BE898488A

BE898488A - Heftoestel voor het behandelen van containers.

Info

Publication number: BE898488A
Application number: BE2/60294A
Authority: BE
Original assignee: Allied Stevedores Antwerp
Priority date: 1983-12-19
Filing date: 1983-12-19
Publication date: 1984-04-16

Abstract

Heftoestel voor het behandelen van containers van het type dat in hoofdzaak uit een portiekkonstruktie die over één of meer containers kan rijden en hiertoe aan beide zijden voorzien is van wielenparen die geschikt worden aangedreven en bestuurd,met het kenmerk dat het in hoofdzaak bestaat uit een portiek met drie poten (1-2-3) die bovenaan met elkaar verbonden zijn door een konstruktie (4) en waarvan de poten (1-2) aan één zijde van het heftoestel,anderaan met elkaar verbonden zijn door een wielbalk (5) die steun biedt aan twee wielenparen (6-7 en8-9),terwijl de derde poot (3) onderaan voorzien is van een bogie (10) voor een wielenpaar (11-12)

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING neergelegd tot staving van een aanvraag voor
BELGISCH OCTROOI geformuleerd door
ALLIED STEVEDORES (ANTWERP)   N. V.   voor 
 EMI1.1 
 -"Heftoestel voor het behandelen van containers" at t "". - -.. t I UITVINDINGSOCTROOI. s @z 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 "Heftoestel voor het behandelen van containers" Deze uitvinding heeft betrekking op een heftoestel voor het behandelen van containers, meer speciaal een heftoestel voor het heffen en verplaatsen van containers, van het type gevormd door een verrijdbare portaalkonstruktie die over een of meer containers kan gebracht worden om deze vast te grijpen door middel van een verstelbaar hefjuk. 



  Zulke tot op heden bekende heftoestellen bestaan in hoofdzaak uit twee portaalkonstrukties die bovenaan met elkaar verbonden zijn ten einde een geschikte bevestiging te vormen voor de ophanging en aandrijving van het hefjuk en die onderaan, per zijde van het heftoestel, met elkaar verbonden zijn door een zogenaamde wielbalk, waarbij iedere wielbalk steun biedt voor twee paar rijwielen. 



  De besturing    van. dergelijk heftoestel   geschiedt vanuit de stuurkabine die zich bovenaan het heftoestel bevindt, waarbij voor de eigenlijke besturing, alle acht de rijwielen onder een geschikte hoek moeten kunnen verplaatst worden, terwijl voor de aandrijving van het heftoestel, per twee paar wielen, een afzonderlijke aandrijfmotor wordt voorzien. 



  Het is inderdaad zo dat door de portaalkonstruktie zelf van het heftoestel, de besturing en de aandrijving ervan afzonderlijk geschiedt aan beide zijden, waarbij eventuele verbindingen noodzakelijkerwijze langs de portaalkonstruktie om moeten geschieden. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Het is duidelijk dat de besturing-en aandrijfmechanismen van zulk heftoestel zeer complex zijn. 



  Deze uitvinding heeft dan ook betrekking op een heftoestel voor het behandelen van containers, waarbij de voornoemde en andere nadelen van de bekende containers totaal zijn uitgesloten. 



  Het heftoestel volgens de uitvinding bestaat hiertoe in hoofdzaak uit een portaalkonstruktie die over   een   of meer containers kan rijden en hiertoe aan beide zijden voorzien is van wielenparen die geschikt worden aangedreven en bestuurd, met het kenmerk dat het in hoofdzaak bestaat uit een portiek met drie poten die bovenaan met elkaar verbonden zijn door een konstruktie en waarvan de poten aan   een   zijde van het heftoestel, onderaan met elkaar verbonden zijn door een wielbalk die steun biedt aan twee wielenparen, terwijl de derde poot onderaan voorzien is van een bogie voor een   wielenpaar.   
 EMI3.1 
 r Op deze wijze verkrijgt men dus een heftoestel waarvan de aandrijving en besturing tot   een   zijde kan beperkt blijven,

   en er slechts   een   aandrijfmotor en slechts zes rijwielen worden toegepast en dat zeer eenvoudig en met een minimum aan materiaal en onderdelen kan verwezenlijkt worden zodat een goedkopere en   bedrijfszeker   machine wordt verkregen met een kleiner eigen gewicht voor éénzelfde hefvermogen, in vergelijking met de traditioneel bekende heftoestellen, waaruit nog volgt dat ook de bedrijfsonkosten zoals daar zijn energieverbruik en onderhoudskosten lager zijn. 



  Tevens verkrijgt men nog dat, door de driepootkonstruktie, de zichtbaarheid van de bestuurder wordt verbeterd en dat de wendbaarheid van het heftoestel wordt vergemakkelijkt met een kleinere draaicirkel. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
 EMI4.1 
 een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin f figuur 1 een zijaanzicht weergeeft van een heftoestel volgens de uitvinding ; figuur 2 een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur 1 ; figuren 3 en 4 respektievelijk zichten weergeven volgens de pijlen F3 en F4 in figuur 2 ; figuur 5 op groter schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F5 is aangeduid ; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5 ; figuren 7 en 8 zichten zijn gelijkaardig aan dit van figuur 6 doch voor het verrijden van het heftoestel naar links, respektievelijk naar rechts ;

   figuur 9 op groter schaal een zicht weergeeft van het ge- deelte dat in   figuur, 1   door F9 is weergegeven ; figuur 10 een doorsnede weergeeft volgens lijn X-X in figuur 9. 



  In de voornoemde figuren is een heftoestel weergegeven gevormd door een portiek dat bestaat uit drie poten 1-2-3 die bovenaan door een konstruktie 4 met elkaar verbonden zijn en waarvan de poten 1-2, onderaan, met elkaar verbonden zijn door een wielbalk 5 voor vier wielen 6-7 en 8-9, terwijl de poot 3, onderaan voorzien is van een bogie 10 voor twee wielen    11-12.   
 EMI4.2 
 tOnder de konstruktie 4 is het traditioneel verstelbaar hefjuk 13 door middel, van kabels opgehangen terwijl aan poot 1 de bestuurderskabine 14 is bevestigd. 



   De bogie 10 is, via een spil 15, bevestigd met de poot 3, waarbij in deze bogie de assen van wielen 11-12 zijn gelagerd. 



  De assen van de wielen 6 tot 9 zijn ieder gelagerd in een steun 16-17 en 18-19 die opgehangen zijn aan stangen 20-21 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 en 22-23 die zelf vrij draaibaar, doch axiaal onverplaatsbaar, bevestigd zijn in de wielbalk 5. 
 EMI5.1 
 



  De uiteinden van de stangen 20 en 22 zijn ieder voorzien van een hefboom 24-25 waarvan het vrij uiteinde scharnierbaar verbonden is met een stang 26-27 die aan haar tweede uiteinde scharnierbaar verbonden is met het vrij uiteinde van een op de stangen 21 en 23 bevestigde hefboom 28-29 waarmede, eveneens scharnierbaar, stangen 30-31 zijn bevestigd. Deze laatste zijn aan hun tweede uiteinde ieder scharnierbaar bevestigd met een tuimelhefboom 32-33 met scharnierpunt 34-35, waarvan het tweede uiteinde scharnierbaar verbonden is met de zuigerstang van een drukcilinder 36-37. 



  Met de draaispillen 34-35 zijn tandsektoren 38-39 bevestigd. 



  De aandrijving van de wielen 7 en 9 geschiedt via paren kettingwielen 40-41 en 42-43 en kettingen 44-45. 



  Deze kettingwielen 40    tot. 43 zijn   respektievelijk bevestigd op de assen van de wielen 7-9 en op de uitgangsassen 46-47 van wormwielkasten 48-49 die een worm 50-51 en een wormwiel 52-53 bezitten waarvan de worm op de ingangsas 54-55 is be-   vestig.   



  Deze laatste zijn ieder, via een cardankoppeling 56-57 verbonden met een as, respektievelijk 58-59, die aan het tweede uiteinde, via een cardankoppeling 60-61, verbonden zijn met uitgangen van een aftakking 62 van het enig aandrijfagregaat. 
 EMI5.2 
 , :. 



  Volledigheidshalve wordt nog vermeld dat de assen 20 tot 23 vertikaal kunnen bewegen ten opzichte van de wielbalk 5 waarbij deze assen, paarsgewijs scharnierbaar verbonden zijn met een juk 64-65 dat zelf scharnierbaar verbonden is met de wielbalk 5. 



  De vertikale verplaatsing van de assen 20-23 is begrensd door aanslagen   waarmede.   het juk kan samenwerken. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  De werking van de machine blijkt voldoende uit de tekeningen zodat deze niet verder zal beschreven worden. 



  Het is duidelijk dat door de driepootkonstruktie de hiervoor genoemde voordelen verkregen worden. 



  De uitvinding is niet beperkt tot de als voorbeeld beschreven uitvoering doch kan'in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims

Eisen. l.-Heftoestel voor het behandelen van containers van het type dat in hoofdzaak bestaat uit een portiekkonstruktie die over een of meer containers kan rijden en hiertoe aan beide zijden voorzien is van wielenparen die geschikt worden aangedreven en bestuurd, met het kenmerk dat het in hoofdzaak bestaat uit een portiek met drie poten (1-2-3) die bovenaan met elkaar verbonden zijn door een konstruktie (4) en waarvan de poten (1-2) aan een zijde van het heftoestel, onderaan met elkaar verbonden zijn door een wielbalk (5) die steun biedt aan twee wielenparen (6-7 en 8-9), terwijl de derde poot (3) onderaan voorzien is van een bogie (10) voor een wielenpaar (11-12).
2.-Heftoestel volgens eis 1, met het kenmerk dat de poot (3), in zijaanzicht gezien, in het midden van de lengte van het heftoestel is geplaatst.
3.-Heftoestel volgens eis 1 of 2, met het kenmerk dat van de wielenparen (6-7 en 8-9) er ieder een (7-9) wordt aangedreven.
4.-Heftoestel volgens eis 3, met het kenmerk dat de aandrijving van de voornoemde wielen (7-9) geschiedt via een overbrenging (40-41-44 en 42-43-45) en een, via een stang (58 en 59) en cardankoppelingen (56-60 en 57-61), met een enig gemeenschappelijk aandrijfagregaat (62) verbonden wormwielkast (48 en 49).
5.-Heftoestel volgens eis 1 of 2 met het kenmerk dat enkel de wielen (6-7-8-9) samen bestuurd worden.
6.-Heftoestel volgens eis 5, met het kenmerk dat de vertikale stangen (20 tot 23), waarmede de wielen (6 tot 9) verbonden zijn, ieder voorzien zijn van een horizontale hefboom (24-28), enerzijds, en (25-29), anderzijds, door middel van stangen, respektievelijk (26 en 27), scharnierbaar met elkaar verbon- <Desc/Clms Page number 8> den zijn, terwijl de uiteinden van de hefbomen (28 en 29) scharnierbaar doorverbonden zijn met een stang, respektievelijk (30 en 31), waarvan het tweede uiteinde scharnierbaar verbonden is met een tuimelhefboom, respektievelijk (32-33), die bevolen wordt door een drukcilinder, respektievelijk (36-37).
7.-Heftoestel voor het behandelen van containers, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen. p. pa van : ALLIED STEVEDORES (ANTWERP) N. V.

Antwerpen 19 december 1983. p. pa van : Antwerps Octrooi- en Merken- bureau M. F. J. Bockstael N. V.