BE1023508B1

BE1023508B1 - Werkwijze voor het installeren van een overbrenging en asafdichting daarbij toegepast

Info

Publication number: BE1023508B1
Application number: BE2015/5638A
Authority: BE
Inventors: Praet Stephan Willem Van
Original assignee: Atlas Copco Airpower, N.V.
Priority date: 2015-10-07
Filing date: 2015-10-07
Publication date: 2017-04-11
Also published as: US11460100B2; US20180266561A1; EP3359850A1; WO2017059501A1; BR112018006865B1; US20210180678A1; BR112018006865A2; EP4219985A1; US10982749B2; JP6793188B2; CN108474480A; CN108474480B; JP2018534496A; EP3359850B1; BE1023508A1

Abstract

Werkwijze voor het installeren van een overbrenging (4) tussen een aandrijving (5) met een aandrijfas (11) en een last met aangedreven as (10), welke overbrenging (4) een behuizing (9) bevat en minstens een aandrijftandwiel (14) en een aangedreven tandwiel (13), daardoor gekenmerkt dat de werkwijze erin bestaan om eerst de overbrenging (4) aan te brengen over de aandrijfas (11) en de behuizing (9) van de overbrenging (4) te bevestigen aan de behuizing van de aandrijving (5) en daarna een asafdichting (15) aan te brengen over de aandrijfas (11).

Description

Werkwijze voor het installeren van een overbrenging en asafdichting daarbij toegepast.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het installeren van een overbrenging.

Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een overbrenging tussen een aandrijving met aandrijfas zoals bijvoorbeeld een verbrandingsmotor of dergelijke en een last met aangedreven as zoals bijvoorbeeld een compressorelement.

Dergelijke overbrenging of ook wel 'transmissiekast ' genoemd, is voorzien van tandwielen of dergelijke die voor een koppeling tussen de voornoemde aandrijfas en aangedreven as zorgen zodat de compressor wordt aangedreven door de verbrandingsmotor, waarbij er een geschikte overbrengingsverhouding wordt verwezenlijkt zodat het toerental van de aandrijvende as wordt omgezet in een ander toerental van de aangedreven as.

Om een goede werking van de overbrenging te bekomen, is het nodig om de tandwielen of dergelijke te smeren met olie of een ander smeermiddel. In het voorbeeld van een aandrijving van een compressor kan dit gebeuren met dezelfde olie als die nodig voor het smeren en koelen van het compressor element.

Om te vermijden dat het smeermiddel kan weglekken naar de verbrandingsmotor, wordt in de overbrenging een asafdichting voorzien rond de aandrijfas.

Deze afdichting is bijvoorbeeld van het type 'lipafdichting' of 'lip seal', maar kan gelijk welke type asafdichting zijn die gebruikelijk is bij het afdichten van roterende assen.

In bekende installaties wordt de lipafdichting in de overbrenging zelf voorgemonteerd in een daartoe voorziene holte of ruimte bijvoorbeeld in de behuizing van de overbrenging, waarbij de lipafdichting in radiale zin wordt ingeklemd in deze holte.

Dan wordt de overbrenging aangebracht op de aandrijving, ervoor zorg dragend dat de lipafdichting over de aandrijfas van de aandrijving komt.

Een nadeel is dat een opstapeling van toleranties in de opbouw van de aandrijving en in de samenbouw van de overbrenging ervoor zal zorgen dat de lipafdichting niet juist uitgelijnd is ten opzichte van de aandrijfas.

Hierdoor zal de lipafdichting met een relatief grote excentriciteit rond de aandrijfas gevat zitten.

Dit heeft tot nadelig gevolg dat er vermoeiing kan optreden in de lipafdichting en/of dat de lipafdichting aan één zijde sneller zal slijten, waardoor de afdichting niet meer optimaal is en zelfs kan lekken.

Bijgevolg moet de lipafdichting sneller vervangen worden of moeten er lipafdichtingen van betere kwaliteit, en dus duurder, toegepast worden.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

De huidige uitvinding heeft een werkwijze als voorwerp voor het installeren van een overbrenging tussen een aandrijving met een aandrijfas en een last met een aangedreven as, welke overbrenging een behuizing bevat en minstens een aandrijftandwiel en een aangedreven tandwiel, waarbij de werkwijze erin bestaat om eerst de overbrenging aan te brengen over de aandrijfas en de behuizing van de overbrenging te bevestigen aan de behuizing van de aandrijving en daarna een asafdichting aan te brengen over de aandrijfas.

De asafdichting kan bijvoorbeeld, doch niet noodzakelijk voor de uitvinding, een afdichting van het type lipafdichting zijn.

Een voordeel is dat, door de klemkracht van de lipafdichting rond de aandrijfas, de lipafdichting concentrisch rond de aandrijfas zal zitten.

Hierdoor zal een ongelijke slijtage van de lipafdichting vermeden kunnen worden. Als gevolg hiervan zal de lipafdichting minder snel vervangen moeten worden en kan gekozen worden voor een goedkopere kwaliteit van lipafdichting.

Bovendien zal een opstapeling van toleranties in de opbouw van de aandrijving en in de samenbouw van de overbrenging geen invloed hebben op de uitlijning of de plaatsing van de lipafdichting ten opzichte van de aandrijfas.

In de behuizing van de overbrenging is een ruimte of holte voorzien waarin de lipafdichting terecht komt wanneer deze over de aandrijfas wordt aangebracht. Deze ruimte of holte wordt groter gemaakt dan de eigenlijke afmetingen van de lipafdichting, zodat er een radiale speling overblijft die de toleranties in de opbouw van de aandrijving en in de samenbouw van de overbrenging kan opvangen.

Doordat de overbrenging eerst wordt gemonteerd om de aandrijfas, zonder dat de lipafdichting radiaal wordt ingeklemd en voorgemonteerd in de overbrenging, en door de aanwezigheid van de voornoemde radiale speling, zullen de toleranties in de opbouw van de aandrijving en in de samenbouw van de overbrenging geen invloed hebben op de positionering van de lipafdichting.

Bij voorkeur omvat de werkwijze, na het aanbrengen van een asafdichting over de aandrijfas, tevens de stap van het axiaal inklemmen van de lipafdichting.

De uitvinding betreft ook een asafdichting die hoofdzakelijk bestaat uit een ringvormige behuizing.

Bij voorkeur is de asafdichting van het type lipafdichting, waarbij de ringvormige behuizing voorzien is van één of meer lippen die voorzien zijn aan de naar het midden van de ringvorm gerichte zijde van de ringvormige behuizing en die zich uitstrekken over de omtrek van de ringvormige behuizing.

De ringvormige behuizing bevat ook twee zijden die zich in radiale zin of ongeveer in radiale zin uitstrekken. Het zijn deze zijden waar een klemkracht zal op worden uitgeoefend in een werkwijze volgens de uitvinding.

Met de zijden van de ringvormige behuizing die zich in radiale zin of ongeveer in radiale zin uitstrekken worden de zijden bedoeld die zich loodrecht of ongeveer loodrecht uitstrekken op de naar het midden van de ringvorm gerichte zijde.

De ringvormige behuizing van de asafdichting volgens de uitvinding bevat een afdichtingsring, waarbij de afdichtingsring geplaatst is in een groef die geïntegreerd is in een zijde van de ringvormige behuizing die zich in radiale zin of ongeveer radiale zin uitstrekt.

Deze afdichtingsring kan van het type O-ring zijn, doch dit is niet noodzakelijk het geval. Wanneer in wat volgt sprake is van een O-ring wordt hiermee elk geschikt type van afdichtingsring bedoeld.

Dergelijke asafdichting is in het bijzonder geschikt om toegepast te worden in een werkwijze volgens de uitvinding.

Aangezien .in de werkwijze volgens de uitvinding de asafdichting niet meer radiaal wordt ingeklemd omdat er in de behuizing van de overbrenging in de ruimte of holte waar de asafdichting wordt aangebracht, een radiale speling is voorzien zullen er olielekpaden ontstaan, langs de asafdichting, van de overbrenging naar de aandrijving via deze speling.

Om deze lekpaden af te sluiten zal de voornoemde O-ring voor een afdichting zorgen wanneer de asafdichting axiaal wordt ingeklemd, zodat de O-ring geplaatst in de groef, tussen de asafdichting en de behuizing van de overbrenging wordt ingeklemd.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragen.de varianten beschreven van een werkwijze volgens de uitvinding en een lipafdichting daarbij toegepast, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een compressorelement met een aandrijving weergeeft die voorzien is van een overbrenging met een .lipafdichting volgens de uitvinding; figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F2 is weergegeven; figuur 3 een variant van figuur 2 weergeeft volgens de gekende stand der techniek; figuur 4 een variant van figuur 2 weergeeft waarbij de O-ring in de behuizing van de overbrenging is aangebracht; figuur 5 een variant van figuur 2 weergeeft waarbij twee O-ringen in de klemplaat zijn gebracht.

Het in figuur 1 schematisch weergegeven compressorelement 1 omvat hoofdzakelijk een behuizing 2 met daarin twee samenwerkende rotoren 3, in dit geval schroefrotoren.

Het compressorelement 1 is gekoppeld aan een overbrenging 4, die op zijn beurt gekoppeld is aan een aandrijving 5, in dit geval een motor.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot compressorelementen 1 of een motor, doch elke soort machine die moet worden aangedreven door een aandrijving 5 met behulp van een overbrenging 4 behoort tot het kader van de uitvinding.

De voornoemde rotoren 3 zijn voorzien van een as 6, waarbij deze assen 6 gelagerd zijn in de behuizing 2 met behulp van lagers 7. Eén van deze assen 6 strekt zich langs één uiteinde 8 doorheen de behuizing 2 uit tot in de overbrenging 4.

De overbrenging 4 omvat een behuizing 9 waarin het voornoemde uiteinde 8 van deze ene as 6 is aangebracht, die dienst zal doen als de aangedreven as 10.

De aandrijving 5 is verder voorzien van een aandrijfas 11. Deze aandrijfas 11 strekt zich uit vanaf de voornoemde aandrijving 5 tot in de behuizing 9 van de overbrenging 4 via een daartoe voorziene boring 12 in de behuizing 9.

De aandrijfas 11 is voorzien van een aandrijftandwiel 14 dat kan ingrijpen op een aangedreven tandwiel 13 dat is voorzien op de aangedreven as 10.

Teneinde er voor te zorgen dat voornoemde boring 12 voldoende wordt afgesloten, is er een lipafdichting 15 geplaatst in de overbrenging 4, rond de aandrijfas 11, ter plaatse van de boring 12.

Volgens de uitvinding is het niet uitgesloten dat in plaats van een lipafdichting 15 een ander type asafdichting wordt toegepast. Alles wat volgt, is in principe toepasbaar op asafdichtingen van een ander type dan een lipafdichting 15.

Hiertoe wordt een werkwijze voor het installeren van een overbrenging 4 volgens de uitvinding toegepast, die hieronder beschreven zal worden aan de hand van figuur 1 en figuur 2, welke een detail weergeeft van figuur 1.

In een eerste optionele stap, wordt er een bus 16 aangebracht rond de aandrijfas van de motor.

Met bus 16 wordt hier een hulsvormige voering bedoeld, die over het vrije uiteinde 17 van de aandrijfas 11 wordt aangebracht.

Deze bus 16 wordt aangebracht op de locatie waar in één van de volgende stappen van de werkwijze volgens de uitvinding, zoals hieronder beschreven, de lipafdichting 15 komt.

Vervolgens wordt er eventueel voor gezorgd dat de aandrijfas 11 gekoppeld wordt met de aandrijving 5 of een vliegwiel van de aandrijving 5 zoals dit welbekend is.

Het is echter niet uitgesloten dat dit gebeurt voor het aanbrengen van de voornoemde bus 16.

In een volgende stap wordt, volgens de uitvinding, de overbrenging 4 aangebracht over de aandrijfas 11 en wordt de behuizing 9 van de overbrenging 4 bevestigd aan de behuizing van de aandrijving 5.

Vervolgens wordt, volgens de uitvinding, de lipafdichting 15 aangebracht over de aandrijfas 11.

Zoals te zien is in de figuren, is daartoe in de behuizing 9 van de overbrenging 4 een boring 18 voorzien die een ruimte of holte creëert om de lipafdichting 15 te kunnen aanbrengen, welke boring 18 in de radiale richting X-X' groter is dan de afmetingen van de lipafdichting 15. Als gevolg hiervan ontstaat er een radiale speling 19 rondom de lipafdichting 15.

Verder is in de figuren te zien dat de lipafdichting 15 over de bus 16 is aangebracht, en dat de lipafdichting 15 volgens de uitvinding, zich zelf centreert rond deze bus 16 en dus rond de aandrijfas 11.

Vervolgens kan de lipafdichting 15 worden vastgezet. Bij voorkeur wordt de lipafdichting 15 axiaal ingeklemd, dit wil zeggen dat de klemkracht in axiale richting Y-Y' is gericht.

Om dit te kunnen realiseren, is de axiale dimensie van de boring 18, dit wil zeggen de diepte van de boring 18 in axiale richting Y-Y', iets kleiner genomen dan de axiale dimensie van de lipafdichting 15, dit wil zeggen de dikte van de iipafdichting 15 in axiale richting Y-Y'.

De lipafdichting 15 steekt dan in axiale richting Y-Y' iets uit de behuizing 9 van de overbrenging 4. Dit verzekert dat een klemkracht op de lipafdichting 15 wordt uitgeoefend en niet op de behuizing 9 van de overbrenging 4.

In het weergegeven voorbeeld wordt deze axiale inklemming van de lipafdichting 15 gerealiseerd door gebruik te maken van een klemplaat 20 die in axiale zin Y-Y' wordt vastgezet tegen de lipafdichting 15 en de overbrenging 4, in het bijzonder de behuizing 9 van de overbrenging 4, zoals weergegeven in figuur 2.

De klemplaat 20 is in dit geval uitgevoerd als een klemring die wordt vastgezet met een aantal schroeven 21 die verdeeld zijn langsheen de omtrek van de klemring.

Het is duidelijk dat deze klemplaat 20 geen ring moet zijn, maar bijvoorbeeld ook één of meer klemplaten 20 kan omvatten die op bepaalde locaties worden vastgezet tegen de overbrenging 4 ter inklemming van de lipafdichting 15 op deze locaties.

Het axiaal inklemmen zal gemakkelijk gerealiseerd kunnen worden, in tegenstelling tot het radiaal inklemmen dat in een werkwijze volgens de uitvinding moeilijk of zelfs niet toepasbaar is.

Het is duidelijk dat elk ander klemmingsmechanisme kan gebruikt worden voor het axiaal inklemmen van de asafdichting 15, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Nadat de lipafdichting 15 is aangebracht, wordt bij voorkeur het aandrijftandwiel 14 aangebracht op de aandrijfas 11.

Figuur 3 toont een lipafdichting 15 die volgens een gekende werkwijze aangebracht is.

In een gekende werkwijze wordt de lipafdichting 15 wel radiaal ingeklemd in de overbrenging 4, meer bepaald in de behuizing 9 van de overbrenging 4, in een daartoe voorziene boring 18, welke boring 18 iets kleiner is dan de afmetingen van de lipafdichting 15 zodat een .radiale klemkracht gerealiseerd wordt, dit wil zeggen dat de klemkracht in radiale richting X-X' is gericht.

Door een werkwijze volgens de uitvinding toe te passen, is het zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, om de lipafdichting 15 goed in een boring 18 radiaal in te kunnen klemmen, nadat de overbrenging 4 reeds is aangebracht over de aandrijfas 11. Zelfs indien de lipafdichting 15 in de boring 18 is ingeklemd, zit de lipafdichting 15 weliswaar centrisch in de boring 18 van de behuizing 9 van de overbrenging, maar excentrisch ten opzichte van de aandrijfas 11, wat niet de bedoeling is.

Zoals reeds vermeld, ontstaat er een radiale speling 19 rondom de lipafdichting 15 omdat de lipafdichting 15 niet radiaal is ingeklemd.

Hierdoor worden twee lekpaden gecreëerd waarlangs olie van de overbrenging 4 naar de aandrijving 5 kan lekken. Het is van belang om deze lekpaden af te sluiten om dit te verhinderen.

Deze twee lekpaden zijn aangeduid op figuur 2 door middel van pijlen A. Deze lekpaden lopen via de klemplaat 20.

Zoals te zien is in de figuur 2, komen deze lekpaden samen in de radiale speling 19 en lopen dan gezamenlijk verder aan de achterzijde 22 van de lipafdichting 15, dit wil zeggen aan de zijde 22 van de lipafdichting 15 die zich in radiale zin of ongeveer in radiale zin uitstrekt en die tegen de overbrenging 4 of de behuizing 9 van de overbrenging 4 is aangebracht.

Het is met andere woorden mogelijk om één enkele afdichtingsring 23, zoals bijvoorbeeld maar niet noodzakelijk een O-ring 23, te voorzien aan deze voornoemde achterzijde 22 van de lipafdichting 15 om beide lekpaden af te sluiten.

Het volstaat om een afdichting te voorzien onder de vorm van dergelijke O-ring 23 voor de afdichting of onderbreking van het olielekpad, waarbij deze O-ring 23 geplaatst wordt in een groef 24 die geïntegreerd is in een zijde 22 van de lipafdichting 15 die zich in radiale zin of ongeveer in radiale zin uitstrekt, welke zijde 22 bedoeld is om bij montage van de lipafdichting 15 tegen de overbrenging 4 of de behuizing 9 ervan te worden aangebracht.

Hiertoe wordt bij voorkeur een asafdichting 15 volgens de uitvinding gebruikt zoals weergegeven in figuur 2. De asafdichting 15 bestaat uit een ringvormige behuizing 25. Zoals reeds vermeld, is de asafdichting 15 in dit geval, doch niet noodzakelijk van het type lipafdichting 15, waarbij de ringvormige behuizing 25 voorzien is van drie lippen 26 die voorzien zijn aan de naar het midden van de ringvorm gerichte zijde 27 van de ringvormige behuizing 25 en die zich uitstrekken over de omtrek van de ringvormige behuizing 25, waarbij de lipafdichting voorzien is van een O-ring 23, waarbij de O-ring 23 geplaatst is in een daartoe voorziene groef 24 die geïntegreerd is in een zijde 22 van de ringvormige behuizing 25 die zich in radiale zin of ongeveer radiale zin uitstrekt.

Door de axiale inklemming met behulp van de klemplaat 20, zal de O-ring 23 tussen de overbrenging 4 en de lipafdichting 15 gedrukt worden zodat een afdichting gerealiseerd wordt die er zal voor zorgen dat er geen olie meer kan lekken.

Alternatief aan de oplossing uit figuur 2, is het ook mogelijk om voor een afsluiting van de lekpaden te zorgen door een groef 24 met één enkele O-ring 23 te voorzien in de behuizing 9 van de overbrenging 4 op een locatie waartegen een zijde 22 van de asafdichting 15, die zich in radiale zin X-X' of ongeveer de radiale zin X-X' uitstrekt, zal komen. Dit is weergegeven in figuur 4. Deze oplossing kan toegepast worden met een standaard lipafdichting 15. Een nadeel is echter dat het aanbrengen van de groef 24 in de behuizing 9 technisch moeilijker is. Ook zal het aanbrengen van de O-ring 23 in deze groef 24 op deze plaats moeilijker uit te voeren zijn, vanwege de beperkte ruimte.

Nog een ander alternatief bestaat erin om de lekpaden af te sluiten alvorens ze samenkomen, door twee groeven 24 met elk een O-ring 23 te voorzien in de klemplaat, zoals weergegeven in figuur 5. Hierbij zal één groef 24 met 0-ring 23 zich ter plaatse van de lipaf dichting 15 situeren en één groef 24 met O-ring 23 ter plaatse van de behuizing 9 van de overbrenging 4. Alhoewel de oplossing uit figuur 5 relatief gemakkelijk te implementeren is, waarbij een standaard lipafdichting 15 toegepast kan worden, moeten er wel twee 0~ringen 23 voorzien worden.

Merk op dat het in principe ook mogelijk is om de lekpaden af te dichten in de radiale speling 19. Echter, daar een 0~ ring 23 aanbrengen is geen goede oplossing omdat de lipafdichting excentrisch ligt ten opzichte van de boring 18 in de behuizing 9 van de overbrenging 4. Als gevolg van deze excentriciteit, zal het moeilijk zijn om de O-ring goed te kunnen inklemmen en om een goede afdichting te komen,

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een dergelijke werkwijze en een lipafdichting kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies .

1. - Werkwijze voor het installeren van een overbrenging (4) tussen een aandrijving (5) met een aandrijfas (11) en een last met aangedreven as (10), welke overbrenging (4) een behuizing (9) bevat en minstens een aandrijftandwiel (14) en een aangedreven tandwiel (13), daardoor gekenmerkt dat de werkwijze erin bestaat om eerst de overbrenging (4) aan te brengen over de aandrijfas (11) en de behuizing (9) van de overbrenging (4) te bevestigen aan de behuizing van de aandrijving (5) en daarna een asafdichting (15) aan te brengen over de aandrijfas (11).
2. - Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat na het aanbrengen van een asafdichting (15) over de aandrijfas (11), de werkwijze tevens de stap omvat van het axiaal inklemmen van de asafdichting (15).
3. - Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat voor het axiaal inklemmen van de asafdichting (15) gebruik wordt gemaakt van minstens één klemplaat (20) die in axiale richting (Y-Y') wordt vastgezet tegen de asafdichting (15) en de overbrenging (4) of de behuizing (9) van de overbrenging (4).
4. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat na het plaatsen van de asafdichting (15), het aandrijftandwiel (14) wordt aangebracht op de aandrij fas (11) .
5. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat over de aandrijfas (11), op de locatie waar de asafdichting (15) komt, een bus (16) is aangebracht.
6. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat een extra afdichting wordt voorzien onder de vorm van een afdichtingsring (23) voor een afdichting of onderbreking van een olielekpad, waarbij de afdichtingsring (23) geplaatst wordt in een daartoe voorziene groef (24) die geïntegreerd is in een zijde (22) van de asafdichting (15) die zich in radiale zin (X-X' ) of ongeveer de radiale zin (X-X') uitstrekt, welke zijde (22) bedoeld is om bij montage van de asafdichting (1.5) tegen overbrenging (4) of de behuizing (9) ervan te worden aangebracht.
7. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat een extra afdichting wordt voorzien onder de vorm van een afdichtingsring (23) voor een afdichting of onderbreking van een olielekpad, waarbij de afdichtingsring (23) geplaatst wordt in een daartoe voorziene groef (24) die geïntegreerd is in de behuizing (9) van de overbrenging (4) op een locatie waartegen een zijde (22) van de asafdichting (15) die zich in radiale zin (X~X') of ongeveer de radiale zin {X-X' ) uitstrekt zal komen.
8. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat een extra afdichting wordt voorzien onder de vorm van twee af di chtingsringen (23) voor een afdichting of onderbreking van olielekpaden, waarbij de 0-ringen (23) geplaatst worden in daartoe voorziene groeven (24) in de klemplaat (20).
9. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 6 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de afdichtingsring (23) van het type 0-ring (23) is.
10. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de asafdichitng (15) van het type lipafdichting is.
11. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de aandrijving (5) een verbrandingsmotor is en dat de aangedreven as (10) een as (6) van een rotor (3) van een compressorelement (1) of dergelijke is.
12. - Asafdichting die hoofdzakelijk bestaat uit een ringvormige behuizing (25) , daardoor gekenmerkt dat de asafdichting (15) voorzien is van een afdichtingsring (23), waarbij de afdichtingsring (23) geplaatst is in een groef (24) welke geïntegreerd is in een zijde (22) van de ringvormige behuizing (25) die zich in radiale zin (X-X') of ongeveer radiale zin (X-X') uitstrekt.
13. - Asafdichting volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de afdichtingsring (23) van het type O-ring (23) is.
14. - Asafdichting volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat de asafdichting (15) van het type lipafdichting (15} is, waarbij de ringvormige behuizing (25) voorzien is van één of meer lippen (26) die voorzien zijn aan de naar het midden van de ringvorm gerichte zijde (27) van de ringvormige behuizing (25) en die zich uitstrekken over de omtrek van de ringvormige behuizing (25) .
15,- Lipafdichting volgens één van de voorgaande conclusies 12 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de asafdichting (15) wordt toegepast in een werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 11.