NL1008184C2 - Transportsysteem. - Google Patents

Transportsysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1008184C2
NL1008184C2 NL1008184A NL1008184A NL1008184C2 NL 1008184 C2 NL1008184 C2 NL 1008184C2 NL 1008184 A NL1008184 A NL 1008184A NL 1008184 A NL1008184 A NL 1008184A NL 1008184 C2 NL1008184 C2 NL 1008184C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lifting
conveyor
segments
profile
hood
Prior art date
Application number
NL1008184A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Johannes Leon Leeuwen
Original Assignee
Cornelis Johannes Leonardus Va
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cornelis Johannes Leonardus Va filed Critical Cornelis Johannes Leonardus Va
Priority to NL1008184A priority Critical patent/NL1008184C2/nl
Priority to DE69903795T priority patent/DE69903795T2/de
Priority to AU23022/99A priority patent/AU2302299A/en
Priority to CA002319051A priority patent/CA2319051A1/en
Priority to PCT/NL1999/000055 priority patent/WO1999040002A1/en
Priority to EP99902934A priority patent/EP1056663B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1008184C2 publication Critical patent/NL1008184C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G1/00Storing articles, individually or in orderly arrangement, in warehouses or magazines
    • B65G1/02Storage devices
    • B65G1/04Storage devices mechanical
    • B65G1/06Storage devices mechanical with means for presenting articles for removal at predetermined position or level
    • B65G1/065Storage devices mechanical with means for presenting articles for removal at predetermined position or level with self propelled cars
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G25/00Conveyors comprising a cyclically-moving, e.g. reciprocating, carrier or impeller which is disengaged from the load during the return part of its movement
    • B65G25/02Conveyors comprising a cyclically-moving, e.g. reciprocating, carrier or impeller which is disengaged from the load during the return part of its movement the carrier or impeller having different forward and return paths of movement, e.g. walking beam conveyors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G67/00Loading or unloading vehicles
    • B65G67/02Loading or unloading land vehicles
    • B65G67/04Loading land vehicles
    • B65G67/20Loading covered vehicles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Intermediate Stations On Conveyors (AREA)

Description

Transportsysteem.
De uitvinding heeft betrekking op een transportsysteem omvattende twee parallelle transportbanen met ieder een steunorgaan met een steunvlak voor het 5 dragen van een object en een daarlangs verplaatsbare hefslede, welke hefsleden met een hefvlak tussen een onder het steunvlak gelegen vrijgeefpositie en een boven het steunvlak gelegen hefpositie verplaatsbaar zijn, alsmede een eerste aandrijfmrichting voor verplaatsing van de hefsleden langs hun respectieve transportbaan en een tweede aandrijfmrichting voor verplaatsing van het hefvlak tussen de vrijgeefpositie 10 en de hefpositie.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een transportinrichting voor toepassing in een dergelijk transportsysteem.
Een dergelijke transportinrichting is bijvoorbeeld verkrijgbaar van de firma Rolamat Ltd, Hampshire, U.K. onder de aanduiding "Rolaload". Deze bekende 15 transportinrichting voor het laden en lossen van vrachtwagens omvat twee parallelle rails waarin de hefsleden in de langsrichting verschuifbaar zijn gelagerd. Tussen de rails is een roterende lattentransporteur gelegen. Aan de uiteinden van de rails bevindt zich een koppelinrichting waaraan de achterzijde van een oplegger kan worden gekoppeld en ten opzichte van de rails kan worden uitgericht. Bij het laden 20 wordt de lading door de lattentransporteurs naar de uiteinden van de rails gebracht, waarna de hefsleden in een hefpositie worden gebracht zodat de last wordt vrijgetild van de lattentransporteurs. Vervolgens worden de hefsleden over de rails geschoven en tot in de laadruimte gebracht, zodat de aangevoerde last in bijvoorbeeld een oplegger wordt overgebracht. In de laadruimte lopen de hefsleden door aluminium 25 goten en worden bij het bereiken van de achterwand van de laadruimte tot onder de bodem van de laadruimte in deze goten naar hun vrijgeefpositie teruggetrokken. Hierdoor wordt de lading op de bodem van de laadruimte afgesteund, en kunnen de hefsleden uit de laadruimte worden teruggetrokken.
De bekende inrichting heeft als nadeel dat deze relatief complex is door 30 toepassing van twee verschillende transportsystemen in de vorm van de verschuifbare hefsleden en de roterende lattentransporteur. Verder is het met de bekende inrichting niet mogelijk om de goederen van de lading op de transportinrichting onderling te positioneren en te groeperen. Tevens is de bekende 1008184 2 i inrichting niet geschikt om een stroom goederen te transporteren die dwars op de transportrichting wordt aangevoerd.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een transportinrichting waarbij deze nadelen worden opgeheven. Hiertoe is de i 5 transportinrichting volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de j steunvlakken stationair zijn uitgevoerd en doordat de inrichting is voorzien van een i met de eerste en de tweede aandrijfinrichtingen verbonden regeleenheid die is i ingericht om cyclisch de volgende stappen uit te voeren: I a activeren van de tweede aandrijfinrichting voor plaatsing van de hefsleden in ^ 10 de hefpositie, l b activeren van de eerste aandrijfinrichting voor verplaatsing van hefsleden langs de transportbanen over een eerste verplaatsinglengte die relatief klein is ten opzichte van de lengte van de transportbaan, c deactiveren van de tweede aandrijfinrichting voor plaatsing van de hefsleden s 15 in de vrijgeefpositie, « d het activeren van de eerste aandrijfinrichting voor verplaatsing van de hefsleden in een tegengestelde richting aan de verplaatsingrichting in stap b, over ss een nagenoeg gelijke afstand, en waarbij de regeleenheid eventueel is ingericht om a na een aantal cycli a tot en met d: 20 e de eerste en de tweede aandrijfinrichtingen gezamenlijk te activeren voor het verplaatsen van de hefsleden over een tweede lengte die ten minste drie maal de verplaatsingslengte van stap b bedraagt.
In het transportsysteem volgens de stand van de techniek zijn de hefsleden niet werkzaam wanneer de last is afgesteund op het steunvlak, dat in dat geval 25 wordt gevormd door de roterende lattentransporteur. In tegenstelling hiermee zijn de steunvlakken volgens de onderhavige uitvinding stationair uitgevoerd. Door een periodieke hefbeweging van de hefsleden, verplaatsing van de hefsleden met een kleine slag en het weer terugtrekken naar de vrijgeefpositie kunnen goederen met —: verschillende vormen zoals bijvoorbeeld papierrollen, vaten, rolcontainers, pallets 30 met een gesloten onderdek, pallets met een open onderdek, etc. stapsgewijs worden __ verplaatst. Wanneer een complete lading op de hefsleden is geplaatst kan deze door üi een lange slag van de hefsleden in de laadruimte worden gebracht.
^ Met het transportsysteem volgens de onderhavige uitvinding kunnen goederen
ί ΠΛ Q i' Q A
i: ÜUO J O 4 3 die met tussenruimten, bijvoorbeeld over een rollenbaan, dwars op de transportinrichting worden aangevoerd, tegen elkaar worden geplaatst en onderling aanliggend in een laadruimte worden geladen. Eveneens is het mogelijk om de goederen van de lading onderling te groeperen met voorafbepaalde tussenruimten en 5 de gegroepeerde lading in zijn geheel in bijvoorbeeld een vrachtwagen te plaatsen. Tevens kunnen tegen elkaar geplaatste goederen bij het lossen op afstand worden geplaatst en dwars op de transportrichting worden afgevoerd. Met het transportsysteem volgens de onderhavige uitvinding wordt een zeer grote vrijheid aan transportbewerkingen verkregen met een bedrijfszekere en eenvoudige 10 transportinrichting.
Bij voorkeur omvat het transportsysteem volgens de uitvinding ten minste een dwars op de transportbanen gelegen transporteur met een zich tot tussen de hefsleden uitstrekkend einddeel met een voorafbepaalde breedte, waarbij iedere hefslede ten minste een eerste en een tweede segment omvat, waarbij de tweede 15 segmenten nabij de transporteur zijn gelegen en in lengte ten minste overeenstemmen met de breedte van de transporteur, waarbij de eerste en de tweede segmenten ieder zijn voorzien van afzonderlijke en onafhankelijk te bedienen tweede aandrijfmrichtingen. Met behulp van de onderling onafhankelijk tussen een hefpositie en een vrijgeefpositie verplaatsbare korte en lange segmenten, kunnen 20 tegen elkaar aangelegen goederen van een lading, zoals bijvoorbeeld pallets, op onderlinge afstand worden geplaatst en één voor één worden afgegeven aan de dwarstransporteur. Hierbij worden de korte en lange segmenten gezamenlijk in de transportrichting heen en weer bewogen.
Voor het laden of lossen van een laadruimte en voor toe- of afvoer van een 25 aantal tegen elkaar geplaatste goederen naar en van de dwarstransporteur, is de regeleenheid volgens de uitvinding ingericht om cyclisch de volgende stappen uit te voeren.
Voor het laden van goederen in de laadruimte: f plaatsing van beide segmenten in de vrijgeefstand en verplaatsing van de 30 segmenten naar de transporteur, g plaatsing van één van de segmenten in de hefstand en verplaatsing van beide segmenten vanaf of naar de transporteur totdat het van de transporteur over te nemen of overgenomen voorwerp aanligt tegen het daaropvolgende voorwerp op de r' - >!· ·* f o -V « ·- ‘ * 4 hefsleden, en h plaatsing van beide segmenten in de hefstand en gezamenlijke verplaatsing van de transporteur af.
I Voor het lossen van goederen uit de laadruimte: 5 i plaatsing van beide segmenten in de hefstand en verplaatsing van de i segmenten naar de transporteur, . j plaatsing van één van de segmenten in de vrijgeefstand en verplaatsing van i beide segmenten vanaf of naar de transporteur totdat een vrije ruimte is gevormd j tussen het dichtst bij de transporteur gelegen voorwerp en het daaropvolgende j 10 voorwerp, en k plaatsing van beide segmenten in de vrijgeefstand en gezamenlijke j verplaatsing van de transporteur af.
! Bij het laden wordt het korte segment gebruikt om de onderlinge afstand van i de producten van de lading in de transportrichting te overbruggen alvorens de 15 aanliggende lading gezamenlijk in een stap langs de transportbaan door te schuiven tot binnen de laadruimte. Bij het lossen wordt het korte segment gebruikt om de aanliggende lading te individualiseren en om de voorste goederen vrij te maken van de achterliggende producten alvorens deze aan de dwarstransporteur over te geven.
Een verdere inrichting volgens de uitvinding omvat een hefslede die is 20 uitgevoerd als een naar onderen open U-vormig profiel met twee zijwanden en daartussen opgehangen een loopwiel, een om het U-vormige profiel grijpende kap en een tussen de kap en het profiel gelegen flexibele fluidumleiding voor het door expansie onderling verplaatsen van de kap en het profiel.
Op deze wijze wordt een eenvoudige en robuuste hefslede gevormd. Door 25 een relatief grote diameter van het loopwiel, zoals bijvoorbeeld ten minste 70 mm, ^ is de verplaatsing daarvan relatief ongevoelig voor vuil en kleine deeltjes op het loopvlak. Met behulp van de flexibele fluidumleiding, zoals bijvoorbeeld een 2 inch brandslang, kan een krachtige hefbeweging worden gerealiseerd van de kap ten opzichte van het loopwiel. Verder zijn de kap en het profiel bij voorkeur ieder 30 voorzien van een aanslag voor een krachtbegrensde hefslag van de kap van _ bijvoorbeeld 25 mm ten opzichte van het U-vormige profiel. De aanslag van het U- vormige profiel kan zijn voorzien van een afschuining zodat de aanslag van de kap mi ! jjj door kanteling daarvan handmatig langs de aanslag van het U-vormige profiel kan
VI
;; ί r - - ' · l> o- - 5 worden verplaatst. Door de eenvoudige losneembaarheid van de kap met een simpele handmatige kanteling langs één zijde is het onderhoud van de tussen de kap en het profiel gelegen delen zeer eenvoudig. Verder is het U-vormige profiel voorzien van een ruimte voor het opnemen van elektrische leidingen en/of van een 5 met de fluïdumleiding verbonden fluïdumtoevoerleiding. De elektrische leidingen kunnen bijvoorbeeld zijn verbonden met een druksensor die zich aan het einde van de hefsleden bevindt om te bepalen wanneer de voortgaande beweging van de hefsleden is geblokkeerd, bijvoorbeeld doordat deze het einde van de laadruimte hebben bereikt.
10 Verder kan het U-vormige profiel aan een zijwand zijn voorzien van een parallel aan de zijwand gelegen sleuf waarbij het profiel nabij het bovendeel van de sleuf is bevestigd aan een door de sleuf lopende ketting, en waarbij de inrichting een op de ketting aangrijpend, in de sleuf reikend kettingwiel omvat. Verder kunnen langs de transportbanen in de sleuf reikende richtorganen zijn aangebracht 15 om een nauwkeurige horizontale positie van de hefsleden te waarborgen. De richtorganen kunnen zijn gevormd uit bijvoorbeeld haakse profielen waarvan één been een loopvlak voor loopwielen van de hefsleden vormt.
Verder kan de transportinrichting zijn voorzien van een motor als eerste aandrijfinrichting met een loodrecht op de transportbaan gelegen aandrijfas, met 20 daarop een kettingwiel, een rol of pullie met daaromheen een eindeloze band of ketting, waarbij de motor via veerelementen is bevestigd aan een drager en een aanslag omvat, waarbij de motor in de richting van de transportbaan verplaatsbaar is ten opzichte van de drager totdat de aanslag aanligt tegen de drager. Door de verende bevestiging van de motor is een axiale verplaatsing van bijvoorbeeld de 25 motorreduceerkast mogelijk, welke verplaatsing gelijk is aan de afstand tussen twee schalmen van de aandrijfketting grijpende kettingwielen. Een dergelijke uitrichtmogelijkheid is van belang indien meerdere aandrijfmotoren langs de transportbaan worden gebruikt en het nauw getolereerde aangrijpen van de kettingwielen over grote lengtes, die bijvoorbeeld driemaal de totale lengte van de 30 transportinrichting kunnen bedragen, niet door gelijkloop of elektronische regelingen bereikt kan worden.
Tenslotte is het mogelijk om twee parallelle hefsleden voor onderlinge stabiliteit aan hun kopse kanten onderling te verbinden met een schamierbaar 1008164 6 verbindingsorgaan. Het verbindingsorgaan kan hol zijn uitgevoerd en kan elektrische leidingen en een fluïdumleiding omvatten. Om de hefsleden toch onder een pallet met open onderdek te kunnen laten reiken en om toevoer van goederen via de kopse kant van de inrichting mogelijk te maken, kan de dwarsverbinding i 1 5 langs een scharnierpunt naar onderen worden gekanteld zodat de einddelen van de I hefsleden tussen de steunbalken van een pallet kunnen reiken of onder een langs de I kopse kant aangevoerd object kunnen reiken.
De verschillende aspecten van het transportsysteem volgens de onderhavige j uitvinding zullen hierna bij wijze van voorbeeld in detail worden beschreven onder 10 verwijzing naar de bijgevoegde tekening waarin:
Figuur la en lb respectievelijk een zij- en een bovenaanzicht tonen van een - transportinrichting volgens de onderhavige uitvinding die is uitgevoerd als een ! gecombineerd los- en laadsysteem, i Figuur 2 een zijdelingse doorsnede langs de lijn II-II in figuur lb toont, 15 Figuur 3 een dwarsdoorsnede toont door een alternatieve transportinrichting ï waarbij de uiteinden van de hefsleden zijn afgesteund op de rollen van de dwarstransporteur,
Figuur 4 een gedeeltelijk zijaanzicht toont van een wegklapbaar einddeel van de transportinrichting, 20 Figuur 5 een dwarsdoorsnede toont door een hefslede volgens de onderhavige uitvinding,
Figuur 6 de verwijdering toont van de kap van het U-vormig profiel van de hefslede,
Figuur 7 een hefslede toont voorzien van uitrichtmiddelen, z 25 Figuur 8 een schematisch bovenaanzicht toont van een hefsysteem met hefsleden met onafhankelijk in een hefpositie te plaatsen korte en lange segmenten, Figuur 9a en 9b twee alternatieve wijzen van laden tonen met een transportinrichting volgens figuur 8,
Figuur 10a en 10b twee alternatieve wijzen van lossen tonen met een 30 transportinrichting volgens figuur 8,
Figuur 11 een pneumatisch schema toont van een transportinrichting waarbij de hefsleden een kort en een lang segment omvatten,
Figuur 12a t/m 12c de toepassing tonen van het systeem volgens de - r f'. P, i fi 7 onderhavige uitvinding bij het transporteren van rolcontainers, en
Figuur 13 een gedeeltelijk dwarsdoorsnede aanzicht toont van een verend afgesteunde aandrijfinrichting van een transportsysteem volgens de onderhavige uitvinding.
5 Figuur la toont een zijaanzicht van een transportinrichting 1 met een gestel 2 waarover goederen 3 in een laad- en een losrichting L verplaatsbaar zijn. De goederen 3 kunnen een ladingdrager 4 omvatten zoals bijvoorbeeld een pallet of een slipsheet met daarop in dozen of folie verpakte producten 5. De goederen 3 kunnen eveneens zijn gevormd door rolcontainers of andere ladingdragers die in het 10 transport algemeen worden toegepast.
Aan de voorzijde 7 van de transportinrichting 1 bevindt zich een uitrichtorgaan 6 waarin een koppelstuk van een oplegger kan worden geplaatst. Het uitrichtorgaan 6 is voorzien van een helling zodat een dergelijke oplegger uit zijn vering wordt getild en stabiel aan de voorzijde 7 van de inrichting kan worden 15 gepositioneerd.
Zoals getoond in figuur lb, is de hierin beschreven inrichting 1 voorzien van een tweetal dwarstransporteurs 8,9 in de vorm van aangedreven rollenbanen die aan de voorzijde 7 en aan de achterzijde 10 van de inrichting zijn opgesteld. De inrichting 1 omvat twee paar parallel opgestelde transportbanen 12,13,12’,13’. 20 Iedere transportbaan 12,13,12’,13’ omvat een U-vormige goot en één of meer in de goot heen- en weer verplaatsbare hefsleden. De opstaande randen van de goot vormen een stationair steunvlak, terwijl het hefvlak van de hefslede tot boven of onder het steunvlak kan worden verplaatst. De dwarstransporteur 8 wordt door een motor 14 aangedreven in de richting van de pijl Tl. De hefsleden van de 25 transportbanen 12,13;12’,13’ worden door een motor 15 aangedreven in een richting van de pijl T2 alsmede in een daaraan tegengestelde richting. De dwarstransporteur 9 wordt door een motor 16 aangedreven in de richting van de pijl T3. De hefbeweging van de hefsleden van de transportbanen 12,13,12’, 13’ wordt aangedreven door een aandrijfinrichting 17, bijvoorbeeld in de vorm van een 30 compressor en een pneumatische schuif. De motoren 14, 15 en 16 alsmede de schuif van de compressor 17 worden bediend door een regeleenheid 18 die de richting en de verplaatsingslag van de hefsleden van de transportbaan 12,13,12’, 13’ parallel aan de richting T2 bepaalt, alsmede de hoogte van de hefslag van de 1 '" ίΗ· -* ·· ^ £ 8 hefsleden en de fase van de hefbeweging ten opzichte van de langsverplaatsing.
Met de in figuren la en lb getoonde inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan de lading 20 uit een vrachtwagen die aan de voorzijde 7 tegen de ! inrichting 1 is aangedokt worden gelost. Hiertoe worden de hefsleden van de 5 transportbanen 12,13,12’, 13’ in hun laagste, vrijgeefpositie voorbij de voorzijde 7 i van de inrichting geschoven totdat zij zich geheel in de laadruimte van de vrachtwagen uitstrekken. Vervolgens worden de hefsleden geactiveerd via de I compressor 17 en worden zij teruggetrokken totdat de lading 20 zich op de met een onderbroken lijn weergegeven positie aan de achterzijde 10 van de inrichting 10 bevindt. Vervolgens kan door stapsgewijze heen- en weer verplaatsing van de « j hefmrichtingen van de transportbanen 12,13,12’, 13’ de lading 20 per rij worden 9 afgegeven aan de dwarstransporteur 9 en in de richting van de pijl T3 worden j afgevoerd. Tegelijkertijd kan de lading 21 via de dwarstransporteur 8 worden ! aangevoerd en aansluitend op de inrichting 1 worden geplaatst en kan de geleegde 15 vrachtwagen 7 vervolgens worden beladen met de nieuwe lading 21 door de hefsleden van de transportbanen 12,13;12’,13’ geheel binnen de laadruimte van de - vrachtwagen te plaatsen.
Hoewel de inrichting in figuren la en lb is beschreven aan de hand van een gecombineerd los- en laadsysteem met een tweetal dwarstransporteurs 8,9 is het Ξ 20 eveneens mogelijk dat het systeem volgens de onderhavige uitvinding is uitgevoerd - met een enkele dwarstransporteur 8 aan de voorzijde 7 of met een enkele dwarstransporteur 9 aan de achterzijde 10. Verder is het eveneens mogelijk om volgens de uitvinding de inrichting toe te passen met toevoertransporteurs die in het verlengde liggen van de transportbanen 12,13,12’,13’. Door het automatisch laden 25 of lossen volgens de onderhavige uitvinding worden veel arbeidsuren bespaard terwijl bovendien geen dure hulpmiddelen zoals vorkheftrucks en dergelijke te hoeven worden ingezet. Door de automatische behandeling van de goederen wordt schade aan de producten voorkomen. Verder wordt de wachttijd voor de vrachtwagens en chauffeurs bekort en kan een hoge doorzet worden bereikt zodat 30 een fabriek of magazijn met minder transportinrichtingen kan werken voor de ~ verwerking van dezelfde hoeveelheid goederen waardoor besparing op kosten en gebouwen plaats kan vinden.
- Figuur 2 toont een doorsnede-aanzicht dwars op de transportrichting T2 van J 1008184 9 de transportbanen 12,13 in figuur lb. Zoals blijkt uit figuur 2, omvatten alle transportbanen 12,13 een goot 25 met opstaande randen 26,27 waarvan de bovenvlakken 28,29 een steunvlak vormen voor de lading, die in dit geval wordt gevormd door een pallet 30. De binnen de goot 25 gelegen hefslede 23 is getoond 5 in zijn onder de steunvlakken 28 en 29 gelegen vrijgeefpositie terwijl de hefslede 24 in een boven de steunvlakken 28,29 gelegen hefpositie is getoond. Zoals blijkt uit figuur 2 strekken de rollen 31 van de dwarstransporteur 9 zich tussen de transportbanen 12 en 13 uit. Hierdoor kan bij plaatsing van de hefsleden 23,24 in de hefpositie, de pallet 30 boven de rollen 31 worden getild. Door de hefsleden 10 23,24 in de vrijgeefpositie te brengen, zoals aan de linkerzijde van figuur 2 is weergegeven, kunnen de pallets 30 op de rollen 31 worden afgesteund en dwars op de transportrichting in de richting van de pijl T3 worden afgevoerd. De opstelling van de transportbanen 12,13 volgens figuur 2 is geschikt voor het verplaatsen van objecten zoals pallets met een gesloten bodemvlak.
15 Voor verplaatsing van objecten met een open bodemvlak, zoals bijvoorbeeld
Europallets 32 zoals getoond in figuur 3, kunnen verschillende paren hefsleden 34, 35 en 36 zijn opgesteld om tussen de klossen van de pallets 32 te vallen. Aangezien de Europallets 32 niet via de rollen 37 van de dwarstransporteur kunnen worden verplaatst, is voorzien in een ketting 38 voor verplaatsing van de pallets in de 20 richting van de pijlen T3. De afstand tussen tegenover elkaar gelegen delen van de ketting 38 is enigszins kleiner dan de diameter van de rollen 37. In de rollen 37 zijn omtrekssleuven uitgespaard waarin de ketting 38 is gelegen.
Tijdens de verplaatsing van de pallets in de richting van de pijl T3 zijn de hefsleden 34, 35 en 36 in de uit het vlak van tekeningen gelegen richting 25 teruggetrokken. De goten van de transportbanen strekken zich niet boven de rollen 37 van de dwarstransporteur uit. Wanneer de pallets 32 zich in een juiste positie bevinden worden de hefsleden 34, 35 en 36 verplaatst over de rollen 37, in hun vrijgeefpositie, en tot onder de pallets gebracht. Vervolgens worden de hefsleden in hun hefpositie gebracht en kunnen de pallets loodrecht op het vlak van tekening 30 worden getransporteerd. Door een zodanige zijdelingse verplaatsing van de transportbanen en een hoogte-instelling van de dwarstransporteur dat de hefsleden 34, 35 en 36 boven de rollen 37 zijn gelegen of daar respectievelijk tussenin vallen, kunnen met één systeem zowel voorwerpen met een gesloten bodemvlak als 10061S 4 10 voorwerpen met een open bodemvlak worden geladen en gelost.
Zoals getoond in figuur lb, zijn de hefsleden aan de achterzijde 10 onderling verbonden door middel van een verbindingsorgaan 40 om de zijdelingse stabiliteit van de hefsleden te vergroten. In het geval dat de hefsleden 34, 35 en 36 tussen 5 klossen van de pellets 32 dienen te worden ingebracht zoals getoond in figuur 3, dient het verbindingsorgaan 40 naar onderen te worden gescharnierd. Verder kunnen door het verbindingsorgaan 40, dat bijvoorbeeld een koker omvat, voor iedere transportbaan 12,13,12’, 13’ aansluitleidingen voor stroomvoorziening en pneumatiek of hydroliek zijn geleid. Zoals getoond in figuur 4, zijn de 10 transportbanen 12,13,12’,13’ aan de achterzijde 10 voorzien van een scharnierpunt : 41 voor het wegklappen van het verbindingsorgaan 40. Deze schamierconstructie is ! eveneens nuttig wanneer de pallets aan de kopzijde van de inrichting worden aangevoerd in plaats van dwars op de transportrichting zoals getoond in figuur lb.
| Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede op vergrote schaal van een transportbaan 15 42 volgens de onderhavige uitvinding met een goot 43 waarin een hefslede 44 f verplaatsbaar is opgesteld. De goot 43 is voorzien van een bodemvlak dat een loopvlak vormt voor het loopwiel 45 van de hefslede 44. De twee opstaande zijwanden 46,47 vormen met hun bovenzijden 48,49 een steunvlak voor het stationair ondersteunen van te verplaatsen voorwerpen. De hefslede 44 omvat een 20 U-vormig profiel 50 waarin de as 51 van het loopwiel 45 is gelagerd. Over het U-: vormige profiel 50 is een verschuifbare kap 52 gelegen waarvan een bovenzijde een hefvlak 53 vormt voor het aangrijpen op de onderzijde van de te transporteren goederen. Tussen de kap 52 en de bovenzijde 54 van het U-vormige profiel 50 is een fluïdumleiding 55 gelegen, zoals bijvoorbeeld een 2 inch brandslang. Door het 25 op druk brengen van de fluïdumleiding 55 wordt de kap 52 met een slag van bijvoorbeeld 2,5 centimeter ten opzichte van het U-vormige profiel 50 verplaatst. Aan de onderzijde van de kap 52 is een aanslag 56 aangebracht die in de maximale hoogte positie van de kap aanligt tegen een aanslag 57 aan de buitenwand van het U-vormige profiel 50. Verder omvat het profiel 50 aan de linkerzijde een ruimte 58 30 waarbij aan de bovenzijde een kamer is gevormd waarin een ketting 59 is gelegen. Het U-vormige profiel 50 is vast aan de ketting 59 bevestigd. Een kettingwiel 60 I reikt in de ruimte 58 en grijpt aan op de ketting 59 voor verplaatsing van de 1 hefslede 44.
1 ' ' ' r /
1 .wi>G
11
Aan de onderzijde is het U-vormige profiel 50 voorzien van twee flenzen 61,62 die onder nokken 63,64 op de zijwanden 46,47 reiken. Hierdoor wordt een stabiele verticale positionering van het U-vormige profiel 50 in de goot 43 verkregen.
5 In het U-vormige profiel 50 zijn ruimten uitgspaard voor het opnemen van elektrische kabels 65,66 en voor een luchtslang 67. Langs de elektrische kabels 65,66 kunnen bijvoorbeeld signalen afkomstig van een aan de voorzijde 7 gelegen druksensor aan de regeleenheid 18 worden toegevoerd. Verder kunnen door middel van de luchtslang 67 verschillende segmenten, waaruit de hefsleden kunnen zijn 10 opgebouwd, worden voorzien van perslucht.
Figuur 6 toont dat de kap 52 van de hefslede 44 eenvoudig kan worden losgenomen door deze handmatig te kantelen. Hiertoe is de aanslag 57 voorzien van een afschuining 70 waarlangs de aanslag 56 kan worden verschoven bij kanteling van de kap 52 rond de aanslag 56’ wanneer deze laatste aanligt tegen de aanslag 15 57’ van het U-vormige profiel 50. Op deze wijze wordt toegang verkregen tot de fluïdumleiding 55 alsmede tot de elektrische leidingen 65 en 66, die in de in figuur 6 getoonde uitvoeringsvorm enigszins anders zijn uitgevoerd dan in de uitvoeringsvorm volgens figuur 5.
Figuur 7 toont tenslotte een uitvoeringsvorm waarbij in de sleuf 58 van het 20 U-vormige profiel 50 een richtorgaan 71 is opgenomen in de vorm van een haaks profiel waarvan één been als loopvlak 72 dient voor het loopwiel 45 van de hefslede 44. Het loopwiel 45 kan bijvoorbeeld zijn gevormd door een standaard palletrol die door zijn constructie en kleine bouwhoogte een maximale belasting kan opnemen en tevens onderhoudsarm is. Het loopvlak van het loopwiel 45 is bestand 25 tegen insnijding en heeft een lage rolweerstand.
Figuur 8 toont een schematische weergave van een systeem volgens de onderhavige uitvinding voor het laden en lossen van een vrachtwagen 73 waarbij de hefsleden 74 en 75 ieder zijn onderverdeeld in een eerste segment 76 en een tweede segment 77. Verplaatsing van de hefsleden van beide segmenten 76 en 77 in de 30 transportrichting L vindt gelijktijdig plaats door middel van een enkele aandrijfmotor 78 die wordt aangestuurd door de regeleenheid 79. Verder wordt ieder segment 76 en 77 afzonderlijk in de hefrichting H aangedreven, bijvoorbeeld door afzonderlijke compressoren 80,81 of door middel van een enkele compressor i i. / v...·' U .· ·'· 12 en een gestuurde schuif. Verder wordt de dwarstransporteur 83 in de transportrichting T aangedreven door middel van een aandrijfmotor 84. De lengte van de korte segmenten 77 stemt in hoofdzaak overeen met de breedte van de dwarstransporteur 83.
5 Figuur 9a toont een eerste wijze waarop de regelinrichting 79 de hefsleden i
van het korte segment 77 en van het lange segment 76 aanstuurt in de hefrichting H
; en in de verplaatsingrichting L voor het laden van een vrachtwagen 73. Hierbij ~ worden de goederen over de dwarstransporteur 83 aan de korte segmenten 77 « toegevoerd. Zoals wordt getoond in stap 1 van figuur 9a worden beide segmenten 10 77 en 76 in een hefpositie gebracht en vervolgens naar rechts getransporteerd.
| Hierdoor wordt het product I naar de positie gebracht zoals getoond in stap 2 van : figuur 9a. Hierbij is de slag van de verplaatsing enigszins groter dan de lengte van het kortere segment 77. Een nieuw product II wordt door de transporteur 83 : uitgelijnd met de transportbanen van de hefsleden 74 en 75. Vanuit positie 2 in 15 figuur 9a worden zowel het korte als het lange segment 77 en 76 in een * vrijgeefpositie gebracht en terugbewogen naar links, zoals weergegeven in positie 3 van figuur 9a. Vervolgens wordt het korte segment 77 in zijn hefpositie gebracht zodat het product II optilt van het steunvlak. Daarna bewegen het lange segment 76 en het korte segment 77 zich gezamenlijk naar rechts totdat het product II aanligt 20 tegen het product I. Vervolgens wordt het lange segment 76 in zijn hefpositie gebracht zodat de onderling aanliggende producten I en II gezamenlijk naar rechts worden getransporteerd. Zoals getoond in stap 6 van figuur 9a wordt vervolgens een nieuw product III uitgelijnd rhet de transportbanen van de hefsleden 74 en 75. Vervolgens worden de stappen 2 t/m 6 van figuur 9a weer herhaald totdat het aantal 25 producten op de transportbanen overeenstemt met de lengte van de laadruimte van de vrachtwagen 73. Wanneer dit het geval is worden alle aanliggende producten gezamenlijk met één grote slag van beide segmenten 77 en 76 naar rechts verplaatst zodat alle producten gezamenlijk in de laadruimte van de vrachtwagen 73 worden gebracht. Daarna worden beide segmenten weer in de vrijgeefpositie gebracht en 30 geheel teruggetrokken, waarna het proces zich kan herhalen.
— Figuur 9b toont een alternatieve wijze voor het laden van een vrachtwagen 73 waarbij het lange segment 76 en het korte segment 77 zich in stap 1 beide in de II hefpositie naar rechts bewegen, zodat een nieuw product II in een transportpositie
II
B 1008184 13 kan worden gebracht, zoals getoond voor positie 2 van figuur 9b. Vervolgens worden beide segmenten 76,77 in de vrijgeefpositie geplaatst en naar links bewogen. Daarna wordt in stap 4 van figuur 9b het lange segment 76 in zijn hefpositie gebracht en worden beide segmenten vervolgens naar links bewogen 5 totdat de goederen I en II tegen elkaar aanliggen zoals getoond in positie 5 van figuur 9b. Vervolgens wordt vanuit deze toestand het korte segment 77 in zijn hefpositie gebracht en worden de producten I en II gezamenlijk naar rechts getransporteerd tot de uitgangspositie 6, waar een nieuw product III in een transportpositie is geplaatst. Vervolgens worden de stappen 2 t/m 6 van figuur 9b 10 herhaald.
Figuur 10a toont een eerste uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het lossen van een vrachtwagen 73 zoals getoond in figuur 8. Allereerst worden de goederen I-III uit de laadruimte van de vrachtwagen 73 gebracht, waarbij beide segmenten 76 en 77 zich in hun hefpositie bevinden en met een relatief lange slag 15 naar links worden verplaatst. Vervolgens wordt, zoals getoond in stap 2 van figuur 10a, het korte segment 77 in de vrijgeefpositie gebracht en worden vervolgens beide segmenten 76,77 naar rechts verplaatst zoals getoond in stap 3. Vervolgens kan het vrijgegeven product I via de dwarstransporteur 83, zoals getoond in figuur 8, worden afgevoerd. De beide segmenten 76,77 worden onder de volgende 20 producten II,III geplaatst zoals getoond in positie 4 en vervolgens weer in een hefpositie geplaatst zoals getoond in positie 5 van figuur 10a. Daarna worden de segmenten naar links verplaatst tot in de uitgangspositie zoals getoond in stap 6 van figuur 10a en worden stappen 2 t/m 6 weer herhaald totdat alle producten zijn afgevoerd. Bij de hier beschreven losmethode kan de regelinrichting 79 de 25 transporteur 83 zodanig aandrijven dat deze wordt bekrachtigd op het moment van stap 3 van figuur 10a. Hierbij kan de transporteur 83 dus op intermitterende wijze worden bedreven.
Figuur 10b toont een volgende uitvoeringsvorm voor het lossen van een laadruimte van een vrachtwagen 73 waarbij de dwarstransporteur 83 ononderbroken 30 kan worden bedreven. In stap 1 worden eerst alle producten I-III aanliggend uit de laadruimte 73 geplaatst door middel van een lange verplaatsingsslag van beide segmenten 76,77 die zich daartoe in een hefstand bevinden. Vervolgens wordt in stap 2 het lange segment 76 in zijn vrijgeefpositie geplaatst en worden daarna beide iOQLK'i 14 segmenten naar links gebracht zoals getoond in stap 3. Hierdoor wordt het product 1 boven de dwarstransporteur 83 geplaatst. Vervolgens wordt het korte segment 77 in zijn vrijgeefpositie geplaatst zoals getoond in figuur 4 zodat product 1 op de rollen van de dwarstransporteur 83 wordt afgesteund en daardoor wordt verwijderd.
‘ 5 Beide segmenten 77 en 76 trekken zich vervolgens in hun vrijgeefpositie terug tot positie 5 van figuur 10b. Daarna worden zij beiden weer in de hefstand gebracht en i naar links verplaatst zoals getoond in positie 6 van figuur 10b.
i Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat door de juiste programmering van de besturingseenheid 79 een groot aantal verschillende laad- en losbewerkingen j * 10 kan plaatsvinden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk, door het aanbrengen van een £ ^ tweetal dwarstransporteurs zoals getoond in de constructie volgens figuur la en lb, i alsmede door de aanwezigheid van een korter segment van de hefsleden nabij iedere I dwarstransporteur, om een gecombineerde laad- en losbewerking uit te voeren. Het is voorts mogelijk om de transportinrichting volgens de uitvinding onder te verdelen 15 in meerdere segmenten die allen onafhankelijk kunnen worden bewogen tussen een ’ vrijgeef- en een hefpositie.
Figuur 11 toont een pneumatisch schema voor bediening van de lange en korte segmenten van een transportinrichting volgens de uitvinding waarbij de hefbeweging van de hefsleden met een korte slangsectie 91 en een lange slangsectie - 20 92 wordt verkregen. Via een reduceerklep 93 wordt perslucht toegevoerd aan een elektrisch bediende drie/vijf/schuif 94. Via een ontluchtingsklep 95 is de drie/vijf schuif 94 verbonden met de lange slangsecties 92,92’ van ieder van de langs een - transportbaan gelegen hefsleden. Via een leiding 96 zijn respectieve ^ ontluchtingskleppen 97,97’ van de korte secties 91,91’ verbonden met de drie/vijf 25 schuif 94. In de getoonde middenpositie van de schuif 94 worden zowel de lange als de korte slangsecties 91,91’,92,92’ ontlucht via respectievelijk de leidingen 96 en 98. In de onderste stand van de schuif 94 wordt de leiding 96 ontlucht en wordt de leiding 98 verbonden met de reduceerklep 93. Hierbij worden de lange slangsecties 92,92’ op druk gebracht terwijl de korte slangsecties 91,91 ontlucht 30 zijn. Bij de bovenste positie van de schuif wordt de leiding 98 ontlucht en wordt de __ leiding 96 verbonden met de reduceerklep 93 zodat de korte slangsecties 91,91’ op druk zijn gebracht en de lange slangsecties 92,92’ ontlucht zijn. Hierbij wordt de al stand van de drie/vijf schuif 94 bepaald door de microcomputer in de regeleenheid
W
5 1 fiflp. ’·. P, 7? 15 18,79. De werkdrukken van de korte en lange secties 91 en 92 bedragen tussen 1 en 4 bar.
Figuren 12a t/m 12c tonen een transportinrichting volgens de onderhavige uitvinding waarbij de hefsleden 100,101 over loopvlakken 102,103 worden 5 verplaatst die nagenoeg tweemaal de lengte van de hefsleden hebben. Hiertoe zijn twee motoren 104,105 opgenomen om de hefsleden 100,101 langs het gehele traject te kunnen verplaatsen.
Figuur 12a toont hoe het systeem volgens de onderhavige uitvinding kan worden toegepast om een lading 106 van een eerste dok 107 over te brengen naar 10 een tweede dok 108. Hierbij kan de lading 106 bijvoorbeeld zijn gevormd door rolcontainers die aan de voorzijde 109 dwars op de transportrichting worden verplaatst met bijvoorbeeld een vorkheftruck 110.
Figuur 12b toont hoe een lading met behulp van het systeem volgens de uitvinding naar een wachtpositie kan worden overgebracht.
15 Figuur 12c toont hoe met het systeem volgens de uitvinding een eerste lading 110 in een laadruimte kan worden gebracht terwijl op het stationaire deel van de transportinrichting een tweede lading 111 wordt gegroepeerd in afwachting van voltooiing van het laden.
Bij toepassing van een tweetal aandrijfmotoren 104,105, zoals getoond in 20 figuur 12a, dienen de kettingwielen van iedere motor 104,105 nauwkeurig aan te grijpen in de kettingen die aan de hefsleden zijn bevestigd. De tweede aandrijving 105 in figuur 12a dient de aandrijving van de motor 104 over te nemen wanneer de hefsleden 100,101 buiten het bereik van de motor 104 raken. Om de aangrijping van de kettingwielen op de schalmen van de ketting te vergemakkelijken, is de 25 motor 105, zoals getoond in figuur 13, verend bevestigd aan een drager 116. Zoals wordt getoond in figuur 13 is het kettingwiel 117 waarmee de hefslede 118 wordt aangedreven bevestigd aan de aandrijfas 119 die via een reduceerkast 111 is verbonden met de motor 105. Via de veerelementen 120, 121 en 122 zijn de reduceerkast 111, en de aandrijfas 119 verbonden met een respectieve drager 30 116,116’. De reduceerkast 111 omvat een aanslag 123 die bij een hoekverdraaiing van de motor rondom de hartlijn van de aandrijfas 119, welke overeenstemt met de afstand tussen twee opeenvolgende schalmen, aanslaat tegen de drager 116 waarna de volle aandrijfkracht op de as 119 wordt uitgeoefend.
1008184 16
Het zal duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven voorbeelden en dat verschillende veranderingen en wijzigingen door de deskundige kunnen worden aangebracht zonder buiten de reikwijdte van de onderhavige uitvinding te treden.
5 100813* t

Claims (14)

1 C'08J 84 gelegen voorwerp en het daaropvolgende voorwerp, en k plaatsing van beide segmenten in de vrijgeefstand en gezamenlijke verplaatsing van de transporteur af. 5
1. Transportsysteem omvattende twee parallelle transportbanen met ieder een steunorgaan met een steunvlak voor het dragen van een 5 object en een daarlangs verplaatsbare hefslede, welke hefsleden met een hefvlak tussen een onder het steunvlak gelegen vrijgeefpositie en een boven het steunvlak gelegen hefpositie verplaatsbaar zijn, alsmede een eerste aandrijfinrichting voor verplaatsing van de hefsleden langs hun respectieve transportbaan en een tweede 10 aandrijfinrichting voor verplaatsing van het hefvlak tussen de vrijgeefpositie en de hefpositie, met het kenmerk, dat de steunvlakken stationair zijn uitgevoerd en dat de transportinrichting is voorzien van een met de eerste en de tweede aandrijfinrichtingen verbonden regeleenheid die is ingericht om cyclisch de volgende 15 stappen uit te voeren: a activeren van de tweede aanrdrijfinrichting voor plaatsing van de hefsleden in de hefpositie, b activeren van de eerste aandrijfinrichting voor verplaatsing 20 van hefsleden langs de transportbanen over een eerste verplaatsinglengte die relatief klein is ten opzichte van de lengte van de transportbaan, c deactiveren van de tweede aandrijfinrichting voor plaatsing van de hefsleden in de vrijgeefpositie, 25. het activeren van de eerste aandrijfinrichting voor verplaatsing van de hefsleden in een tegengestelde richting aan de verplaatsingrichting in stap b, over een nagenoeg gelijke afstand, en waarbij de regeleenheid eventueel is ingericht om na een aantal cycli a tot en met d: 30 e de eerste en de tweede aandrijfinrichtingen gezamenlijk te activeren voor het verplaatsen van de hefsleden over een tweede lengte die ten minste drie maal de verplaatsingslengte van stap b bedraagt. 35
2. Transportsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de relatief kleine verplaatsinglengte in stap b overeenstemt met een afmeting van een te verplaatsen object en waarbij de tweede 1008184 verplaatsinglengte in stap e overeenstemt met de afmeting van een te beladen laadruimte.
3. Transportsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat i 5 deze ten minste een dwars op de transportbanen gelegen transporteur omvat met een zich tot tussen de hefsleden uitrekkend einddeel met een voorafbepaalde breedte, waarbij iedere hefslede ten minste een j i eerste en een tweede segment omvat, waarbij de tweede segmenten nabij de transporteur zijn gelegen en in lengte ten minste overeenstemmen 10 met de breedte van de transporteur, waarbij de eerste en de tweede ! segmenten ieder zijn voorzien van afzonderlijke en onafhankelijk te bedienen tweede aandrijfinrichtingen.
4. Transportsysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de , 15 regeleenheid is ingericht om cyclisch de volgende stappen uit te voeren: Voor het laden van goederen in een laadruimte: 20. plaatsing van beide segmenten in de vrijgeefstand en ^ verplaatsing van de segmenten naar de transporteur, g plaatsing van één van de segmenten in de hefstand en = verplaatsing van beide segmenten vanaf of naar de transporteur totdat 25 het van de transporteur over te nemen of overgenomen voorwerp aanligt tegen het daaropvolgende voorwerp op de hefsleden, en h plaatsing van beide segmenten in de hefstand en gezamenlijke verplaatsing van de transporteur af, 30 en voor het lossen van goederen uit een laadruimte: i plaatsing van beide segmenten in de hefstand en verplaatsing van de segmenten naar de transporteur, 35 I j plaatsing van één van de segmenten in de vrijgeefstand en | verplaatsing van beide segmenten vanaf of naar de transporteur totdat f een vrije ruimte is gevormd tussen het dichtst bij de transporteur m
5. Transportinrichting voor toepassing in een transportsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hefslede een naar onderen open U-vormig profiel omvat met twee zijwanden en daartussen opgehangen een loopwiel, een om het U-vormige profiel grijpende kap 10 en een tussen de kap en het profiel gelegen flexibele fluidumleiding voor het door expansie onderling verplaatsen van de kap en het profiel.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het 15 profiel op een uitwendig oppervlak van de zijwanden en de kap op een inwendig oppervlak, ieder zijn voorzien van een aanslag, welke aanslagen bij het bereiken van een uiterste hefpositie van de kap tegen elkaar aanliggen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aanslag van het U-vormige profiel is voorzien van een afschuining zodat de aanslag van de kap handmatig langs de aanslag van het U-vormige profiel kan worden verplaatst door kanteling van de kap.
8. Inrichting volgens conclusie 5, 6, of 7, met het kenmerk, dat in het profiel een ruimte is aangebracht voor het opnemen van elektrische leidingen en/of van een met de fluidumleiding verbonden fluïdum-toevoerleiding.
9. Inrichting volgens conclusie 5, 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat het U-vormige profiel aan een zijwand is voorzien van een parallel aan de zijwand gelegen sleuf, waarbij het profiel nabij het bovendeel van de sleuf is bevestigd aan een door de sleuf lopende ketting, en waarbij de inrichting een op de ketting aangrijpend, in de sleuf 35 reikend kettingwiel omvat.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat langs de transportbanen in de sleuf reikende richtorganen zijn aangebracht. 1008184
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de richtorganen een haaks profiel omvatten waarvan een been een loopvlak vormt voor het loopwiel van de hefslede.
12. Inrichting volgens een der conclusies 5 t/m 11, met het j kenmerk. dat de hefsdelen aan hun uiteinde zijn voorzien van een druksensor, verbonden met de regeleenheid, voor het uitschakelen van ! de eerste aandrijfinrichting wanneer de regeleenheid een druksensorsignaal ontvangt. 10
13. Inrichting volgens een der conclusies 5 t/m 12, met het kenmerk, dat de eerste aandrijfinrichting een motor omvat met een loodrecht op de transportbaan gelegen aandrijfas, met daarop een = kettingwiel, een rol of pullie met daaromheen een eindeloze band of j 15 ketting met het kenmerk, dat de motor via veerelementen is bevestigd aan een drager en een aanslag omvat, waarbij de motor in de richting van de transportbaan verplaatsbaar is ten opzichte van de drager ; totdat de aanslag aanligt tegen de drager.
14. Inrichting volgens een der conclusies 5 t/m 13, met het kenmerk, dat de twee parallelle hefsleden aan hun uiteinden onderling 1 zijn verbonden door een dwars op de transportbanen gelegen verbindingsorgaan, waarbij iedere hefslede nabij het verbindingsorgaan een scharnierpunt omvat voor het naar onderen 25 kantelen van een met het verbindingsorgaan gekoppeld einddeel van de hefsleden. ” 1008184
NL1008184A 1998-02-03 1998-02-03 Transportsysteem. NL1008184C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008184A NL1008184C2 (nl) 1998-02-03 1998-02-03 Transportsysteem.
DE69903795T DE69903795T2 (de) 1998-02-03 1999-02-03 Fördersystem
AU23022/99A AU2302299A (en) 1998-02-03 1999-02-03 Conveying system
CA002319051A CA2319051A1 (en) 1998-02-03 1999-02-03 Conveying system
PCT/NL1999/000055 WO1999040002A1 (en) 1998-02-03 1999-02-03 Conveying system
EP99902934A EP1056663B1 (en) 1998-02-03 1999-02-03 Conveying system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008184A NL1008184C2 (nl) 1998-02-03 1998-02-03 Transportsysteem.
NL1008184 1998-02-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008184C2 true NL1008184C2 (nl) 1999-08-04

Family

ID=19766450

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008184A NL1008184C2 (nl) 1998-02-03 1998-02-03 Transportsysteem.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP1056663B1 (nl)
AU (1) AU2302299A (nl)
CA (1) CA2319051A1 (nl)
DE (1) DE69903795T2 (nl)
NL (1) NL1008184C2 (nl)
WO (1) WO1999040002A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2216784T3 (es) * 1999-08-28 2004-11-01 Usm, Uebach Spezial Maschinen Gmbh Plataforma de carga acoplable modular.
CA2401501A1 (en) * 2000-02-28 2001-09-07 Matthew J. Ransil Roller conveying apparatus
US6554116B2 (en) 2000-09-01 2003-04-29 Morgan Corporation Quick release roller track top plate
ES2211269B1 (es) * 2002-02-14 2005-11-01 Industria Metalurgica Aragon, S.L. Maquina para carga y descarga de mercancias.
FR2839711B1 (fr) * 2002-05-14 2005-08-19 Regie Autonome Transports Dispositif de deplacement d'une charge reposant sur le sol
BE1023455B1 (nl) * 2015-09-23 2017-03-27 FACIL CORPORATE, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Inrichting voor het verplaatsen van pallets

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1570200A (nl) * 1967-06-16 1969-06-06
FR2219094A1 (nl) * 1973-02-22 1974-09-20 Japan National Railway
DE3111291A1 (de) * 1981-03-23 1982-10-28 KVM Kunststoffverarbeitung Miehlen GmbH, 5429 Miehlen "blocklager"
DE19622792A1 (de) * 1996-06-06 1997-12-11 Meyer Rieke Eckhard Schwerlast-Lackvorrichtung, Vorrichtung zur Lastaufnahme und Transport schwerer Güter

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1570200A (nl) * 1967-06-16 1969-06-06
FR2219094A1 (nl) * 1973-02-22 1974-09-20 Japan National Railway
DE3111291A1 (de) * 1981-03-23 1982-10-28 KVM Kunststoffverarbeitung Miehlen GmbH, 5429 Miehlen "blocklager"
DE19622792A1 (de) * 1996-06-06 1997-12-11 Meyer Rieke Eckhard Schwerlast-Lackvorrichtung, Vorrichtung zur Lastaufnahme und Transport schwerer Güter

Also Published As

Publication number Publication date
EP1056663A1 (en) 2000-12-06
DE69903795T2 (de) 2003-09-18
DE69903795D1 (de) 2002-12-12
CA2319051A1 (en) 1999-08-12
EP1056663B1 (en) 2002-11-06
AU2302299A (en) 1999-08-23
WO1999040002A1 (en) 1999-08-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8700453A (nl) Laadvloer van een vrachtvoertuig.
US3788452A (en) Balanced extendible mobile conveyor
NL2002131C (nl) Inrichting voor het stapelen van objecten.
US5921740A (en) Device for automatically loading a container
NL8000739A (nl) Goederentransporteur met lastoverlaadmechanisme.
US20090047105A1 (en) Transfer Plate and Method for Loading a Cargo Space
CN109264433B (zh) 自动装货设备及装货方法
EP3383774B1 (en) Equipment for moving a pallet
NL1008184C2 (nl) Transportsysteem.
US6368042B1 (en) Vehicle loading and unloading system
US5271334A (en) Cart loading equipment having reciprocating pusher and chain conveyors with sensor operated central control
JPH0356306A (ja) 帯状部材の取出し移送装置
US6966416B2 (en) Conveyor system
NL1011978C2 (nl) Inrichting voor transport van stukgoed.
US5927927A (en) Automatic cart loading machine and method
EP0000321B1 (en) Load handling apparatus for loading and unloading of transport vehicles
NL8602846A (nl) Laadvloer en een van een dergelijk laadvloer voorzien voertuig.
WO2011018553A1 (en) Arm for a forklift fork and a forklift fork
EP1028085B1 (en) Storage area loading and unloading system
KR100416383B1 (ko) 적재화물 이송 시스템
EP2208696B1 (en) An apparatus for transferring a container
NL2001734C2 (nl) Samenstel voor het beladen van vrachtwagens.
JPS62157137A (ja) 荷物の整列装置
NL1042552B1 (nl) Samenstel van een inrichting voor het laden van een voertuig en een te laden voertuig, tevens werkwijze voor het laden van zo een voertuig middels zo een inrichting
KR200277232Y1 (ko) 화물 적재용 운반차

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090901