NL1010330C2 - Inrichting en werkwijze voor het automatisch melken en voeren van dieren. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het automatisch melken en voeren van dieren. Download PDF

Info

Publication number
NL1010330C2
NL1010330C2 NL1010330A NL1010330A NL1010330C2 NL 1010330 C2 NL1010330 C2 NL 1010330C2 NL 1010330 A NL1010330 A NL 1010330A NL 1010330 A NL1010330 A NL 1010330A NL 1010330 C2 NL1010330 C2 NL 1010330C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
milking
feeding
animal
milking parlor
animals
Prior art date
Application number
NL1010330A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Petrus Maria Dessing
Original Assignee
Prolion Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Prolion Bv filed Critical Prolion Bv
Priority to NL1010330A priority Critical patent/NL1010330C2/nl
Priority to US09/807,528 priority patent/US6622651B1/en
Priority to EP99949477A priority patent/EP1121014B1/en
Priority to AT99949477T priority patent/ATE233479T1/de
Priority to PCT/NL1999/000637 priority patent/WO2000022919A1/en
Priority to JP2000576707A priority patent/JP2002527085A/ja
Priority to DE69905741T priority patent/DE69905741T2/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1010330C2 publication Critical patent/NL1010330C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/0005Stable partitions
    • A01K1/0017Gates, doors
    • A01K1/0023Sorting gates
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/12Milking stations

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

Inrichting en werkwijze voor het automatisch melken en voeren van dieren
De uitvinding betreft een inrichting overeenkomstig de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke inrichting is 5 bekend en wordt steeds algemener toegepast. Een nadeel van de bekende inrichting is dat voor sommige dieren het verblijf in de melkstal kort kan zijn, zodat daar aan hen onvoldoende krachtvoer gevoerd kan worden. Dit betekent dat dan aanvullend krachtvoer gegeven moet worden bij-10 voorbeeld in een voerstal die apart van de melkinrichting geplaatst is en waarin het dier opnieuw geïdentificeerd moet worden. Hiervoor is een apart geplaatste inrichting noodzakelijk met een tweede relatief kostbaar identificatiesysteem, hetgeen een nadeel is.
15 De uitvinding beoogt dit nadeel op te heffen en daartoe is de inrichting uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk van conclusie 1. Door de dieren te identificeren voor het melken en het geïdentificeerde dier te geleiden naar een voerstal en daar verder te voeren is een effici-20 ent gebruik van de melkstal mogelijk waarbij een extra identificatiesysteem wordt uitgespaard. Ook kan het geïdentificeerde dier zonder de melkstal te bezoeken direct naar de voerstal worden geleid.
Overeenkomstig een verbetering is de inrichting uit-25 gevoerd overeenkomstig conclusie 2. Hierdoor worden op eenvoudige wijze gemolken dieren naar of langs de voerstal geleid.
Overeenkomstig een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd overeenkomstig conclusie 3. Hierdoor kan 30 het gevoerde dier de voerstal verlaten zonder dat het lopen van andere dieren die een melkstal verlaten hebben beïnvloed wordt.
p10103 3 0 2
Overeenkomstig een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd overeenkomstig conclusie 4. Hierdoor wordt bereikt dat voor gemolken dieren na beëindiging van het melken meestal een voerstal ter beschikking is, zodat 5 wachttijd in de melkstal zoveel mogelijk vermeden wordt en deze zo efficiënt mogelijk gebruikt wordt.
Overeenkomstig een verbetering is de inrichting uitgevoerd overeenkomstig conclusie 5. Hierdoor wordt bereikt dat de diverse beweegbare hekken in de inrichting 10 in de juiste positie kunnen worden gebracht voordat een dier het inlooppad betreedt en naar een melkstal of voerstal wordt geleid.
Tevens omvat de uitvinding een werkwijze overeenkomstig conclusie 6. Hierdoor wordt bereikt dat de melkstal 15 zo efficiënt mogelijk benut wordt voor het melken en voeren.
Een verdere verbetering van de werkwijze is overeenkomstig conclusie 7. Doordat de dieren tijdens het wachten op het beschikbaar komen van de voerstal in de melk-20 stal al gevoerd worden, wordt onrust bij een gemolken dier voorkomen.
Een andere verbetering van de werkwijze is overeenkomstig conclusie 8. Hierdoor wordt bereikt dat de melkstal zo efficiënt mogelijk wordt gebruikt voor melken.
25 De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld waarbij figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een melkinrichting toont, en figuur 2 een schematisch zijaanzicht toont van de voer-30 stal uit figuur 1.
In figuur 1 is schematisch een melkinrichting voor het melken en voeren van dieren zoals bijvoorbeeld koeien 1010330 3 getoond. De dieren komen naar de melkinrichting en wachten in een verzamelgebied A tot ze toegelaten worden om gemolken of gevoerd te worden. Een toegangspad B is voorzien van een identificatiesysteem 1 dat op bekende wijze 5 samenwerkt met door de dieren gedragen transponders. Door het identificatiesysteem 1 wordt een transponder herkend en geïdentificeerd en er wordt aan een besturing 21 doorgegeven wat de identiteit van het dier is dat voor een toegangshek 2 staat. Het toegangshek 2 is het begin van 10 het toegangspad B naar een melkstal 5. Elke melkstal 5 is voorzien van een inloophek 3, en een uitloophek 4. In de melkstal 5 is een voerbak 7 aangebracht waarin lokvoer of krachtvoer op niet getoonde wijze gestort kan worden en waarbij eventueel in de besturing 21 kan worden geregi-15 streerd hoeveel voer aan het in de melkstal 5 aanwezige dier is gegeven. De melkstal 5 is voorzien van schematisch aangegeven melkapparatuur 6 die op bekende wijze automatisch aan de spenen van de uier van het te melken dier kan worden aangesloten. Eventueel is de voerbak 7 20 voorzien van op zich bekende middelen waarmee de voerbak 7 kan worden afgedekt of waarmee de kop van het in de melkstal 5 verblijvende dier uit de voerbak 7 kan worden gedrukt, zodat de drang om in de melkstal 5 te blijven wordt weggenomen en het dier de melkstal 5 zal willen 25 verlaten. In plaats van of aanvullend op het identificatiesysteem 1 kan elke melkstal 5 voorzien zijn van een identificatiesysteem, waarmee bijvoorbeeld mede de aanwezigheid van het dier kan worden vastgesteld.
Voor de melkstal 5 is een pad dat met een hekwerk 8 30 van het verzamelgebied A gescheiden is. Dit pad is deels toegangspad B van het verblijfsgebied A naar de inloop-hekken 3 van de melkstallen 5 en het is tevens uitlooppad C van de uitloophekken 4 naar een verblijfsgebied D. Het uitlooppad C is voorzien van een door de besturing 21 be- p1 0 1 0 3 3 o 4 diend afzonderingshek 9 waarmee een dier dat de melkstal 5 verlaten heeft geleid kan worden naar een afzonderings-gebied E. In het afzonderingsgebied E worden die dieren opgevangen die extra aandacht nodig hebben, bijvoorbeeld 5 tengevolge van een geconstateerde ziekte. Tevens is het uitlooppad C voorzien van een door de besturing 21 bediend sorteerhek 10 waarmee een dier via een éénrich-tingshek 17 naar het verblijfsgebied D kan worden geleid of via een eventueel door de besturing 21 bediend toe-10 gangshek 11 in een voerstal 20 wordt geleid.
De voerstal 20 die in figuur 2 in zijaanzicht is getoond, is voorzien van zijhekken 12 en aan de van het toegangshek 11 afgekeerde zijde van een voerbak 15 die aan een beugel 14 is bevestigd. De beugel 14 is draaibaar 15 bevestigd aan steunen 13 en kan op en neer bewogen worden met een cylinder 19. Als de beugel 14 naar beneden is bewogen kan het in de voerstal 20 aanwezige dier uit de voerbak 15 eten. Als de beugel 14 omhoog gebracht is kan het dier onder de voerbak 15 doorlopen en via een één-20 richtingshek 17 naar het verblijfsgebied D lopen. De voerbak 15 is via een voerleiding 16 verbonden met een voederapparaat 18. Eventueel is de voerbak 15 voorzien van een niet getoonde sensor waarmee gedetecteerd kan worden of het verstrekte krachtvoer gegeten is of wordt 25 en of er nog krachtvoer in de voerbak 15 aanwezig is.
De verschillende onderdelen van de inrichting worden bestuurd door de besturing 21. De verbindingen tussen dit besturingssysteem 21 en de verschillende onderdelen zijn in figuur 1 aangegeven met streepstiplijnen. In de figu-30 ren zijn de bedieningsorganen van de hekwerken, melkinrichting en voerbak niet of beperkt aangegeven. Ook andere eventueel benodigde middelen zoals die waarmee de te melken dieren gestimuleerd worden langs de looppaden te bewegen en de middelen waarmee de posities en bewegingen e1 0 10 3 3 o 5 van de dieren en de verschillende onderdelen kunnen worden vastgesteld, zijn niet weergegeven aangezien deze de deskundige bekend zijn.
De werking van de inrichting is als volgt. Een dier 5 loopt naar het toegangshek 2 omdat het gemolken wil worden. Als er een melkstal 5 beschikbaar is wordt daarvan het inloophek 3 geopend en vervolgens het toegangshek 2. Tijdens het lopen naar de melkstal 5 en als het identificatiesysteem 1 voor het toegangshek 2 is geplaatst voor-10 dat het toegangshek 2 wordt geopend, wordt het dier met het identificatiesysteem 1 geïdentificeerd. In de besturing 21 wordt vastgelegd welk dier in een bepaalde melkstal 5 aanwezig is eventueel mede met behulp van een daar aanwezig identificatiesysteem. Aan de hand van de in de 15 besturing 21 voor dit dier bekende gegevens wordt vastgesteld welke soort(en) en hoeveelheid krachtvoer aan het dier verstrekt zal worden. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van de leeftijd van het dier, de duur van de lactatie, de tijd die verstreken is sinds het dier het laatst 20 gevoerd is en bijvoorbeeld de tijd van de dag. Tijdens het melken wordt krachtvoer verstrekt in de voerbak 7. De melkbekers van de melkapparatuur 6 worden automatisch door een niet getoonde melkrobot aangesloten aan de spenen van de uier en het melken begint.
25 Nadat het melken beëindigd is, doordat op bekende wijze geconstateerd is dat er geen melk meer uit de uier komt, worden de melkbekers afgenomen. Vervolgens wordt vastgesteld wat de hoeveelheid krachtvoer is die het gemolken dier nog moet eten. Is deze hoeveelheid verwaar-30 loosbaar klein dan wordt het sorteerhek 10 zodanig gesteld dat het gemolken dier uit het uitloophek 4 direct naar het verblijfsgebied D wordt geleid. Indien de te voeren hoeveelheid voldoende groot is, wat vaak het geval zal zijn bij koeien omdat de tijd die ze nodig hebben om 0 * ^ ^ ^ 6 te eten over het algemeen langer is dan de tijd die nodig is voor het melken, wordt het gemolken dier naar een voerstal 20 geleid. Daarbij wordt de voerstal 20 gereed gemaakt door de voerbak 15 naar omlaag te brengen en het 5 ingangshek 11 te openen. Het sorteerhek 10 wordt in de positie geplaatst waarbij de gemolken dieren naar de voerstallen 20 geleid worden, het uitloophek 4 wordt geopend waarna het gemolken dier naar de voerstal 20 loopt.
Nadat het dier in de voerstal 20 is aangekomen wordt 10 het restant van het te verstrekken krachtvoer via het do-seerapparaat 18 aan het gemolken dier gegeven. Nadat het dier al het krachtvoer is gegeven waar het recht op had, wordt de uitgang van de voerstal 20 vrijgegeven door het omhoog brengen van de voerbak 15, waarna het dier de 15 voerstal 20 kan verlaten.
Mocht het dier niet al het verstrekte krachtvoer willen eten, of erg langzaam eten, dan kan dit door de hiervoor genoemde sensor waargenomen worden, waarna de - voerverstrekking wordt gestopt of vertraagd. Eventueel 20 kan het dier het restant van het krachtvoer bij de volgende melkbeurt extra krijgen. Ook kan bij herhaald optreden door de besturing 21 aan het bedienend personeel een waarschuwing gegeven worden of kan het dier afgezonderd worden in het afzonderingsgebied E.
25 In het hiervoor beschreven voorbeeld was er een voerstal 20 beschikbaar bij het beëindigen van het melken. Indien er geen voerstal 20 beschikbaar is kan het gemolken dier direct naar het verblijfsgebied B geleid worden en krijgt het bij een volgend bezoek aan de melk-30 inrichting opnieuw de mogelijkheid krachtvoer te krijgen. Bij deze werkwijze wordt de melkstal 5 zo efficiënt mogelijk gebruikt. De besturing 21 kan ook zo ingesteld zijn dat bijvoorbeeld gedurende bepaalde perioden van de dag, 1 0 10 3 3 0 7 als de melkstal 5 weinig bezocht wordt, de dieren in de melkstal 5 gevoerd worden totdat er een voerstel 20 beschikbaar komt.
Zoals eerder aangegeven is het mogelijk dat een dier 5 in de melkstal al het te verstrekken krachtvoer heeft opgegeten. In dat geval wordt het sorteerhek 10 zodanig gepositioneerd dat het gemolken dier direct naar het verblijf sgebied D wordt geleid, zonder dat de voerstal 20 wordt betreden.
10 Naast de hiervoor beschreven situatie kan het ook voorkomen dat een dier dat de melkinrichting betreedt niet gemolken behoeft te worden. Dit kan voorkomen als ze te kortgeleden gemolken is, maar ook als ze geen melk meer geeft en dus droog staat. Ook in die situatie kan 15 het voorkomen dat ze nog recht op krachtvoer heeft. Nadat het identificatiesysteem 1 de identiteit van het dier heeft vastgesteld en in de besturing 21 is geconstateerd dat de melkstal 5 niet bezocht hoeft te worden, worden het inloophek 3 en het uitloophek 4 gesloten en wordt 20 sorteerhek 10 in de positie gebracht waarbij het dier direct wordt doorgeleid naar het verblijfsgebied D of waarbij ze in een voerstal 20 wordt geleid voor verstrekking van krachtvoer. Vervolgens wordt ze toegelaten door het openen van het toegangshek 2.
25 Het aantal melkstallen 5 dat in de inrichting ge plaatst is wordt bepaald aan de hand van de grootte van de kudde. Het aantal voerstallen 20 wordt bepaald aan de hand van de extra krachtvoergift die de boer aan zijn koeien wil geven en de tijd die ze nodig hebben om dit op 30 te eten. Over het algemeen zal het aantal voerstallen 20 tenminste even groot zijn als het aantal melkstallen 5.
In het hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeeld zijn de toegangshekken 11 en de voerbak 15 elk afzonderlijk Ö1 010330 8 bediend. Door mechanische koppeling van de bewegingen van het toegangshek 11 met die van de voerbak 15 kan een be-dieningsorgaan bespaard worden. De mechanische koppeling is daarbij zodanig afgesteld dat het toegangshek 11 ge-5 sloten is als de voerbak 15 de doorgang naar het verblijf sgebied D opent en het toegangshek 11 geopend is als de doorgang naar het verblijfsgebied D door de voerbak 15 gesloten is.
w10103 3 0

Claims (8)

1. Inrichting voor het automatisch melken en voeren van dieren omvattende tenminste één melkstal (5) met auto-5 matische melkapparatuur (6) en een voerinrichting (7) voor het tijdens het melken voeren van dieren, een toegangspad (B) van een verzamelgebied (A) naar de melkstal (5), een uitlooppad (C) van de melkstal (5) naar een verblijfgebied (D), middelen (2,3,8) voor het 10 leiden van een te melken dier van het verzamelgebied (A) naar de melkstal (5) en middelen (4,8,10) voor het leiden van een gemolken dier van de melkstal (5) naar het verblijfsgebied (D), een besturingssysteem (21) voor het besturen van de inrichting en een met het be-15 sturingssysteem verbonden identificatiesysteem (1) voor het identificeren van een dier met het kenmerk dat het uitlooppad (C) een voerstal (20) omvat alsmede middelen (10,11) voor het leiden van een geïdentificeerd dier naar de voerstal (20).
2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het uitlooppad (C) beweegbare hekwerken (10,11) omvat voor het naar of langs de voerstal (20) leiden van geïdentificeerde dieren.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, 25 dat elke voerstal (20) een uitloop heeft die in directe verbinding staat met het verblijfsgebied (D).
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk, dat het aantal voerstallen (20) tenminste even groot is als het aantal melkstallen (5).
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het inlooppad (B) voorzien is van een u101031; 0 toegangshek (2) en een identificatiesysteem (1) geplaatst is voor het toegangshek (2).
6. Werkwijze voor het automatisch melken en voeren van dieren in een inrichting overeenkomstig één der voor- 5 gaande conclusies waarbij een dier geïdentificeerd wordt en waarbij na identificatie vastgesteld wordt of ze gemolken en/of gevoerd moet worden met het kenmerk, dat vervolgens de hekwerken (3,4,10,11) in de inrichting zodanig worden ingesteld dat het dier of eerst 10 naar een beschikbare melkstal (5) en eventueel aansluitend naar een beschikbare voerstal (20) geleid wordt of direct naar een beschikbare voerstal (20) wordt geleid.
7. Werkwijze volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat een 15 in een melkstal (5) gemolken dier gedurende verblijf in de melkstal (5) voorzien wordt van krachtvoer en na beëindigen van het melken uit de melkstal (5) geleid wordt nadat een voerstal (20) beschikbaar is gekomen of nadat in de melkstal (5) voldoende krachtvoer ver-20 strekt is.
8. Werkwijze volgens conclusie 6 met het kenmerk dat een in een melkstal (5) gemolken dier gedurende verblijf in de melkstal (5) voorzien wordt van krachtvoer en na beëindigen van het melken direct uit de melkstal (5) 25 geleid wordt, waarbij het dier door hekwerken (10) langs de voerstallen (20) wordt geleid als er geen voerstal (20) beschikbaar is om het dier te voeren. *1010330
NL1010330A 1998-10-16 1998-10-16 Inrichting en werkwijze voor het automatisch melken en voeren van dieren. NL1010330C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010330A NL1010330C2 (nl) 1998-10-16 1998-10-16 Inrichting en werkwijze voor het automatisch melken en voeren van dieren.
US09/807,528 US6622651B1 (en) 1998-10-16 1999-10-14 Device and method for the automatic milking and feeding of animals
EP99949477A EP1121014B1 (en) 1998-10-16 1999-10-14 Device and method for the automatic milking and feeding of animals
AT99949477T ATE233479T1 (de) 1998-10-16 1999-10-14 Vorrichtung und verfahren zum automatischen melken und füttern von tieren
PCT/NL1999/000637 WO2000022919A1 (en) 1998-10-16 1999-10-14 Device and method for the automatic milking and feeding of animals
JP2000576707A JP2002527085A (ja) 1998-10-16 1999-10-14 動物の自動搾乳及び給餌用の装置と方法
DE69905741T DE69905741T2 (de) 1998-10-16 1999-10-14 Vorrichtung und verfahren zum automatischen melken und füttern von tieren

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010330 1998-10-16
NL1010330A NL1010330C2 (nl) 1998-10-16 1998-10-16 Inrichting en werkwijze voor het automatisch melken en voeren van dieren.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010330C2 true NL1010330C2 (nl) 2000-04-18

Family

ID=19767970

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010330A NL1010330C2 (nl) 1998-10-16 1998-10-16 Inrichting en werkwijze voor het automatisch melken en voeren van dieren.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US6622651B1 (nl)
EP (1) EP1121014B1 (nl)
JP (1) JP2002527085A (nl)
AT (1) ATE233479T1 (nl)
DE (1) DE69905741T2 (nl)
NL (1) NL1010330C2 (nl)
WO (1) WO2000022919A1 (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5673647A (en) * 1994-10-31 1997-10-07 Micro Chemical, Inc. Cattle management method and system
NL1016023C2 (nl) * 2000-08-25 2002-02-26 Idento Electronics Bv Melkinrichting en houder voor opname van melkbekers.
NL1017984C2 (nl) * 2001-05-02 2002-11-05 Idento Electronics Bv Melkinrichting.
NZ512521A (en) * 2001-06-21 2004-03-26 Dexcel Ltd Selection system and method for animals for milking and for managing their movement around grazing area
NL1019093C2 (nl) * 2001-10-03 2003-04-07 Lely Entpr Ag Inrichting voor het automatisch in een periode met een bepaalde lengte afgeven van een bepaalde hoeveelheid voeder aan een dier.
NL1019092C2 (nl) * 2001-10-03 2003-04-07 Lely Entpr Ag Samenstel voor het automatisch in een bepaalde periode afgeven van een hoeveelheid voeder aan een melkdier.
NL1019106C2 (nl) * 2001-10-03 2003-04-07 Lely Entpr Ag Inrichting voor het automatisch in een bepaalde periode afgeven van een bepaalde hoeveelheid van ten minste een voedersoort aan een dier.
SE524732C2 (sv) 2003-02-04 2004-09-21 Delaval Holding Ab Arrangemang för att inrymma mjölkdjur
NL1024997C2 (nl) * 2003-12-12 2005-06-14 Lely Entpr Ag Samenstel en werkwijze voor het beheren van een kudde vrij rond lopende dieren.
SE527494C2 (sv) * 2004-05-24 2006-03-21 Delaval Holding Ab Anläggning och metoder för automatisk mjölkning av djur
SE527691C2 (sv) * 2004-10-01 2006-05-09 Delaval Holding Ab Anordning och förfarande för automatisk mjölkning av djur
CA2671384C (en) 2004-11-30 2012-09-18 Micro Beef Technologies, Ltd. Determining respiratory or circulatory health condition in animals for improved management
AU2006206287B2 (en) 2005-01-19 2010-06-24 Mwi Veterinary Supply Co. Method and system for tracking and managing animals and/or food products
DE102005026239A1 (de) * 2005-06-07 2006-12-14 Westfaliasurge Gmbh Verfahren zum Melken von Tieren
NL1030090C2 (nl) * 2005-10-03 2007-04-04 Maasland Nv Samenstel van een melkrobot met een melkrobotvoerplaats, zoals een melkrobotvoederbak, en een inrichting voor het grijpen en verplaatsen van materiaal, zoals bijvoorbeeld ruwvoer en/of krachtvoer voor dieren.
NL1030703C2 (nl) 2005-12-19 2007-06-20 Lely Entpr Ag Werkwijze en inrichting voor het melken van een dier.
US7836855B2 (en) * 2006-03-06 2010-11-23 Ctb, Inc. Sorter trainer gate assembly
NL1033712C2 (nl) * 2007-04-18 2008-10-21 Maasland Nv Werkwijze en inrichting voor het melken van melkdieren.
US7861675B2 (en) * 2007-04-24 2011-01-04 Crystal Spring Colony Farms Ltd. Containment apparatus for containing gestating sows
NL1034796C2 (nl) * 2007-12-06 2008-10-07 Lely Patent Nv Inrichting voor het houden van melkdieren.
NL1037448C2 (nl) * 2009-11-05 2011-05-10 Lely Patent Nv Werkwijze voor het melken van een melkdier met een melksysteem.
WO2012005602A2 (en) 2010-06-14 2012-01-12 Milfos International Limited Improved milking apparatus and system
US10357015B2 (en) 2011-04-28 2019-07-23 Technologies Holdings Corp. Robotic arm with double grabber and method of operation
US9107378B2 (en) 2011-04-28 2015-08-18 Technologies Holdings Corp. Milking box with robotic attacher
NL2015337B1 (nl) 2015-08-24 2017-03-16 Lely Patent Nv Systeem en werkwijze voor het melken van een groep melkdieren.
NL2019330B1 (en) * 2017-07-24 2019-02-12 Hanskamp Agrotech B V Toilet for cattle, in particular for cow

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8903163A (nl) * 1989-12-27 1991-07-16 Gascoigne Melotte Bv Melk- en/of voederinrichting voor vee.
WO1996003031A1 (en) * 1994-07-28 1996-02-08 Prolion B.V. Device and method for automatically milking of amimals

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5140942A (en) * 1990-11-13 1992-08-25 Flocchini Andrew J Pen having high cow flow for automated milking
NL9300443A (nl) * 1993-03-11 1994-10-03 Prolion Bv Werkwijze en inrichting voor het bewaken van dierfuncties.
US6062164A (en) * 1994-07-28 2000-05-16 Prolion B.V. Device and method for automatically milking animals
NL1006590C2 (nl) * 1997-07-16 1999-01-19 Prolion Bv Melkinrichting met besturingssysteem en sensoren.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8903163A (nl) * 1989-12-27 1991-07-16 Gascoigne Melotte Bv Melk- en/of voederinrichting voor vee.
WO1996003031A1 (en) * 1994-07-28 1996-02-08 Prolion B.V. Device and method for automatically milking of amimals

Also Published As

Publication number Publication date
DE69905741T2 (de) 2003-09-18
EP1121014B1 (en) 2003-03-05
WO2000022919A1 (en) 2000-04-27
US6622651B1 (en) 2003-09-23
DE69905741D1 (de) 2003-04-10
JP2002527085A (ja) 2002-08-27
ATE233479T1 (de) 2003-03-15
EP1121014A1 (en) 2001-08-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1010330C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het automatisch melken en voeren van dieren.
EP0853875B2 (en) Device and method for automatically milking animals
EP1070451B1 (en) A method for automatically milking animals
SE527691C2 (sv) Anordning och förfarande för automatisk mjölkning av djur
US6019061A (en) Arrangement for and a method of managing a herd of freely walking animals
EP1085802B1 (en) Arrangement and method for housing lactating animals
NL1004917C1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het automatisch melken van dieren.
US6571730B1 (en) Arrangement for managing a herd of freely walking animals
AU2002314651B2 (en) Selection system and method for milking animals
AU2002314651A1 (en) Selection system and method for milking animals
US6062164A (en) Device and method for automatically milking animals
NL1001234C2 (nl) Werkwijze voor het automatisch melken van dieren en inrichting waarin deze werkwijze kan worden toegepast.
WO2008008031A1 (en) Sluicing arrangement for animals
NL1001457C2 (nl) Werkwijze voor het automatisch melken van dieren en inrichting waarin deze werkwijze kan worden toegepast.
NL1008334C2 (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
EP1041873B1 (en) An arrangement for and a method of managing a herd of animals
NL1002815C1 (nl) Automatische melkinrichting.
NL9400495A (nl) Werkwijze en inrichting voor het automatisch melken van dieren.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030501