NL1004887C2 - Stalsysteem voorzien van een primaire scheidingsinrichting en geïntegreerde emissie-arme verwerking van de gescheiden fracties op het bedrijf. - Google Patents

Stalsysteem voorzien van een primaire scheidingsinrichting en geïntegreerde emissie-arme verwerking van de gescheiden fracties op het bedrijf. Download PDF

Info

Publication number
NL1004887C2
NL1004887C2 NL1004887A NL1004887A NL1004887C2 NL 1004887 C2 NL1004887 C2 NL 1004887C2 NL 1004887 A NL1004887 A NL 1004887A NL 1004887 A NL1004887 A NL 1004887A NL 1004887 C2 NL1004887 C2 NL 1004887C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
manure
air
stable
evaporator
drying
Prior art date
Application number
NL1004887A
Other languages
English (en)
Inventor
Willem Kroodsma
Original Assignee
Inst Milieu & Agritech
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Inst Milieu & Agritech filed Critical Inst Milieu & Agritech
Priority to NL1004887A priority Critical patent/NL1004887C2/nl
Priority to EP97203879A priority patent/EP0850561A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1004887C2 publication Critical patent/NL1004887C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/01Removal of dung or urine, e.g. from stables
    • A01K1/0103Removal of dung or urine, e.g. from stables of liquid manure
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C3/00Treating manure; Manuring
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/28Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture specially adapted for farming

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)
  • Fertilizers (AREA)

Description

Stalsysteem voorzien van een primaire scheidingsinrichting en geïntegreerde emissie-arme verwerking van de gescheiden fracties op het bedrijf.
5 De onderhavige uitvinding betreft een stalsysteem omvattende een stal voorzien van een roostervloer, een onder de roostervloer gelegen opvangruimte voor mest, een de opvangruimte overbruggend vloeistof doorlaatbaar transportelement en een langs de onderzijde van de opvangruimte gelegen afvoerkanaal voor afvoer van door het 10 transportelement doorgelaten gier.
In de rundvee-, en varkenshouderij is het bekend om onder de roosterelementen van een stalvloer een filterdoek of een geperforeerde transportband te plaatsen, voor scheiding van vaste mest en gier. De vaste mest en de gier vallen door de roosters van de 15 stalvloer waarna de gier via het doorlaatbare transportelement in een afvoerkanaal belandt. Met "doorlaatbaar" wordt hierin bedoeld een transportelement dat bijvoorbeeld bol of hellend is uitgevoerd en vloeistof langs zijn randen naar de opvangruimte doorlaat, alsmede transportelementen die over een deel van hun oppervlak open of 20 geperforeerd zijn zoals filterdoeken, roosters en dergelijke. De vaste mest wordt periodiek van het transportelement naar een langs de hokken in de stal gelegen transportband gebracht die de mest toevoert aan een opslagsilo. Een dergelijk systeem is in meer detail beschreven in "Mestscheiding", Ing. W. Kroodsma en Ing. H.R. Poelma, 25 publikatie 209, Instituut voor Mechanisatie Arbeid en Gebouwen, Wageningen, 1985. Door het scheiden van de mest in een gierfractie en een vaste fractie, kan een betere benutting daarvan plaatsvinden. Zo kan bijvoorbeeld de gier worden uitgereden op het grondoppervlak nabij de stal, terwijl de vaste fractie, waarvan de bemestingswaarde 30 het grootst is, kan worden getransporteerd naar andere lokaties.
Uit EP-B-0 498 084 is een stalsysteem bekend met een geperforeerde transportband met daaronder een gieropvanggoot. De feces worden periodiek verwijderd, de urine vloeit af naar een pompput en wordt periodiek overgepompt naar een opslag. Verondersteld 35 wordt dat met deze werkwijze de ammoniakemissie uit de stal vermindert. De stal is niet voorzien van apparatuur om de lucht te zuiveren. De (deels gedroogde) vaste mestfractie wordt opgeslagen in een mobiele houder en afgevoerd naar een centrale droger. De 1004887 2 vloeibare fractie wordt belucht en zonodig aangezuurd om vervolgens te worden opgeslagen in een opslagvat voor verspreiding over het land, voor het reinigen van de stal of voor af voer naar een centrale verdamper. Het verkregen concentraat wordt vervolgens afgevoerd naar 5 de centrale droger en met de feces gedroogd tot mest met meer dan 80% droge stof. Bij deze bekende inrichting kan de ammoniak-emissie nog verder worden gereduceerd.
Uit NL-A-8802843 is een stalsysteem bekend om de vaste en vloeibare mestfracties gezamenlijk op te vangen in een kanaal onder 10 een roostervloer. Periodiek wordt het mengsel met aangezuurde dunne fractie uit de stal gespoeld en overgepompt naar een opslag. In de opslag vindt bezinking plaats, waarbij een dikkere en dunnere mestfractie wordt verkregen. De benodigde spoelvloeistof wordt aangezuurd en benut voor het spoelen van de mestkanalen. Met deze 15 werkwijze wordt de ammoniakemissie van de mest in het kanaal verminderd, de emissie vanaf het vuile rooster blijft echter aanwezig. Het resterende deel van de aangezuurde vloeibare fractie wordt afgevoerd naar een verdampingsruimte waar indikking plaatsvindt met behulp van watervasthoudend weefsel en luchtbeweging. De 20 ingedikte vloeibare fractie wordt daarna weer toegevoegd aan de afgescheiden dikke fractie en verwerkt als dunne mest met een hoog drogestofgehalte. De stal en verdampingsruimte zijn niet voorzien van apparatuur om de lucht te zuiveren. Ook bij dit systeem kan de ammoniak-emissie verder worden verminderd.
25 Het is een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een veestal waarbij door primaire scheiding van de gier en de vaste mest in een geïntegreerd systeem, mestbewerkingstechnieken op bedrijfsniveau kunnen worden toegepast. Het is tevens een doel van de onderhavige uitvinding de ammoniak-, stof- en geuremissie daarbij te 30 reduceren. Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding een mest te leveren die qua samenstelling op commerciële wijze kan worden verhandeld en getransporteerd.
Hiertoe heeft de veestal volgens de onderhavige uitvinding als kenmerk dat het gierafvoerkanaal is verbonden met een opslagreservoir 35 dat is voorzien van aanzuurmiddelen voor het toevoegen van een zuur aan de gier in het opslagreservoir, welk opslagreservoir via een giertoevoerkanaal is verbonden met de opvangruimte voor toevoer van aangezuurde gier aan de opvangruimte. Doordat de gier wordt 100488^ 3 opgevangen in aangezuurde gier, kan de ammoniakemissie uit de "verse" gier die in de aangezuurde gier wordt opgevangen, aanzienlijk worden gereduceerd. Door primaire scheiding wordt vrijwel "schone" gier (zo weinig mogelijk vervuild met organische stof uit feces) gewonnen. Dit 5 is van belang t.a.v. de hoeveelheid toe te voegen zuur om de gewenste zuurgraad (pH) te bereiken. Tevens is de "schonere" gier tijdens spoelen van de gier uit de stal en indikking van de gier in de verdamper beter te verpompen.
De aangezuurde gier wordt bijvoorbeeld gevormd door toevoer aan 10 het opslagreservoir van een zuur zoals bijvoorbeeld zwavelzuur.
Het is echter eveneens mogelijk om naast zwavelzuur andere organische of anorganische zuren te gebruiken, terwijl microbiële aanzuring eveneens mogelijk is.
in een voorkeursuitvoeringsvorm van een stalsysteem volgens de 15 onderhavige uitvinding is een luchtafvoerkanaal van de stal verbonden met een luchtinlaat van een verdamper waarbij het gieropslagreservoir eveneens is verbonden met de verdamper voor toevoer van de aangezuurde gier daaraan, waarbij de stallucht in de verdamper wordt vermengd met de aangezuurde gier, welke vervolgens door verdamping 20 tot een concentraat wordt ingedroogd.
Door de aangezuurde gier in een verdamper te mengen met de stallucht, wordt in de stallucht aanwezige ammoniak, o.a. afkomstig van bevuilde roosters en uit de composteringsruimte met de aangezuurde gier verbonden. Door het rondleiden van de aangezuurde 25 gier door de verdamper, wordt een concentraat gevormd, en wordt de ventilatielucht uit de stal nagenoeg volledig verzadigd en ammoniakvrij naar de buitenlucht afgevoerd. Eveneens zal de stofemissie van de stallucht na een dergelijke wasstap zijn afgenomen.
30 In een verdere uitvoeringsvorm van een veestal volgens de uitvinding mondt het vloeistof doorlaatbare transportelement uit in een droogtransporteur die eindigt in een opslaghouder voor compostering van vaste mest, waarbij droogmiddelen zijn opgenomen voor toevoer daaraan van drooglucht aan de droogtransporteur en/of 35 het transportelement voor geforceerde droging van de mest.
Via de droogtransporteur kan de vaste mest dat op het transportelement is verzameld, periodiek, of op continue wijze uit de stal worden afgevoerd. Hierbij is de droogtransporteur bij voorkeur 1 b V/ 4 ü ΰ 7 4 binnen een gesloten, centraal luchtafvoerkanaal gelegen. Tijdens het transport langs de droogtransporteur, die bijvoorbeeld even lang is als de stal, of enigszins langer, en die uit een aantal boven elkaar gelegen transportbanden kan bestaan, wordt stallucht door het 5 luchtafvoerkanaal over de mest afgezogen voor een geforceerde droging. Hierbij zal een extra lengte van de droogtransporteur ten opzichte van de lengte van de stal extra droogvermogen leveren. In het geval dat de mest wordt voorgedroogd op het doorlaatbare transportelement in de opvangruimte, kan de mest daar via 10 geperforeerde leidingen met warme, droge lucht zoals bijvoorbeeld stallucht worden aangeblazen. Voor een goede compostering is het van belang dat de mest wordt voorgedroogd tot ten minste 40% droge stof. De gedroogde vaste mest omvat bij voorkeur 90% van de droge stof en ruim 90% van het fosfaat en bijna 60% van de stikstof die door het 15 vee wordt afgescheiden. Doordat de dunne mestfractie van de vaste mestfractie gescheiden wordt, kan aan de stallen stro worden toegevoerd, dat deels door de dieren wordt gegeten en dat deels door de roosters op het transportelement belandt, en vervolgens tezamen met de vaste mest wordt toegevoerd aan de opslaghouder. In de 20 opslaghouder kan het vezelig materiaal van het stro compostering bevorderen. Een geschikte opslaghouder met laagsgewijze compostering en een in te regelen hoeveelheid lucht over de mest is beschreven in Europese octrooi-aanvrage Nr EP-A-0 589 537, ten name van aanvraagster. De compostering kan ook plaatsvinden in een emissie-25 arme opslag met geperforeerde vloer met een in te regelen hoeveelheid lucht die geforceerd door de mest wordt geblazen. Met deze methode kan, door meer of minder lucht aan te voeren, het temperatuurverloop in de mest en de stabilisering van de mest in zekere mate worden gestuurd.
30 Bij voorkeur wordt een luchtafvoer van de opslaghouder voor vaste mest verbonden met de luchtinlaat van de verdamper. Door een gedeelte van de ventilatielucht van de stal bijvoorbeeld via de opslaghouder voor vaste mest af te voeren naar de verdamper, worden de bij de spontane compostering vrijkomende gassen en waterdamp naar 35 de verdamper afgevoerd. Bij voorkeur wordt het in de verdamper gevormde concentraat toegevoerd aan de opslaghouder voor vaste mest.
Door de in het afvoerkanaal onder de roostervloer opgevangen gier toe te voeren aan een bezinker, alvorens de gier verder te 1 0 0 4 8 87 5 transporteren naar het opslagreservoir, kunnen in de gier gesuspendeerde vaste deeltjes worden afgescheiden en worden toegevoerd aan de opslaghouder voor vaste mest. Met het geïntegreerde stalsysteem volgens de onderhavige uitvinding wordt de stalmest 5 omgevormd tot gecomposteerde mest en wordt de gier omgevormd tot een geconcentreerde vloeistof. Het is mogelijk de geconcentreerde vloeistof, of een deel daarvan te mengen met de vaste fractie. Hierdoor wordt het mogelijk de gecomposteerde mest over grotere afstanden te vervoeren. Gezien het grote aandeel van de mineralen in 10 deze gecomposteerde fractie kan hierdoor de druk van overbemesting op de het stalsysteem omringende landerijen worden verminderd. Tevens wordt het mogelijk om na bijmenging met bepaalde producten een compostprodukt te verkrijgen met een samenstelling voor andere toepassingen bij bemesten zoals bijvoorbeeld potgrond. Verder wordt 15 met het geïntegreerde stalsysteem volgens de uitvinding de emissie van ammoniak naar de omgeving alsmede van geur en stofdeeltjes tot een minimum beperkt.
Een uitvoeringsvoorbeeld van een stalsysteem volgens de onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de 20 bijgevoegde tekening. In de tekening toont:
Figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een stalsysteem volgens de onderhavige uitvinding,
Figuur 2 een dwarsdoorsnede-aanzicht van een hok in de stal volgens figuur 1 langs de lijn II-II, 25 Figuur 3 een dwarsdoorsnede-aanzicht van een onder de stalvloer gelegen opvangruimte langs de lijn III-III in figuur 2,
Figuur 4 een alternatieve uitvoeringsvorm van een onder de stalvloer gelegen opvangruimte en een transportelement,
Figuur 5 schematisch een stalsysteem volgens de onderhavige 30 uitvinding en
Figuur 6 een zijaanzicht van de opslaghouder voor vaste mest alsmede de verdamper volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 1 toont een stalsysteem 1 met een vleesvarkensstal 2 en een mestverwerkingsinrichting 3. In de stal 1 zijn de varkens 35 gehuisvest in hokken, waarvan de vloer wordt gevormd door een hellende gesloten vloer 4 en door betonnen roosterelementen 5. De mest van het in de hokken gehouden vee valt door de roosters 5 in een onder de roosterelementen gelegen opvangruimte. Hierbij wordt de 1 0 0 4 8 8? 6 vaste mest opgevangen op een vloeistofdoorlaatbaar transportelement 12, zoals getoond in figuur 2. Dit transportelement 12 is in de getoonde uitvoeringsvorm gevormd door een gesloten, bolstaande, of hellende band waarlangs de gier langs de zijranden kan afvloeien. Het 5 transportelement 12 kan eveneens zijn gevormd door een geperforeerde band of door een filterdoek. De gier wordt via een gierafvoerkanaal 6 tot buiten de stal geleid naar de mestverwerkingseenheid 3, die hierna in meer detail zal worden beschreven. De vaste mest die op de transportinrichting 12 onder de roosterelementen is opgevangen, wordt 10 toegevoerd aan een droogtransporteur 7 en vervolgens langs de hokken afgevoerd naar de mestverwerkingseenheid 3.
Zoals blijkt uit figuur 2, bevindt de opvangruimte 10 voor gier en voor vaste mest zich onder de stalvloer 8. De roosterelementen 9 zijn voorzien van spleten zodat de vaste mest en de gier daar 15 tussendoor in de opvangruimte 10 kunnen raken. De roosterelementen 9 kunnen zijn gevormd uit beton, metaal, kunststof en dergelijke. Hierbij valt de vaste mest op het transportelement 12, en zal de gier via het transportelement 12 in een goot van het gieraf voerkanaal 6 worden opgevangen. Aan het eind van het deel van het gierafvoerkanaal 20 6 dat onder de roosterelementen 9 is gelegen, bevindt zich een drempel 6', zodat een laag aangezuurde gier 13 in het kanaal 6 blijft staan.
Via het transportelement 12, wordt de mest hetzij continu hetzij met voorbepaalde tussentijden afgevoerd naar de 25 droogtransporteur 7. Door een vast opgestelde schraper 6'’ wordt de vaste mest van de transportband 12 verwijderd en valt deze op de droogtransporteur 7.
De droogtransporteur 7 kan zijn opgebouwd uit een aantal boven elkaar aangebrachte transportbanden waarbij de mest van de hokken in 30 de stal voor een efficiënte droging op verschillende niveaus van de droogtransporteur 7 wordt toegevoerd, of kan in lengte worden gevarieerd tot een gewenste droogcapaciteit is bereikt. Tijdens transport door de stal 2, wordt de mest op de transportband van de droogtransporteur 7 voorgedroogd tot een percentage van ca. 25% droge 35 stof tot ongeveer ca. 40% droge stof. De toegepaste droogtemperaturen van de drooglucht bedragen ca. 20°C, bij een gemiddeld debiet van 40 a 50 m3 per dier per uur. Hiertoe kan een luchtafzuiginrichting zijn verbonden met het luchtafvoerkanaal waarin de transportband van de *? i’ i 4 b B 7 7 droogtransporteur 7 is geplaatst voor het afzuigen van omgevingslucht over of door de mest op de band van transporteur 7. Eventueel kan ook een verkruimelaar, een verspreider of een schudder voor bevordering van de droging zijn opgenomen langs de transportband van 5 droogtransporteur 7. De droogtransporteur 7 kan in een alternatieve uitvoeringsvorm ook in een geïsoleerde tunnel buiten de stal zijn gelegen.
Aan het gieropvangkanaal 6 wordt vanuit de mestverwerkingsinrichting 3 reeds opgevangen gier 13 toegevoerd die 10 is aangezuurd met bijvoorbeeld zwavelzuur tot een pH kleiner dan 6. Hierdoor belandt de verse gier in een zure omgeving in het gieropvangkanaal 6 waardoor de uitstoot van NH3 wordt beperkt. Via het afvoerkanaal 6 wordt de in de aangezuurde gier opgevangen verse gier afgevoerd naar de mestverwerkingseenheid 3, waarna deze gier 15 verder wordt vermengd met een zuur en wordt deze nieuw aangezuurde gier gedeeltelijk teruggeleid naar de opvangruimten 10 onder de hokken in de stal 2.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm waarbij het transportelement 12 wordt gevormd door een bol staande band, waarbij de gier langs de 20 zijranden in het opvangkanaal 6 kan raken. Het opvangkanaal 6 in de opvangruimte 10 kan zijn voorzien van hellende wanden met een centrale goot in een betonnen vloer, waarin een laag aangezuurde gier 13 staat.
Zoals getoond in figuur 4 kan het transportelement 12 eveneens 25 zijn uitgevoerd als een hellende transportband, waarvan het oppervlak op zich niet doorlatend is. Hierbij blijft de mest op de transportband liggen, en wordt de gier langs een zijrand afgevoerd naar een goot 14, waarin zich aangezuurde gier 13 bevindt. Langs de transportelementen 12 in figuren 3 en 4 zijn geperforeerde 30 droogleidingen 15 geplaatst waardoor drooglucht over de mest op de transportelementen wordt geblazen.
Het is eveneens mogelijk om het gieropvangkanaal 6 in plaats van als een open goot uit te voeren als een gesloten rioolsysteem, uit bijvoorbeeld kunststofbuizen.
35 Figuur 5 toont een schematische weergave van de stal 2 en de mestverwerkingseenheid 3. Aan de stal 2 worden lucht, water, voer en stro toegevoerd. Via een luchtinlaat 18 wordt ventilatielucht aan de stal toegevoerd en over de droogtransporteur 7 geleid. De op de 1 0 0 4 8 87 8 droogtransporteur 7 tot ten minste 40% droge stof voorgedroogde mest, die kan zijn gemengd met stro, wordt via een mestaf voerkanaal 21 toegevoerd aan een emissie-arme opslaghouder 22 voor vaste mest. De ventilatielucht in de stal wordt afgezogen naar een centraal kanaal 5 39, waarin de droogtransporteur 7 is opgesteld. Bij voorkeur bevindt het mestafvoerkanaal 21 zich binnen het luchtafvoerkanaal 39, voor een efficiënte droging.
Via een gierafvoerkanaal 20 wordt de gier uit de stal 2 afgevoerd naar een opslagreservoir 23, via bezinker 24. Vanuit een 10 houder 32 wordt aan het opslagreservoir 23 een zuur toegevoegd, zoals bijvoorbeeld zwavelzuur totdat de pH-waarde van de aangezuurde gier in opslagreservoir 23 ongeveer 6 bedraagt. Via een gierterugvoerkanaal 33 wordt een deel van de aangezuurde gier weer teruggeleid naar de stal 2 en wordt deze naar de opvangruimte 10 15 onder de hokken van de stal 2 geleid voor opvang van verse gier. Door opvang daarvan in aangezuurde gier, wordt geen ammoniak vervluchtigd.
De aangezuurde gier wordt vanuit het opslagreservoir 23 eveneens via een toevoerleiding 27 toegevoerd aan een verdamper 25. Via een luchtafvoer 19 wordt lucht vanuit de stal 2 aan een 20 luchttoevoer 26 van de verdamper 25 toegevoerd. In de verdamper 25 wordt de zure gier tot een concentraat gevormd dat via de toevoerleiding 35 in de opslaghouder voor vaste mest wordt gebracht. Via de toevoerleiding 35 wordt eveneens het bezinksel uit de bezinker 24 toegevoerd aan de opslaghouder voor vaste mest 22. De 25 ventilatielucht uit de stal wordt gedeeltelijk toegevoerd aan de opslaghouder 22 voor compostering. De bij compostering gevormde gassen en waterdamp worden door de stallucht afgevoerd via luchtafvoer 30 van de houder 22 naar verdamper 25. De uit de verdamper 25 afkomstige luchtstroom kan via een afvoer worden 30 toegevoerd aan een biologisch bed 29, ter verwijdering van geurcomponenten. Uit de verdamper gecondenseerde waterdamp kan weer worden hergebruikt en worden toegevoerd aan de stal 2 via leiding 34. Met behulp van het mestbewerkingssysteem 3 volgens figuur 5 zijn de uit de stal 2 afkomstige meststromen omgezet in gecomposteerde mest 35 of stromest en gezuiverde lucht, alsmede gezuiverd water. De opslagruimte voor vaste mest (22) kan worden voorzien van een warmtewisselaar 42 die is aangesloten op de opslag met aangezuurde gier of, zoals getoond, op het grondwater om de ingaande lucht te 1 0 0 4 8 87 9 conditioneren en daarmee de temperatuur van de mest tijdens het composteringsverloop te regelen. De vrijkomende energie uit het composteringsproces van de mest in de emissie-arme opslag 22 kan worden benut voor de opwarming van de te verdampen aangezuurde gier 5 in de gieropslag 23, zoals schematisch aangegeven met de pijl 41, waardoor de verdamping wordt versneld.
Figuur 6 toont schematisch de opslaghouder 22 voor vaste mest en de verdamper 25. De vaste mest wordt via de droogtransporteur 7 toegevoerd aan een omsloten opslag waarbij door een foliewand 36 een 10 luchtdichte afdichting wordt gevormd. Via de luchtafvoer 30 worden de bij compostering van de mest 37 vrijkomende gassen toegevoerd naar de luchtinlaat 26 van de verdamper 25. Tezamen met de uit de centrale luchtafvoer 39 afkomstige lucht wordt de lucht uit de houder 22 over de aangezuurde gier 38 geleid in de verdamper 25. De aangezuurde gier 15 38 wordt via een pomp 40 via een aantal sproeikoppen 41 in tegenstroom door de naar boven gerichte luchtstroom geleid die via een afzuigventilator 42 aan de buitenlucht wordt afgegeven. Met behulp van het geïntegreerde stalsysteem volgens de onderhavige uitvinding: 20 - wordt een hogere scheidingsefficiëntie van de vaste mest en de gier gekoppeld aan een laag energieverbruik, wordt een belangrijk deel van de mineralen in de vaste mestfractie geconcentreerd, wordt de af te zetten hoeveelheid mest met ca. 80% gereduceerd 25 door verdamping van gier met behulp van het vochtopnemend vermogen van onverzadigde ventilatielucht, verwarmd door de lichaamswarmte van de dieren en eventueel door de bij compostering vrijkomende warmte, wordt de mest omgevormd tot gecompos teerde mest die in samenstelling meer overeenstemt met de wensen van de gebruiker en de 30 eisen die worden gesteld bij export, kan het welzijn van de dieren worden verbeterd door toevoeging van stro aan de stallen, wordt de emissie van ammoniak en geur uit de stal verminderd door opvang van de gier in aangezuurde gier en de periodieke afvoer 35 van de mest, wordt het stalklimaat verbeterd door regelmatige mestafvoer, wordt de emissie van ammoniak, geur en stof verregaand verminderd door wassing van de ventilatielucht in de verdamper, en 6 U W O t 10 kan de vrijkomende waterdamp worden hergebruikt.
Hoewel de onderhavige uitvinding is beschreven aan de hand van een vleesvarkensstal, vindt het geïntegreerde stalsysteem volgens de onderhavige uitvinding eveneens toepassing bij bijvoorbeeld stallen 5 voor fokvarkens, rundveestallen en dergelijke.
1 0 0 4 8 87

Claims (9)

1. Stalsysteem omvattende een stal (2) voorzien van een roostervloer (8), een onder de roostervloer gelegen opvangruimte (10) 5 voor mest, een de opvangruimte overbruggend vloeistof doorlaatbaar transportelement (12) en een langs de onderzijde van de opvangruimte gelegen afvoerkanaal (6) voor afvoer van door het transportelement doorgelaten gier, met het kenmerk, dat het gierafvoerkanaal (6) is verbonden met een opslagreservoir (23) dat is voorzien van 10 aanzuurmiddelen (32) voor het toevoegen van een zuur aan de gier in het opslagreservoir (23), welk opslagreservoir via een giertoevoerkanaal (33) is verbonden met de opvangruimte (10) voor toevoer van aangezuurde gier aan de opvangruimte.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk. dat een luchtafvoerkanaal (39) van de stal (2) is verbonden met een luchtinlaat (26) van een verdamper (25), waarbij het gieropslagreservoir (23) eveneens is verbonden met de verdamper (25) voor toevoer van de aangezuurde gier daaraan, waarbij de stallucht in 20 de verdamper wordt vermengd met de aangezuurde gier, welke vervolgens door verdamping tot een concentraat wordt ingedroogd.
3. Stalsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het vloeistofdoorlaatbare transportelement (12) uitmondt in een 25 droogtransporteur (7) die uitmondt in een opslaghouder (22) voor vaste mest, waarbij droogmiddelen zijn opgenomen voor toevoer van drooglucht aan de droogtransporteur (7) en/of aan het transportelement (12) voor geforceerde droging van de mest. 30
4. Veestal volgens conclusie 3, met het kenmerk. dat de droogtransporteur in de stal (2) is gelegen binnen een luchtafvoerkanaal (39) van de stal.
5. Veestal volgens conclusie 3, met het kenmerk. dat de droogmiddelen een geperforeerde leiding omvatten die langs het transportelement is gelegen voor toevoer van drooglucht aan het transportelement. 1 0 0 4 8 87
6. Stalsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat langs de droogtransporteur mest-bewerkingsorganen zijn opgenomen zoals een verspreidinrichting, een verkruimelaar of een keerinrichting. 5
7. Stalsysteem volgens conclusie 2 en 3, met het kenmerk. dat een luchtinlaat (31) van de opslaghouder voor vaste mest (22) is verbonden met een luchtafvoerkanaal (39) van de stal en dat een luchtafvoer (30) van de opslaghouder voor vaste mest (22) is 10 verbonden met de luchtinlaat (26) van de verdamper (25).
8. Stalsysteem volgens conclusie 3,4,5,6 of 7 met het kenmerk dat een afvoerkanaal (35) van de verdamper (25) is verbonden met een toevoeropening van de opslaghouder voor vaste mest (22), voor toevoer 15 van in de verdamper gevormd concentraat aan de opslaghouder (22).
9. Veestal volgens conclusie 3,4,5,6,7 of 8 met het kenmerk. dat een bezinker (24) voor het opslagreservoir (23) is opgenomen voor het afscheiden van een bezinkfractie uit de gier, waarbij de bezinker 20 (24) met een af voer is verbonden met de opslaghouder voor vaste mest (22), voor toevoer van bezinksel daaraan. 1 0 0 4 8 87
NL1004887A 1996-12-23 1996-12-23 Stalsysteem voorzien van een primaire scheidingsinrichting en geïntegreerde emissie-arme verwerking van de gescheiden fracties op het bedrijf. NL1004887C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004887A NL1004887C2 (nl) 1996-12-23 1996-12-23 Stalsysteem voorzien van een primaire scheidingsinrichting en geïntegreerde emissie-arme verwerking van de gescheiden fracties op het bedrijf.
EP97203879A EP0850561A1 (en) 1996-12-23 1997-12-10 Animal-shed system provided with a primary separating device and lowemission processing of the separated fractions

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004887A NL1004887C2 (nl) 1996-12-23 1996-12-23 Stalsysteem voorzien van een primaire scheidingsinrichting en geïntegreerde emissie-arme verwerking van de gescheiden fracties op het bedrijf.
NL1004887 1996-12-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004887C2 true NL1004887C2 (nl) 1998-07-02

Family

ID=19764132

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004887A NL1004887C2 (nl) 1996-12-23 1996-12-23 Stalsysteem voorzien van een primaire scheidingsinrichting en geïntegreerde emissie-arme verwerking van de gescheiden fracties op het bedrijf.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0850561A1 (nl)
NL (1) NL1004887C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1159871A2 (en) 2000-05-30 2001-12-05 Instituut voor Milieu- en Agritechniek (IMAG-DLO) Stall for separating manure

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2002524093A (ja) 1998-09-16 2002-08-06 シュルツェ・ヴェッテンドルフ,クリストフ 家畜小屋で飼育される動物の***物の処理方法及びこの方法を実施するための装置
NL1013097C2 (nl) * 1999-09-20 2001-03-21 Wijngaart Adriaan J Van Der Mestbewerking en/of -verwerking.
DK1330154T3 (da) * 2000-10-16 2008-05-26 Infarm As Fremgangsmåde til at reducere emission af ammoniak fra dyregödning, anlæg til udövelse af fremgangsmåden og anvendelse af et sådant anlæg
ES2188339B1 (es) * 2000-11-02 2004-10-01 Depuracion Y Cogeneracion Integral S.A.L. Proceso para la depuracion de purines en instalaciones pecuarias.
ES2178968B1 (es) * 2001-05-18 2004-03-01 Transformacion Agraria S A Tra Sistema de fondo movil regulable bajo suelo enrejillado, para separacion continua de heces y orina o para manejo conjunto de ambos productosen instalaciones de porcino.
DE10142548B4 (de) * 2001-08-30 2005-09-15 Wettendorf Christoph Schulze Stall für die Haltung von Säugetieren, insbesondere für die Schweinemast
DK177303B1 (da) * 2009-11-13 2012-11-12 Joergen Hyldgaard Staldservice As Et anlæg og en fremgangsmåde til forsuring af husdyrgødning
NL2004030C2 (nl) * 2009-12-29 2011-06-30 Kuiper Holding B V D Werkwijze en inrichting voor een economisch, hygienisch, en milieu, en diervriendelijk stalsysteem.
NL2007691C2 (nl) 2011-10-31 2013-05-07 Stichting Administratiekantoor Weelink Berendsen Veestal met mestkelder.
NL2009106C2 (nl) * 2012-07-02 2014-01-06 Golstein Consultancy Vloersysteem.

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8802843A (nl) * 1988-11-17 1990-06-18 Pacques Bv Werkwijze alsmede inrichting voor het behandelen van mest.
NL8901220A (nl) * 1989-05-16 1990-12-17 Boer B V De Werkwijze en inrichting voor het verwerken van uitscheidingsprodukten in een veehouderij.
EP0498084A1 (en) * 1991-02-07 1992-08-12 Van Aspert Beheer B.V. A method for processing manure
WO1993021758A1 (en) * 1992-04-27 1993-11-11 Corte Dominicus Marinus J Environment-friendly and energy saving animal stable for instance for pigs
EP0635205A1 (en) * 1993-07-20 1995-01-25 Tolsma Techniek B.V. Climate control and method for controlling the climate in cattle houses and the like

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9201666A (nl) 1992-09-25 1994-04-18 Stichting Inst Mech Werkwijze en inrichting voor de opslag van stapelbare mest, in het bijzonder pluimveemest.

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8802843A (nl) * 1988-11-17 1990-06-18 Pacques Bv Werkwijze alsmede inrichting voor het behandelen van mest.
NL8901220A (nl) * 1989-05-16 1990-12-17 Boer B V De Werkwijze en inrichting voor het verwerken van uitscheidingsprodukten in een veehouderij.
EP0498084A1 (en) * 1991-02-07 1992-08-12 Van Aspert Beheer B.V. A method for processing manure
WO1993021758A1 (en) * 1992-04-27 1993-11-11 Corte Dominicus Marinus J Environment-friendly and energy saving animal stable for instance for pigs
EP0635205A1 (en) * 1993-07-20 1995-01-25 Tolsma Techniek B.V. Climate control and method for controlling the climate in cattle houses and the like

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1159871A2 (en) 2000-05-30 2001-12-05 Instituut voor Milieu- en Agritechniek (IMAG-DLO) Stall for separating manure

Also Published As

Publication number Publication date
EP0850561A1 (en) 1998-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7334345B2 (en) Biomass converters and processes
CN1162063C (zh) 饲养场中牲畜粪便的清除方法和实施该方法的装置
RU2387128C2 (ru) Система сбора отходов для отделения жидких отходов от твердых отходов
NL1004887C2 (nl) Stalsysteem voorzien van een primaire scheidingsinrichting en geïntegreerde emissie-arme verwerking van de gescheiden fracties op het bedrijf.
US20160316712A1 (en) Livestock production facility
NL2016618B1 (nl) Samenstel van een verblijfoppervlak en een verwerkingsinrichting voor het verwerken van urine.
EP0498084B1 (en) A method for processing manure
Pain et al. Glossary of terms on livestock manure management
NL9200763A (nl) Milieuvriendelijk en energiebesparend dierenverblijf voor bijvoorbeeld varkens.
NL1002119C1 (nl) Werkwijze en inrichtingen voor een volledige en milieuvriendelijke verwerking van mest op kleine schaal.
JPH06345575A (ja) 有機性廃棄物の高速堆肥化施設と有機性廃棄物の再生方法
Van Kempen et al. Swine housing with a belt for separating urine and feces; key to flexibility
US5698110A (en) Process for treatment of animal excrement
NL191107C (nl) Werkwijze voor het in een stal huisvesten van te mesten gevogelte.
NL2009106C2 (nl) Vloersysteem.
Hendriks et al. Dutch notes on BAT for pig and poultry intensive livestock farming
Kroodsma Separation as a method of manure handling and odours reduction in pig buildings
NL1010441C2 (nl) Werkwijze en systeem van apparatuur voor het verwerken van mest, in het bijzonder pluimveemest.
NL8802843A (nl) Werkwijze alsmede inrichting voor het behandelen van mest.
Sommer Eco-friendly and efficient management of solid animal manure
Willers et al. Concentration of urine from fatteners combined with ammonia removal by scrubbing exhaust air of a pig house
Willers et al. On-farm processing of urine and solid manure fractions of fattening pigs in the Hercules system
NL2004030C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor een economisch, hygienisch, en milieu, en diervriendelijk stalsysteem.
Alestalo et al. On the possibilities of using bark during and after biological conversion
Naber Poultry waste utilization and management in Europe

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: INSTITUUT VOOR MILIEU- EN AGRITECHNIEK (IMAG) B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060701