NL1011269C2 - Stelsel voor het opbouwen van een telefoonverbinding. - Google Patents

Description

4

Stelsel voor het opbouwen van een telefoonverbinding.

Dc uitvinding heeft betrekking op een stelsels voor het opbouwen van een telefoonverbinding tussen een eerste telefoontoestel en een tweede telefoontoestel, In 5 het bijzonder is de uitvinding gericht op zogenaamde terugbelstelsels,

Dergelijkc stelsels zijn op zich bekend. De abonnee van een telefoondienst die gebruik maakt van een dergelijk stelsel kan vanaf een willekeurige toestel de telefoondienst bellen, zijn identificatiegegevens uitwisselen, aangeven van welk toestel hij/zij belt en vervolgens een opdracht geven om een verbinding met een ander toe-10 stel op te bouwen. Dc abonnee verbreekt daarna de verbinding met de telefoondienst en wacht tot de centrale de gevraagde verbinding naar het tweede toestel heeft opgebouwd op welk moment de abonnee wordt terug gebeld.

De uitvinding beoogt nu de toegang tot een dergelijke dienst meer klant vriéndelijk te realiseren.

15 Aan deze doelstelling wordt voldaan door een stelsel voor het opbouwen van ccn telefoonverbinding tussen een eerste telefoontoestel en een tweede telefoontoestel, omvattende een op het Internet aangesloten en in op geschikte wijze geprogrammeerde computer.

20 - ccn telefoondienst met abonnees, een informatieserver door middel waarvan de telefoondienst voor elk van zijn abonnees een eigen pagina op het Web beheert en beschikbaar stelt, een Internet server waarmee opdrachten tot het opbouwen van verbindingen vanuit het Internet naar een telefooncentrale kunnen worden overgedragen, 25 - ccn geheugen waarin voor elk van de abonnees een aantal abonneegegevens zijn opgeslagen, - een telefooncentrale die via bestaande telefooncommunicaticwegen verbindingen kan opbouwen een conversieprocessor waarmee van een Web pagina afkomstige gegevens 30 kunnen worden geconverteerd in stuurinstructics voor de telefooncentrale, waarbij een abonnee a) eerst verbinding maakt met het Internet en de eigen pagina bij de telefoondienst oproept, 1011269 2 b) identificatiegegevens die door de dienst aan de hand van de gegevens in de database kunnen worden gecontroleerd, c) de nummer invoert van het eerste toestel, te weten het toestel dat na het opbouwen van de verbinding door de abonnee zal worden gebruikt en het 5 nummer van het toestel waarmee de verbinding gewenst is, welke nummers door de conversieprocessor worden verwerkt tot stuurinstructies voor de telefooncentrale, waarna door de telefooncentrale de gewenste verbinding wordt gerealiseerd.

Door gebruik te maken van een Internetpagina wordt de toegang tot de tele-10 foondienst zeer eenvoudig. Toegang tot het Internet is al in een zeer groot aantal landen mogclijk en het aantal personen dat via een provider toegang heeft tot Internet groeit met de dag.

In het bovenstaande is verondersteld dat de abonnee elk willekeurig toestel op de wereld als eerste toestel kan gebruiken. Op zich is dat ook mogclijk zij het dat het 15 betrouwbaar identificeren van de abonnee die via een willekeurig toestel belt tot problemen kan leiden. Ook zal niet bij elk toestel verdere apparatuur aanwezig zijn om een verbinding met Internet te realiseren.

Het verdient dan ook de voorkeur om het aantal toestellen te beperken en alleen toestellen te gebruiken waarvan de gegevens op zich bekend zijn bij de tele-20 foondienst. Met ander woorden, een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel draagt het kenmerk, dat de abonnee slechts gebruik kan maken van een voorafbepaald beperkt aantal eerste toestellen waarvan de gegevens in het geheugen van de telefoondienst bekend zijn.

Er zij diverse manieren om binnen de Web pagina op te geven van welk toe-25 stel naar welk toestel een verbinding gewenst is. Een min of meer voor de hand liggende mogelijkheid wordt geboden in een uitvoeringsvorm van het stelsel dat het kenmerk heeft dat het eerste toestel en/of het tweede toestel wordt gekozen door het intoetsen van het bijbehorende telefoonnummer. Deze kiesmogelijkheid geldt in het bijzonder als het aantal toestellen waaruit gekozen kan worden groot is.

30 In plaats van direct intoetsen van een nummer verdient het de voorkeur om gebruik te maken van de mogelijkheden die Internet biedt en het kicsproccs zodanig uit te voeren dat het eerste toestel cn/of het tweede toestel wordt gekozen door het aanwijzen en aanklikken van i 1011269 3 a) een naam b) een foto c) een grafische afbeelding d) een icon 5 c) een nummer d) een combinatie van een of meer van bovengenoemde mogelijkheden.

In het volgende wordt hier nog nader op ingegaan aan de hand van voorbeelden en illustraties.

Over het algemeen is het vrij eenvoudig om toegang te krijgen tot de 10 programma-codc (de zogenaamde HTML-code) waarmee elke pagina wordt gegeneerd. Afhankelijk van de uitvoeringsvorm is het niet altijd te vermijden dat er in deze code telefoonnummers opgenomen moeten worden. Om nu misbruik van deze kennis te vermijden verdient het de voorkeur dat de gegevens waarmee een telefoontoestel kan worden geïdentificeerd in versleutelde vorm over het Internet worden 15 getransporteerd en ook als zodanig in de code van de Web pagina van elke abonnee aanwezig zijn.

De uitvinding zal in het volgende nader worden verklaard an de hand van enkele figuren.

Figuur 1 illustreert schematisch een stelsel en werkwijze volgens de stand der 20 techniek.

Figuur 2 illustreert schematisch een stelsel dat functioneert in overeenstemming met de uitvinding.

Figuur 3 illustreert schematisch als voorbeeld hoe via een of meer internetpagina's een bepaalde abonnee zijn keus kan maken.

25 Figuur 1 toont als voorbeeld een stelsel uit de stand der techniek. De abonnee beschikt over een telefoontoestel 10 en wil in dit voorbeeld verbinding maken met iemand die beschikt over telefoontoestel 20. De abonnee is aangesloten bij een telefoondienst 15 die via een centrale 30 in staat is om verbindingen op te bouwen met willekeurige andere telefoontoestellen. De telefoondienst beschikt in de praktijk 30 meestal over een aantal over de wereld verdeelde inbelpunten zodanig dat er altijd binnen een relatief korte afstand eenjnbelpunt aanwezig is.

Voor het maken van de verbinding belt de abonnee 10 eerst via de verbinding 12 met de telefoondienst 15 en geeft opdracht om een verbinding op te bouwen tus- 1011269 4 sen zijn toestel 10 en het telefoontoestel 20. Daarbij wordt eerst gecontroleerd bijvoorbeeld aan de hand van paswoorden en dergelijke of de abonnee inderdaad is wie hij/zij voorgeeft te zijn en daarna worden de door de abonnee opgegeven gegevens van beide telefoontoestellen 10 en 20 via de verbinding 18 doorgegeven aan de cen-5 trale 30. Inmiddels verbreekt de abonnee de verbinding 12.

Vervolgens komt de centrale 30 in actie die zowel de verbinding 22 met het toestel 10 alsook de verbinding 24 met het toestel 20 opbouwt. Details van deze verbindingsopbouw worden niet gegeven omdat ze enerzijds voor een deskundige bekend verondersteld worden en anderzijds in verband met de uitvinding niet van 10 belang zijn.

Figuur 2 toont nu hoe een verbinding tussen het telefoontoestel 10 en het telefoontoestel 20 kan worden gerealiseerd op de wijze volgens de uitvinding. In dit geval is de abonnee naast zijn telefoontoestel 10 voorzien van een personal computer 11 en de benodigde software om verbinding te kunnen maken met het Internet 40. De 15 telefoondienst is op het Internet aanwezig door middel van een Internet server 32 via welke een of meer Web pagina's ter beschikking worden gesteld, welke pagina's schematisch aangegeven zijn met 35. De Internet server 32 is via een geschikte interface gekoppeld met een conversicproccssor 34 en met een geheugen 36 waarin abonnee gegevens kunnen worden opgeslagcn. De telefoondienst heeft verder de 20 beschikking over tenminste een centrale 42 voor het feitelijk opbouwen van de telefoonverbindingen.

In de praktijk zullen twee logisch gescheiden servers 32a en 32b worden gebruikt. De server 32a dient voor het genereren van de Web pagina's. Deze server kan door de telefoondienst beheerd worden maar eventueel ook door anderen. De server 25 32b dient voor het ontvangen van opdrachten voor het opbouwen van verbibdingen vanuit het Internet. Zodra de Web pagina van server 32a de computer van de gebruiker heeft bereikt kunnen vanuit de computer vab de gebruiker opdrachten worden gegenereerd die geadresserd zij aan server 32b op zodanige wijze dat deze opdrachten als legitiem kunnen worden herkend. Alleen als de opdrachten geheel voldoen en 30 de juiste informatievelden bevatten zullen zij door de server 32b in behandelingen worden genomen en zullen er dus verbindingen tot stand kunnen komen.

Voor het realiseren van een telefoonverbinding begint de abonnee dus met het inloggen op Internet met behulp van zijn computer 11 via de verbinding 13 en het i 1011269 5 oprocpcn van de beginpagina van de telefoondienst vanuit de server 32a. In het eenvoudigste geval verschijnt op het scherm van de computer 11 een pagina met een of meer invulvelden zoals schematisch is getoond in figuur 3a. De abonnee moet hierin bijvoorbeeld zijn naam en een paswoord invullen eventueel vergezeld van nadere 5 identificatiegegevens. Na het aanklikken van de OK-knop worden de ingevulde gegevens in de server 32a vergeleken met de gegevens die aanwezig zijn in een abonneebestand en bij overeenstemming krijgt da abonnee toegang tot een "eigen" pagina zoals bijvoorbeeld schematisch is weergegeven in fig. 3b.

In het voorbeeld van fig. 3b is er van uit gegaan dat de abonnee de beschik-10 king heeft over een normaal vast telefoontoestel dat gesymboliseerde wordt door het grafische symbool 44 en een mobiel toestel dat gesymboliseerd wordt door het grafische symbool 46. De abonnee klikt met de cursor op een van deze symbolen om aan te geven met welk toestel gebeld gaat worden.

Verder is er van uit gegaan dat het tweede toestel moet worden gekozen door 15 het invoeren van het desbetreffende telefoonnummer. Om dit invoeren te vergemakkelijken kan bijvoorbeeld een lijst 48 van veel gebruikte telefoonnummers worden gepresenteerd waar de abonnee met de kadervormige cursor 47 op bekende wijze d-oorheen kan scrollen. Door aanklikken van een nummer kan dan de keus worden gemaakt. Bevindt het gewenste nummer zich niet in de lijst dan kan het in lijst wor-20 den opgenomen en eventueel daarin worden vastgelcgd voor later hergebruik.

Nadat op deze wijze de gegevens van de beide telefoontoestellen zijn ingevoerd en door de gebruiker via de OK knop de opdracht tot het opbouwen van de verbinding is gegeven worden deze verbindingsgegevens via het Internet getransporteerd naar de server 32b. De gegevens worden vergeleken met de gegevens in het 25 geheugen 36. Worden de gegevens correct bevonden dan worden ze door de conver-sic-cenheid 34 vertaald in stuursignalen voor de centrale 42. Deze centrale zorgt uiteindelijk voor het maken van de verbinding 16 naar het toestel 10 en de verbinding 17 naar het toestel 20. . ____

Na ontvangst van de gegevens door de server 32b en controle van de gegevens 30 in hetbgeheugen 36 en activering van de schakeleenheid 42 worden door middel van de conversieeenheid 32 opdrachten via het Internet gestuurd naar de computer 11 van de abonnee op zodanige wijze dat de abonnee op het scherm een of meer meldingen krijgt die aangeven hoever de opbouw van de verbinding gevorderd is, hoeveel mi- 10H269 6 nuten dc verbinding al heeft geduurd enz.

Het invoeren van de kiesgegevens kan zoals boven aangegeven door het invoeren van de feitelijke telefoonnummers, maar bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van iconen, grafische afbeeldingen, foto's en dergelijke zoals bijvoorbeeld de grafi-5 sche telefoontoestelsymbolen 44 en 46 in fig. 3b. Een aantal mogelijke voorbeelden is getoond in figuur 3c: 1) Een lijst 50 met namen van personen of zaken die met dc muis aangeklikt kunnen worden om zodoende een keus te maken. Is de lijst langer dan kan de lijst op een op zich bekende wijze worden gescrold waartoe de knoppen 51a 10 en 51b aanwezig zijn.

2) Een reeks foto's 52 van personen of zaken die met de muis aangeklikt kunnen worden om zodoende een keus te maken.

3) Een of meer grafische afbeeldingen, logo's of dergelijkc 53 die voor de abonnee een bijzondere en zeer herkenbare betekenis hebben. Als voorbeeld is een 15 grafische voorstelling van een bock 53 getoond. Klikt dc abonnee op deze grafische bockwecrgavc 53 dan weet dc abonnee dat hij daarmee kiest voor het opbouwen van een verbinding naar de bibliotheek.

Het zal duidelijk zijn dat bij gebruik van de mogelijkheden 1), 2) of 3) de abonnee geen nummer meer behoeft te kennen. Het aanwijzen van de foto, dc naam en dergc- 20 lijke is voldoende om ervoor te zorgen dat de telefoondienst dc daaraan gekoppelde gegevens gaat gebruiken voor het opbouwen van de verbinding.

In figuur 2 is een enkele centrale 42 getoond. Het moge duidelijk zijn dat in plaats van een enkele centrale ook een groot aantal centrales kan worden ingcscha-kcld bij het verbindingsopbouwproces afhankelijk van de geografische posities van dc 25 beide cindtocstcllen waartussen de verbinding tot stand moet worden gebracht.

Aan de hand van figuur 4 zal vervolgens een meer gedetailleerde beschrijving worden gegeven van een uitvoeringsvoorbeeld van de hardware en sotfwarc nodig voor het realiseren van het stelsel. In figuur 4 is schematisch een configuratie getoond voorzien van : 30 - een browser 52 geïnstalleerd op de computer 11 bij de abonnee, - een Internet informatie server 54 die op bekende wijze via het HTTP protocol kan communiceren met dc browser 52,

- een conversie besturingseenheid 57 die via een web communicatie protocol WCP

i 1011269 7 56 cn via een ISAPI interface 55 gekoppeld is met de Internet informatie server 54, - een relationele database 58 die via een database manager RDBMS door de besturingseenheid 57 kan worden aangesproken voor het controleren van abonnee-gege-vens.

5 - een schakeleenehcid 60 die via een schakclprotocol WSP 61 door de besturings eenheid kan worden aangestuurd cn waarmee de directe koppeling met het telefoonnetwerk tot stand komt, - een monitor 62 die via een monitor operatie protocol MOP 63 op de besturingseenheid is aangesloten. Deze monitor is niet noodzakclijk maar wel handig voor het 10 bewaken cn controleren van de juiste werking van het stelsel.

Op zich wordt een groot aantal van de bovengenoemde componenten bekend verondersteld voor de deskundige (deze componenten zijn grotendeels in de handel verkrijgbaar) zodat een nadere bespreking van de compooncnten op zich in feite overbodig is. Daarvan uitgaande wordt ook de werking van schematisch in figuur 4 15 weergegeven stelsel als bekend verondersteld. Wellicht dat alleen de besturingseenheid 57 enige nadere toelichting behoeft.

Zoals fig. 5 toont kan de besturingseenheid 57 worden ondcrverdccld in een aantal deelprocessen. Om te beginnen wordt via het web communicatie protocol WCP contact gemaakt met de web verbindingsmanager WCM 65 waarop aan de 20 uitgangszijd een aantal vcrzoek-bchandelingseenhcdcn 66 zijn aangesloten. Aan dsc andere zijde van de besturingseenheid 57 bevindt zich de schakel manager 68 waarop aangesloten zijn een aantal schakelsturingseenhcdcn 69. Centraal in de bsturingsccn-heid 57 staat de taakmanager 70 die ervoor zorgt dat een bepaald vcrbindingsvcrzock, aangeboden via een van de eenheden 66, wordt vertaald in stuuropdrachten voor een 25 of meer van de schakclsturingsecnhedcn 69

Centraal in de besturingseenheid 57 staat tevens de database abstractielaag via welke verbinding kan worden gemaakt met de relationele database 58.

Stelsels van de in deze specificate omschreven soort moeten voldoen aan zekere eisen ten aanzien van geheimhouding om te voorkomen dat eventueel vertrou-30 wclijkc gegevens omtrent abonnees, tclcfoonnumnmers en dergelijke te gemakkelijk in handen van derden kunnen komen. Teneinde de geheimhouding te waarborgen verdient het de voorkeur dat de gegevens waarmee een telefoontoestel kan worden geïdentificeerd in versleutelde vorm over het Internet worden getrans- 1011269 8 portecrd en ook als zodanig in de code van de Web pagina van elke abonnee aanwezig zijn.

In het bovenstaande is eenvoudig aangegeven dat de ingevoerde gegevens naar de centrale worden overgedragen voor het opbouwen van de gevraagde verbinding. In 5 werkelijkheid worden er vaak nog allerlei controlles uitgevoerd zoals: controle of het een legitieme opdracht betreft controle van het (gecodeerde) gebruikers telefoonnummer (actief, bestaand, etc.) controle van het (gecodeerde) bestemmingsnummer (bestaand, toegestaan voor 10 deze klant (dus controle van de samenhang, etc.) taalkeuze.

speciale wensen (bijv. later teruggcbeld willen worden).

verzamelen van gegevens (waar komt de opdracht vandaan (1P nummer), wat is het grafische scherm na afhandeling, etc.

15 Ook op het scherm van de abonnee kan meer gebeuren dan het eenvoudig aanklikken van een foto, een naam of dergelijkc. Op zijn grafische interface krijgt de abonnee een melding van de status van de opdracht (gebeurt nu, is geweigerd, is onbekend, is in gesprek, etc.) en zijn bestemmingsnummer rinkclt/gaat over of geeft anderszins aan dat er verbinding gemaakt is of wordt. Beschikt de abonnee over 20 slechts een enkele telefoonlijn dan zal na afloop van het kiesproccs de melding op het scherm komen dat de verbinding met internet moet worden verbroken om de lijn vrij te maken voor het gesprek dat opgebouwd wordt.

In het bovenstaande is er van uit gegaan dat het telefoontoestel 10 een gebruikelijk toestel is. Het stelcscl functioneert echter ook als het toestel 10 een zogenaam-25 de Internet telefoon is, d.w.z. een programma dat reageert als een telefoon, maar dan aangesloten op het Internet. In dat geval vormt dus het Internet althans een deel van de communicatieweg waarover de verbinding wordt opgebouwd.

i 1011269

Claims (6)

1. Stelsel voor het opbouwen van een telefoonverbinding tussen een eerste telefoontoestel en een tweede telefoontoestel, omvattende 5 - een op het Internet aangesloten en in op geschikte wijze geprogrammeerde computer. een telefoondienst met abonnee,s, een informatieserver door middel waarvan de telefoondienst voor elk van zijn abonnees een eigen pagina op het Web beheert en beschikbaar stelt, 10. een Internet server waarmee opdrachten tot het opbouwen van verbindingen vanuit het Internet naar een telefooncentrale kunnen worden overgedragen, - een geheugen waarin voor elk van de abonnees een aantal abonneegegevens zijn opgeslagen, een telefooncentrale die via bestaande telefooncommunicaticwegen verbindin-15 gen kan opbouwen een conversicproccssor waarmee van een Web pagina afkomstige gegevens kunnen worden geconcerteerd in stuurinstructric's voor de telefooncentrale, waarbij een abonnee a) eerst verbinding maakt met het Internet en de eigen pagina bij de telefoon- 20 dienst oproept, b) identificatiegegevens inoert die door de dienst aan de hand van de gegevens in de database kunnen worden gecontroleerd, c) de nummer invoert van het eerste toestel, te weten het toestel dat na het opbouwen van de verbinding door de abonnee zal worden gebruikt en het 25 nummer van het toestel waarmee de verbinding gewenst is, welke nummers door de convcrsieprocessor worden verwerkt tot stuurinstructie's voor de telefooncentrale, waarna door de telefooncentrale de gewenste verbinding wordt gerealiseerd.

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de abonnee slechts gebruik kan maken van een voorafbcpaald beperkt aantal eerste toestellen waarvan de gegevens in het geheugen van de telefoondienst bekend zijn. 1011269

3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het eerste toestel en/of het tweede toestel wordt gekozen door het intoetsen van het bijbehorende telefoonnummer.

4. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het eerste toestel en/of het tweede toestel wordt gekozen door het aanwijzen en aanklikken van a) een naam b) een foto c) een grafische afbeelding 10 d) een icon c) een nummer d) een combinatie van een of meer van bovengenoemde mogelijkheden.

5. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gegc-15 vens waarmee een telefoonteostel kan worden geïdentificeerd in versleutelde vorm over het Internet worden getransporteerd en ook als zodanig in de code van de Web pagina van elke abonnee aanwezig zijn.

6. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de abon-20 nee op het scherm van zijn computer berichten ontvangt die samenhangen met de status van de opbouw van de telefoonverbinding. i 1011269