NL1004774C2

NL1004774C2 - Inrichting voor het transporteren van landbouwprodukten.

Info

Publication number: NL1004774C2
Application number: NL1004774A
Authority: NL
Inventors: Jan Wondergem
Original assignee: Miedema B V
Priority date: 1996-12-13
Filing date: 1996-12-13
Publication date: 1998-06-17
Also published as: DE69700209D1; EP0847940A1; EP0847940B1; DE69700209T2

Description

i

INRICHTING VOOR HET TRANSPORTEREN VAN LANDBOUWPRODUKTEN

5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren van landbouwprodukten, in het bijzonder aardappels, voorzien van een transportband en middelen om de landbouwprodukten vanaf de zijkant van de transportband op die transportband te deponeren. De uitvinding heeft in 10 het bijzonder betrekking op het transporteren van aardappels, doch wanneer in deze beschrijving over aardappels wordt gesproken is dat bedoeld als voorbeeld van een landbouwprodukt.

15 Nadat aardappels machinaal zijn gerooid is het gebruikelijk om ze in een speciaal daarvoor bestemde inrichting van aarde en dergelijke te ontdoen, waarna de aldus gereinigde aardappels op een transportband (lopende band) worden gedeponeerd om ze verder te transporteren. Het is daarbij 20 gebruikelijk om de aardappels vanaf de zijkant op de transportband te deponeren zodat ze als het ware vervolgens in zijwaartse richting op de transportband worden afgevoerd.

25 Bij het deponeren van de aardappels vanaf de zijkant op de transportband en bij het vervolgens vervoeren van de aardappels op die transportband kan zich het probleem voordoen dat de aardappels asymmetrisch op de transportband zijn verdeeld, waardoor de capaciteit van de transportband 30 wordt verminderd. Wanneer ter compensatie de transportband met een hogere snelheid wordt aangedreven kan zich het probleem voordoen dat de aardappels worden beschadigd omdat zij daardoor aan een grotere belasting worden onderworpen, zowel bij het deponeren op de transportband als bij het 35 verlaten van de transportband.

1 00 47 V ·' 2

De uitvinding beoogt een inrichting voor het transporteren van landbouwprodukten, waarbij dat transport op optimale en efficiënte wijze plaats vindt, terwijl de landbouwprodukten 5 minimaal aan een belasting wordt onderworpen die de landbouwprodukten kan beschadigen.

Hiertoe verloopt volgens de uitvinding ten minste een deel van het bovenoppervlak van de transportband, althans nabij 10 genoemde middelen voor het deponeren van de landbouwprodukten op de transportband, vanaf genoemde zijkant waar deze middelen zich bevinden in dwarsrichting van de transportband schuin naar beneden.

15 Hiermee wordt bewerkstelligd dat de landbouwprodukten zich naar het middengedeelte van de transportband bewegen niet alleen door hun aanvankelijke snelheid in die richting, doch ook doordat zij over het schuine bovenoppervlak van de transportband rollen of schuiven. Bovendien is het door de 20 schuine stand van het bovenoppervlak van de transportband mogelijk om bij het deponeren van de aardappels op de transportband te bewerkstelligen dat er een goede onderlinge aansluiting is tussen een stationaire schuin naar beneden gerichte geleiding voor de aardappels en het 25 schuine bovenoppervlak van de transportband waar de aardappels vervolgens op terecht komen.

Volgens een nader kenmerk van de uitvinding verloopt genoemd bovenoppervlak vanaf de rand naar het midden-30 gedeelte van de transportband schuin naar beneden tot een plaats voorbij het midden van de transportband. In de praktijk is gebleken dat met deze asymmetrisch vorm van de dwarsdoorsnede van de transportband een symmetrische verdeling van de aardappels op de transportband kan worden 35 verkregen nadat het bovenoppervlak van de transportband na het passeren van de plaats waar de aardappels op de transportband worden gedeponeerd weer overgaat in een in * 0Ο4774 3 hoofdzaak vlakke vorm. Bij een dergelijke symmetrische verdeling kan de capaciteit van de transportband maximaal worden benut.

5 In een voorkeursuitvoeringsvorm verloopt genoemd bovenoppervlak in dwarsrichting van de transportband in hoofdzaak V-vormig, waarbij het bovenoppervlak een breed schuin vlak heeft aan de kant waar genoemde middelen zich bevinden en een smaller schuin vlak heeft aan de andere 10 kant van de transportband.

In een voorkeursuitvoeringsvorm maakt daarbij het V-vormige bovenoppervlak aan de kant waar genoemde middelen zich bevinden een kleinere hoek met de horizontaal dan aan de 15 andere kant van de transportband. Het schuine bovenoppervlak aan de kant waar genoemde middelen zich bevinden maakt bij voorkeur een hoek tussen 5 en 15 graden, en in een andere voorkeursuitvoering een hoek tussen 9 en 12 graden met de horizontaal.

20

Het schuine bovenoppervlak aan de andere kant dan waar genoemde middelen zich bevinden maakt bij voorkeur een hoek tussen 15 en 25 graden en in een andere voorkeursuitvoeringsvorm een hoek tussen 20 en 23 graden met de 25 horizontaal.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het transporteren van landbouwprodukten, in het bijzonder aardappels, waarbij de landbouwprodukten vanaf de zijkant 30 van een transportband op die transportband worden gedeponeerd, waarbij het deponeren plaats vindt op een in dwarsrichting schuin verlopend gedeelte van het bovenoppervlak van de transportband.

35 Verdere kenmerken van de uitvinding, die zowel afzonderlijk als in combinatie kunnen worden toegepast, zijn beschreven -Q4774 4 in de figuurbeschrijving en worden genoemd in de conclusies.

De tekening is een schematische weergave van een 5 dwarsdoorsnede van een transportband waarop vanaf de zijkant aardappels worden gedeponeerd.

De tekening toont een transportband 1 die over geleidingsrollen 2,3,4 wordt geleid. Door middel van een 10 schuin gerichte geleiding 5 worden aardappels 6 vanaf de zijkant van de transportband 1 op het bovenoppervlak 7 van de transportband 1 gedeponeerd.

De transportband 1 is in doorsnede weergegeven en de 15 geleidingsrollen 2,3,4 zijn in aanzicht weergegeven. Ter plaatse van de geleiding 5 heeft het bovenoppervlak 7 van transportband 1 een schuine stand doordat hartlijn 8 van geleidingsrol 2 een hoek met de horizontaal maakt. Deze hoek is bijvoorbeeld 11 graden.

20

Het bovenoppervlak 7 van transportband 1 staat aan de linkerkant van de tekening eveneens onder een hoek, doordat hartlijn 9 van geleidingsrol 3 eveneens een hoek maakt met de horizontaal, bijvoorbeeld een hoek van 21 graden. Zoals 25 in de tekening is weergegeven wordt daarmee aan het boven-oppervlak 7 van transportband 1 ter plaatse van geleiding 5 een gootvorm gegeven, waarbij het diepste punt van de goot links van het midden van de transportband ligt.

30 In de tekening is voorts aan de onderkant van geleidingsrol 4, die een horizontale hartlijn 10 heeft, het teruglopende part van transportband 1 in doorsnede weergegeven. De geleidingsrollen zijn alle vrij roteerbaar aangebracht in het frame 11 van de inrichting.

35

Doordat het bovenoppervlak 7 van de transportband 1 nabij de geleiding 5 schuin verloopt is een goede aansluiting 1004774 5 verkregen met geleiding 5, waarbij de aardappels 6 bij het terechtkomen op de transportband slechts een relatief geringe richtingsverandering ondergaan. Daarbij is de belasting van de aardappels, welke belasting beschadiging 5 van de aardappels tot gevolg kan hebben, tot een minimum beperkt.

Bovendien blijkt uit de tekening dat de aardappels 6, waarvan de richting waarin zij rollen of schuiven is 10 aangegeven met pijlen 12, niet alleen de neiging hebben om naar het midden van de transportband 1 te rollen of te schuiven, maar bovendien gemakkelijk voorbij dat midden terecht kunnen komen. Wanneer een grotere hoeveelheid aardappels op de transportband 1 wordt gedeponeerd, wordt 15 een verdeling van de aardappels op de transportband verkregen die is aangegeven door middel van streeplijn 13, welke verdeling van de aardappels ongeveer symmetrisch is ten opzichte van het midden van de transportband wanneer deze transportband vanaf de V-vormige vorm in een vlakke 2 0 vorm wordt gebracht.

Het zal duidelijk zijn dat door middel van de weergegeven asymmetrische vorm van het bovenoppervlak 7 van de transportband 1 in dwarsrichting een compensatie kan worden 25 verkregen voor het asymmetrisch, en wel vanaf één zijkant, deponeren van de aardappels 6 op de transportband 1. Hierdoor wordt de capaciteit van de transportband verhoogt, waardoor de snelheid van de transportband kan worden gereduceerd, hetgeen een verlaging tot gevolg heeft van de 30 kans dat de aardappels worden beschadigd.

De weergegeven uitvoeringsvorm is slechts een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding. De uitvinding kan ook op vele andere wijze worden belichaamd.

35 1004774

Claims

1. Inrichting voor het transporteren van landbouw-5 produkten, in het bijzonder aardappels, voorzien van een transportband (1) en van middelen (5) om de landbouwprodukten (6) vanaf de zijkant van de transportband (1) op die transportband te deponeren, met het kenmerk, dat ten minste een deel van het 10 bovenoppervlak (7) van de transportband (1), althans nabij genoemde middelen (5), vanaf genoemde zijkant in dwarsrichting schuin naar beneden verloopt tot een plaats voorbij het midden van de transportband (1).

2. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat genoemd bovenoppervlak (7) in dwarsrichting van de transportband (1) in hoofdzaak V-vormig verloopt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het V-vormige bovenoppervlak (7) een breed schuin vlak heeft aan de kant waar genoemde middelen (5) zich bevinden en een smaller schuin vlak heeft aan de andere kant van de transportband (1). 25

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het V-vormige bovenoppervlak (7) aan de kant waar genoemde middelen (5) zich bevinden een kleinere hoek met de horizontaal maakt dan aan de andere kant van 30 de transportband (1).

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het schuine bovenoppervlak (7) aan de kant waar genoemde middelen (5) zich bevinden een 35 hoek maakt tussen 5 en 15 graden met de horizontaal. 10 0 4 7 7 4 %

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het schuine bovenoppervlak (7) aan de andere kant dan waar genoemde middelen (5) zich 5 bevinden een hoek maakt tussen 15 en 25 graden met de horizontaal.

7. Werkwijze voor het transporteren van landbouwprodukten, in het bijzonder aardappels, 10 waarbij de landbouwprodukten (6) vanaf een zijkant van een transportband (1) op die transportband worden gedeponeerd, met het kenmerk, dat de landbouwprodukten (6) worden gedeponeerd op een in dwarsrichting schuin verlopend gedeelte van het 15 bovenoppervlak (7) van de transportband (1), waarbij de landbouwprodukten (6), na het deponeren, in dwarsrichting van de transportband (1) tot voorbij het midden van de transportband (1) bewegen (rollen) over het schuine gedeelte van het bovenoppervlak (7). 10 04 7 74