NL1001698C2 - Samenstel van een aantal plaatvormige informatiedragers en een opberginrichting. - Google Patents

Description

Titel: Samenstel van een aantal plaatvormige.

informatiedragers en een opberginrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van ten minste één plaatvormige informatiedrager en een doos-vormige opberginrichting daarvoor volgens de aanhef van conclusie 1. Een dergelijk samenstel is bekend uit de 5 Europese octrooiaanvrage 0 420 350.

Bij de opberginrichting in het bekende samenstel is het eerste sluitdeel doosvormig, voorzien van een bodem en opstaande wanden. Het tweede sluitdeel is dekselvormig en afsluitend tegen het eerste sluitdeel plaatsbaar. Het eerste 10 sluitdeel is nabij een middengebied voorzien van in een cirkelvorm opgestelde, zich vanaf de bodem uitstrekkende, verende vingers die door een centrale opening van de informatiedrager kunnen grijpen teneinde de informatiedrager in een positie ongeveer evenwijdig aan het genoemde 15 bodemvlak binnen de wanden vast te houden. Bij sluiting van het dekselvormige tweede sluitdeel over het eerste sluitdeel is de informatiedrager derhalve beschermd tegen invloeden van buitenaf binnen de opberginrichting opgeborgen. De informatiedrager kan uit de bekende opberginrichting worden 20 genomen, na wegzwenken van het eerste sluitdeel, door de informatiedrager aan de langsranden aan te grijpen, de verende vingers althans gedeeltelijk weg te drukken in de richting van het midden van de daardoor gevormde cirkel en de informatiedrager in een richting haaks op het bodemvlak 25 weg te trekken van de verende vingers. Bij plaatsing van de informatiedrager wordt deze met de centrale opening eenvoudig over de verende vingers gedrukt, welke daarbij tijdelijk worden weggedrukt teneinde de informatiedrager te laten passeren.

30 De bekende opberginrichting heeft een aantal nadelen. Zo kunnen in de bekende opberginrichting slechts informatiedragers worden opgeborgen die zijn voorzien van een centrale opening. Bovendien is het niet eenvoudig een dergelijke, op de verende vingers geplaatste informatie- 1 0 C : C S 8 2 drager daarvan te verwijderen. Er is weinig ruimte voor het aangrijpen van de langsranden en bovendien dient de informatiedrager met één hand te worden vastgegrepen terwijl met de andere hand de verende vingers worden weggedrukt, 5 waardoor steeds twee handen nodig zijn voor het uitnemen van de informatiedrager. Daarbij bestaat bovendien een grote kans dat de gebruiker in aanraking komt met het informatie-dragende deel van de informatiedrager, waardoor daaraan beschadigingen kunnen ontstaan. De verende vingers dienen 10 voorts enerzijds voldoende flexibel te zijn om de informatiedrager te kunnen laten passeren, en anderzijds voldoende stijf om de informatiedrager te kunnen vasthouden. Dooj. deze combinatie van eisen wordt de keuzevrijheid in materiaal voor het betreffende eerste sluitdeel waarin de 15 verende vingers zijn meegevormd, aanzienlijk beperkt tot relatief kostbare materialen. Voorts zijn de verende vingers niet voldoende duurzaam om een langdurig en herhaald gebruik daarvan mogelijk te maken. Wanneer de vingers afbreken kan de informatiedrager niet meer goed worden vastgezet waardoor 20 de opberginrichting onbruikbaar wordt.

De uitvinding beoogt een samenstel van de in de aanhef beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een samenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de 25 maatregelen volgens conclusie 1.

Aangezien de klemnokken bij een samenstel volgens de uitvinding een plaatvormige informatiedrager aangrijpen langs een gedeelte van de langsrand daarvan kan een opberginrichting binnen het samenstel worden gebruikt voor het 30 opbergen van plaatvormige informatiedragers, onafhankelijk van de aanwezigheid van een centrale opening. Doordat de klemnokken aan weerszijden de informatiedrager aangrijpen, dat wil zeggen tegen de vlakke zijvlakken daarvan, kan de informatiedrager goed worden vastgeklemd en toch eenvoudig 35 worden verwijderd, zonder dat de klemnokken daartoe een grote vervorming dienen te ondergaan. Bij plaatsing van een informatiedrager worden de klemnokken slechts enigszins uit 1001698 3 elkaar gedrukt en zorgen daardoor voor de klemming van de informatiedrager. Bij het verwijderen van de informatiedrager glijden de verende klemnokken over de zijvlakken van de informatiedrager totdat deze daar tussenuit komt, waarna 5 de klemnokken terugveren in hun oorspronkelijke stand. De informatiedrager kan daardoor met één hand eenvoudig worden geplaatst en worden verwijderd.

Een verder voordeel van de klemrichting van de klemnokken is dat deze vlak kunnen worden uitgevoerd in een 10 richting haaks op de vervormingsrichting, terwijl bij de bekende inrichting de klemnokken enigszins gebogen dienen te zijn in een richting haaks op de vervormingsrichting. Daardoor kunnen de verende klemnokken bij een opberg-inrichting volgens de uitvinding relatief breed worden 15 uitgevoerd, zonder dat daardoor de werking daarvan, in het bijzonder de benodigde kracht voor de vervorming, onaanvaardbaar oploopt, waardoor de verende klemnokken bij een opberginrichting volgens de uitvinding sterker en duurzamer kunnen worden uitgevoerd. Daarenboven biedt het 20 aangrijpen van de informatiedrager langs een langsrand het voordeel dat een groter oppervlak beschikbaar is voor het vastgrijpen met de klemnokken en bovendien de klemnokken de informatiedrager van twee zijden in naar elkaar toe gekeerde richtingen aangrijpen, waardoor relatief weinig klemkracht 25 per klemnok of althans per oppervlak noodzakelijk is om de informatiedrager toch voldoende vast te kunnen opnemen. Ook daardoor kunnen de vervormingen in de klemnokken relatief beperkt worden gehouden, waardoor de duurzaamheid van het samenstel aanzienlijk wordt vergroot.

30 In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een samen stel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.

Door aangrijpen van de informatiedrager op een gedeelte daarvan dat geen informatie draagt wordt op 35 eenvoudige wijze verhinderd dat de informatiedrager beschadigd raakt, zodanig dat informatie verloren gaat, ook 1001698 4 bij een schuiven van de klemnokken over de oppervlakken van de informatiedrager.

In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een samenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de 5 maatregelen volgens conclusie 3.

Plaatsing van een reeks klemnokken langs elke langszijde van de groef heeft het voordeel dat de informatiedrager op een aantal plaatsen wordt aangegrepen, terwijl de klemnokken bovendien niet onaangenaam stijf zijn, aangezien 10 zij in de richting van de groef gezien, evenwijdig aan het vlak van een daarin opgenomen informatiedrager relatief kort zijn ten opzichte van de lengte van de groef. Door positionering van de klemnokken paarsgewijs tegenover elkaar wordt daarbij het voordeel verkregen dat de informatiedrager 15 niet wordt vervormd door de klemnokken, aangezien de druk-kracht van elke klemnok wordt gecompenseerd door de druk-kracht van de tegenoverliggende klemnok.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een samenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens 20 conclusie 5.

Aangrijpen van de informatiedrager bij de twee vlakke zijden daarvan is bijzonder gunstig voor het plaatsen en/of uitnemen daarvan, in het bijzonder wanneer posities van de informatiedrager waarop deze kan worden aangegrepen 25 geen informatie dragen, althans niet op een wijze waarop deze beschadigbaar is. Daardoor kan eenvoudiger de voor plaatsing of voor uitnemen benodigde kracht worden geleverd. Een bijkomend voordeel van een dergelijke uitvoeringsvorm is dat de informatiedrager vanaf twee zijden zichtbaar is, 30 waardoor daarop aan weerszijden aangebrachte informatie zichtbaar blijft. Bovendien biedt dit bij gebruik van de in het bekende samenstel gebruikte informatiedragers binnen een samenstel volgens de uitvinding het voordeel dat bijvoorbeeld een vinger van een gebruiker of een opneem-35 middel door de centrale opening kan aangrijpen voor het opnemen of plaatsen van de informatiedrager. Contact tussen de gebruiker en althans het of elk informatiedragende deel 1001698 5 van de informatiedrager kan daardoor op eenvoudige wijze worden verhinderd terwijl de informatiedrager desondanks eenvoudig manipuleerbaar blijft.

Bij gebruik van een samenstel volgens de uitvinding, 5 in het bijzonder volgens deze uitvoeringsvorm, kan een informatiedrager bijvoorbeeld direct vanuit de opberg-inrichting in een afleesinrichting worden gebracht vice versa, bijvoorbeeld in een geautomatiseerde inrichting. Ook tijdens de produktie van de samenstellen kan plaatsing van 10 de of elke informatiedrager in de opberginrichting daardoor op eenvoudige en economische wijze worden verzorgd.

In een uitvoeringsvorm volgens conclusie 6 is een opberginrichting in een samenstel volgens de uitvinding in het bijzonder geschikt voor het opbergen van cirkelvormige 15 schijven, zoals compact-discs (CD, CD-i, CD-ROM), beeldplaten, langspeelplaten en singles en dergelijke.

In een uitvoeringsvorm volgens conclusie 6 is een opberginrichting in een samenstel volgens de uitvinding in het bijzonder geschikt voor het opbergen van in hoofdzaak 20 rechthoekige informatiedragers zoals chip-, magneet-, of creditcards of computerdiskettes en dergelijke.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een samenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 8, in het bijzonder volgens 25 conclusie 9.

Door plaatsing van de opneemmiddelen in een tussen-deel dat zwenkbaar is verbonden met één der sluitdelen wordt een eenvoudige constructie van de opberginrichting verkregen, waarbij verschillende tussendelen naast elkaar 30 kunnen worden opgesteld voor het opnemen van een reeks informatiedragers. Het is daarbij bijzonder voordelig wanneer de beide sluitdelen zwenkbaar verbonden zijn met het tussendeel of, indien meerdere tussendelen zijn opgenomen, ten minste met de naastgelegen tussendelen. Daardoor kunnen 35 de sluitdelen aan weerszijden van een tussendeel worden weggezwenkt, zodat de informatiedrager aan beide zijden vrij ligt. Met name indien de beide sluitdelen in ongeveer 1001698 6 hetzelfde vlak kunnen worden gezwenkt is dit voordelig omdat een opberginrichting volgens de uitvinding dan met de sluit-delen op een plat vlak kan worden gelegd, terwijl de of elke informatiedrager, opgenomen in een tussendeel zich daarbij 5 in een vlak kan uitstrekken dat een hoek insluit mee het platte vlak waarop de opberginrichting is geplaatst. De informatiedrager is dan op optimale wijze toegankelijk voor een gebruiker of voor een inrichting voor het plaatsen of wegnemen daarvan. Bovendien kan een informatiedrager op 10 dergelijke wijze met behulp van de opberginrichting op aantrekkelijke wijze worden gepresenteerd.

Het of elk tussendeel kan losmakelijk met één of beide sluitdelen en eventuele andere tussendelen zijn verbonden, waardoor het tussendeel bruikbaar is als opneem-15 middel voor een informatiedrager bij manipulatie daarvan. In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt een samenstel volgens de uitvinding echter gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 11.

Een opberginrichting in een dergelijk samenstel 20 biedt het voordeel dat deze in één arbeidsgang vervaardigbaar is. Doordat een dergelijke opberginrichting niet uit verschillende losse onderdelen hoeft te worden opgebouwd is het vervaardigingsproces daarvan eenvoudig en economisch uitvoerbaar, ook op volledig geautomatiseerde 25 wijze. Bovendien bestaat daardoor tijdens gebruik niet het gevaar dat koppelingsmiddelen zoals scharnierpennen en dergelijke afbreken, waardoor de opberginrichting zijn functie zou verliezen. Een verder voordeel van een dergelijke opberginrichting is dat deze geheel uit één 30 materiaal bestaat, waardoor geen verschillende delen gescheiden hoeven te worden alvorens recycling van het materiaal mogelijk is.

Een samenstel volgens de uitvinding wordt voorts in een voordelige uitvoeringsvorm gekenmerkt door de 35 maatregelen volgens conclusie 12.

Een sluiting van een opberginrichting met behulp van in een opening in het sluitdeel aangrijpende sluitvingers 1001698 7 maakt een bijzonder eenvoudige bediening mogelijk van de opberginrichting en is bovendien relatief goedkoop aan te brengen in de opberginrichting.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een opberg-5 inrichting, kennelijk bestemd voor gebruik in een samenstel volgens de uitvinding.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een samenstel, onder verwijzing naar de tekening, worden beschreven. Daarin toont: 10 fig. 1 een bovenaanzicht van een opberginrichting, in geopende stand; fig. 2 een vooraanzicht van een opberginrichting volgens fig. 1; fig. 2A in uitvergroting een doorsnede-aanzicht een 15 opberginrichting volgens de lijn A-A in fig. 3; fig. 3 in doorgesneden zij-aanzicht een opberginrichting volgens fig. 1, geschikt voor in hoofdzaak cirkelvormige informatiedragers; fig. 4 in uitvergroting een doorsnede-aanzicht van 20 een sluiting van een opberginrichting; fig. 5 een voor- en bovenaanzicht van een opberginrichting in een alternatieve uitvoeringsvorm, met daarin opgenomen informatiedragers; en fig. 6 in doorgesneden zij-aanzicht een opberg-25 inrichting volgens fig. 1, geschikt voor in hoofdzaak rechthoekige informatiedragers.

In fig. 1 is een opberginrichting 1 voor een informatiedrager 2 getoond. Een op te bergen informatiedrager 2 kan bijvoorbeeld cirkelvormig zijn, zoals compact 30 discs (CD-i, CD-ROM; fig. 3) of in hoofdzaak rechthoekig, zoals chip-cards (fig. 5). De opberginrichting 1 volgens fig. 2 is eendelig uitgevoerd en bijvoorbeeld vervaardigd door spuitgieten uit een relatief milieuvriendelijke, recyclebare kunststof zoals polypropeen.

35 Een opberginrichting 1 zoals getoond in de figuren omvat een eerste sluitdeel 3, een tussendeel 4 en een tweede sluitdeel 5. Het eerste sluitdeel 3 en het tweede sluit-

Ui 0 1 6 9 8 8 deel 5 zijn via een tweetal geïntegreerde scharnieren 6 nabij de onderzijde met het tusendeel 4 verbonden, zodanig dat de beide sluitdelen 3, 5 ten opzichte van het tussen-deel 4 ten minste over een hoek van 90° zwenkbaar zijn, 5 zodanig dat zij vanuit de in fig. 1-3 getoonde stand zwenkbaar zijn tot een in fig. 2 in onderbroken lijnen weergegeven gesloten stand.

Het eerste sluitdeel 3 heeft een in hoofdzaak rechthoekig topvlak 7, is aan de van de scharnieren 6 afgekeerde 10 langsrand voorzien van een in hoofdzaak gesloten voorrand 8 en is aan de twee daaraan grenzende langsranden voorzien van gedeeltelijk gesloten eerste zijwanden 9. Het tweede sluitdeel 5 heeft eveneens een rechthoekig topvlak 10 en is aan twee tegenoverliggende langsranden voorzien van een op-15 staande tweede zijwand 11. In de gesloten stand liggen de tweede zijwanden 11 aan de buitenzijde aan tegen de eerste zijwanden 9, terwijl de voorrand 8 met een bovenrand aanligt tegen de binnenzijde van het topvlak 10 van het tweede sluitdeel 5. De onderzijde 12 van het tussendeel 4 vormt 20 daarbij de vierde wand van de opberginrichting 1 in gesloten toestand, waardoor deze geheel water- en stofdicht is afgesloten. De opneemmiddelen 13 voor de informatiedrager 2, welke nog nader zulen worden toegelicht, zijn opgenomen in het tussendeel 4 en zijn bij de opberginrichting 1 in de 25 gesloten stand opgenomen in de binnenruimte 14 daarvan, eventueel te zamen met een daarin opgenomen informatiedrager 2.

Het tussendeel 4 omvat een tweetal op afstand van elkaar aangebrachte wanddelen 15, onderling verbonden door 30 dwarsschotten 16. Aan de van de scharnieren 6 afgekeerde zijde zijn de wanden 15 voorzien van kanteelvormige klem-nokken 17, waarbij steeds een tweetal klemnokken 17 recht tegenover elkaar is gepositioneerd. Tussen de klemnokken 17 wordt een groef 18 ingesloten die een breedte B heeft die 35 enigszins kleiner is dan de dikte D van de informatiedrager 2 die in de opberginrichting opgeborgen dient te worden.

» u ü 1 6 9 8 9

In de in fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm strekt de groef 18 zich uit langs een cirkelsegment met een straal R die ongeveer overeenkomt met de straal R van een daarin op te nemen cirkelvormige informatiedrager, zoals een CD. Het 5 cirkelsegment sluit een hoek α in van minder dan 180°. De ingesloten hoek a is bij voorkeur ongeveer 120°, aangezien in een dergelijke uitvoeringsvorm eenvoudig voldoende klem-kracht kan worden verkregen met een maximale groeflengte, zonder dat de breedte van het tussendeel 4 groter behoeft te 10 zijn dan de diameter 2R van de informatiedrager 2. Er is in de in fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm een vijftal paren klemnokken 17 voorzien, maar dit aantal kan uiteraard vrij worden gekozen. In voorkomende gevallen kan zelfs worden volstaan met één paar klemnokken 17, waarbij de klemnokken 15 zich langs de gehele lengte van de groef 18 kunnen uitstrekken.

In de in fig. 6 getoonde uitvoeringsvorm van een opberginrichting 50 volgens de uitvinding strekt de groef 18 zich langs drie zijden van een denkbeeldige, in de tekening 20 in onderbroken lijnen weergegeven rechthoek CK uit. Aan de naar de scharnieren 6 gekeerde zijde is langs de groef 18 een drietal paren klemnokken 17 geplaatst, terwijl langs de twee zich haaks daarop uitstrekkende groefdelen 18' steeds één paar klemnokken is aangebracht. In deze uitvoeringsvorm 25 is de opberginrichting 50 in het bijzonder geschikt voor het opbergen van informatiedragers met een in hoofdzaak rechthoekige vorm, zoals chipkaarten, kredietkaarten, magneetkaarten en dergelijke.

In fig. 4 is in doorsnede een sluiting 23 getoond, 30 omvattende een opening 24 in het tweede sluitdeel 5, nabij de van de scharnieren afgekeerde langsrand van het top-vlak 10 daarvan. Het eerste sluitdeel 3 is op een althans in de gesloten stand van de opberginrichting 1, 50 met de opening 24 corresponderende positie voorzien van twee 35 verende vingers 25 die zijn gelegen in het vlak van de voorrand 8. De verende vingers 25 strekken zich evenwijdig aan elkaar uit vanaf een afstand onder de bovenrand 26 van 1 0 C : i Ï 8 10 de voorrand 8 tot enigszins daarboven, waarbij aan de bovenzijde twee geleidebolletjes 27 zijn voorzien. De opening 24 heeft een zodanige breedte dat de bolletjes daar slechts doorheen kunnen worden gedrukt nadat deze enigszins 5 naar elkaar toe zijn bewogen. De langsranden 28 van de opening 24 hellen naar boven toe zodanig dat de opening aan de van het eerste sluitdeel 3 afgekeerde bovenzijde groter is dan aan de naar het eerste sluitdeel 3 gekeerde zijde. De geleidebolletjes 27 kunnen daardoor na het passeren van de 10 relatief nauwe onderzijde van de opening 24 naar buiten toe terugveren in de richting van hun oorspronkelijke stand, waardoor het eerste sluitdeel 3 op het tweede sluitdeel 5 wordt, vastgezet. Doordat de verende vingers 25 in het vlak van de voorrand of eventueel van de zijwanden zijn gelegen 15 kan ten eerste een groot aantal van dergelijke sluitingen 23 eenvoudig worden opgenomen en bovendien kunnen deze zonder extra maatregelen goedkoop worden meegevormd tijdens het spuitgieten. Immers, lossing daarvan is eenvoudig mogelijk.

De sluitdelen 3 en/of 5 kunnen zijn voorzien van 20 steunmiddelen voor een informatiedrager 2 voor het op afstand van het tussendeel 4 ondersteunen van de langs-rand 19 van de informatiedrager 2 bij de opberginrichting 1 in gesloten stand.

De scharnieren 6 zijn bijvoorbeeld gevormd als V-25 vormige groeven, waarbij een relatief dun bodemdeel kan fungeren als vervormingselement.

De sluitdelen 3, 5 zijn op gebruikelijke wijze voorzien van middelen voor het opnemen van tekstboekjes, labels, libretto's en dergelijke toegevoegde informatie-30 middelen.

Een samenstel volgens de uitvinding kan als volgt worden gebruikt.

In een spuitgietmachine wordt een opberginrichting 1, 50 in één produktiegang vervaardigd en 35 vervolgens aan een inpaklijn toegevoerd, waarbij de sluitdelen 3, 5 vlak op een transportmiddel liggen. Het tussendeel 4 strekt zich daarbij ongeveer verticaal uit en is naar 1 0 0 ; 0 9 8 11 boven open (fig. 2). Een informatiedrager 2 wordt eenvoudig in de opneemmiddelen 13 gestoken door een langsrand 19 daarvan tussen de klemnokken 17 te drukken en door te duwen in de richting van de bodem 20 van de groef 18. De klem-5 nokken 17 worden daardoor enigszins uit elkaar gedrukt, waarbij een klemkracht ontstaat als gevolg van de vervormingskrachten. De klemnokken 17 worden daarbij tegen de vlakke buitenoppervlakken 21 van de informatiedrager gedrukt. De van de scharnieren 6 afgekeerde langsranden 22 10 van de klemnokken 17 zijn naar binnen toe afgeschuind (fig. 2A), waardoor de informatiedrager eenvoudig daartussen drukbaar is. De groef heeft een zodanige diepte dat informatiedragende delen K niet door de klemnokken 17 worden bereikt. Vervolgens kunnen eventuele boekwerken en 15 dergelijke worden geplaatst in de daarvoor bestemde opneemmiddelen .

Aangezien de klemnokken 17 slechts in een richting P dwars op het oppervlak van de informatiedrager 2 hoeven te worden vervormd kan de breedte S van de klemnokken 17 20 relatief willekeurig worden gekozen, zodat steeds een optimale klemkracht kan worden verkregen, afhankelijk van de vast te klemmen informatiedrager en de mogelijke hoogte van de klemnokken 17. Doordat de wanddelen 15 op afstand van elkaar zijn aangebracht treden in de opberginrichting geen 25 grote wanddikteverschillen op terwijl bovendien lossings- problemen van de matrijs worden verhinderd, zodat de opberginrichting spuitgiettechnisch eenvoudig is. Aangezien de klemnokken 17 in hoofdzaak tegenover elkaar zijn aangebracht wordt vervorming van de rand van de informatiedrager 2 30 verhinderd.

Nadat de informatiedrager 2 tussen de klemnokken 17 is gestoken worden de sluitdelen 3, 5 in de richting van het tussendeel 4 en de informatiedrager 2 gezwenkt, zodanig dat de of elke sluiting 23 wordt gesloten. Op de buitenzijde van 35 de opberginrichting kunnen bijvoorbeeld stickers of bedrukkingen worden aangebracht, terwijl deze tevens kunnen zijn voorzien van reliëf of van een door in-mould labeling 1Ül 1 6 9 8 12 voorziene bedrukking. Hierna is het samenstel gereed voor gebruik.

Een gebruiker kan de gesloten opberginrichting eenvoudig openen door de sluitdelen van elkaar weg te 5 zwenken. De of elke sluiting 23 wordt daarbij vanzelf ontgrendeld doordat de geleidebolletjes 27 naar elkaar toe worden gedrukt. Door het wegzwenken van de sluitdelen 3, 5 komt het tussendeel 4 met de daarin opgenomen informatiedrager 2 vrij. Deze kan vanaf twee zijden worden aangevat en 10 worden weggetrokken door uitoefenen van een kracht F in de richting afgekeerd van de groef 18 en gelegen in het vlak van de informatiedrager 2. Na wegtrekken van de informatiedrager 2 veren de klemnokken 17 terug in hun uitgangspositie. De informatiedrager 2 kan eenvoudig worden terug-15 geplaatst door de voorgaande stappen in omgekeerde volgorde te doorlopen.

In fig. 5 is een alternatieve uitvoeringsvorm gegeven van een opberginrichting volgens de uitvinding. Hierbij is een tweetal tussendelen 4 zwenkbaar verbonden met 20 elkaar en met respectievelijk het eerste 3 en het tweede sluitdeel 5. Daardoor kan in deze opberginrichting een tweetal informatiedragers naast elkaar in de opberginrichting worden opgeborgen. Aangezien de beide tussendelen zwenkbaar zijn ten opzichte van elkaar kunnen de beide 25 informatiedragers aan beide zijden worden aangegrepen, zonder dat daarbij de andere informatiedrager in de weg zit. Op deze wijze kunnen uiteraard ook meerdere tussendelen naast elkaar worden opgenomen voor de vorming van een reeks opgeborgen informatiedragers.

30 De uitvinding is geenszins beprekt tot de in de tekening en de beschrijving weergegeven uitvoeringsvormen. Vele veriaties daarop zijn mogelijk. Zo kan het of elk tussendeel vast zijn opgesteld ten opzichte van de overige delen en kunnen bovendien twee of meer groeven naast elkaar 35 in eenzelfde vlak in een tussendeel worden opgenomen, bijvoorbeeld voor het opbergen van relatief kleine informatiedragers naast elkaar. Voorts kunnen andere vormen 1 0 C 1 t 9 8 13 van opberginrichtingen worden gekozen, bijvoorbeeld gedeeltelijk rond of ovaal. Het of elk tussendeel kan losmaakbaar met de sluitdelen zijn verbonden, zodat naar wens het aantal tussendelen kan worden aangepast en 5 bovendien het tussendeel als manipulatie-inrichting voor de informatiedrager kan worden gebruikt, los van de verdere opberginrichting. Het tussendeel 4 kan knijpervormig worden uitgevoerd, zodanig dat door bijvoorbeeld naar elkaar toedrukken van een deel van de wanddelen 15 de klemnokken 17 10 enigszins uit elkaar worden gedrukt en de informatiedrager 2 zonder schuivend contact tussen de klemnokken 17 kan worden vastgezet. Voorts kunnen voor de opberginrichting uiteraard andere materialen worden toagepast, bijvoorbeeld volledig biodegradeerbare kunststoffen terwijl met name de sluitdelen 15 zowel transparant als opaque of volkomen ondoorzichtig kunnen worden uitgevoerd. Verder kunnen verschillende sluitingen voor de opberginrichting worden toegepast, waarbij bovendien middelen kunnen zijn voorzien voor het vastzetten van het tussendeel tegen één of beide sluitdelen. 20 Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.

1 u 0 'i v. δ 8

Claims (13)

1 G 0 1 6 9 8 van opneemmiddelen, waarbij de tussendelen zwenkbaar met elkaar zijn verbonden.

1. Samenstel van ten minste één plaatvormige informatiedrager en een doosvormige opberginrichting daarvoor, waarbij de opberginrichting een eerste sluitdeel en een zwenkbaar daarmee verbonden tweede sluitdeel omvat, waarbij de sluit-5 delen te zamen in een sluitstand een naar buiten toe in hoofdzaak afgesloten opneemruimte voor de of elke informatiedrager bepalen en vanuit de sluitstand in een geopende stand brengbaar zijn voor plaatsen of wegnemen van de of elke informatiedrager, waarbij verende klemnokken 10 omvattende opneemmiddelen zijn opgenomen voor het klemmend vastzetten van de of elke plaatvormige informatiedrager, welke opneemmiddelen te zamen met de of elke daarin geplaatste informatiedrager opneembaar zijn binnen de opberginrichting in de sluitstand, met het kenmerk, dat de 15 verende klemnokken zich aan weerszijden van een groef uitstrekken, waarbij de groef is ingericht voor het opnemen van althans een gedeelte van een langsrand van de informatiedrager en waarbij de klemnokken zijn ingericht voor het bij in de opneemmiddelen opgenomen stand van de informatiedrager 20 aan weerszijden klemmend aangrijpen van het in de groef opgenomen deel van de informatiedrager, waarbij de informatiedrager tussen de klemnokken uittrekbaar is door een kracht in een richting ongeveer evenwijdig aan het vlak van de informatiedrager.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opneemmiddelen, in het bijzonder de klemnokken een daarin opgenomen informatiedrager aangrijpen op een gedeelte dat geen informatie draagt.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 30 dat aan weerszijden van de groef een reeks klemnokken is opgenomen, waarbij de klemnokken in hoofdzaak paarsgewijs tegenover elkaar zijn aangebracht. 1001698

4. Samenstel volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat bij een in de opneemmiddelen opgenomen en tussen het doosvormig deel en het daartegen passend aanliggend en afsluitend dekselvormig deel opgesloten 5 informatiedrager het of elk informatiedragend deel vrij ligt binnen de door het dekselvormig deel en het doosvormig deel bepaalde ruimte.

5. Samenstel volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een in de opneemmiddelen opgenomen informatie- 10 drager bij de opberginrichting in de geopende stand vanaf twee tegenoverliggende vlakke zijden aangrijpbaar is.

6. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de informatiedrager een althans in hoofdzaak cirkel-vormige schijf is, met het kenmerk, dat de groef zich 15 ongeveer langs een cirkelsegment uitstrekt met een ingesloten hoek van minder dan 180°, bij voorkeur tussen 60° en 150°, in het bijzonder 120°, waarbij de groef een straal heeft die ongeveer gelijk is aan de straal van de informatiedrager.

7. Samenstel volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de informatiedrager in hoofdzaak rechthoekig is, waarbij de groef zich bij een daarin opgenomen informatiedrager langs ten minste één zijde daarvan uitstrekt, bij voorkeur langs één volledige zijde en langs 25 een gedeelte van twee daaraan grenzende zijden.

8. Samenstel volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de opneemmiddelen zijn opgenomen in ten minste één tussendeel, waarbij het of elk tussendeel is verbonden met de beide sluitdelen, zodanig dat ten minste één der 30 sluitdelen zwenkbaar is ten opzichte van ten minste één tussendeel.

9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elk sluitdeel zwenkbaar is ten opzichte van het of een tussendeel.

10. Samenstel volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat ten minste twee tussendelen zijn voorzien, elk voorzien

11. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de opberginrichting in hoofdzaak eendelig 5 is vervaardigd, bij voorkeur door spuitgieten.

12. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste sluitdeel nabij de van het tweede sluitdeel afgekeerde langsrand is voorzien van een opening, waarbij het tweede sluitdeel nabij de van het 10 eerste sluitdeel afgekeerde langsrand is voorzien van twee verende sluitvingers die onder klemmende werking althans gedeeltelijk opneembaar zijn in genoemde opening in het eerste sluitdeel bij de opberginrichting in de gesloten stand teneinde de opberginrichting in de gesloten stand te 15 houden.

13. Opberginrichting, kennelijk geschikt voor gebruik in een samenstel volgens één der voorgaande conclusies. 1001698