NL1011331C2 - Opberginrichting met beveiligingsmiddelen. - Google Patents

Opberginrichting met beveiligingsmiddelen. Download PDF

Info

Publication number
NL1011331C2
NL1011331C2 NL1011331A NL1011331A NL1011331C2 NL 1011331 C2 NL1011331 C2 NL 1011331C2 NL 1011331 A NL1011331 A NL 1011331A NL 1011331 A NL1011331 A NL 1011331A NL 1011331 C2 NL1011331 C2 NL 1011331C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
storage device
printing
carrier
mold
plastic
Prior art date
Application number
NL1011331A
Other languages
English (en)
Inventor
Joannes Hermanus Heiligers
Original Assignee
Montan Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Montan Nederland B V filed Critical Montan Nederland B V
Priority to NL1011331A priority Critical patent/NL1011331C2/nl
Priority to TW089102251A priority patent/TW535147B/zh
Priority to PCT/NL2000/000105 priority patent/WO2000049619A1/en
Priority to AT00906756T priority patent/ATE281691T1/de
Priority to JP2000600276A priority patent/JP2002537191A/ja
Priority to CZ20013006A priority patent/CZ20013006A3/cs
Priority to IDW00200102032A priority patent/ID30483A/id
Priority to MXPA01008381A priority patent/MXPA01008381A/es
Priority to DE60015504T priority patent/DE60015504T2/de
Priority to EP00906756A priority patent/EP1153392B1/en
Priority to CA002363186A priority patent/CA2363186A1/en
Priority to BR0008348-8A priority patent/BR0008348A/pt
Priority to AU28317/00A priority patent/AU771421B2/en
Priority to ES00906756T priority patent/ES2232426T3/es
Priority to CNB008039836A priority patent/CN100470662C/zh
Priority to PL00350848A priority patent/PL195644B1/pl
Application granted granted Critical
Publication of NL1011331C2 publication Critical patent/NL1011331C2/nl
Priority to US10/659,246 priority patent/US7458460B2/en
Priority to US11/999,779 priority patent/US20080142383A1/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B33/00Constructional parts, details or accessories not provided for in the other groups of this subclass
    • G11B33/02Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon
    • G11B33/04Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers
    • G11B33/0405Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers for storing discs
    • G11B33/0488Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers for storing discs in boxes or containers comprising additional sound reproducing or activating means
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S206/00Special receptacle or package
    • Y10S206/807Tamper proof
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture

Landscapes

  • Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)
  • Supplying Of Containers To The Packaging Station (AREA)
  • Burglar Alarm Systems (AREA)
  • Packages (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)
  • Dicing (AREA)
  • Non-Metallic Protective Coatings For Printed Circuits (AREA)
  • Developing Agents For Electrophotography (AREA)
  • Details Of Rigid Or Semi-Rigid Containers (AREA)
  • Packaging For Recording Disks (AREA)

Description

Titel: Opberginrichting met beveiligingsmiddelen.
De uitvinding heeft betrekking op een opberginrichting voor plaatvormige informatiedragers. Een dergelijke opberginrichting is bekend uit de internationale octrooiaanvrage WO 97/20315.
5 Deze bekende opberginrichting is althans in gesloten toestand doosvormig en is voorzien van een eerste en tweede dekseldeel, onderling scharnierend verbonden voor openen en sluiten daarvan. Binnen de opberginrichting zijn vastzetmiddelen voorzien voor het vasthouden van de 10 informatiedrager. Deze bekende opberginrichting is althans in hoofdzaak vervaardigd door spuitgieten. Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bedoeld voor het opbergen van CD's, diskettes, minidiscs, creditcards of dergelijke.
Uit de Europese octrooiaanvrage 0 420 350 is een 15 opberginrichting bekend voorzien van een enigszins doosvormig sluitdeel met bodem en opstaande wanden, waarbij het tweede sluitdeel dekselvormig is en afsluitend tegen het eerste sluitdeel kan worden gedrukt. Het eerste sluitdeel is nabij een middengebied voorzien van verende 20 vingers die in een centrale opening van een CD kunnen grijpen, teneinde deze in een positie ongeveer evenwijdig aan het genoemde bodemvlak vast te houden. Het eerste en tweede sluitdeel zijn losneembaar met elkaar verbonden. Een dergelijke doos is bestemd voor opbergen van CD's en wordt 25 gebruikelijk aangeduid als jewelbox.
Deze bekende opberginrichtingen hebben als nadeel dat de informatiedragers hieruit eenvoudig kunnen loskomen en meer in het bijzonder hieruit eenvoudige kunnen worden weggenomen, terwijl bovendien de opberginrichtingen zelf 30 eenvoudig kunnen worden weggenomen, kunnen worden nagemaakt, kunnen beschadigen of anderszins frauduleus kunnen worden gemanipuleerd.
De uitvinding beoogt een opberginrichting van de in de aanhef beschreven soort, welke beter en meer universeel 10 1 1 33 f 2 toepasbaar is voor het opbergen van informatiedragers. In het bijzonder beoogt de uitvinding opberginrichtingen welke betere bescherming bieden tegen diefstal en/of namaak. Daartoe wordt een opberginrichting volgens onderhavige 5 uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Spuitgieten van opberginrichtingen van het onderhavige type biedt het voordeel dat deze eenvoudig en snel, met hoge nauwkeurigheid kunnen worden vervaardigd.
10 Door bij het spuitgieten beveiligingsmiddelen in of aan de opberginrichting op te nemen, wordt het voordeel bereikt dat deze beveiligingsmiddelen niet, althans niet zonder duidelijk zichtbare beschadiging van de opberginrichting kunnen worden losgenomen. Dit betekent dat ontoelaatbare 15 manipulatie van de opberginrichting daaraan direct zichtbaar zal zijn, zodat authenticiteit kan worden gegarandeerd. Bovendien wordt met het meespuitgieten van de beveiligingsmiddelen het voordeel bereikt dat deze tijdens vervaardiging van de opberginrichting direct worden 20 vastgezet, zodat geen verdere bevestigingsmiddelen of -handelingen noodzakelijk zijn.
Onder beveiligingsmiddelen dient in deze ten minste te worden begrepen anti-diefstalmiddelen en authentiseermiddelen.
25 Het verdient de voorkeur dat een CD-doos van het onderhavige type wordt gespuitgiet uit polypropyleen of dergelijke kunststof met een hoog schokabsorptievermogen, geschikte elasticiteitsmodulus, relatief hoge flexibiliteit en maatvastheid. Een dergelijke opberginrichting is 30 bijzonder geschikt voor het beschermen van informatiedragers, met name bij verzending daarvan, bijvoorbeeld via de post, koeriersdiensten en dergelijke. Immers, een dergelijke opbergdoos zal de informatiedrager op bijzonder goede wijze beschermen tegen tijdens transport 35 optredende stootbelastingen en dergelijke terwijl deze niet zonder meer uit de opberginrichting kan worden weggenomen.
1011331 3
In een eerste voordelige uitvoeringsvorm wordt een opberginrichting volgens onderhavige uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.
Product specifieke bedrukking van althans een deel 5 van de opberginrichting biedt het voordeel dat eenvoudig en eenduidig herkenbaar is of de opberginrichting bij de daarin opgenomen informatiedrager hoort. Bovendien kan aan een dergelijke bedrukking eenvoudig zichtbaar zijn of het de authentieke opberginrichting voor de betreffende 10 informatiedrager betreft. Door de bedrukking tijdens vervaardiging van de opberginrichting in de matrijs aan te brengen wordt het voordeel bereikt dat tijdens vervaardiging direct de van de beveiligingsmiddelen deel uit makende bedrukking in of aan de opberginrichting wordt 15 opgenomen. Daarbij zal de bedrukking zodanig aan de opberginrichting hechten dat deze daarvan niet meer zonder beschadiging kan worden verwijderd.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens onderhavige uitvinding gekenmerkt door 20 de maatregelen volgens conclusie 4. .
Gebruik van magnetische of elektronisch uitleesbare middelen biedt het voordeel dat de aanwezigheid van of althans verplaatsingen van de opberginrichting met daarvoor ' geschikte detectiemiddelen eenvoudig kan worden 25 vastgesteld. Hierdoor kan bijvoorbeeld wegnemen van de opberginrichtingen uit een winkel of magazijn zonder dat dit wordt opgemerkt aanmerkelijk worden bemoeilijk of zelfs worden verhinderd. De magnetische of elektronische middelen kunnen worden uitgevoerd zodanig dat daarin specifieke 30 produktinformatie kan worden opgenomen, waardoor een eenduidige relatie tussen de opberginrichting en een bijbehorende informatiedrager kan worden vastgelegd. Ook wordt hierdoor nog eenvoudiger bepaalbaar of het de authentieke opberginrichting betreft. Het verdient daarbij 35 de voorkeur dat de magnetische of elektronische middelen althans grotendeels worden omgeven door de kunststof 10 11331 4 waaruit de opberginrichting is gevormd. Hierdoor wordt onbedoelde en ongeoorloofde manipulatie daarvan aanmerkelijk bemoeilijkt.
In een verdere alternatieve uitvoeringsvorm wordt 5 een opberginrichting volgens onderhavige uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.
De zegelmiddelen bieden het voordeel dat een informatiedrager eenvoudig in de opberginrichting kan worden gebracht en daarin kan worden opgesloten, zodanig 10 dat deze daaruit niet meer kan worden verwijderd zonder dat dit aan de zegelmiddelen zichtbaar is. Immers, de zegelmiddelen dienen daartoe te worden verbroken. Doordat de zegelmiddelen met de opberginrichting zijn meegevormd, in het bijzonder zijn meegespuitgiet, wordt het voordeel 15 bereikfdat de zegelmiddelen niet kunnen worden verbroken en/of verwijderd en na manipulatie, bijvoorbeeld wegnemen of kopiëren daarvan, weer kunnen worden teruggeplaatst of door nieuwe zegelmiddelen kunnen worden vervangen.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een 20 opberginrichting volgens onderhavige uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 10.
Gebruik van een holografische of vergelijkbare afbeelding welke een integraal deel vormt van de opberginrichting biedt het voordeel dat deze nog beter 25 tegen namaak is beschermd. Immers, reproductie van een hologram of dergelijke afbeelding is niet eenvoudig mogelijk, terwijl verwijdering daarvan zonder beschadiging niet mogelijk is, zodat de hologrammen niet op andere opberginrichtingen kunnen worden hergebruikt, terwijl 30 opberginrichtingen waarvan dergelijke holografische afbeeldingen zijn verwijderd evenmin kunnen worden hergebruikt vanwege de opgetreden beschadiging. Dergelijke opberginrichting zouden althans direct herkenbaar zijn.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een 35 opberginrichting volgens onderhavige uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 11.
1011331 5
Door een barcode wordt de opberginrichting eenvoudig herkenbaar en individualiseerbaar. Door meespuitgieten van een dergelijke barcode, in het bijzonder als een meegevormde bedrukking wordt verwijdering of verandering 5 daarvan aanmerkelijk bemoeilijkt of zelfs onmogelijk.
In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een opberginrichting volgens onderhavige uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.
Bij een dergelijke opberginrichting kan de 10 informatiedrager niet uit de opberginrichting worden losgenomen zonder dat de zegelmiddelen worden verbroken, ongeacht of de opberginrichting voorafgaand aan het verbreken van de zegelmiddelen kan worden geopend. Hierdoor wordt bijvoorbeeld de mogelijkheid geboden de 15 informatiedrager in de opberginrichting te bekijken of verdere informatie die in de opberginrichting is opgenomen te beschouwen zonder dat de zegelmiddelen behoeven te worden verbroken. Bovendien kunnen dergelijke zegelmiddelen als extra beveiligingsmiddel worden toegepast.
20 In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een opberg inrichting volgens onderhavige uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 14.
Vervaardiging van de opberginrichting uit een kunststof met een relatief hoge melt biedt het voordeel dat 25 relatief dunwandige productdelen met relatief lange vloeiwegen kunnen worden vervaardigd. Hierdoor kan een opberginrichting volgens onderhavige uitvinding uit relatief weinig materiaal worden vervaardigd. Dit biedt economische en productie technische voordelen, bijvoorbeeld 30 door relatief korte cyclustijden en lage materiaalkosten. Bovendien wordt hierdoor het voordeel bereikt dat bij verzenden van de opberginrichtingen met daarin opgenomen informatiedragers slechts relatief lage verzendkosten behoeven te worden gemaakt. Door gebruik te maken van een 35 kunststof met een melt hoger dan 20, bij voorkeur hoger dan 30, worden deze voordelen reeds verkregen. Het verdient 1011331 6 echter de voorkeur dat een nog hogere melt wordt gebruikt, bijvoorbeeld hoger dan 40 en in het bijzonder hoger dan 50. Een hogere melt biedt het bijkomende voordeel dat bijzonder weinig frictie zal optreden tussen de wanden van de matrijs 5 en een zich daarlangs bewegende spuitgietmassa, in het bijzonder de vloeihuid daarvan. Met name wanneer bij een opberginrichting volgens onderhavige uitvinding een bedrukking in de matrijs wordt aangebracht voor opname in of op althans een deel van de opberginrichting, zoals 10 hiervoor reeds beschreven, is dit voordelig, daar daardoor beschadiging van de genoemde bedrukking eenvoudig wordt verhinderd. Mede doordat daardoor met relatief lage spuitgietdrukken kan worden volstaan.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt 15 een opberginrichting volgens onderhavige uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 15.
Eendelig spuitgieten van de opberginrichting uit polypropyleen of dergelijke kunststof biedt het voordeel dat het dekseldeel niet zonder beschadiging van het 20 bodemdeel of van de vastzetmiddelen kan worden gescheiden, zodat ongeoorloofde manipulatie van een daarin opgenomen informatiedrager nog eenvoudiger kan worden verhinderd, terwijl deze bovendien nog beter tegen beschadiging wordt beschermd. Daarbij biedt een dergelijke opberginrichting 25 het voordeel dat deze snel en eenvoudig integraal kan worden vervaardigd.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een opberginrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 16.
30 Uitvoering van de opberginrichting in heldere, doorzichtige kunststof biedt het voordeel dat daarin of daarop een bedrukking kan worden aangebracht die althans op een deel van de opberginrichting vanaf twee zijden daarvan zichtbaar is, bijvoorbeeld aan de buiten- en binnenzijde 35 van een dekseldeel of bodemdeel. Hierdoor wordt eenvoudig verhinderd dat een dergelijke bedrukking aan twee zijden m 1 1 7> 7> 1 i 7 dient te worden aangebracht. Bovendien heeft een dergelijke opberginrichting een bijzonder aangenaam uiterlijk. Door de bedrukking althans gedeeltelijk transparant uit te voeren, kan de aantrekkelijkheid van dit uiterlijk nog verder 5 worden verhoogd, terwijl bovendien de informatiedrager indien gewenst vanaf de buitenzijde van de opberginrichting althans gedeeltelijk zichtbaar kan worden gemaakt. Voorts vraagt een dergelijke, althans gedeeltelijk transparante bedrukking een hoge nauwkeurigheid, waardoor kopiëren 10 daarvan nog verder wordt bemoeilijkt.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor vervaardiging van een opberginrichting volgens onderhavige uitvinding, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 17.
15 in een eerste bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens onderhavige uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 22.
Aanbrengen van een bedrukking in de matrijs, voorafgaand aan het inbrengen van een kunststof 20 spuitgietmassa, biedt het voordeel dat eenvoudig kan worden gezorgd voor integrale opneming van de bedrukking in of op het betreffende te vormen productdeel. Door de bedrukking op een drager aan te brengen, zodanig dat de bedrukking met de drager in de matrijs kan worden geplaatst, wordt 25 plaatsing eenvoudig mogelijk. Door daarbij de drager voorafgaand aan en/of tijdens plaatsing daarvan in de matrijs enigszins op te rekken, zodanig dat de drager bij voorkeur alzijdig onder enige spanning staat wordt er eenvoudig voor zorg gedragen dat eventuele plooien of 30 dergelijke in de drager en daarmee in de bedrukking worden weggenomen en/of vorming daarvan tijdens plaatsing wordt verhinderd. Hierdoor kan de bedrukking met de drager op bijzonder eenvoudige en zekere wijze volledig glad in de matrijs worden gebracht. Het verdient de voorkeur dat de 35 drager zich daarbij vasthecht aan de wand van de matrijs, bijvoorbeeld door een statische lading door onderdruk 10 11331 8 tussen drager en matrijsdeel, door verkleving of op een andere geschikte wijze. De kunststof kan vervolgens tegen de bedrukking en/of tegen de drager worden aangebracht, zodanig dat de bedrukking een integraal deel gaat vormen 5 van het betreffende productdeel, bij voorkeur de eendelig gevormde opberginrichting. De drager kan, mede als gevolg van de gebruikte spanning, bijzonder dun zijn en bijvoorbeeld vanaf een rol worden aangevoerd.
Daarbij kan een drager worden toegepast die althans 10 grotendeels verdwijnt als gevolg van het inbrengen van de kunststof massa, dan wel daarin geheel of gedeeltelijk worden opgenomen. Als alternatief kan een drager worden toegepast die met de genoemde kunststof versmelt.
In een alternatieve, bijzonder voordelige 15 uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens onderhavige uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 27.
Door een bedrukking in de matrijs aan te brengen, direct op de wand daarvan, bijvoorbeeld door gebruikmaking 20 van een druktechniek, een printtechniek of dergelijke, wordt het voordeel bereikt dat geen drager noodzakelijk is, althans dat de drager niet voorafgaand aan plaatsing in een matrijs behoeft te worden bedrukt. Bij voorkeur wordt de drager geheel weggelaten. In het bijzonder met een 25 dergelijke werkwijze kan voor elke opberginrichting de bedrukking worden aangepast, indien gewenst. Bijvoorbeeld kan een drukinrichting worden toegepast die wordt aangestuurd met behulp van bijvoorbeeld een computer, waardoor voor een serie opberginrichtingen steeds de 30 bedrukking kan worden aangepast, geheel of gedeeltelijk. Zo kan elke opvolgende bedrukking een andere unieke herkenningscode dragen, voor verdergaande authentisering. Zelfs kunnen van afstand gewenste bedrukkingen worden toegevoerd aan de inrichting, bijvoorbeeld via een 35 telefoon- of computernetwerk.
1011331 9
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens onderhavige uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 32.
Plaatsing van beveiligingsmiddelen zoals magnetische 5 en/of elektronische middelen op één of meer dragers in de matrijs voorafgaand aan het inbrengen van de kunststof massa daarin biedt hef, voordeel dat deze beveiligingsmiddelen op bijzonder eenvoudige wijze in de opberginrichting kunnen worden opgenomen en worden 10 vastgezet.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor vervaardiging van een opberginrichting volgens de uitvinding of voor toepassing van een werkwijze volgens onderhavige uitvinding.
15 Nadere uitvoeringsvormen van een opberginrichting of werkwijze volgens onderhavige uitvinding zijn gegeven in de volgconclusies en de beschrijving.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een opberginrichting en een 20 werkwijze, alsmede van een inrichting voor vervaardiging of toepassing daarvan volgens de uitvinding, onder verwijzing naar de tekening, nader worden beschreven. Daarin toont: fig. 1 in boven- en zijaanzicht een opberginrichting ' in geopende stand; 25 fig. 2 in doorgesneden zijaanzicht een opberginrichting volgens fig. 1, geschikt voor in hoofdzaak cirkelvormige informatiedragers zoals CD's; fig. 2a in uitvergroting een doorsnede-aanzicht een opberginrichting volgens de lijn A-A in fig. 2; 30 fig. 3 in gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht een opberginrichting volgens fig. 1, geschikt voor in hoofdzaak rechthoekige informatiedragers, zoals diskettes en minidiscs; fig. 4 in doorgesneden zijaanzicht een 35 opberginrichting volgens fig. 1 in een verdere alternatieve uitvoeringsvorm; -------- 1011331 10 fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een opberginrichting in een verdere alternatieve uitvoeringsvorm; fig. 6 schematisch een inrichting voor vervaardiging 5 van een opberginrichting volgens de uitvinding; en fig. 6a een alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; fig. 7 in gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht zegelmiddelen volgens de uitvinding.
10 In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. De algemene opbouw van opberginrichtingen volgens fig. 1-4 zijn uitvoerig besproken in de internationale octrooiaanvrage WO 97/20315, 15 van opberginrichtingen volgens fig. 5 in EP 0 420 350, welke publicaties worden geacht hierin door referentie te zijn opgenomen.
In fig. 1 is een opberginrichting 1 voor een informatiedrager 2 getoond. Een op te bergen informatie-20 drager 2 kan bijvoorbeeld cirkelvormig zijn, zoals compact discs (CD-i, CD-ROM; fig. 3) of in hoofdzaak rechthoekig, zoals chip-cards, diskettes, minidiscs en dergelijke (fig. 5). De opberginrichting 1 volgens fig. 1-4 is eendelig uitgevoerd en bijvoorbeeld vervaardigd door spuitgieten uit 25 een relatief milieuvriendelijke, recyclebare kunststof zoals polypropeen. Polypropyleen en dergelijke kunststoffen hebben een relatief hoge schok- en scheurbestendigheid, een relatief gunstige elasticiteitsmodulus en zijn goed spuitgietbaar. Bij voorkeur wordt bovendien gebruik gemaakt 30 van goed bedrukbare, slag- en krasvaste kunststoffen.
Evenwel kunnen ook, indien gewenst, andere kunststoffen worden toegepast. Zoals nog nader zal worden toegelicht kunnen met name heldere, doorzichtige kunststoffen, zoals clear polypropyleen op voordelige wijze worden toegepast.
35 Een opberginrichting 1 zoals getoond in de figuren 1-4 omvat een eerste sluitdeel 3, een tussendeel 4 en een 1011331 11 tweede sluitdeel 5 via een tweetal geïntegreerde scharnieren 6 nabij de onderzijde onderling verbonden, zodanig dat de sluitdelen 3, 5 vanuit de in volle lijnen getoonde geopende stand zwenkbaar zijn tot een in 5 onderbroken lijnen weergegeven gesloten stand (fig. 1).
Het eerste sluitdeel 3 heeft een topvlak, een voorrand 8 en twee daaraan grenzende eerste zijwanden 9.
Het tweede sluitdeel 5 heeft eveneens een topvlak 10, twee opstaande tweede zijwanden 11 en een voorrand 8A. In de 10 gesloten stand liggen de tweede zijwanden 11 aan tegen de eerste zijwanden 9, terwijl de voorrand 8 aanligt tegen de voorrand 8A van het tweede sluitdeel 5. De onderzijde 12 van het tussendeel 4 vormt daarbij de vierde wand van de opberginrichting 1 in gesloten toestand, waardoor deze 15 geheel water- en stofdicht. is afgesloten. De opneemmiddelen 13 voor de informatiedrager 2, welke nog nader zullen worden toegelicht, zijn opgenomen in het tussendeel 4 en zijn bij de opberginrichting 1 in de gesloten stand opgenomen in de binnenruimte 14 daarvan, eventueel tezamen 20 met een daarin opgenomen informatiedrager 2.
Het tussendeel 4. omvat een tweetal op afstand van elkaar aangebrachte wanddelen 15, onderling verbonden door dwarsschotten 16, in uitvergroting weergegeven in fig. 2A. Aan de van de scharnieren 6 afgekeerde zijde zijn de wanden 25 15 voorzien van kanteelyormige klemnokken 17, waarbij steeds een tweetal klemnokken 17 tegenover elkaar is gepositioneerd. Tussen de klemnokken 17 wordt een groef 18 ingesloten die een bree.dte B heeft die enigszins kleiner is dan de dikte D van de informatiedrager 2 die in de 30 opberginrichting opgeborgen dient te worden.
In de in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm strekt de groef 18 zich uit langs een cirkelsegment met een straal R die ongeveer overeenkomt met de straal van een daarin op te nemen cirkelvormige informatiedrager, zoals een CD. Het 35 cirkelsegment sluit een hoek α in van minder dan 180°. De ingesloten hoek α is_.bij voorkeur ongeveer 120°.
10 1 13 3 1 12
In de in fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm van een opberginrichting 50 volgens de uitvinding strekt de groef 18 zich langs drie zijden van een denkbeeldige, in de tekening in onderbroken lijnen weergegeven rechthoek CK 5 uit. Aan de naar de scharnieren 6 gekeerde zijde is langs de groef 18 een drietal paren klemnokken 17 geplaatst, terwijl langs de twee zich haaks daarop uitstrekkende groefdelen 18' steeds één paar klemnokken is aangebracht.
In deze uitvoeringsvorm is de opberginrichting 50 in het 10 bijzonder geschikt voor het opbergen van informatiedragers met een in hoofdzaak rechthoekige vorm, zoals chipkaarten, kredietkaarten, magneetkaarten, diskettes, cassettes, minidiscs en dergelijke.
Zoals blijkt uit met name fig. 1 is een 15 opberginrichting volgens onderhavige uitvinding in de getoonde uitvoeringsvorm vervaardigd uit heldere, doorzichtige kunststof, waarop een bedrukking 35 is aangebracht, in de getoonde uitvoeringsvorm symbolisch weergegeven door het door de sluitdelen 3, 5 zichtbare 20 woord 'text'. Voorts is een barcode 36 aangebracht, alsmede een holografische afbeelding 37, in de getoonde uitvoeringsvorm weergegeven als een H. Dergelijke holografische afbeeldingen zijn algemeen bekend en worden bijvoorbeeld geleverd door drukkerij Johan Enschede, 25 Nederland. De barcode 36 en de holografische afbeelding 37 zijn met de bedrukking 35 mee aangebracht in althans op de opberginrichting.
In een opberginrichting volgens onderhavige uitvinding is in de in fig. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm 30 in het tussendeel 4 een magneetstrip 38 ingegoten, ingericht voor samenwerking met detectiemiddelen opgesteld in bijvoorbeeld een winkel. Dergelijke magneetstrips zijn op zichzelf bekend in verschillende uitvoeringsvormen. Een keuze daarin is voor de vakman direct duidelijk. Bij 35 voorkeur worden magneetstrips 38 toegepast welke op afstand uitleesbare informatie kunnen bevatten voor authentisering 10 1 13 3 1 13 van de opberginrichting. Diefstal van de opberginrichting met daarin opgenomen informatiedrager kan door een dergelijke magneetstrip sterk worden bemoeilijkt of zelfs worden verhinderd, terwijl bovendien tracering en volgen 5 van de opberginrichting tijdens productieprocessen daardoor kan worden vereenvoudigd.
In de in· fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm zijn op vergelijkbare wijze spoelen 38A opgenomen, met dezelfde of vergelijkbare doelen. Ook andersoortige transponders kunnen 10 worden toegepast.
Op de langswanden 11 van het tweede sluitdeel 5 zijn vingers 25 aangebracht, welke zich ongeveer evenwijdig aan het vlak van de langswanden 11 uitstrekken, enigszins binnenwaarts verzet ten opzichte van de buitenzijde 15 daarvanr De vingers 25 strekken zich boven de bovenrand 26 van genoemde langswand .11 uit over een hoogte die enigszins groter is dan de hoogte van de lahgwanden 9 van het eerste sluitdeel 3. Op corresponderende posities zijn in het bodemvlak 7 van het eerste sluitdeel 3 openingen 24 20 aangebracht waardoorheén de vingers 25 zich kunnen uitstrekken, zodanig dat bij gesloten opberginrichting 1 de boveneinden 27 zich tot voorbij het bodemvlak 7 uitstrekken. De vingers en openingen zijn meer specifiek weergegeven in fig. 7.
25 In fig. 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een opberginrichting 70 getoond, met daarin opgenomen informatiedrager 2. bij deze relatief eenvoudige en compacte uitvoeringsvorm zijn de klemnokken 17 in een drietal paren direct op het tussendeel 4 geplaatst, zodat 30 de langsrand van de informatiedrager 2 ongeveer tegen het middendeel 4 ligt. De groeft 18 ligt derhalve dicht tegen het middendeel en heeft twee onderbroken wanden. De nokken 17 lopen aan hun vrije einden 30 enigszins naar buiten weg, zodat een in de richting van het middendeel 4 toelopende 35 inloopopening voor de informatiedrager 2 naar de klemmende delen 31 van de nokken l7_.ontstaat.
1011331 14
De sluitdelen 3, 5 zijn op gebruikelijke wijze voorzien van middelen voor het opnemen van tekstboekjes, libretto's en dergelijke toegevoegde informatiemiddelen.
Fig. 5 toont een jewelbox van de bekende, in EP 0 5 420 350 beschreven soort. In deze uitvoeringsvorm is echter volgens de uitvinding voorzien in een geïntegreerde bedrukking 37. De verende vingers 110 worden bovendien onderling verbonden door zegellippen die worden samengesmolten na inbrengen van de CD. Hierdoor kan de CD 10 niet worden verwijderd voordat de zegelmiddelen worden verbroken. Voorts is in de rug 111 van de box een magneetstrip 38 meegespuitgiet, zodat de jewelbox steeds traceerbaar is en bovendien diefstal daarvan aanmerkelijk wordt bemoeilijkt. Sluitlippen 25 en bijbehorende openingen 15 24 kunnen zijn voorzien, indien gewenst (niet getoond).
Fig. 6 toont schematisch een inrichting 100 voor het vervaardigen van een opberginrichting volgens de uitvinding, in het bijzonder volgens fig. 1-4. In deze figuur zijn de delen van de matrijs 101 aangegeven met de 20 verwijzingscijfers van de delen van de opberginrichting. Deze inrichting 100 omvat aanvoermiddelen 102 voor een drager 103 met bedrukking 35-37, span- en overzetmiddelen 104 voor de drager 103 en een spuitgietinrichting 105 met matrijs 101. Op de drager 103, welke uit kunststof is 25 vervaardigd, bijvoorbeeld folievormig met een dikte van minder dan 80 micrometer, bijvoorbeeld 20 a 30 micrometer, is met transferinkt een bedrukking 35 aangebracht. Deze bedrukking 35 is bij voorkeur gedeeltelijk transparant, bijvoorbeeld opgebouwd uit pixels die op geringe afstand 30 van elkaar zijn gelegen. De drager 103 is bij voorkeur doorzichtig, zodat de bedrukking vanaf twee zijden van de drager 103 zichtbaar is. Op de drager zijn, indien gewenst, tevens een barcode 36 en een holografische afbeelding 37 aangebracht. De barcode 36 kan bijvoorbeeld zijn geprint of 35 gedrukt, de holografische afbeelding is bijvoorbeeld gedrukt of op de drager 103 gelijmd. De drager 103 is 10 1 1 3 1 15 opgerold in de aanvoermiddelen 102 en kan via de rol worden aangevoerd naar een raam 106 van de span- en overzetmiddelen 104. De drager 103 wordt op het raam 106 opgespannen, zodanig dat vouwen en dergelijke worden 5 gladgetrokken. Met behulp van stansmiddelen 107 wordt de drager op maat gesneden, bijvoorbeeld ter grootte van het eerste 3 en tweede sluitdeel 5 en het tussengelegen tussendeel 4. De drager 103 wordt bijvoorbeeld door klemming, onderdruk, verkleving of statische lading op het 10 raam 106 vastgezet. Vervolgens wordt de drager 103 met behulp van de span- en overzetinrichting overgebracht tot in de matrijs 101, waarin de drager 103 tegen de wand van de matrijs 101 wordt vastgezet, tegenover de holte voor vorming van de vastzetmiddelen. De drager 103 wordt door 15 statische lading, verkleving, zuiging of dergelijke vastgezet, waarna het raam 106 wordt weggetrokken. In de matrijs worden, indien gewenst, een magneetstrip 38 of een elektrische spoel 38A of dergelijk authentiseer- en/of beveiligingsmiddel geplaatst met behulp van draagmiddelen 20 39. Vervolgens wordt de matrijs 101 gesloten en wordt in de spuitgietinrichting 105 met behulp van een op zichzelf bekende injector, schematisch weergegeven als pomp 108, een kunststof massa ingevoerd. Deze massa heeft bij voorkeur een hoge melt, bijvoorbeeld hoger dan 30 en bij voorkeur 25 hoger dan 50. De massa vloeit door de matrijsholte langs de drager 103. De drager 103 sublimeert daarbij, terwijl de bedrukking 35, 36, 37 op en in de kunststof huid van de vervloeiende massa wordt opgenomen. Voor zover de drager 103 niet sublimeert of verbrandt, zal deze in de massa 30 worden opgenomen. Hierdoor wordt in een shot een opberginrichting verkregen met tweezijdige bedrukking 35, magneetstrip of spoel 38, 38A of dergelijke, barcode 36 en hologram 37.
Doordat gebruik wordt gemaakt van een bijzonder hoge 35 melt (hoger dan 20) kunnen lange vloeiwegen worden gebruikt bij kleine wanddikten, bijvoorbeeld tot minder dan 1 mm. De 1011331 16 hoge melt biedt daarbij het verrassende voordeel dat de stollende, langs de matrijswand en dus de bedrukking afrollende kunststof massa, welke een dunne huid vormt, de bedrukking (tekst, afbeelding, barcode en dergelijke) niet 5 beschadigt, terwijl bovendien ongewenste spanningen in het materiaal worden verhinderd. Daardoor worden vervormingen van de opberginrichtingen verhinderd. Dunne wanden bieden het voordeel dat korte cyclustijden mogelijk zijn, weinig materiaal nodig is en de opberginrichtingen weinig gewicht 10 hebben. Verzending is daardoor op eenvoudige en voordelige wijze mogelijk.
In de in fig. 6A getoonde uitvoeringsvorm is een printerkop 120 in de matrijs 101 beweegbaar, voor het daarin aanbrengen van een bedrukking, bij voorkeur in 15 transferinkt. Dergelijke inkt is op zichzelf bekend en wordt goed in de kunststof opgenomen, zonder ongewenst te vervloeien. De printerkop 120 wordt aangestuurd door een computer 121, waarmee voor elke te spuitgieten opberginrichting de. bedrukking kan worden vastgesteld.
20 Daardoor kan in principe de bedrukking voor elke afzonderlijke opberginrichting worden aangepast, bijvoorbeeld door een volgnummer te veranderen of door een volledig andere bedrukking. Hierdoor wordt een nog betere authentisering verkregen. De computer kan bijvoorbeeld zijn 25 aangesloten op een computernetwerk voor on-line aanvoeren van gewenste bedrukkingen.
Een opberginrichting volgens de uitvinding als getoond in fig. 1-4 kan als volgt worden gebruikt.
In een spuitgietmachine, als getoond in fig. 6 wordt 30 een opberginrichting 1, 50, 70 in één productiegang vervaardigd en vervolgens aan een inpaklijn toegevoerd, waarbij de sluitdelen 3, 5 vlak op een transportmiddel, zoals een lopende band liggen. Het tussendeel 4 strekt zich daarbij ongeveer verticaal, althans ongeveer haaks op het 35 vlak van de transportmiddelen uit en is naar boven open (fig. 1). Een informatiedrager 2 wordt eenvoudig in 1011331 i 17 opneemmiddelen 13 gestoken door een langsrand 19 daarvan tussen de klemnokken 17 te drukken en door te duwen in de richting van de bodem 20 van de groef 18. De klemnokken 17 worden daardoor enigszins uit elkaar gedrukt, waarbij een 5 klemkracht ontstaat als gevolg van de vervormingskrachten. De klemnokken 17 worden daarbij tegen de vlakke buitenoppervlakken 21 van de informatiedrager gedrukt. De groef heeft een zodanige diepte dat informatiedragende delen K niet door de klemnokken 17 worden bereikt.
10 Vervolgens kunnen eventuele boekwerken en dergelijke worden geplaatst in de daarvoor bestemde opneemmiddelen.
Nadat de informatiedrager 2 tussen de klemnokken 17 is gestoken worden de sluitdelen 3, 5 in de richting van het tussendeel 4 en de informatiedrager 2 gezwenkt, zodanig 15 dat de Of elke sluiting wordt gesloten. Daarbij treden de vingers 25 in de openingen 24, zodanig dat hun boveneinden 27 uitsteken. Deze worden vervolgens zodanig verwarmd dat deze enigszins smelten en zich verbreden, tot over de randen van de opening 24. De uitgangspositie is in fig. 7 20 weergegeven ter linkerzijde van de hartlijn, de eindsituatie ter rechterzijde. Zoals duidelijk uit fig. 7 blijkt zullen de vervormde uiteinden 27 van de vingers 25 moeten worden verwijderd, bijvoorbeeld worden weggesneden, alvorens de opberginrichting kan worden geopend. Hierdoor 25 is een goede authentiserende verzegeling verkregen.
In een niet getoonde, alternatieve uitvoeringsvorm zijn de vingers 25 opgenomen tegen een buitenzijde van de wanddelen van het tegenovergelegen sluitdeel. De vingers 25 zijn dan door verhitting althans gedeeltelijk versmolten 30 met genoemde wanddelen, zodanig dat de delen van elkaar losgenseden dienen te worden voordat de opberginrichting kan worden geopend. De gebruikte materialen laten snijden eenvoudig toe, zonder dat direct breuk optreedt. Bij voorkeur worden de vingers daarbij in sleuven opgenomen 35 zodat de zijden van de opberginrichting in hoofdzaak vlak blijven.
1 0 1 1 3 3 1 18
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de tekening en de beschrijving weergegeven uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk. Zo kan een opberginrichting volgens de uitvinding anders zijn 5 vormgegeven, bijvoorbeeld met meerdere vastzetmiddelen naast of achter elkaar, terwijl de opberginrichtingen bovendien uit andere materialen kunnen worden vervaardigd. Ook kunnen andere druktechnieken worden toegepast. De bedrukking kan uiteraard ook aan de binnenzijde of aan 10 weerszijden worden aangebracht. Het zal overigens duidelijk zijn dat de beschreven bedrukkingstechnieken ook voor andersoortige producten kunnen worden toegepast. De informatiedragers kunnen op een ander moment, bijvoorbeeld in een winkel in de opberginrichting worden gebracht waarna 15 deze met behulp van de genoemde vingers en openingen kunnen worden gesealed. Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de bijgevoegde conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
1011331

Claims (33)

1. Opberginrichting voor plaatvormige informatie dragers, welke opberginrichting doosvormig is en voorzien van een eerste en tweede dekseldeel, scharnierend verbonden, waarbij vastzëtmiddelen zijn voorzien voor het· 5 binnen de opberginrichting vastzetten van de informatiedrager, waarbij de opberginrichting is gespuitgiet uit kunststof, in het bijzonder polypropyleen of dergelijke en afsluitbaar is en waarbij beveiligingsmiddelen tijdens vervaardiging in de opberginrichting zijn meegespuitgiet.
2. Opberginrichting volgens conclusie 1, waarbij de beveiligingsmiddelen ten minste een tijdens vervaardiging in de matrijs aangebrachte, in of op de opberginrichting opgenomen productspecifieke bedrukking omvatten.
3. Opberginrichting volgens conclusie 2, waarbij de 15 bedrukking althans aan de buitenzijde van de opberginrichting is aangebracht en zich over ten minste een deksel, een rug en het tussengelegen scharnier uitstrekt.
4. Opberginrichting volgens één der conclusies 1-3, waarbij de beveiligingsmiddelen ten minste magnetische-of 20 elektronisch uitleesbare middelen omvatten, welke bij voorkeur nagenoeg geheel zijn omgeven door het materiaal van de opberginrichting.
5. Opberginrichting volgens conclusie 4, waarbij de beveiligingsmiddelen een magneetstrip omvatten die kan 25 samenwerken met detectiemiddelen daarvoor.
6. Opberginrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de beveiligingsmiddelen zegelmiddelen omvatten, waartoe ten minste één dekseldeel is voorzien van een aantal lipvormige zegelelementen, waarbij het of elk 30 zegelelement bij gesloten opberginrichting met ten minste een gedeelte van zijn oppervlak tegen de buitenzijde van het andere dekseldeel beweegbaar is en daarmee vast kan worden verbonden, bij voorkeur door althans gedeeltelijke 1011351 versmelting, een en ander zodanig dat de in de opberginrichting geplaatste informatiedrager daaruit niet kan worden weggenomen zonder verbreking van de zegelmiddelen.
7. Opberginrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de beveiligingsmiddelen aan ten minste een dekseldeel aangebrachte nokken en daarmee corresponderende openingen in het tegenovergelegen dekseldeel omvatten, zodanig dat bij gesloten 10 opberginrichting de nokken door de openingen uitsteken buiten de buitenzijde van het betreffende de openingen omvattende dekseldeel, waarbij de zich buiten het dekseldeel uitstrekkende, uitstekende nokdelen zodanig vervormbaar zijn, bij voorkeur door warmte, dat de nokken 15 niet uit de openingen terugtrekbaar zijn zonder verwijdering van althans een deel van de uitstekende delen en/of anderszins beschadiging van de nokken en/of dekseldelen.
8. Opberginrichting volgens conclusie 7, waarbij de 20 nokken aan het eerste dekseldeel zijn aangebracht en de openingen in het tweede dekseldeel.
9. Opberginrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij elk dekseldeel is voorzien van een opstaande langsrand, welke langsranden bij gesloten opberginrichting tegen 25 elkaar liggen, waarbij de nokken en openingen zijn aangebracht in, althans nabij het gebied van de langsranden.
10. Opberginrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de beveiligingsmiddelen ten minste één 30 holografische of vergelijkbare afbeelding omvatten die in of op, althans met, de opberginrichting mee is gespuitgiet.
11. Opberginrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de beveiligingsmiddelen ten minste één barcode omvatten.
12. Opberginrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de beveiligingsmiddelen zegelmiddelen 1011331 omvatten die zijn aangebracht op of aan de vastzetmiddelen, een en ander zodanig dat een in de opberginrichting geplaatste informatiedrager daaruit niet kan worden weggenomen zonder verbreking van de zegelmiddelen.
13. Opberginrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de beide dekseldelen aan de van een rugdeel en de scharnieren afgekeerde zijde zijn voorzien van samenwerkende sluitmiddelen.
14. Opberginrichting volgens één der voorgaande 10 conclusies, waarbij de opberginrichting is vervaardigd door spuitgieten uit een kunststof met een melt hoger dan 20, bij voorkeur hoger dan 30, in het bijzonder hoger dan 40 en nog meer in het bijzonder ongeveer 50.
15. Opberginrichting volgens een der voorgaande 15 conclusies, waarbij de opberginrichting eendelig is gepuitgiet, bij voorkeur althans in hoofdzaak uit helder (clear) polypropyleen of dergelijke kunststof geschikt voor de vorming van meegespuitgiete scharnieren.
16. Opberginrichting volgens één der voorgaande 20 conclusies, waarbij de opberginrichting is vervaardigd uit heldere, doorzichtige kunststof en waarbij een bij voorkeur thans gedeeltelijk transparante bedrukking is voorzien, welke althans gedeeltelijk vanaf twee tegenovergelegen zijden van een bedrukt deel van de inrichting zichtbaar is. 25
17. Werkwijze voor het vervaardigen van een opberginrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij beveiligingsmiddelen in een matrijs worden geplaatst en waarbij vervolgens althans een gedeelte van de opberginrichting tegen of rond de beveiligingsmiddelen 30 wordt gevormd in de matrijs, bij voorkeur door spuitgieten, zodanig dat de beveiligingsmiddelen niet zonder beschadiging van het betreffende deel kunnen worden verwijderd.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij de 35 opberginrichting eendelig wordt gespuitgiet. 1011331
19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, waarbij in de matrijs een bedrukking wordt aangebracht, waarna kunststof in de matrijs tegen de bedrukking of een de bedrukking dragende drager wordt aangebracht, zodanig dat de 5 bedrukking een integraal deel gaat uitmaken van de in de matrijs te vormen opberginrichting of deel daarvan.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de bedrukking op een drager in de matrijs wordt gebracht.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, waarbij de drager 10 naar de nabijgelegen wand van de matrijs wordt gekeerd en de kunststof tegen de tegenovergelegen zijde wordt aangebracht.
22. Werkwijze volgens conclusie 20 of 21, waarbij de drager enigszins wordt opgerekt voor of tijdens plaatsing 15 in de matrijs, zodanig dat deze wordt strakgetrokken.
23. Werkwijze volgens één der conclusies 20-22, waarbij een zodanige drager wordt toegepast dat deze onder invloed van ten minste de temperatuur van de daartegen gebrachte kunststof verbrandt of sublimeert, terwijl de bedrukking op 20 of in de kunststof wordt opgenomen.
24. Werkwijze volgens conclusies 20-22, waarbij de drager met de kunststof versmelt.
25. Werkwijze volgens één der conclusies 20-24, waarbij de drager met bedrukking als een strook, in het bijzonder 25 vanaf een rol wordt aangevoerd en direct voor of tijdens plaatsing wordt gesneden.
26. Werkwijze volgens één der conclusies 19-25, waarbij de bedrukking als transfer wordt uitgevoerd.
27. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de 30 bedrukking in de matrijs wordt aangebracht door drukken of printen op een wanddeel van de matrijs of een daarop aangebrachte drager.
28. Werkwijze volgens één der conclusies 19-27, waarbij een holografische bedrukking wordt aangebracht.
29. Werkwijze volgens één der conclusies 19-28, waarbij een barcode of dergelijke wordt aangebracht. 10 1 13 3 1
30. Werkwijze volgens één der conclusies 19-29, waarbij een drager in de matrijs wordt aangebracht, aan twee zijden voorzien van een bedrukking, waarbij de kunststof tegen de drager wordt aangebracht en daarbij onlosmakelijk wordt 5 verbonden.
31. Werkwijze volgens conclusie 30, waarbij de drager althans gedeeltelijk transparant is.
32. Werkwijze volgens één der conclusies 17-31, waarbij de beveiligingsmiddelen magnetische en/of elektronische 10 middelen omvatten welke, op een drager in de matrijs worden geplaatst, waarna kunststof rond de magnetische en/of elektronische middelen wordt gespoten, zodanig dat de drager daarin wordt opgesloten of opgenomen of verdwijnt, bijvoorbeeld door verbranding of sublimatie.
33. Inrichting voor vervaardiging van een opberginrichting volgens één der conclusies 1-16 of voor toepassing van een werkwijze volgens één der conclusies 17-32 waarbij de inrichting is ingericht voor spuitgieten, waarbij middelen zijn voorzien voor in de matrijs 20 aanbrengen van beveiligingsmiddelen, in het bijzonder een bedrukking. 1011331
NL1011331A 1999-02-18 1999-02-18 Opberginrichting met beveiligingsmiddelen. NL1011331C2 (nl)

Priority Applications (18)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011331A NL1011331C2 (nl) 1999-02-18 1999-02-18 Opberginrichting met beveiligingsmiddelen.
TW089102251A TW535147B (en) 1999-02-18 2000-02-08 Storage device having protective means
BR0008348-8A BR0008348A (pt) 1999-02-18 2000-02-18 Dispositivo de armazenamento para portadores de dados em forma de placa, e, processo de fabricação e aparelho para fabricar o mesmo
JP2000600276A JP2002537191A (ja) 1999-02-18 2000-02-18 防止手段を有する保管機器
CZ20013006A CZ20013006A3 (cs) 1999-02-18 2000-02-18 Obal s ochranným prostředkem
IDW00200102032A ID30483A (id) 1999-02-18 2000-02-18 Perangkat penyimpanan dengan alat pelindung
MXPA01008381A MXPA01008381A (es) 1999-02-18 2000-02-18 Dispositivo de almacenamiento que tiene medios protectores.
DE60015504T DE60015504T2 (de) 1999-02-18 2000-02-18 Aufbewahrungsvorrichtung ausgerüstet mit sicherungsmitteln
PCT/NL2000/000105 WO2000049619A1 (en) 1999-02-18 2000-02-18 Storage device having protective means
CA002363186A CA2363186A1 (en) 1999-02-18 2000-02-18 Storage device having protective means
AT00906756T ATE281691T1 (de) 1999-02-18 2000-02-18 Aufbewahrungsvorrichtung ausgerüstet mit sicherungsmitteln
AU28317/00A AU771421B2 (en) 1999-02-18 2000-02-18 Storage device having protective means
ES00906756T ES2232426T3 (es) 1999-02-18 2000-02-18 Dispositivo de almacenamiento para soportes de datos en forma de placa.
CNB008039836A CN100470662C (zh) 1999-02-18 2000-02-18 带有保护性装置的存储设备及其加工方法
PL00350848A PL195644B1 (pl) 1999-02-18 2000-02-18 Urządzenie przechowujące dla nośników danych i sposób wytwarzania urządzenia przechowującego dla nośników danych
EP00906756A EP1153392B1 (en) 1999-02-18 2000-02-18 Storage device having protective means
US10/659,246 US7458460B2 (en) 1999-02-18 2003-09-10 Storage device having protective means
US11/999,779 US20080142383A1 (en) 1999-02-18 2007-12-07 Storage device having protective means

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011331 1999-02-18
NL1011331A NL1011331C2 (nl) 1999-02-18 1999-02-18 Opberginrichting met beveiligingsmiddelen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011331C2 true NL1011331C2 (nl) 2000-08-22

Family

ID=19768680

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011331A NL1011331C2 (nl) 1999-02-18 1999-02-18 Opberginrichting met beveiligingsmiddelen.

Country Status (17)

Country Link
US (2) US7458460B2 (nl)
EP (1) EP1153392B1 (nl)
JP (1) JP2002537191A (nl)
CN (1) CN100470662C (nl)
AT (1) ATE281691T1 (nl)
AU (1) AU771421B2 (nl)
BR (1) BR0008348A (nl)
CA (1) CA2363186A1 (nl)
CZ (1) CZ20013006A3 (nl)
DE (1) DE60015504T2 (nl)
ES (1) ES2232426T3 (nl)
ID (1) ID30483A (nl)
MX (1) MXPA01008381A (nl)
NL (1) NL1011331C2 (nl)
PL (1) PL195644B1 (nl)
TW (1) TW535147B (nl)
WO (1) WO2000049619A1 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2268664T3 (es) 2003-09-08 2007-03-16 GLUD & MARSTRAND A/S Embalaje metalico.
SE528075C2 (sv) * 2004-06-14 2006-08-29 Tetra Laval Holdings & Finance Förpackningsbehållare, förpackningslaminat och användning av ett färgtryck
US8151991B2 (en) * 2009-08-28 2012-04-10 Home Depot U.S.A., Inc. Method and system for providing a three dimensional stored value token that contains movable consumer goods
US20120193252A1 (en) * 2011-01-27 2012-08-02 Multi Packaging Solutions, Inc. Storage and packaging device
JP2012206756A (ja) * 2011-03-30 2012-10-25 Just Corporation:Kk 記録媒体を収容した薄型ケース
US9305598B2 (en) 2013-04-08 2016-04-05 Disc Graphics Inc. Package and container assembly and method of manufacturing same
CN112837713B (zh) * 2021-02-03 2022-05-03 黄山徽扬物联科技有限公司 一种用于保护大数据储存设备的工作仓

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2605747A1 (fr) * 1986-10-28 1988-04-29 Checkpoint Sa Procede de protection d'objets contre le vol et objets proteges selon ce procede
US5081446A (en) * 1990-09-24 1992-01-14 Checkpoint Systems, Inc. Security tag for compact disc storage container
US5551559A (en) * 1992-06-22 1996-09-03 Queens Group Inc. Media disk storage container with printed paperboard sheets
EP0762357A2 (fr) * 1995-08-11 1997-03-12 Labeyrie S.A. Procédé et dispositif de marquage d'un produit à élément antivol intégré

Family Cites Families (39)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2262063B (en) * 1991-12-07 1996-01-10 Courtaulds Films & Packaging Polymeric films
EP0101095B1 (en) * 1982-08-17 1988-11-17 Dai Nippon Insatsu Kabushiki Kaisha Method and device for injection molding articles while simultaneously forming patterns thereon
US4880368A (en) * 1983-10-24 1989-11-14 Siegfried C. Hasl In-mold label transfer apparatus
US4983348A (en) * 1986-10-29 1991-01-08 Wheaton Industries In-mold labeling of injection blow molded products
US4787264A (en) * 1986-11-21 1988-11-29 Incom International Inc. Remote control with ball bearings in linked ball-cage elements
US4784264A (en) 1986-11-26 1988-11-15 Blackbourn Inc Display album
KR960007011B1 (ko) * 1988-01-29 1996-05-27 미쓰이세끼유 가가꾸 고오교오 가부시끼가이샤 적층성형체 및 그 제조방법
US5145212A (en) * 1988-02-12 1992-09-08 American Banknote Holographics, Inc. Non-continuous holograms, methods of making them and articles incorporating them
CA1340219C (en) * 1988-04-06 1998-12-15 Tadahiko Katsura Labelled vessel and process for preparation thereof
US4863026A (en) * 1988-05-13 1989-09-05 Perkowski Thomas J Storage cases for information recording devices
US5189531A (en) * 1988-10-17 1993-02-23 August DeFazio Hologram production
NL8802879A (nl) * 1988-11-22 1990-06-18 Ireneus Johannes Theodorus Mar Werkwijze voor het verpakken van een afgepaste, voor het omhullen van een component bestemde hoeveelheid thermohardende kunststof, met deze werkwijze verkregen verpakking, werkwijze voor het bedrijven van een matrijs en matrijs voor het uitvoeren van deze werkwijze.
US5217563A (en) * 1988-12-01 1993-06-08 Bayer Aktiengesellschaft Apparatus for producing a deep-drawn formed plastic piece
US5142384A (en) * 1989-06-08 1992-08-25 Ilford Limited Holograms for packaging and display uses
US5082435A (en) * 1989-06-23 1992-01-21 Yoshida Industry Co., Ltd. Transferring and molding apparatus
US4978005A (en) * 1989-11-30 1990-12-18 Sammet Roy J Disc container assembly
JP3140075B2 (ja) * 1991-03-04 2001-03-05 株式会社ユポ・コーポレーション インモールド用ラベル
US5442744A (en) * 1992-04-03 1995-08-15 Sun Microsystems, Inc. Methods and apparatus for displaying and editing multimedia information
US5900954A (en) * 1992-06-01 1999-05-04 Symbol Technologies, Inc. Machine readable record carrier with hologram
DE4242992B4 (de) 1992-12-18 2004-01-29 Meto International Gmbh Anordnung zur Sicherung eines Artikels, insbesondere einer Aufzeichnungsplatte wie eine CD-Platte
US5411140A (en) * 1994-02-08 1995-05-02 Wells Manufacturing Company Product package with matching indicia and recess
US5385231A (en) * 1994-02-22 1995-01-31 Don Evans, Inc. Package for compact disk
US5553810A (en) * 1994-02-23 1996-09-10 The Lincoln Electric Company Covers for welding wire reels
US5647151A (en) * 1994-04-01 1997-07-15 Insight, Inc. Multi-purpose image display systems
DE19515192C2 (de) * 1994-04-25 1997-08-21 Dainippon Printing Co Ltd Verfahren zum Ausbilden eines Musters auf einem Artikel während dessen Spritzguß und Vorrichtung zu diesem Zweck
DE4425277A1 (de) * 1994-07-16 1996-01-18 Boehringer Mannheim Gmbh Verpackungssystem für Flüssigreagenzien
US5524758A (en) * 1995-06-30 1996-06-11 Lupul; Troy D. Authentication packaging for replacement parts
US5597068A (en) * 1995-08-25 1997-01-28 Alpha Enterprises, Inc. Compact disc security container
NL1001698C2 (nl) 1995-11-20 1997-05-21 Montan Nederland Bv Samenstel van een aantal plaatvormige informatiedragers en een opberginrichting.
US5815292A (en) * 1996-02-21 1998-09-29 Advanced Deposition Technologies, Inc. Low cost diffraction images for high security application
GB9605175D0 (en) * 1996-03-12 1996-05-15 Entertainment Uk Ltd Improvements in or relating to securing apparatus
JP3052060B2 (ja) * 1996-05-08 2000-06-12 株式会社サンエイ コンパクトディスクトレー
JP2954535B2 (ja) * 1996-07-31 1999-09-27 大日本印刷株式会社 射出成形同時絵付方法及び装置
US5713463A (en) * 1996-08-15 1998-02-03 30G, Inc. Folding data disk holder
US6182825B1 (en) 1996-10-26 2001-02-06 Digisox Limited Holder for a planar data storage medium
JP3438565B2 (ja) * 1997-08-22 2003-08-18 ユニ電子工業株式会社 盗難防止用タグ
UA52804C2 (uk) * 1997-12-02 2003-01-15 Текнікал Графікс Сек'Юріті Продактс, Ллс Магнітний/металевий захисний пристрій (варіанти), спосіб його виготовлення (варіанти), спосіб встановлення його автентичності і металевий захисний пристрій
US6164548A (en) * 1998-02-05 2000-12-26 Safecard Id System, Inc. Methods of creating a tamper resistant informational article
US6476817B1 (en) * 1999-06-03 2002-11-05 Xerox Corporation Removable media, such as a floppy disk or videocassette, having associated display

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2605747A1 (fr) * 1986-10-28 1988-04-29 Checkpoint Sa Procede de protection d'objets contre le vol et objets proteges selon ce procede
US5081446A (en) * 1990-09-24 1992-01-14 Checkpoint Systems, Inc. Security tag for compact disc storage container
US5551559A (en) * 1992-06-22 1996-09-03 Queens Group Inc. Media disk storage container with printed paperboard sheets
EP0762357A2 (fr) * 1995-08-11 1997-03-12 Labeyrie S.A. Procédé et dispositif de marquage d'un produit à élément antivol intégré

Also Published As

Publication number Publication date
EP1153392A1 (en) 2001-11-14
US20040050728A1 (en) 2004-03-18
CN1341261A (zh) 2002-03-20
CN100470662C (zh) 2009-03-18
ID30483A (id) 2001-12-13
US20080142383A1 (en) 2008-06-19
AU771421B2 (en) 2004-03-18
CZ20013006A3 (cs) 2002-04-17
WO2000049619A1 (en) 2000-08-24
ATE281691T1 (de) 2004-11-15
BR0008348A (pt) 2002-01-29
ES2232426T3 (es) 2005-06-01
JP2002537191A (ja) 2002-11-05
US7458460B2 (en) 2008-12-02
TW535147B (en) 2003-06-01
DE60015504T2 (de) 2005-11-24
PL195644B1 (pl) 2007-10-31
MXPA01008381A (es) 2003-06-06
AU2831700A (en) 2000-09-04
CA2363186A1 (en) 2000-08-24
DE60015504D1 (de) 2004-12-09
PL350848A1 (en) 2003-02-10
EP1153392B1 (en) 2004-11-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6216860B1 (en) Packet for long articles
US6029811A (en) Assembly of a number of plate-shaped data carriers and a storage device
US20080142383A1 (en) Storage device having protective means
US6637589B2 (en) Lockable box
EP0941536B1 (en) Housing for a disc-shaped information carrier
NL1023185C2 (nl) Matrijs en werkwijze voor het vormen van verpakkingen en daarmee vervaardigde verpakkingen.
RU2312804C2 (ru) Металлическая упаковка
US6250004B1 (en) Recyclable plastic enclosure with an integrally-molded card holder
NL1022400C2 (nl) Verpakking met sleeve.
JP4119050B2 (ja) ケース用のホルダー
US8172081B2 (en) Housing for a disc-shaped information carrier
AU2003267556A1 (en) Security marking process and material provided with security marking
NL1027482C2 (nl) DVD-doos met vasthoudelementen voor het vasthouden van een randgebied van een inlegvel, informatieboekje of dergelijke.
NL1023340C2 (nl) Vergrendelbare doos voor compactdiscs.
NL1019488C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke verpakkingen.
NL1021519C2 (nl) Verpakkingsinrichting voor Cd's, DVD's, informatiekaarten en dergelijke.
WO2003078254A1 (en) Method and apparatus for packaging dvds
UA81338C2 (en) Metallic package
JPS61232158A (ja) 包装用袋
WO2010009303A2 (en) Package for media discs

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060901