BE1021515B1 - Steun en constructie voor gevelpanelen in een vliesgevel en vliesgevel - Google Patents

Abstract

Steun (11) voor gevelpanelen (7) van een vliesgevel (1) die stijlen (2) en regels (3) heeft, waarbij de steun (11) een lichaam (12) omvat ter bevestiging van de steun (11) aan een stijl (2) en minimaal één zich zijwaarts uitstrekkende vleugel (14) omvat om, al dan niet rechtstreeks, een gevelpaneel (7) te ondersteunen, waarbij de vleugel (14) voorzien is van een versterkingsribbe (19) tegen verticale doorbuiging, welke versterkingsribbe (19) zich in de lengterichting (L) van de vleugel (14) uitstrekt en welke versterkingsribbe (19) zich opwaarts en/of neerwaarts uitstrekt.

Description

Steun en constructie voor gevelpanelen in een vliesgevel en vliesgevel.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een steun voor gevelpanelen in een vliesgevel, een constructie voor het vormen van een vliesgevel en een vliesgevel.

Meer in het bijzonder, betreft de uitvinding vliesgevels die hoofdzakelijk bestaan uit glazen gevelpanelen die worden geplaatst in een constructie bestaande uit verticale elementen, stijlen genoemd en horizontale elementen, regels genoemd.

De stijlen en regels zijn, bijvoorbeeld in een draagconstructie gemaakt uit aluminiumprofielen, in het geval van relatief hoge gewichten van de gevelpanelen en/of bij brandwerende vliesgevels mede aan elkaar gekoppeld door kruisvormige steunen, die aan een stijl worden bevestigd en waarvan twee vleugels aan regels worden bevestigden en eventueel steunen op een neus van de regels. Vanzelfsprekend kunnen dergelijke steunen ook met één vleugel worden uitgevoerd voor gebruik bij stijlen waaraan zich slechts aan één kant regels bevinden.

De gevelpanelen, bijvoorbeeld glaspanelen, die relatief zwaar kunnen zijn, rusten dan op de steunen, die, via de regels het gewicht van de gevelpanelen overdragen op de stijlen.

Dergelijke steunen zijn bijvoorbeeld bekend uit DE 19854203, DE29912697 en EP 1460191.

Dergelijke steunen en constructies voor vliesgevels die daar gebruik van maken, hebben echter een aantal nadelen.

Zo kunnen de steunen, samen met de regels waaraan zij verbonden zijn, doorbuigen onder het gewicht van de ondersteunde gevelpanelen. Dit kan ertoe leiden dat een regel het onderliggende gevelpaneel raakt, dat daardoor beschadigd kan raken.

Een oplossing hiervoor is het gebruik van diepere regels, dat wil zeggen regels die zich over een grotere horizontale afstand uitstrekken, wat esthetisch onaantrekkelijk is en vanzelfsprekend ook duurder is vanwege een verhoogd materiaalgebruik.

Diepere regels hebben ook slechts een beperkt effect op de stijfheid van de regel, omdat de afmeting van de regels weliswaar groter is in horizontale richting, maar het meestal holle profielen zijn waardoor de stijfheid in verticale richting slechts beperkt toeneemt, terwijl doorbuiging plaatsvindt in verticale richting.

Ook vleugels van de traditionele steunen zelf kunnen niet stijver uitgevoerd worden door ze een grotere hoogte te geven, omdat de hoogte beperkt is door de verticale afstand tussen twee gevelpanelen, die beperkt dient te blijven.

De huidige uitvinding heeft tot doel voor de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een steun voor gevelpanelen van een vliesgevel die stijlen en regels heeft, waarbij de steun een lichaam omvat ter bevestiging van de steun aan een stijl en minimaal één zich zijwaarts uitstrekkende vleugel omvat om, al dan niet rechtstreeks, een gevelpaneel te ondersteunen, waarbij de vleugel voorzien is van een versterkingsribbe tegen verticale doorbuiging, welke versterkingsribbe zich in de lengterichting van de vleugel uitstrekt en welke versterkingsribbe zich opwaarts en/of neerwaarts uitstrekt.

Op deze manier wordt de vleugel sterker gemaakt, zodat deze en een eventueel ermee verbonden regel, minder doorbuigt.

Hierbij is bij voorkeur, in verticale doorsnede gezien, de vleugel hoofdzakelijk T-vormig, waarbij de versterkingsribbe gevormd wordt door de kop van de T.

Voor de duidelijkheid wordt hierbij opgemerkt dat dit een over 90° gedraaide T is.

Dit impliceert dus dat de versterkingsribbe zich zowel opwaarts als neerwaarts uitstrekt. In de praktijk zal deze versterkingsribbe zich, na opbouw van de vliesgevel, naast de gevelpanelen dienen te bevinden, zodat tussen de gevelpanelen zich een deel van de vleugel met een lagere hoogte kan bevinden, omdat de verticale afstand tussen de gevelpanelen immers beperkt dient te blijven.

De uitvinding betreft verder een constructie van stijlen en regels voor het erin plaatsen van gevelpanelen ter vorming van een vliesgevel, welke constructie minimaal één steun zoals bovenstaand omschreven omvat, waarbij de constructie een maximale verticale afstand definieert tussen twee boven elkaar te plaatsen gevelpanelen en waarbij de hoogte van de vleugel ter plaatse van de versterkingsribbe groter is dan de genoemde maximale verticale afstand.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de componenten van de constructie zodanig ontworpen dat de vleugel kan bewegen ten opzichte van de regel, waarbij een beweging minimaal in verticale richting over een minimumafstand mogelijk is.

Dit betekent dus dat de vleugel en de regels niet ontworpen zijn, bijvoorbeeld door een complementaire vorm of door voorzieningen voor koppelmiddelen, om aan elkaar verbonden te worden.

Hierdoor kunnen de vleugels van de steunen mogelijkerwijze licht doorbuigen onder het gewicht van de gevelpanelen, zonder dat deze doorbuiging wordt doorgegeven aan de regels.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de constructie is de regel voorzien van een detail voor een dichting aan de boven en/of onderrand, waarbij het detail of de details zich minimaal gedeeltelijk boven respectievelijk onder rond de versterkingsribbe bevinden.

Hierdoor kunnen standaard dichtingen gebruikt worden om de ruimte tussen een gevelpaneel en een regel te dichten, terwijl er toch plaats is voor de versterkingsribbe.

In nog een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de constructie tevens een schroefprofiel, waarbij de regel en het schroefprofiel deels een complementaire vorm hebben zodat het schroefprofiel in de regel geschoven kan worden.

Hierdoor wordt het mogelijk een regel zonder uitstekende richel, of neus, te gebruiken en toch een goed aangrijppunt voor schroeven voor een klemprofiel te hebben. Hierdoor kunnen regels gemakkelijker op de gewenste maat gemaakt worden, omdat het niet nodig is een deel van een neus te verwijderen.

Wanneer een dergelijk schroefprofiel wordt uitgevoerd in kunststof, kan het tegelijkertijd als schroefprofiel en als isolator dienen.

De uitvinding betreft tevens een vliesgevel van in een bovenstaand beschreven constructie van stijlen en regels geplaatste gevelpanelen waarbij de versterkingsribbe van de vleugel zich, in horizontale richting gezien, minimaal deels tussen de regel en minimaal één van twee boven elkaar geplaatste gevelpanelen bevindt en bij voorkeur tussen de regel en elk één van de twee boven elkaar geplaatste gevelpanelen bevindt.

De uitvinding betreft verder een werkwijze om een gevelpaneel in een constructie van stijlen en regels, ter vorming van een vliesgevel, verticaal te laten ondersteunen door een stijl, daardoor gekenmerkt dat gebruik gemaakt wordt van een steun zoals bovenstaand beschreven, waarbij de steun gemonteerd wordt aan de stijl en waarbij het gevelpaneel op de steun geplaatst wordt.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een constructie, inclusief een steun, voor het bouwen van een vliesgevel volgens de uitvinding en het gebruik daarvan, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :

Figuur 1 in montagezicht een traditionele constructie van een stijl met twee regels voor een vliesgevel weergeeft ; figuur 2 een doorsnede volgens lijn II-II in figuur 1 van de constructie, in verder afgewerkte staat weergeeft ; figuur 3 in perspectief een deel van een constructie volgens de uitvinding weergeeft in een toestand waarin de constructie gedeeltelijk is opgebouwd; figuur 4 de constructie van figuur 3 weergeeft in een verder gevorderde staat van opbouw; figuur 5 een doorsnede weergeeft van de constructie van figuur 4 volgens lijn V-V; figuur 6 een steun volgens de uitvinding weergeeft; figuur 7 een alternatieve constructie volgens de uitvinding weergeeft; en figuur 8 het in figuur 7 met F8 aangeduide detail op grotere schaal weergeeft.

Het in figuren 1 en 2 weergegeven deel van een vliesgevel 1 bestaat hoofdzakelijk uit een stijl 2, gemaakt uit een hol aluminium stijlprofiel, en twee regels 3, gemaakt uit holle aluminium regelprofielen, die aan elkaar bevestigd zijn. Een gehele vliesgevel 1 omvat vanzelfsprekend een groot aantal dergelijke stijlen 2 en regels 3.

De stijl 2 en regels 3 zijn aan twee randen voorzien van details 5, waarin dichtingen 6 bevestigd zijn, die openingen tussen de stijl 2 en de regels 3 enerzijds en een gevelpaneel 7, bijvoorbeeld een glaspaneel, anderzijds, kunnen afdichten.

De regels 3 zijn voorzien van een neus 8, wat een dubbele richel 9 is met daartussen een nauwe groef 10. De neus 8 steekt uit de regels 3 in de richting van het gevelpaneel 7 .

Aan de stijl 2 en regels 3 is een kruisvormige steun llbevestigd, die hoofdzakelijk bestaat uit een lichaam 12, dat door middel van bouten 13 aan de stijl 2 is bevestigd en twee vleugels 14, die elk door middel van bouten 14 aan een regel 3 bevestigd zijn. De steun 11 is in dit geval, maar niet noodzakelijk, gemaakt uit staal, maar zou ook uit aluminium of een ander metaal gemaakt kunnen worden.

Via een steunblokje 15 steunt een gevelpaneel 7 op een vleugel 14 van een steun 11, welke vleugel 14 op zijn beurt deels steunt op de neus 8 van de regels 3 en deels via het lichaam 12 op de stijl 2 steunt.

Tussen twee boven elkaar gelegen gevelpanelen 7 is in de neus 8 een isolator 16 aangebracht die luchtcirculatie in de ruimte tussen de twee gevelpanelen 7 tegengaat en daardoor de isolerende eigenschappen van de vliesgevel 1 verhoogt.

De overgang tussen twee gevelpanelen 7 wordt afgedekt door een in de isolator 16 en in de neus 8, vastgeschroefd klemprofiel 17 in twee delen. Dit klemprofiel 17 klemt gevelpanelen 7 tegen de regels 3, zodat de gevelpanelen goed in de constructie van regels 3 en stijlen worden vastgezet.

Doordat de regels 3 doorbuigen onder het gewicht van de gevelpanelen 7, bestaat het risico dat de regels 3, in het midden tussen twee stijlen 2, het onderliggende gevelpaneel 7 raken, wat tot schade kan leiden. Bij het ontwerp van de vliesgevel 1 dient er daarom bijzonder op gelet te worden dat de regels 3 voldoende stijf ontworpen worden.

De maximale verticale afstand tussen twee gevelpanelen 7 wordt gedefinieerd door de hoogte H van de regels 3 in combinatie met door normen vastgelegde overlap tussen het klemprofiel 17 en een gevelpaneel 7 en een kleine speling om contact te vermijden. Het is hierbij onwenselijk om de hoogte H van de regels 3 te verhogen in verband met de ongewenste visuele impact hiervan.

Het is duidelijk dat in deze traditionele vliesgevel de maximale hoogte A van de vleugel en dus zijn stijfheid, beperkt wordt door de maximale verticale afstand tussen twee gevelpanelen 7.

Een vliesgevel 1 die opgebouwd is uit een constructie volgens de uitvinding, zoals weergegeven in figuren 3 tot 6, verschilt als volgt van de bovenstaand beschreven traditionele vliesgevel 1.

De steun 11 is zodanig uitgevoerd dat slechts het lichaam 12 gaten 18 bevat, ter bevestiging van de steun 11 aan de stijl 2. De vleugels 14 zijn niet voorzien om verbonden te worden aan de regels 3. Het gevolg is dat de steun 11 dan ook alleen aan de stijl 2 bevestigd is.

Om plaats te maken voor deze steun 11 is een deel van de neus 8 weggefreesd.

De vleugels 14 van de steun 11 zijn voorzien van een versterkingsribbe 19, die zich over de lengte L van de vleugel 14 uitstrekt en zowel naar onder als naar boven uitsteekt boven het deel 20 van de vleugel 14 waarop het gevelpaneel 7 steunt. Door zijn hoogte A biedt de versterkingsribbe 19 een effectieve weerstand tegen verticale doorbuiging van de vleugel 14.

De vleugels 14 hebben een doorsnede die de vorm van een gekantelde T heeft, waarbij de versterkingsribbe 19 de kop van de T vormt.

De regels 3 zijn uitgevoerd met een verdiept gedeelte 21, dat zich tussen de details 5 voor dichtingen 6 bevindt. Dit verdiept gedeelte 21 biedt plaats aan de versterkingsribbe 19, zodat de versterkingsribbe 19 een hoogte A heeft die groter is dan de maximale verticale afstand tussen twee gevelpanelen 7, waarbij de versterkingsribbe 19 zich tussen de regel 3 en het gevelpaneel 7 bevindt.

Zoals vooral zichtbaar in figuur 5, passen de details 5 voor dichtingen 6 ruim rond de versterkingsribbe 19, zodat deze versterkingsribbe 19, tenminste over een bepaalde afstand, vrij kan bewegen tussen de details 5 voor dichtingen 6.

Zoals getoond in figuren 4 en 5 is de constructie in dit geval voorzien van een opzetstuk 22 dat op de steun 11 gemonteerd is. Dit opzetstuk 22 en de steun 11 zijn daartoe voorzien van gaten 23 waarin bouten aangebracht kunnen worden. Door middel van dit opzetstuk 22 wordt een vergroot draagvlak voor een gevelpaneel 7 verkregen.

Hierdoor kunnen met één formaat steun 11 en diverse formaten van opzetstukken, veel verschillende diktes van gevelpanelen ondersteund worden. Hierdoor is het niet nodig een aantal formaten van de relatief complexe en daardoor dure steunen 11 te maken en in voorraad te houden.

Het opzetstuk kan hierbij, afhankelijk van het materiaal waarin het is uitgevoerd ook deels als isolator werken.

In deze constructie wordt het gewicht van de gevelpanelen 7 via de steunen 11 direct op de stijlen 2 overgebracht, zonder dat dit gewicht via de regels 3 op de stijlen 2 wordt overgebracht.

De in figuren 7 en 8 weergegeven constructie verschilt van de constructie van figuren 3 tot 6 doordat de regelprofielen waarvan de regels 3 gemaakt zijn, niet zijn uitgevoerd met een neus 8.

In plaats daarvan is het verdiepte gedeelte 21 uitgevoerd als een ondersneden groef die toelaat dat daar een complementair gevormd aluminium schroefprofiel 24 ingeschoven kan worden, waarin de schroeven waarmee het klemprofiel 17 vastgezet wordt, kunnen aangrijpen. Hierbij kan dan een traditionele kunststof isolator gebruikt worden.

Alternatief zou dit voor betere isolatie eigenschappen ook een gecombineerd schroef-/isolatorprofiel kunnen zijn dat geheel of gedeeltelijk uit kunststof gemaakt is.

Hierbij hoeft dus geen deel van een neus 8 te worden verwijderd, maar wordt de ruimte tussen de gevelpanelen 7 opgevuld met een afzonderlijk schroefprofiel 24 over de afstand die nodig is, wat het op maat maken van de regels 3 uit regelprofielen vergemakkelijkt.

De huidige uitvinding is niet beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een steun, constructie en vliesgevel volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

1. Conclusies .

   1. - Steun (11) voor gevelpanelen (7) van een vliesgevel (1) die stijlen (2) en regels (3) heeft, waarbij de steun (11) een lichaam (12) omvat ter bevestiging van de steun (11) aan een stijl (2) en minimaal één zich zijwaarts uitstrekkende vleugel (14) omvat om, al dan niet rechtstreeks, een gevelpaneel (7) te ondersteunen, waarbij de vleugel (14) voorzien is van een versterkingsribbe (19) tegen verticale doorbuiging, welke versterkingsribbe (19) zich in de lengterichting (L) van de vleugel (14) uitstrekt en welke versterkingsribbe (19) zich opwaarts en/of neerwaarts uitstrekt.
2. 2. - Steun volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat, in verticale doorsnede gezien, de vleugel (14) hoofdzakelijk T-vormig is, waarbij de versterkingsribbe (19) gevormd wordt door de kop van de T.
3. 3. Steun volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat deze hoofdzakelijk of geheel uit staal of aluminium gemaakt is.
4. 4. - Steun volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat er een opzetstuk (22) bij voorzien of op gemonteerd is om de grootte van een draagvlak gevormd door de steun (11) te vergroten.
5. 5. - Constructie van stijlen (2) en regels (3) voor het erin plaatsen van gevelpanelen (7) ter vorming van een vliesgevel (1), welke constructie minimaal één steun (11) volgens één van de voorgaande conclusies omvat, waarbij de constructie een maximale verticale afstand definieert tussen twee boven elkaar te plaatsen gevelpanelen (7) en waarbij de hoogte (A) van de vleugel (14) ter plaatse van de versterkingsribbe (19) groter is dan de genoemde maximale verticale afstand.
6. 6. - Constructie volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de vleugel (11) kan bewegen ten opzichte van de regel (3), waarbij een beweging minimaal in verticale richting over een minimumafstand mogelijk is.
7. 7. - Constructie volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de regel (3) voorzien is van een detail (5) voor een dichting (6) nabij de boven en/of onderrand, waarbij het detail (5) of de details (5) zich minimaal gedeeltelijk boven, respectievelijk onder rond de versterkingsribbe (19) bevinden.
8. 8. - Constructie volgens één van de conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de regel (3) uit aluminium gemaakt is.
9. 9. - Constructie volgens één van de conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat deze tevens een schroefprofiel (24) omvat, waarbij de regel (3) en het schroefprofiel (24) deels een complementaire vorm hebben zodat het schroefprofiel (24) in de regel (3) geschoven kan worden.
10. 10. - Constructie volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het schroefprofiel (24) gemaakt is van kunststof en/of aluminium.
11. 11. - Vliesgevel van in een constructie volgens één van de conclusies 5 tot 10 geplaatste gevelpanelen (7) waarbij de versterkingsribbe (19) van de vleugel (14) zich, in horizontale richting gezien, minimaal deels tussen de regel (3) en minimaal één van twee boven elkaar geplaatste gevelpanelen (7) bevindt.
12. 12. - Vliesgevel volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de versterkingsribbe (19) van de vleugel (14) zich, in horizontale richting gezien, minimaal deels tussen de regel (3) en elk één van de twee boven elkaar geplaatste gevelpanelen (7) bevindt.
13. 13. - Vliesgevel volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de steun (11) aan een stijl (12) bevestigd is en dat een gevelpaneel (7) gesteund wordt in verticale richting door een stijl (2) of stijlen (2) door middel van één of meer van de genoemde steunen (11), doch niet of niet in significante mate, door middel van de regel (3).
14. 14. - Vliesgevel volgens één van de conclusies 11 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de gevelpanelen (7) hoofdzakelijk glaspanelen zijn.
15. 15. - Werkwijze om een gevelpaneel (7) in een constructie van stijlen (2) en regels (3), ter vorming van een vliesgevel, verticaal te laten ondersteunen door een stijl (2), daardoor gekenmerkt dat gebruik gemaakt wordt van een steun (11) volgens één van de conclusies 1 tot 4 waarbij de steun (11) gemonteerd wordt aan de stijl (2) en waarbij het gevelpaneel (7) op de steun (11) geplaatst wordt.