a further clamping member, in which the ends of the arms 14 and 15 are bent towards each other from these ends and extension pieces 14 'respectively extended in each other.

15’ aansluiten. Deze verlengstukken gaan over in oogvormig gebogen verankeringsdelen 17” resp. 18”, die weer, zoals uit figuur 6 blijkt, zijn gelegen in een vlak, dat een hoek insluit met het vlak waarin de armen 14 en 15 zijn gelegen. Het zal duidelijk zijn, dat dit 25 klemorgaan op soortgelijke wijze in een in een profiel 1 aangebrachte uitsparing 6 resp. 11 kan worden gebracht als hierboven beschreven, waarbij de verankeringsdelen 17” en 18” weer op de aan het uiteinde van een been 4 aangebrachte neus 7 zullen komen te rusten.15 '. These extensions merge into eye-shaped curved anchoring parts 17 ”resp. 18 ”, which again, as can be seen from Figure 6, are located in a plane which encloses an angle with the plane in which the arms 14 and 15 are located. It will be clear that this clamping member is likewise placed in a recess 6 or 6, respectively, provided in a profile 1. 11 can be placed as described above, wherein the anchoring parts 17 "and 18" will again rest on the nose 7 arranged on the end of a leg 4.

Bij de in figuren 9 en 10 weergegeven uitvoeringsvorm 30 worden de verankeringsdelen gevormd door afgebogen rechte delen 17’” resp. 18’”, die op de van het tussenstuk 16 afgekeerde uiteinden van de armen 14 en 15 aansluiten. De montage en verankering van een dergelijk klemorgaan zal op soortgelijke wijze geschieden als hierboven beschreven, waarbij de vrije uiteinden van de verankeringsdelen 35 vormende delen 17’” en 18’’’ weer op de uitstekende neus 7 komen te rusten.In the embodiment 30 shown in Figs. 9 and 10, the anchoring parts are formed by bent straight parts 17 "" respectively. 18 ", which connect to the ends of the arms 14 and 15 remote from the intermediate piece 16. The mounting and anchoring of such a clamping member will take place in a similar manner as described above, wherein the free ends of the anchoring parts 35 forming parts 17 "" and 18 "" rest on the protruding nose 7.

1011545 61011545 6

Bij verplaatsbare profielbalk 1 kan doelmatig een ge-leidingsdraad voor het doek of dergelijke tussen de armen 14 en 15 worden geleid en door het tussenstuk worden ondersteund.With movable profile beam 1, a guide wire for the cloth or the like can expediently be guided between the arms 14 and 15 and supported by the intermediate piece.

Verder kan daarbij het buiten het profiel uitstekend deel 5 van het klemorgaan worden benut voor het opduwen van het doek-materiaal.Furthermore, the part 5 of the clamping member projecting outside the profile can be used for pushing on the cloth material.

Figuur 11 toont een uitvoeringsvorm, die in grote lijnen overeenkomt met de uitvoeringsvorm volgens figuren 9 en 10.Figure 11 shows an embodiment which broadly corresponds to the embodiment according to Figures 9 and 10.

Het in deze figuur weergegeven klemorgaan is uit een stuk 10 uit veerkrachtige kunststof vervaardigd en omvat zoals de uitvoeringsvorm volgens figuren 9 en 10 een tussenstuk 20 met daarop aansluitende, evenwijdig aan elkaar verlopende benen 21. Op de van het tussenstuk 20 afgekeerde einden van de benen sluiten weer ver-ankeringsdelen 22 aan.The clamping member shown in this figure is made in one piece from resilient plastic and, like the embodiment according to Figures 9 and 10, comprises an intermediate piece 20 with adjacent legs 21 running parallel to each other on the ends of the legs remote from the intermediate piece 20. reconnect anchoring parts 22.

15 Zoals schematisch in figuur 12 aangeduid kan aan een verankeringsdeel 21 aan de naar het tegenover liggende been toegekeerde zijde een uitstekende lip 23 worden aangebracht, die in gemonteerde stand van het klemorgaan buiten de uitsparing 6 van het profiel 1 zal uitsteken en daardoor de verwijdering van het klemorgaan 20 uit het profiel zal vergemakkelijken.As indicated schematically in figure 12, a projecting lip 23 can be arranged on an anchoring part 21 on the side facing the opposite leg, which will protrude outside the recess 6 of the profile 1 in the mounted position of the clamping member and thereby the removal of the clamping member 20 will ease out of the profile.

De uitvoeringsvorm volgens figuur 13 is in feite de helft van de uitvoeringsvorm volgens figuur 12. Overeenkomstige onderdelen zijn van dezelfde verwijzingscijfers voorzien.The embodiment according to figure 13 is in fact half of the embodiment according to figure 12. Corresponding parts are provided with the same reference numbers.

10115451011545

Claims (12)

1. Doekconstructie voor een warenhuis, waarbij een uiteinde van een doek is bevestigd aan een profiel, dat is voorzien van een in 5 doorsnede in hoofdzaak V-vormige, aan een langsrand open uitsparing, die wordt begrensd door een tweetal benen van het profiel waarvan er een ter hoogte van een open langsrand van de uitsparing is voorzien van een zich in de richting van het andere been uitstrekkende neus waarachter een klemorgaan met behulp waarvan een uiteinde van het doek 10 in de uitsparing is vastgeklemd, is gehaakt, met het kenmerk, dat het klemorgaan is vervaardigd uit veerkrachtig materiaal en is voorzien van tenminste een arm, die aan een uiteinde is voorzien van een ver-ankeringsdeel, dat ten opzichte van de arm in de richting van het andere einde van de arm is afgebogen, waarbij het klemorgaan zodanig 15 is uitgevoerd, dat in in de uitsparing gemonteerde stand van het klemorgaan het van de arm afgekeerde uiteinde van het verankeringsdeel achter de neus haakt, terwijl het verankeringsdeel en het op het ver-ankeringsdeel aansluitende deel van de arm tegen de de uitsparing begrenzende benen aangedrukt zijn onder de invloed van een in het 20 klemorgaan opgewekte veerkracht en tenminste een deel van het klem orgaan buiten de uitsparing uitsteekt.1. Fabric construction for a department store, wherein one end of a cloth is attached to a profile, which is provided with a 5-section, substantially V-shaped, recess open at a longitudinal edge, which is bounded by two legs of the profile, of which at the level of an open longitudinal edge of the recess there is provided a nose extending in the direction of the other leg, behind which a clamping member by means of which an end of the cloth 10 is clamped in the recess has been hooked, characterized, that the clamping member is made of resilient material and is provided with at least one arm, which at one end is provided with an anchoring part, which is bent in relation to the arm towards the other end of the arm, the clamping member is designed such that in the position of the clamping member mounted in the recess, the end of the anchoring part remote from the arm hooks behind the nose, while the The baffle part and the part of the arm connecting to the anchoring part are pressed against the legs bounding the recess under the influence of a spring force generated in the clamping member and at least a part of the clamping member protrudes outside the recess. 2. Doekconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het klemorgaan is vervaardigd uit verenstaaldraad en is opgebouwd uit een tweetal door een tussenstuk met elkaar verbonden armen, die aan 25 hun van het tussenstuk afgekeerde uiteinden zijn voorzien van ver- ankeringsdelen, die ten opzichte van de armen in de richting van het tussenstuk zijn afgebogen.2. Fabric construction according to claim 1, characterized in that the clamping member is made of spring steel wire and consists of two arms connected to each other by an intermediate piece, which are provided with anchoring parts at their ends remote from the intermediate piece. are bent towards the adapter in relation to the arms. 3. Doekconstructie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verankeringsdelen worden gevormd door op de armen aansluitende 30 kromlijnig gebogen draaddelen.3. Fabric construction according to claim 2, characterized in that the anchoring parts are formed by wire parts contiguously curved on the arms. 4. Doekconstructie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een kromlijnig gebogen draaddeel is voorzien van een verlengstuk, dat onder het kromlijnig gebogen draaddeel in de richting van het tussenstuk uitsteekt en aan de naar de armen toegekeerde zijde van het 35 kromlijnig gebogen draaddeel is gelegen. 10115454. Fabric construction according to claim 3, characterized in that a curvilinear curved thread part is provided with an extension projecting under the curvilinear curved thread part in the direction of the intermediate piece and on the side of the curvilinear curved thread part which faces the arms. located. 1011545 5. Doekconstructie volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de kromlijnig gebogen draaddelen via zich evenwijdig aan het tussenstuk uitstrekkende draaddelen met de van het tussenstuk afgekeerde uiteinden van de armen zijn verbonden.A cloth construction according to claim 3 or 4, characterized in that the curvilinearly bent wire parts are connected via wire parts extending parallel to the intermediate piece to the ends of the arms remote from the intermediate piece. 6. Doekconstructie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in dwarsdoorsnede gezien het been waartegen het verankeringsorgaan aanligt langer is dan het been waartegen een arm van het klemorgaan aanligt.A cloth construction according to any one of the preceding claims, characterized in that, viewed in cross-section, the leg against which the anchoring member rests is longer than the leg against which an arm of the clamping member rests. 7. Doekconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 het verankeringsdeel wordt gevormd door een in hoofdzaak recht deel dat aansluit op een uiteinde van een arm.Cloth construction according to claim 1, characterized in that the anchoring part is formed by a substantially straight part connecting to an end of an arm. 8. Doekconstructie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het klemorgaan twee armen met daarop aansluitende verankeringsdelen omvat.Cloth construction according to claim 7, characterized in that the clamping member comprises two arms with anchoring parts adjoining them. 9. Doekconstructie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het klemorgaan een arm met een daarop aansluitend verankeringsdeel omvat.Cloth construction according to claim 7, characterized in that the clamping member comprises an arm with an anchoring part adjoining it. 10. Doekconstructie volgens conclusie 1 of een der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat het klemorgaan uit een stuk kunststof is vervaardigd.A cloth construction according to claim 1 or any one of claims 7-9, characterized in that the clamping member is manufactured from a single piece of plastic. 11. Doekconstructie volgens een der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat een verankeringsdeel is voorzien van een buiten de uitsparing in het profiel uitstekende verlenging.A fabric construction according to any one of claims 7-10, characterized in that an anchoring part is provided with an extension protruding outside the recess in the profile. 12. Klemorgaan kennelijk bestemd voor toepassing bij een doekconstructie volgens een der voorgaande conclusies. 101154SClamping member evidently intended for use in a cloth construction according to any one of the preceding claims. 101154S