NL1033834C2 - Pijpbeugel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Pijpbeugel.

De uitvinding heeft betrekking op een pijpbeugel voor het bevestigen van een pijp of dergelijke aan een steunvlak, omvattende 5 een voetdeel dat is ingericht voor het bevestigen van de pijpbeugel aan het steunvlak, welke voetdeel twee op een afstand van elkaar gelegen zwenkverbindingen draagt met in hoofdzaak evenwijdige zwenkassen, waarbij elk van de zwenkverbindingen een beugelsegment van de pijpbeugel verbindt met het voetdeel op een afstand van de 10 einden van het betreffende beugelsegment, waarbij de beugelsegmenten aan een van het voetdeel afgekeerd einde zijn voorzien van sluitingsorganen om de beugelsegmenten bij genoemde einden in een gesloten toestand van de pijpbeugel met elkaar te verbinden, en waarbij tussen de naar het voetdeel gekeerde einden van de 15 beugelsegmenten een tussenruimte aanwezig is.

Een dergelijke pijpbeugel is bekend. In CH 598 528 ten name van Egli Fischer is een dergelijke pijpbeugel van kunststof getoond waarbij een pijp tussen de beugelsegmenten gebracht wordt waarna door de druk van de pijp op de naar het voetdeel gekeerde einden van de 20 beugelsegmenten en de hefboomwerking ten opzichte van de zwenkverbinding de van sluitingsorganen voorziene einden naar elkaar toe worden gezwenkt om met elkaar verbonden te worden. Dergelijke pijpbeugels worden inmiddels in een veelheid van varianten in de markt aangeboden.

25 De pijpbeugels van dit type werden in het verleden veelal door middel van schroeven of iets dergelijks aan een wand of een ander steunvlak bevestigd. Het voetdeel was daartoe overzien van een opening voor het doorsteken van de schroef.

Inmiddels is het ook bekend om een pijpbeugel aan een steunvlak 30 vast te zetten met een schietapparaat, ook wel gashamer of spijkerpistool genoemd, waarmee een spijker of een ander penvormig bevestigingselement door middel van bijvoorbeeld gasdruk door de opening in het voetdeel van de pijpbeugel tot in het steunvlak wordt geschoten.

35 Van de firma Apolo is een pijpbeugel bekend die wordt verhandeld onder de naam Abranyl® Trak. Deze bekende pijpbeugel is ingericht om 1033834 - 2 - te worden bevestigd met behulp van een schietapparaat. Daarbij is in een plaat van het voetdeel een bevestigingsopening aangebracht en is bij de naar het voetdeel gekeerde einden van de beugelsegmenten een uitsparing aangebracht waardoor een naar de voorzijde open 5 opnameruimte wordt gevormd waar de loop van het schietapparaat met een zijwaartse beweging, d.w.z. in axiale richting, ingeschoven wordt. Bij het zijwaarts inschuiven van de loop worden de beugelsegmenten uit elkaar gedrukt zodat er ruimte wordt gemaakt om de loop recht op de plaat met de bevestiginsgopening te plaatsen.

10 Vervolgens wordt het voetdeel tegen het steunvlak geplaatst en wordt een spijker of iets dergelijks door middel van gasdruk door het voetdeel geschoten.

De uitvinding beoogt een alternatieve pijpbeugel van het hierboven beschreven type te verschaffen.

15 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt door een pijpbeugel volgens de aanhef van conclusie 1, gekenmerkt doordat in het voetdeel een aan de naar de beugelsegmenten gekeerde zijde open holte is aangebracht die wordt begrensd door een omtrekswand en een tegenover de open zijde gelegen bodem, waarbij in de bodem van de 20 holte een opening is aangebracht voor het doorsteken van een bevestigingselement om de pijpbeugel aan het steunvlak te bevestigen, welk bevestigingselement zich in een loop van een schietapparaat bevindt, waarbij de holte gevormd is om de loop van het schietapparaat in op te nemen zodanig dat de omtrekswand de loop 25 omgeeft.

Volgens de uitvinding wordt in gebruik de loop, althans een einddeel daarvan, van boven tussen de beugelsegmenten door in de holte gestoken. Vervolgens wordt de pijpbeugel tegen het steunvlak geplaatst en wordt het bevestigingselement door de opening in het 30 voetdeel heen in het steunvlak geschoten, waardoor de pijpbeugel vast aan het steunvlak wordt bevestigd. Doordat de omtrekswand de loop omgeeft wordt gewaarborgd dat het bevestigingselement loodrecht of nagenoeg loodrecht in het steunvlak wordt geschoten.

Bij voorkeur grijpt de omtrekswand klemmend aan op de loop. Bij 35 het terugtrekken van de loop uit de holte wordt door de klemming op de loop enige weerstand wordt ondervonden. Die weerstand veroorzaakt in hoofdzaak recht op het steunvlak een trekkracht op de pijpbeugel - 3 - waardoor de monteur met voordeel direct kan waarnemen of de bevestiging aan het steunvlak stevig genoeg is.

Bij een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de omtrekswand van de holte aan de binnenzijde voorzien van een ringvormige uitstulping om 5 klemmend om de loop van het schietapparaat aan te grijpen. De klemming maakt het mogelijk dat de monteur met voordeel direct kan waarnemen of de bevestiging aan het steunvlak stevig genoeg is.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de 10 tekening, waarin:

Fig. 1 een aanzicht in perspectief toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van een pijpbeugel volgens de uitvinding in een geopende en onbelaste toestand,

Fig. 2 een vooraanzicht toont van de pijpbeugel van Fig. 1, 15 Fig. 3 een bovenaanzicht toont van de pijpbeugel van Fig. 1,

Fig. 4 een aanzicht in doorsnede toont volgens de lijn A-A in Fig. 3,

Fig. 5 een zijaanzicht toont van de pijpbeugel van Fig. 1,

Fig. 6 een onderaanzicht toont van de pijpbeugel van Fig. 1, en 20 Fig. 7 eenzelfde doorsnedenaanzicht toont als Fig. 4, waarbij de loop van een gasschietapparaat is aangebracht.

In Fig. 1-7 is een pijpbeugel 1 getoond die volgens een voorkeursuitvoeringsvorm uit kunststof is vervaardigd door middel van 25 spuitgieten.

De pijpbeugel 1 heeft een voetdeel 2 met een bodemvlak 27 dat op een steunvlak 8, bijvoorbeeld een wand geplaatst kan worden. Op het voetdeel 2 zijn aan de van de bodemvlak 27 afgekeerde zijde twee opstaande armen 3 aangebracht. Aan het van het voetdeel 2 afgekeerde 30 einde zijn de opstaande armen 3 elk verbonden met een beugelsegment 4 resp. 5 door middel van een zwenkverbinding 6. De zwenkverbindingen 6 definiëren elk een zwenkas voor de respectieve beugelsegmenten 4 en 5, welke zwenkas zich in hoofdzaak evenwijdig aan de axiale richting van de op te nemen pijp of buis uitstrekt. In Fig. 2 staan de 35 zwenkassen dus loodrecht op het vlak van de tekening.

De beugelsegmenten 4 en 5 hebben elk een naar het voetdeel 2 gekeerd einde 41 resp. 51 en een van het voetdeel 2 afgekeerd einde 42 resp. 52. De beugelsegmenten 4 resp. 5 hebben een aanligvlak 43 - 4 - resp. 53 voor de pijp (niet getoond) dat een deel van een cilindrisch vlak is. De scharnierverbindingen 6 bevinden zich op een afstand van de naar het voetdeel 2 gekeerde einden 41 resp. 51. De van het voetdeel 2 afgekeerde einden 42 en 52 zijn elk voorzien van 5 sluitingsorganen, in het bijzonder haakorganen 44 resp. 54 die bij sluiting van de pijpbeugel 1 om een pijp achter elkaar kunnen haken om de beugelsegmenten 4 en 5 met elkaar te verbinden en de pijpbeugel aldus rond de pijp gesloten te houden. Andere sluitingsorganen als die hier getoond zijn, zijn natuurlijk heel goed mogelijk.

10 Tussen de einden 41 en 51 is een tussenruimte 7 aanwezig. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de tussenruimte 7 gedeeltelijk gevormd door cirkelsegmentvormige uitsparingen 71 in de einden 41, 51 van de beugelsegmenten 4, 5. Deze uitsparingen 71 zijn aangebracht om ruimte te maken voor de loop van een schietapparaat zoals een gashamer of 15 een spijkerpistool zoals verderop uitgelegd zal worden. De cirkelsegmentvorm is symmetrisch ten opzichte van een vlak dat in Fig. 3 met A-A is aangeduid, dat zich loodrecht op de axiale richting en door, in axiale richting gezien, het midden van de pijpbeugel 1 uitstrekt. De uitsparing kan ook een andere vorm hebben dan een 20 cirkelsegment. Bij voorkeur is de uitsparing wel zodanig gevormd dat de loop van het schietapparaat in dwarsrichting in voldoende mate wordt omsloten dat de loop niet zijwaarts kan wegschieten of schuin kan komen te staan ten opzichte van het bodemvlak 27. Het is echter denkbaar dat voor met name pijpbeugels die geschikt zijn voor pijpen 25 met relatief grote diameters, er geen uitsparingen 71 worden aangebracht omdat de tussenruimte 71 daar ook zonder de uitsparingen 71 al groot genoeg kan zijn om een typische loop van een gasschietapparaat door te laten.

In het voetdeel 2 is een naar de beugelsegmenten 4, 5 gekeerde 30 zijde open holte 21 aangebracht die wordt begrensd door een omtrekswand 22 en een tegenover de open zijde van de holte 21 gelegen bodem 23. In de bodem 23 van de holte 21 is een bevestigingsopening 24 aangebracht voor het doorsteken van een bevestigingselement. De bevestigingsopening 24 biedt de mogelijkheid om de pijpbeugel 1 aan 35 een steunvlak 8, bijvoorbeeld een wand te bevestigen. In de getoonde uitvoeringsvorm is de opening 24 sleufvormig gevormd. De holte 21 is gevormd om een eindgedeelte van een loop 10 van een schietapparaat in op te nemen. De. omtrekswand 22 grijpt daarbij bij voorkeur klemmend - 5 - aan op de loop 10 van het schletapparaat door middel van een aan de omtrekswand 22 aan de binnenzijde aangebrachte ringvormige uitstulping 25. Bijzondere voorkeur verdient het wanneer de cirkelboogvormige randen van de uitsparingen 71 in de einddelen 41, 5 51 ingericht zijn om klemmend op de loop 10 van het schietapparaat aan te grijpen, of in elk geval met geringe speling zich om de loop 10 uitstrekken. De loop 10 wordt dan uitgelijnd door de randen van de uitsparingen 71 en de omtrekswand 22 van de holte 21 met als voordeel dat wordt gewaarborgd dat de loop 10 in hoofdzaak loodrecht ten 10 opzichte van het ondervlak 27 en het steunvlak 8 staat en het schuin inschieten en eventueel als gevolg daarvan afketsen van op het steunvlak 8 van het bevestigingselement wordt vermeden.

De van sluitingsorganen 44, 54 voorziene einden 42, 52 van de beugelsegmenten 4 en 5 zijn in de open en onbelaste toestand van de 15 beugelsegmenten 4 en 5 op een zodanige afstand gelegen dat de loop 10 van het schietapparaat er tussendoor kan passeren. Eventueel is het ook mogelijk, in het geval de tussenruimte tussen de einden 42, 52 niet voldoende is voor de loop 10, om de loop 10 van bovenaf tussen de genoemde einden 42, 52 door te duwen en daarbij de betreffende 20 einden 42, 52 opzij te duwen om zo de tussenruimte nog te vergroten.

Bij de getoonde uitvoeringsvorm is het voetdeel 2 aan de voorzijde en achterzijde voorzien van sleuven 26 voor het opnemen van flenzen van een C-vormig profiel. Verder kunnen aan de zijkanten van het voetdeel 2 nog koppelmiddelen 28 aangebracht zijn om meerdere 25 pijpbeugels 1 naast elkaar te plaatsen en met elkaar te koppelen. De getoonde uitvoeringsvorm van de pijpbeugel 1 heeft als voordeel dat deze universeel toepasbaar is. Zo kan de pijpbeugel 1 op een "conventionele" manier aan een steunvlak 8 bevestigd worden door middel van een schroef die door de sleufvormige opening 24 in een 30 steunvlak 8 wordt geschroefd. De sleufvorm van de opening 24 is behulpzaam bij het positioneren van de pijpbeugel 1 ten opzichte van de schroef. De pijpbeugel 1 is echter, zoals hierboven is omschreven, ook ingericht om bevestigd te worden door een bevestigingsmiddel, bijvoorbeeld een spijker, met een schietapparaat door de opening 24 35 in het steunvlak 8 te schieten. Verder kan de pijpbeugel 1 op een profielrail worden geschoven. Verder is het ook mogelijk om door middel van een adapter, die in EP 1 229 282 is beschreven en die via een soort bajonetkoppelingsconstructie door de opening 24 met het - 6 - voetdeel 2 wordt gekoppeld, de pijpbeugel 1 op een C-profiel te bevestigen. Ook kunnen meerdere pijpbeugels 1 aan elkaar worden geregen door middel van de koppelmiddelen 28.

Met voordeel wordt de pijpbeugel 1 met zijn voetdeel 2 met de 5 onderzijde 27 op een in hoofdzaak horizontaal vlak geplaatst waarna vervolgens de monteur de loop 10 van het schietapparaat van boven tussen de beugelsegmenten 4 en 5 door in de holte 21 steekt. De monteur hoeft dus de pijpbeugel 1 niet vast te houden om deze op de loop 10 aan te brengen, in tegenstelling tot de van Apolo bekende 10 Abranyl® Trak die van de zijkant op de loop geschoven wordt. De monteur kan dus door de onderhavige uitvinding het in de praktijk relatief zware schietapparaat met twee handen vast blijven houden wat de hantering gemakkelijker maakt. Nadat de pijpbeugel 1 op de loop 10 is aangebracht kan de monteur deze met het schietapparaat met het 15 ondervlak 27 tegen het steunvlak 8 plaatsen om de pijpbeugel 1 daaraan vast te zetten. De klemming zorgt ervoor dat de loop 10 niet uit de holte 22 schiet door de terugslag. Vervolgens kan de loop 10 terug worden getrokken uit de holte 22. Doordat de omtrekswand 22 en in het bijzonder de uitstulping 25 klemmend aangrijpt op de loop 10 20 wordt bij het terugtrekken van de loop 10 een weerstand ondervonden met als gevolg een trekkracht op de pijpbeugel 1 en de bevestiging. Hierdoor is voor de monteur direct vast te stellen of de bevestiging van de pijpbeugel 1 aan het steunvlak 8 succesvol heeft plaatsgevonden.

25 1033834

Claims (12)

1. Pijpbeugel voor het bevestigen van een pijp of dergelijke aan een steunvlak, omvattende een voetdeel dat is ingericht voor het 5 bevestigen van de pijpbeugel aan het steunvlak, welke voetdeel twee op een afstand van elkaar gelegen zwenkverbindingen draagt met in hoofdzaak evenwijdige zwenkassen, waarbij elk van de zwenkverbindingen een beugelsegment van de pijpbeugel verbindt met het voetdeel op een afstand van de einden van het 10 betreffende beugelsegment, waarbij de beugelsegmenten aan een van het voetdeel afgekeerd einde zijn voorzien van sluitingsorganen om de beugelsegmenten bij genoemde einden in een gesloten toestand van de pijpbeugel met elkaar te verbinden, en waarbij tussen de naar het voetdeel gekeerde einden van de 15 beugelsegmenten een tussenruimte aanwezig is, met het kenmerk, dat in het voetdeel een aan de naar de beugelsegmenten gekeerde zijde open holte is aangebracht die wordt begrensd door een omtrekswand en een tegenover de open zijde gelegen bodem, waarbij in de bodem van de holte een opening is aangebracht voor 20 het doorsteken van een bevestigingselement om de pijpbeugel aan het steunvlak te bevestigen, welk bevestigingselement zich in een loop van een schietapparaat bevindt, waarbij de holte gevormd is om de loop van het schietapparaat in op te nemen zodanig dat de omtrekswand de loop omgeeft. 25

2. Pijpbeugel volgens conclusie 1, waarbij de tussenruimte tussen de naar het voetdeel gekeerde einden van de beugelsegmenten in open en onbelaste toestand van de beugelsegmenten groot genoeg is om een loop van het schietapparaat vanaf de bovenzijde in de 30 richting van de holte in het voetdeel te brengen.

3. Pijpbeugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de van sluitingsorganen voorziene einden van de beugelsegmenten in de open en onbelaste toestand van de beugelsegmenten op een 35 zodanige afstand zijn gelegen dat een loop van het schietapparaat er tussendoor kan passeren. 1033834 - 8 -

4. Pijpbeugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een gedeelte van de tussenruimte tussen de naar het voetdeel gekeerde einden van de beugelsegmenten wordt gevormd door uitsparingen die in de beugelsegmenten aan hun naar het 5 voetdeel gekeerde einde zijn voorzien.

5. Pijpbeugel volgens conclusie 4, waarbij de uitsparingen in aan het naar het voetdeel gekeerde einde van de beugelsegmenten symmetrisch zijn ten opzichte van een vlak dat zich loodrecht op 10 de axiale richting en door, in axiale richting gezien, het midden van de pijpbeugel uitstrekt.

6. Pijpbeugel volgens conclusie 4 of 5, waarbij de uitsparingen elk cirkelsegmentvormig zijn. 15

7. Pijpbeugel volgens een van de conclusies 4-6, waarbij de randen van de uitsparingen zijn ingericht om klemmend op de loop van het schietapparaat aan te grijpen.

8. Pijpbeugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de holte in het voetdeel zodanig gevormd is dat wanneer de loop van het schietapparaat er in is opgenomen de omtrekswand van de holte klemmend aangrijpt op de loop.

9. Pijpbeugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de omtrekswand aan de binnenzijde is voorzien van een ringvormige uitstulping om klemmend om de loop van het schietapparaat aan te grijpen.

10. Pijpbeugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de opening voor het doorsteken van een bevestigingselement sleufvormig is.

11. Pijpbeugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het 35 voetdeel is voorzien van sleuven voor het opnemen van flenzen van een C-vormig profiel. - 9 -

12. Pijpbeugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de pijpbeugel uit een stuk is vervaardigd uit kunststof, bijvoorbeeld door middel van spuitgieten. 1033834