BE1019316A3 - LANS AND GRAB WEAVER. - Google Patents

LANS AND GRAB WEAVER. Download PDF

Info

Publication number
BE1019316A3
BE1019316A3 BE2010/0257A BE201000257A BE1019316A3 BE 1019316 A3 BE1019316 A3 BE 1019316A3 BE 2010/0257 A BE2010/0257 A BE 2010/0257A BE 201000257 A BE201000257 A BE 201000257A BE 1019316 A3 BE1019316 A3 BE 1019316A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
wear
resistant element
tongue
recess
gripper
Prior art date
Application number
BE2010/0257A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE2010/0257A priority Critical patent/BE1019316A3/en
Priority to EP11717246.0A priority patent/EP2563960B1/en
Priority to CN201180021549.3A priority patent/CN102906324B/en
Priority to PCT/EP2011/056558 priority patent/WO2011134953A2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019316A3 publication Critical patent/BE1019316A3/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/20Constructional features of the thread-engaging device on the inserters
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/20Constructional features of the thread-engaging device on the inserters
    • D03D47/23Thread grippers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Lans voor een grijperweefmachine en grijperweefmachine, waarbij de lans (1) een grijperband (2) en een aan de grijperband (2) toegevoegd slijtvast element (20) bevat, de grijperband (2) een stijve top (10) bevat waaraan het slijtvast element (20) verbindbaar is, de stijve top (10) en het slijtvast element (20) complementaire verbindingsdelen (6,7) bevatten die een tong (11) en een uitholling (21) bevatten, de tong (11) schuifbaar volgens een inbrengrichting (I) inbrengbaar in de uitholling (21) is en de tong (11) vormgesloten in de uitholling (21) is gehouden in de richtingen verschillend van de inbrengrichting (I).Lance for a rapier weaving machine and rapier weaving machine, wherein the lance (1) contains a rapier belt (2) and a wear-resistant element (20) added to the rapier belt (2), the rapier belt (2) comprises a rigid top (10) to which the wear-resistant element (20) is connectable, the rigid tip (10) and the abrasion resistant element (20) have complementary connecting parts (6, 7) including a tongue (11) and a recess (21), the tongue (11) is slidable in an insertion direction (I) is insertable in the recess (21) and the tongue (11) is form-locked in the recess (21) in the directions different from the insertion direction (I).

Description

Lans en grijperweefmachine.Lance and grapple weaving machine.

De uitvinding betreft een lans voor een grijperweefmachine, waarbij de lans een grijperband en een aan het vooreind van de lans aangebracht slijtvast element bevat. Tevens betreft de uitvinding een slijtvast element voor een dergelijke lans en een grijperweefmachine met een dergelijke lans.The invention relates to a lance for a gripper weaving machine, wherein the lance comprises a gripper belt and a wear-resistant element arranged at the front end of the lance. The invention also relates to a wear-resistant element for such a lance and a gripper weaving machine with such a lance.

In grijperweefmachines, ook lansweefmachines genoemd, is een grijper bevestigd aan het vooreind van een lans voor het bewegen van de grijper doorheen het weefvak. Een lans voor een grijperweefmachine bevat meestal een flexibele grijperband of een relatief starre grijperband, ook grijperstang genoemd. De grijperband is over het algemeen voor het grootste deel gemaakt uit een versterkt en relatief flexibel materiaal, zoals epoxy met koolstofvezels. Het vooreind van de lans is over het algemeen bedoeld voor het geleiden van de lans en is meestal versterkt en stijf vormgegeven om een goede geleiding van de lans doorheen het weefvak te garanderen. Eveneens is het vooreind van de lans over het algemeen versterkt en stijf vormgegeven om een vaste en stijve montage van de grijper aan het vooreind van de lans te garanderen.In gripper weaving machines, also referred to as lance weaving machines, a gripper is attached to the front end of a lance for moving the gripper through the weaving pocket. A lance for a gripper weaving machine usually comprises a flexible gripper strap or a relatively rigid gripper strap, also called gripper rod. The gripper belt is generally for the most part made of a reinforced and relatively flexible material, such as epoxy with carbon fibers. The front end of the lance is generally intended for guiding the lance and is usually reinforced and rigid to ensure proper guidance of the lance through the weaving section. Also, the front end of the lance is generally reinforced and rigidly shaped to ensure a fixed and rigid mounting of the gripper at the front end of the lance.

Tijdens het weven is het vooreind van de lans het eerste deel van de lans dat het weefvak binnentreedt en het eerste deel dat contact maakt met kettingdraden en/of met geleidingshaken die de grijper en/of de lans in het weefvak geleiden, wat sleet aan het vooreind teweegbrengt. Het slijten kan daarnaast negatief worden beïnvloed door een excentriciteit van het gewicht van de aan het vooreind aangebrachte grijper, wat torsiekrachten in de lans veroorzaakt en voor een ongewild contact met de geleidingshaken en de kettingdraden kan zorgen, hetgeen tevens verdere slijtage van de lans en de geleidingshaken kan veroorzaken.During weaving, the front end of the lance is the first part of the lance that enters the weaving section and the first part that makes contact with warp threads and / or with guide hooks which guide the gripper and / or the lance into the weaving section, which is slightly worn on the weaving section. front end. In addition, the wear can be negatively influenced by an eccentricity of the weight of the gripper provided at the front end, which causes torsional forces in the lance and can cause unintended contact with the guide hooks and warp threads, which also causes further wear of the lance and the may cause guide hooks.

EP 1 586 683 A2 beschrijft een grijperband gemaakt van een versterkt synthetisch materiaal waarop lagen van slijtvast materiaal zijn voorzien om de levensduur van de grijperband te verlengen.EP 1 586 683 A2 describes a gripper belt made of a reinforced synthetic material on which layers of wear-resistant material are provided to extend the life of the gripper belt.

Het is gekend in de stand van de techniek om een slijtvast element te voorzien aan het vooreind van de lans om de levensduur van de lans te verlengen. Het slijtvast element is over het algemeen gemaakt uit slijtvast materiaal en is versterkt en stijf vormgegeven. Het slijtvast element is meestal bedoeld voor het geleiden van de lans. Een slijtvast element kan permanent worden toegevoegd aan de lans, bijvoorbeeld door lassen, lijmen of gieten, zoals beschreven in WO 2008/155105, maar wanneer het slijtvast element versleten is en vervanging vereist, dan is eveneens de rest van de lans verloren. Daarom is het voordelig om een vervangbaar slijtvast element te voorzien, dat kan worden vervangen terwijl de rest van de lans, meer in het bijzonder de grijperband, verder kan gebruikt worden.It is known in the art to provide a wear-resistant element at the front end of the lance to extend the life of the lance. The wear-resistant element is generally made of wear-resistant material and is reinforced and rigid in design. The wear-resistant element is usually intended for guiding the lance. A wear-resistant element can be permanently added to the lance, for example by welding, gluing or casting, as described in WO 2008/155105, but when the wear-resistant element is worn out and requires replacement, the rest of the lance is also lost. It is therefore advantageous to provide a replaceable wear-resistant element that can be replaced while the rest of the lance, more particularly the gripper belt, can be used further.

EP 1 013 806 BI beschrijft een lans met een grijper, die een grijperband, een ondersteuningsplaat met een stijve structuur en een slijtplaat bevat om de onderzijde van de grijper te beschermen. De elementen zijn samengeschroefd.EP 1 013 806 B1 describes a lance with a gripper, which comprises a gripper belt, a support plate with a rigid structure and a wear plate to protect the underside of the gripper. The elements are screwed together.

EP 0 623 694 B2 en JP U 60-60482 beschrijven elk een lans, gevormd in twee verschillende delen, die een basisdeel bevat en een verwisselbaar deel dat is gemaakt van een verschillend materiaal en verbindbaar is met het basisdeel, waarbij het verwisselbaar deel een geprofileerde inzet heeft die een geprofileerd eindgedeelte van het basisdeel opneemt.EP 0 623 694 B2 and JP U 60-60482 each describe a lance, formed in two different parts, containing a base part and an interchangeable part made of a different material and connectable to the base part, the interchangeable part being a profiled insert that receives a profiled end portion of the base part.

De combinaties van slijtvaste elementen en grijperbanden zoals gekend in de stand van de techniek hebben het nadeel dat de uitlijning en de stijfheid tussen het slijtvast element en de rest van de lans, meer in het bijzonder de grijperband, niet wordt gegarandeerd. Bij elke gekende oplossing bestaat steeds het risico, bijvoorbeeld door een onvoorzichtig vastmaken, vuil, een falende schroef of door een kleine vervorming, dat het slijtvast element tijdens een assemblage verkeerd wordt uitgelijnd ten opzichte van de grijperband. Dit is in het bijzonder nadelig wanneer het slijtvast element van de lans in contact kan komen met kettingdraden of met geleidingshaken, waarbij zowel het verkeerd uitgelijnd slijtvast element, de grijperband, de kettingdraden en/of de geleidingshaken beschadigd kunnen worden.The combinations of wear-resistant elements and gripper belts as known in the prior art have the disadvantage that the alignment and the rigidity between the wear-resistant element and the rest of the lance, more particularly the gripper belt, is not guaranteed. With every known solution there is always the risk, for example due to a careless fixing, dirt, a failing screw or due to a small deformation, that the wear-resistant element is misaligned with respect to the gripper belt during assembly. This is particularly disadvantageous when the wear-resistant element of the lance can come into contact with warp threads or with guide hooks, whereby both the misaligned wear-resistant element, the gripper belt, the warp threads and / or the guide hooks can be damaged.

Het is een opgave van de voorliggende uitvinding om te voorzien in een lans die een grijperband met een stijve top en een slijtvast element bevat dat afneembaar verbonden is met de stijve top van de grijperband, waarbij het slijtvast element betrouwbaar en goed uitgelijnd ten opzichte van de grijperband is verbonden met de stijve top.It is an object of the present invention to provide a lance that includes a gripper strap with a rigid tip and a wear-resistant element that is detachably connected to the rigid tip of the grab strap, the wear-resistant element being reliably and well aligned with respect to the gripper strap is connected to the rigid top.

Volgens de uitvinding bevat de lans een grijperband en een aan de grijperband toegevoegd slijtvast element, waarbij de grijperband een stijve top bevat waaraan het slijtvast element verbindbaar is, waarbij de stijve top en het slijtvast element complementaire verbindingsdelen hebben die een tong en een uitholling bevatten, waarbij de tong schuifbaar volgens een inbrengrichting inbrengbaar in de uitholling is en waarbij de tong vormgesloten in de uitholling is gehouden in de richtingen verschillend van de inbrengrichting, meer in het bijzonder in de richtingen loodrecht op de inbrengrichting.According to the invention, the lance comprises a gripper strap and a wear-resistant element added to the gripper strap, the gripper strap comprising a rigid tip to which the wear-resistant element is connectable, the rigid tip and the wear-resistant element having complementary connecting parts containing a tongue and a recess, wherein the tongue is slidably inserted into the cavity in a direction of insertion and wherein the tongue is retained in the cavity in the directions different from the direction of insertion, more particularly in the directions perpendicular to the direction of insertion.

Volgens de uitvinding is tevens voorzien in een slijtvast element voor een lans die een grijperband bevat, dat kan verbonden worden met een stijve top van de grijperband, waarbij de stijve top en het slijtvast element complementaire verbindingsdelen hebben die een tong en een uitholling bevatten, waarbij de tong schuifbaar volgens een inbrengrichting inbrengbaar in de uitholling is en waarbij de tong vormgesloten in de uitholling is gehouden in de richtingen verschillend van de inbrengrichting, meer in het bijzonder in de richtingen loodrecht op de inbrengrichting.According to the invention, there is also provided a wear-resistant element for a lance that includes a gripper strap that can be connected to a rigid tip of the gripper strap, the rigid tip and the wear-resistant element having complementary connecting parts comprising a tongue and a recess, wherein the tongue is slidable according to an insertion direction and can be inserted into the cavity and wherein the tongue is kept closed in the cavity in the directions different from the insertion direction, more particularly in the directions perpendicular to the insertion direction.

Volgens de uitvinding is tevens voorzien in een grijperweefmachine met een lans volgens de uitvinding.According to the invention, a gripper weaving machine with a lance according to the invention is also provided.

In verband met de uitvinding wordt een element dat is gemaakt uit een materiaal met een hogere slijtvastheid dan de grijperband onder dezelfde condities een slijtvast element genoemd. Volgens voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt een slijtvast element gemaakt van een met vezels versterkt polyamide, waarbij de vezels bijvoorbeeld koolstofvezels, glasvezels of aramidevezels bevatten. Het slijtvast element kan tevens additieven bevatten die de slijtvastheid bevorderen, zoals Polytetrafluoretheen (Teflon).In connection with the invention, an element made of a material with a higher wear resistance than the gripper belt is called a wear-resistant element under the same conditions. According to preferred embodiments, a wear-resistant element is made of a fiber-reinforced polyamide, the fibers comprising, for example, carbon fibers, glass fibers or aramid fibers. The wear-resistant element can also contain additives that promote wear resistance, such as polytetrafluoroethylene (Teflon).

In verband met de uitvinding betekent "vormgesloten gehouden" dat een verbinding tot stand wordt gebracht waarbij de tong en de uitholling in een bepaalde onderlinge positie worden gehouden die bepaald wordt door de vorm van de verbindingsdelen die de verbinding tussen beide vormen.In connection with the invention, "kept form-locked" means that a connection is established in which the tongue and the recess are held in a certain mutual position which is determined by the shape of the connecting parts which form the connection between the two.

In verband met de uitvinding betekent "stijve top" een top van een grijperband die voldoende stijf is vormgegeven, bijvoorbeeld voldoende is versterkt, om een verbinding van een slijtvast element met de grijperband toe te laten en om een goede geleiding van de grijperband doorheen het weefvak toe te laten.In connection with the invention, "rigid tip" means a tip of a gripper belt that is sufficiently rigid, for example sufficiently reinforced, to allow a connection of a wear-resistant element to the gripper belt and to ensure proper guidance of the gripper belt through the weaving pocket to admit.

Door de verbinding volgens de uitvinding kan het slijtvast element eenvoudig worden verbonden met de stijve top door een relatieve beweging van beide delen volgens de inbrengrichting. De vormgesloten verbinding met uitholling en tong laat een perfecte uitlijning tussen de grijperband en het slijtvast element toe en de zo gevormde lans heeft een stijfheid die vergelijkbaar is met een ééndelig uitgevoerde lans. Daarom kunnen schroeven of andere fixeerelementen om de grijperband en het slijtvast element aan elkaar vast te maken in de verbindingszone worden weggelaten. Het vermijden van het gebruik van fixeerelementen in de verbindingszone tussen het slijtvast element en de grijperband is voordelig daar lokale zwaktes ter hoogte van de verbinding, bijvoorbeeld door openingen, schroefgaten en dergelijke, worden vermeden. Dit laat tevens toe het slijtvast element afneembaar te verbinden met de grijperband.Due to the connection according to the invention, the wear-resistant element can easily be connected to the rigid top by a relative movement of both parts according to the insertion direction. The form-fitting connection with cavity and tongue allows perfect alignment between the gripper belt and the wear-resistant element and the lance thus formed has a rigidity that is comparable to a single-part lance. Therefore, screws or other fixing elements to attach the gripper strap and the wear-resistant element to each other in the connection zone can be omitted. Avoiding the use of fixing elements in the connection zone between the wear-resistant element and the gripper belt is advantageous since local weaknesses at the level of the connection, for example through openings, screw holes and the like, are avoided. This also makes it possible to detachably connect the wear-resistant element to the gripper belt.

Volgens een uitvoeringsvorm is het slijtvast element voorzien van een uitholling waarin een langwerpige tong, die uitsteekt vanaf de stijve top van de grijperband, inbrengbaar is volgens de inbrengrichting. Voor het verbinden van het slijtvast element met de stijve top wordt de langwerpige tong in de uitholling geschoven, waarbij de tong en de uitholling de functie van positioneerelementen vervullen om het slijtvast element uit te lijnen. Op deze wijze wordt een verbinding gevormd waarbij het slijtvast element wezenlijk vormgesloten wordt gehouden in elke richting verschillend van de inbrengrichting. Een slijtvast element met een uitholling en een tong aangebracht aan een stijve top van een grijperband zijn eenvoudig te vervaardigen.According to an embodiment, the wear-resistant element is provided with a recess in which an elongated tongue protruding from the rigid top of the gripper belt can be inserted in the direction of introduction. To connect the wear-resistant element to the rigid tip, the elongated tongue is slid into the recess, the tongue and the recess fulfilling the function of positioning elements to align the wear-resistant element. In this way a connection is formed in which the wear-resistant element is kept substantially form-locked in each direction different from the insertion direction. A wear-resistant element with a recess and a tongue mounted on a rigid top of a gripper belt are easy to manufacture.

Bij voorkeur is de grijperband integraal gevormd met de stijve top. Als resultaat daarvan kan het slijtvast element worden vastgemaakt aan de grijperband zonder enig mogelijke verkeerde uitlijning en wordt een verlies van stijfheid van de lans vermeden.Preferably, the gripper strap is integrally formed with the rigid tip. As a result, the wear-resistant element can be attached to the gripper belt without any possible misalignment and a loss of lance stiffness is avoided.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm valt de inbrengrichting samen met de lengterichting van de lans, meer in het bijzonder valt de inbrengrichting samen met de bewegingsas van de lans, waarbij het slijtvast element en/of de stijve top van de grijperband onderling worden bewogen volgens de bewegingsas van de lans om de verbinding te vormen. Dit laat toe om zowel de uitholling als de tong met beperkte afmetingen vorm te geven terwijl nog steeds een vormgesloten verbinding mogelijk is die elke verkeerde uitlijning vermijdt.According to a preferred embodiment the insertion direction coincides with the longitudinal direction of the lance, more particularly the insertion direction coincides with the axis of movement of the lance, the wear-resistant element and / or the rigid top of the gripper belt being moved relative to each other according to the axis of movement of the lance to form the connection. This makes it possible to shape both the cavity and the tongue with limited dimensions, while still allowing a form-locked connection that avoids any misalignment.

Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt een tolerantie, meer in het bijzonder een bepaalde positieve speling tussen de tong en de uitholling geminimaliseerd, bijvoorbeeld een speling gekozen in de orde van grootte tot 0,2mm, bijvoorbeeld een speling van ongeveer 0,05mm tot 0,lmm. Met andere woorden worden het slijtvast element en de grijperband zo gevormd dat een speling zo klein is dat elke mogelijke verkeerde uitlijning wordt vermeden. Bij voorkeur kan een speling zodanig zijn dat een assemblage van het slijtvast element aan de grijperband eenvoudig mogelijk blijft, waarbij volgens een uitvoeringsvorm de verbinding tussen de grijperband en het slijtvast element wordt gefixeerd, bijvoorbeeld wordt gefixeerd met schroeven die op een afstand van de uitholling en de tong zijn aangebracht.According to another embodiment, a tolerance, more particularly a certain positive clearance between the tongue and the recess, is minimized, for example a clearance selected in the order of magnitude up to 0.2 mm, for example a clearance of about 0.05 mm to 0.1 mm . In other words, the wear-resistant element and the gripper belt are formed such that a play is so small that any possible misalignment is avoided. Preferably a play can be such that an assembly of the wear-resistant element on the gripper belt remains easily possible, wherein according to an embodiment the connection between the gripper strap and the wear-resistant element is fixed, for example fixed with screws spaced from the cavity and the tongue.

Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt de verbinding tussen de grijperband en het slijtvast element gefixeerd met lijm, bij voorkeur met gebruik van een lijm die opnieuw kan worden losgemaakt, bijvoorbeeld kan worden thermisch losgemaakt. Volgens een uitvoeringsvorm zijn het slijtvast element en de grijperband vast bevestigd door lijm die wordt ingebracht in de uitholling. Volgens andere uitvoeringsvormen wordt de lijm toegevoegd in kamers voorzien in de zijwanden van de grijperband en/of in de zijwanden van het slijtvast element, zodat de speling tussen de grijperband en het slijtvast element niet wordt vergroot wanneer ruimte wordt voorzien voor de lijm.According to another embodiment, the connection between the gripper belt and the wear-resistant element is fixed with glue, preferably using an glue that can be re-released, for example can be thermally released. According to an embodiment, the wear-resistant element and the gripper belt are fixedly attached by glue which is introduced into the cavity. According to other embodiments, the glue is added in chambers provided in the side walls of the gripper belt and / or in the side walls of the wear-resistant element, so that the play between the gripper belt and the wear-resistant element is not increased when space is provided for the glue.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt een tolerantie tussen de tong en de uitholling zodanig gekozen dat een klemverbinding tussen het slijtvast element en de grijperband wordt gevormd, zodat fixeerelementen zoals schroeven of het gebruik van lijm overbodig zijn. Hierbij wordt de tolerantie zodanig gekozen dat een klemverbinding met een bepaalde klemkracht wordt bekomen. Indien de tong en de uitholling geen egale zijwanden vertonen, kan een klemverbinding reeds bekomen worden met een minimale positieve speling. Het is echter ook mogelijk een negatieve speling te kiezen om een gewenste klemspanning te bekomen. De negatieve speling kan hierbij bijvoorbeeld tussen 0,01 en 0,lmm bedragen, bijvoorbeeld ongeveer 0,05mm. Door een dergelijke klemverbinding wordt de tong geklemd in de uitholling, zodat de tong tevens vormgesloten in de uitholling wordt gehouden. Hierdoor wordt tevens het voordeel bekomen dat een stijve verbinding tussen de grijperband en het slijtvast element wordt bekomen.According to a preferred embodiment, a tolerance between the tongue and the recess is chosen such that a clamping connection is formed between the wear-resistant element and the gripper belt, so that fixing elements such as screws or the use of glue are superfluous. The tolerance is chosen such that a clamp connection with a specific clamping force is obtained. If the tongue and the cavity do not have uniform side walls, a clamp connection can already be obtained with a minimum positive clearance. However, it is also possible to choose a negative clearance to obtain a desired clamping voltage. The negative clearance can be, for example, between 0.01 and 0.1 mm, for example approximately 0.05 mm. By means of such a clamping connection, the tongue is clamped in the cavity, so that the tongue is also kept closed in the cavity. This also provides the advantage that a rigid connection between the gripper belt and the wear-resistant element is achieved.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is een grijper aan de stijve top en aan het slijtvast element bevestigbaar door bevestigingselementen die in zones zijn gepositioneerd die niet samenvallen met verbindingsdelen van het Slijtvast element of met verbindingsdelen van de stijve top. Hierbij zijn de stijve top en het slijtvast element beide voorzien van openingen voor bevestigingselementen voor een bevestiging van een grijper aan de stijve top en aan het slijtvast element. Voor het bevestigen worden het slijtvast element en de grijperband verbonden door een relatieve beweging volgens de inbrengrichting, dit is bij voorkeur in de lengterichting van de grijperband. Dit wordt bijvoorbeeld bekomen door het slijtvast element op de stijve top te schuiven. Vervolgens wordt de grijper bevestigd aan zowel het slijtvast element als aan de grijperband. Na het bevestigen van de grijper wordt zo een ongewilde relatieve beweging tussen het slijtvast element en de grijperband voorkomen. Bij voorkeur wordt het vastmaken van de grijper gedaan met behulp van schroeven, zodat het steeds mogelijk is om de grijper en/of het slijtvast element eenvoudig te vervangen indien nodig. Volgens deze uitvoeringsvorm wordt een snelle en eenvoudige assemblage van de lans mogelijk, waarbij zowel een foutieve uitlijning van het slijtvast element wordt vermeden als het gebruik van lijm overbodig is.According to a preferred embodiment, a gripper is attachable to the rigid tip and to the wear-resistant element by fastening elements positioned in zones that do not coincide with connecting parts of the wear-resistant element or with connecting parts of the rigid top. The rigid top and the wear-resistant element are both provided with openings for fixing elements for attaching a gripper to the rigid top and to the wear-resistant element. For the attachment, the wear-resistant element and the gripper belt are connected by a relative movement in the insertion direction, this is preferably in the longitudinal direction of the gripper belt. This is achieved, for example, by sliding the wear-resistant element onto the rigid top. The gripper is then attached to both the wear-resistant element and the gripper strap. After attaching the gripper, an unintended relative movement between the wear-resistant element and the gripper belt is thus prevented. The fixing of the gripper is preferably done with the aid of screws, so that it is always possible to simply replace the gripper and / or the wear-resistant element if necessary. According to this embodiment, a quick and simple assembly of the lance becomes possible, in which both a misalignment of the wear-resistant element is avoided and the use of glue is superfluous.

Bij voorkeur zijn de bevestigingselementen gepositioneerd in zones die niet samenvallen met de verbindingsdelen van het slijtvast element en van de stijve top, met andere woorden die niet samenvallen met de omgeving van de uitholling en de tong, om de verbindingsdelen niet te verzwakken. Volgens een uitvoeringsvorm bevinden de schroeven die worden gebruikt voor een bevestigen van de grijper zich niet in de verbindingszone van het verbinden van het slijtvast element en de stijve top.Preferably the fastening elements are positioned in zones that do not coincide with the connecting parts of the wear-resistant element and of the rigid tip, in other words that do not coincide with the cavity and tongue environment, so as not to weaken the connecting parts. According to an embodiment, the screws used for attaching the gripper are not in the connection zone of connecting the wear-resistant element and the rigid tip.

Volgens voorkeurdragende uitvoeringsvormen is minstens het slijtvast element voorzien van geleidingselementen, in het bijzonder van een geleidingsgroef en/of een geleidingsvlak voor het geleiden van de grijper bij de beweging doorheen het weefvak, in het bijzonder doorheen de kettingdraden en/of de geleidingshaken. Bij voorkeur worden bevestigingselementen en/of fixeerelementen vermeden nabij de geleidingselementen van de lans, omdat in het bijzonder schroeven overmatige slijtage kunnen veroorzaken aan geleidingshaken of kettingdraden kunnen beschadigen. Bij het gebruik van geleidingshaken worden daarom bij voorkeur enkel schroeven gebruikt bij het fixeren van de verbinding tussen het slijtvast element en de grijperband en/of bij het bevestigen van de grijper in een zone die niet wordt gebruikt om de grijperband en/of het slijtvast element te geleiden. Een verbinding volgens de uitvinding laat toe om zonder het gebruik van schroeven ter hoogte van de geleidingselementen het slijtvast element eenvoudig vast te maken aan de grijperband zonder enig mogelijke verkeerde uitlijning en zonder een verlies van stijfheid ter hoogte van de verbindingsdelen van de grijperband en het slijtvast element.According to preferred embodiments, at least the wear-resistant element is provided with guide elements, in particular with a guide groove and / or a guide surface for guiding the gripper during the movement through the weaving section, in particular through the warp threads and / or the guide hooks. Preferably, fastening elements and / or fixing elements are avoided near the guide elements of the lance, because screws in particular can cause excessive wear to guide hooks or damage warp threads. When using guide hooks, therefore, screws are preferably used only for fixing the connection between the wear-resistant element and the gripper belt and / or for fixing the gripper in a zone that is not used around the gripper belt and / or the wear-resistant element to guide. A connection according to the invention makes it possible to simply attach the wear-resistant element to the gripper belt without the use of screws at the level of the guide elements without any possible misalignment and without a loss of rigidity at the connection parts of the gripper belt and the wear-resistant element.

Volgens een uitvoeringsvorm is de uitholling van het slijtvast element voorzien van een doorlopend omgevende omtrekswand die een inwendige holte in het slijtvast element definieert. Bijvoorbeeld is de uitholling voorzien van een rechthoekige dwarsdoorsnede die vier zijwanden bevat die contact maken met de zijwanden van de tong om een vormgesloten verbinding te vormen. Om een klemverbinding te vormen kunnen deze zijwanden bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijk evenwijdig aan de inbrengrichting en met een kleine speling of tolerantie tussen de tong en de uitholling worden vormgegeven. Hierbij wordt de tong ter hoogte van de zijwanden van de tong wezenlijk omsloten door de zijwanden van de inwendige holte in het slijtvast element. Een rechthoekige dwarsdoorsnede biedt tevens het voordeel dat niet alleen volgens de lengterichting van de lans een nauwkeurige uitlijning mogelijk is, maar tevens een nauwkeurige radiale uitlijning ten opzichte van de lengterichting van de grijperband mogelijk is. De voornoemde dwarsdoorsnede kan tevens andere vormen vertonen, bijvoorbeeld een vierkante dwarsdoorsnede, een driehoekige dwarsdoorsnede, een veelhoekige dwarsdoorsnede of eender welke dwarsdoorsnede die een vormgesloten verbinding toelaat.According to an embodiment, the cavity of the wear-resistant element is provided with a continuously surrounding peripheral wall which defines an internal cavity in the wear-resistant element. For example, the recess is provided with a rectangular cross-section that includes four side walls that contact the side walls of the tongue to form a form-fit connection. In order to form a clamp connection, these side walls can for instance be designed wholly or partly parallel to the insertion direction and with a small play or tolerance between the tongue and the recess. The tongue is hereby substantially enclosed at the level of the side walls of the tongue by the side walls of the internal cavity in the wear-resistant element. A rectangular cross-section also offers the advantage that accurate alignment is possible not only along the longitudinal direction of the lance, but also accurate radial alignment with respect to the longitudinal direction of the gripper belt. The aforementioned cross-section can also have other shapes, for example a square cross-section, a triangular cross-section, a polygonal cross-section or any cross-section that allows a form-fitting connection.

Volgens een andere uitvoeringsvorm bevat het slijtvast element een uitholling en een sleuf volgens de inbrengrichting, die toelaat een tong met een T-vormige dwarsdoorsnede in de uitholling in te brengen en vormgesloten in de uitholling te houden in de richtingen verschillend van de inbrengrichting. Hierbij is het slijtvast element voorzien van een sleuf ter hoogte van de omtrekswand van de uitholling, die zich volgens de inbrengrichting uitstrekt vanaf de uitholling en die toelaat het slijtvast element te verbinden met een stijve top voorzien van een T-vormige tong. In verband met de uitvinding wordt een tong die een T-vormige dwarsdoorsnede heeft met een basisbalk en een dwarsbalk aangeduid als een T-vormige tong. Bij het verbinden van de stijve top met de T-vormige tong en het slijtvast element strekt de dwarsbalk zich uit doorheen de sleuf, terwijl de basisbalk vormgesloten wordt gehouden in de uitholling. De stijfheid van een stijve top die een T-vormige tong bevat, wordt verhoogd door het extra materiaal dat is toegevoegd in vergelijking met een tong die een rechthoekige dwarsdoorsnede heeft. De sleuf strekt zich bij voorkeur uit van de omtrekswand van de uitholling tot een zijwand van het slijtvast element, wat een nauwkeurige vervaardiging van het slijtvast element toelaat, in het bijzonder wanneer het slijtvast element wordt vervaardigd door middel van spuitgieten. In dit geval kan een kern in de matrijs, die nodig is voor het vormen van de uitholling in het slijtvast element, worden ondersteund tijdens het spuitgieten.According to another embodiment, the wear-resistant element comprises a recess and a slot according to the insertion direction, which makes it possible to insert a tongue with a T-shaped cross-section into the recess and to keep it locked in the recess in the directions different from the insertion direction. The wear-resistant element is herein provided with a slot at the height of the circumferential wall of the cavity, which extends in the direction of insertion from the cavity and which allows the wear-resistant element to be connected to a rigid top provided with a T-shaped tongue. In connection with the invention, a tongue having a T-shaped cross section with a base beam and a cross beam is referred to as a T-shaped tongue. When connecting the rigid top with the T-shaped tongue and the wear-resistant element, the crossbar extends through the slot, while the base beam is kept form-locked in the recess. The stiffness of a rigid top that contains a T-shaped tongue is increased by the additional material that is added in comparison to a tongue that has a rectangular cross section. The slot preferably extends from the circumferential wall of the recess to a side wall of the wear-resistant element, which permits accurate manufacture of the wear-resistant element, in particular when the wear-resistant element is manufactured by injection molding. In this case, a core in the mold, which is necessary to form the cavity in the wear-resistant element, can be supported during injection molding.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het slijtvast element niet alleen in alle richtingen verschillend van de inbrengrichting gehouden door de tong die vormgesloten in de uitholling wordt gehouden, maar tevens zodanig gehouden dat het slijtvast element verhinderd wordt te verdraaien ten opzichte van de grijperband, meer in het bijzonder verhinderd wordt te roteren om een as evenwijdig met de inbrengrichting. Hierdoor wordt het slijtvast element in een welbepaalde radiale hoekpositie ten opzichte van een as volgens de inbrengrichting gepositioneerd en wordt een rotatie om deze as verhinderd.According to a preferred embodiment, the wear-resistant element is not only held differently in all directions from the insertion direction by the tongue which is kept closed in the recess, but is also kept such that the wear-resistant element is prevented from turning relative to the gripper belt, more in particular is in particular prevented from rotating about an axis parallel to the insertion direction. As a result, the wear-resistant element is positioned in a specific radial angular position relative to an axis in accordance with the insertion direction and rotation about this axis is prevented.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de tong voorzien aan de grijperband en is de uitholling voorzien in het slijtvast element. Dit laat toe de grijperband samen met de tong te vervaardigen uit vezelversterkt materiaal, waarbij de vezels zich volgens de lengterichting van de grijperband uitstrekken. Dit laat toe een stijve tong met een kleine dwarsdoorsnede te vervaardigen. Hierbij heeft de uitholling van het slijtvast element een grotere dwarsdoorsnede dan de tong, wat toelaat een slijtvast element uit een minder stijf materiaal aan te wenden, daar de grotere dwarsdoorsnede voor een stijf slijtvast element kan zorgen.According to a preferred embodiment, the tongue is provided on the gripper belt and the cavity is provided in the wear-resistant element. This makes it possible to manufacture the gripper belt together with the tongue from fiber-reinforced material, the fibers extending in the longitudinal direction of the gripper belt. This makes it possible to manufacture a stiff tongue with a small cross section. The hollowing-out of the wear-resistant element herein has a larger cross-section than the tongue, which makes it possible to use a wear-resistant element of a less rigid material, since the larger cross-section can provide a rigid wear-resistant element.

In wat volgt worden uitvoeringsvormen van de uitvinding meer in detail beschreven aan de hand de hierna volgende schematische tekeningen, waarbij doorheen de figuren dezelfde of gelijkaardige onderdelen aangeduid worden door dezelfde referentienummers.In the following, embodiments of the invention are described in more detail with reference to the following diagrammatic drawings, wherein the same or similar parts are designated throughout the figures by the same reference numbers.

Figuur 1 een schematisch aanzicht in perspectief weergeeft van een stijve top van een grijperband en van een slijtvast element vooraf aan het verbinden.Figure 1 represents a schematic perspective view of a rigid top of a gripper belt and of a wear-resistant element prior to joining.

Figuur 2 een schematisch aanzicht in perspectief weergeeft van de stijve top en van het slijtvast element volgens figuur 1 na het verbinden.Figure 2 shows a schematic perspective view of the rigid top and of the wear-resistant element of Figure 1 after joining.

Figuur 3 een schematisch aanzicht in perspectief weergeeft van een stijve top en van een slijtvast element volgens figuur 2 waaraan een grijper is bevestigd.Figure 3 shows a schematic perspective view of a rigid top and of a wear-resistant element according to Figure 2 to which a gripper is attached.

Figuur 4 een schematische doorsnede weergeeft volgens het dwarsvlak IV in figuur 3 samen met een schematisch weergegeven geleidingshaak.Figure 4 represents a schematic cross-section according to the transverse plane IV in Figure 3 together with a diagrammatically shown guide hook.

Figuur 5 een schematische doorsnede weergeeft volgens het lengtevlak V in figuur 2 van de stijve top en van het slijtvast element volgens figuur 2.Figure 5 shows a schematic section according to the longitudinal plane V in Figure 2 of the rigid top and of the wear-resistant element according to Figure 2.

Figuur 6 een schematische doorsnede weergeeft volgens het dwarsvlak IV in figuur 3 van het slijtvast element.Figure 6 shows a schematic cross-section according to the transverse plane IV in Figure 3 of the wear-resistant element.

Figuur 7 een schematisch aanzicht in perspectief weergeeft van een tweede uitvoeringsvorm van een stijve top en van een slijtvast element vooraf aan het verbinden.Figure 7 represents a schematic perspective view of a second embodiment of a rigid tip and of a wear-resistant element prior to joining.

Figuur 8 een schematisch aanzicht in perspectief weergeeft van de stijve top en van het slijtvast element volgens figuur 7 na het verbinden.Figure 8 shows a schematic perspective view of the rigid top and of the wear-resistant element of Figure 7 after joining.

Figuur 9 een schematische doorsnede weergeeft volgens het dwarsvlak IX in figuur 8.Figure 9 shows a schematic cross-section according to the transverse plane IX in Figure 8.

Figuur 10 een schematisch doorsnede weergeeft gelijkaardig aan de doorsnede volgens figuur 5 van een stijve top en van een slijtvast element volgens een derde uitvoeringsvorm.Figure 10 shows a schematic section similar to the section according to Figure 5 of a rigid top and of a wear-resistant element according to a third embodiment.

Figuur 11 een bovenaanzicht van een lans weergeeft volgens een vierde uitvoeringsvorm.Figure 11 shows a top view of a lance according to a fourth embodiment.

Figuren 1 tot 5 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een lans 1 met een grijpèrband 2 voorzien van een stijve top 10 en met een slijtvast element 20 dat afneembaar verbindbaar is met de stijve top 10. Figuur 1 toont een zicht van de stijve top 10 en van het slijtvast element 20 vooraleer deze verbonden zijn. De stijve top 10 bevat een langwerpige tong 11 die uitsteekt voorbij de stijve top 10, terwijl het slijtvast element 20 een uitholling 21 bevat die kan samenwerken met de tong 11. Figuur 2 toont een zicht waarbij de stijve top 10 en het slijtvast element 20 verbonden zijn. Figuur 3 toont een zicht van een lans 1 waarop een grijper 3 aan de stijve top 10 en aan het slijtvast element 20 met de lans 1 verbonden is. Hierbij is de grijper 3 bevestigd nabij het vooreind 4 van de lans 1 waar tevens het slijtvast element 20 is aangebracht. Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede ter hoogte van de tong 11 en de uitholling 21 van de stijve top 10 en toont hoe het slijtvast element 20 geleid wordt door een geleidingshaak 5. Een dergelijke geleidingshaak 5 is meer in detail beschreven in WO 2006/037619. Figuur 5 toont een langsdoorsnede van de tong 11 van de stijve top 10 en van de uitholling 21 van het slijtvast element 20 terwijl die onderling verbonden zijn.Figures 1 to 5 show a first embodiment of a lance 1 with a gripping band 2 provided with a rigid top 10 and with a wear-resistant element 20 that can be detachably connected to the rigid top 10. Figure 1 shows a view of the rigid top 10 and of the wear-resistant element 20 before they are connected. The rigid tip 10 includes an elongated tongue 11 that protrudes beyond the rigid tip 10, while the wear-resistant element 20 includes a recess 21 which can interact with the tongue 11. Figure 2 shows a view with the rigid tip 10 and the wear-resistant element 20 connected to be. Figure 3 shows a view of a lance 1 on which a gripper 3 is connected to the lance 1 on the rigid top 10 and on the wear-resistant element 20. The gripper 3 is hereby attached near the front end 4 of the lance 1, where the wear-resistant element 20 is also arranged. Figure 4 shows a cross-section at the level of the tongue 11 and the recess 21 of the rigid top 10 and shows how the wear-resistant element 20 is guided by a guide hook 5. Such a guide hook 5 is described in more detail in WO 2006/037619. Figure 5 shows a longitudinal section of the tongue 11 of the rigid top 10 and of the cavity 21 of the wear-resistant element 20 while they are mutually connected.

De stijve top 10 is integraal gevormd met een grijperband 2. In de afgebeelde uitvoeringsvorm valt de inbrengrichting I samen met de lengterichting L van de grijperband 2, met andere woorden verloopt de inbrengrichting I evenwijdig met de lengterichting L Voor het verbinden van het slijtvast element 20 met de stijve top 10 wordt de tong 11 ingebracht in de uitholling 21 van het slijtvast element 2. Wanneer de tong 11 is ingebracht, zijn het slijtvast element 20 en de stijve top 10 perfect tot elkaar uitgelijnd.The rigid top 10 is integrally formed with a gripper band 2. In the illustrated embodiment the insertion direction I coincides with the longitudinal direction L of the gripper band 2, in other words the insertion direction I extends parallel to the longitudinal direction L For connecting the wear-resistant element 20 with the rigid top 10, the tongue 11 is inserted into the recess 21 of the wear-resistant element 2. When the tongue 11 is inserted, the wear-resistant element 20 and the rigid top 10 are perfectly aligned with each other.

De stijve top 10 en het slijtvast element 20 hebben respectievelijke complementaire verbindingsdelen 6 en 7, meer in het bijzonder de tong 11 en de uitholling 21. Het verbindingsdeel 6 bevat een tong 11 die uitsteekt uit de stijve top 10, terwijl het verbindingsdeel 7 een uitholling 21 bevat voorzien in het slijtvast element 20. De tong 11 en de uitholling 21 zijn onderling verbindbaar, meer in het bijzonder kunnen afneembaar met elkaar verbonden worden. Hiertoe is de tong 11 schuifbaar inbrengbaar in de uitholling 21 volgens een inbrengrichting I. Wanneer ingebracht in de uitholling 21 wordt de tong 11 vormgesloten gehouden in de uitholling 21 in de richtingen verschillend van de inbrengrichting I en zodanig dat een verdraaien ten opzichte van de grijperband verhinderd wordt, meer in het bijzonder dat een rotatie om een as 37 evenwijdig met de inbrengrichting I verhinderd wordt.The rigid top 10 and the wear-resistant element 20 have respective complementary connecting parts 6 and 7, more particularly the tongue 11 and the recess 21. The connecting part 6 comprises a tongue 11 protruding from the rigid top 10, while the connecting part 7 has a hollow 21 comprises the wear-resistant element 20. The tongue 11 and the recess 21 are mutually connectable, more particularly can be detachably connected to each other. For this purpose, the tongue 11 is slidably insertable into the recess 21 according to an insertion direction I. When inserted into the recess 21, the tongue 11 is kept form-locked in the recess 21 in the directions different from the insertion direction I and such that a rotation with respect to the gripper belt is prevented, more particularly that rotation about an axis 37 parallel to the insertion direction I is prevented.

Zoals weergegeven in figuren 4 tot 6, worden door middel van de verbindingsdelen 6 en 7 contactmakende oppervlakken 30 gevormd die toelaten de tong 11 vormgesloten in de uitholling 21 te houden. Hierbij wordt de speling tussen de tong 11 en de uitholling 21 geminimaliseerd, bijvoorbeeld een speling in de orde van grootte van 0,05mm tussen de contactmakende oppervlakken 30. De contactmakende oppervlakken 30 worden gevormd door de zijwanden 16 van de tong 11 van het verbindingsdeel 6 en de omtrekswand 27 van de uitholling 21 van het verbindingsdeel 7. Bij deze uitvoeringsvorm bevat het verbindingsdeel 6 ter hoogte van de stijve top 10 behalve de tong 11 eveneens een profilering 12 en bevat het verbindingsdeel 7 ter hoogte van het slijtvast element 20 behalve de uitholling 21 eveneens een profilering 22 dat aangepast is aan de profilering 12, zoals aangeduid in figuur 1. De profileringen 12 en 22 zijn complementair gevormd en zijn voordelig voor het verbeteren van een verbinding tussen de grijperband 2 en het slijtvast element 20, in het bijzonder voor het tegenwerken van een buigmoment A of B zoals aangeduid in figuur 1 dat op de tong 11 kan uitgeoefend worden.As shown in Figs. 4 to 6, contacting surfaces 30 are formed by means of the connecting parts 6 and 7, allowing contact of the tongue 11 in the recess 21. The play between the tongue 11 and the recess 21 is hereby minimized, for example a play in the order of magnitude of 0.05 mm between the contacting surfaces 30. The contacting surfaces 30 are formed by the side walls 16 of the tongue 11 of the connecting part 6. and the peripheral wall 27 of the recess 21 of the connecting part 7. In this embodiment, the connecting part 6 at the height of the rigid top 10, in addition to the tongue 11, also has a profiling 12 and the connecting part 7 at the level of the wear-resistant element 20 except for the hollow. 21 also a profiling 22 adapted to the profiling 12, as indicated in figure 1. The profiling 12 and 22 are complementarily shaped and are advantageous for improving a connection between the gripper belt 2 and the wear-resistant element 20, in particular for counteracting a bending moment A or B as indicated in figure 1 which can be exerted on the tongue 11.

IMa het inbrengen kan een grijper 3 worden bevestigd aan de stijve top 10 en aan het slijtvast element 20, zoals wordt weergegeven in figuur 3. Voor dit doel zijn zowel de stijve top 10 als het slijtvast element 20 voorzien van openingen 13, 23. De grijper 3 kan worden bevestigd gebruikmakend van bevestigingselementen 14, 24 die worden ingebracht doorheen de voorziene openingen 13, 23. Het bevestigen van de grijper 3 op de grijperband 2 fixeert ook de verbinding tussen de stijve top 10 en het slijtvast element 20. Tevens voorkomt dit dat het slijtvast element 20 van de stijve top 10 ten opzichte van de grijperband 2 volgens de inbrengrichting I kan glijden tijdens het gebruik, meer in het bijzonder tijdens weven.After the insertion, a gripper 3 can be attached to the rigid top 10 and to the wear-resistant element 20, as is shown in Figure 3. For this purpose, both the rigid top 10 and the wear-resistant element 20 are provided with openings 13, 23. The gripper 3 can be attached using fastening elements 14, 24 which are inserted through the provided openings 13, 23. Attaching the gripper 3 to the gripper belt 2 also fixes the connection between the rigid top 10 and the wear-resistant element 20. This also prevents this that the wear-resistant element 20 of the rigid top 10 relative to the gripper belt 2 can slide in the insertion direction I during use, more particularly during weaving.

De plaats van de openingen 13, 23 wordt zo gekozen om te verzekeren dat de bevestigingselementen 14 of 24, die bijvoorbeeld gevormd worden door schroeven, in zones 15 en 25 gepositioneerd zijn die in streeplijn zijn aangeduid in figuur 2, welke zones 15, 25 niet samenvallen met verbindingsdelen 6 en 7, meer in het bijzonder niet in de verbindingszone van de uitholling 21 van het slijtvast element 20 doordringen of die zich niet uitstrekken ter hoogte van de tong 11 van de stijve top 10. Dit is te zien in de doorsnede afgebeeld in figuur 4.The location of the openings 13, 23 is chosen so as to ensure that the fastening elements 14 or 24, which are formed, for example, by screws, are positioned in zones 15 and 25 which are indicated in broken line in Figure 2, which zones 15, 25 are not coincide with connecting parts 6 and 7, more particularly not penetrating into the connecting zone of the cavity 21 of the wear-resistant element 20 or which do not extend at the level of the tongue 11 of the rigid top 10. This is shown in the section in figure 4.

Zoals best kan worden gezien in figuur 4 is het slijtvast element 20 voorzien van een geleidingsgroef 26 die samenwerkt met een geleidingselement 8 dat is voorzien op een geleidingshaak 5 van een weefmachine. De plaats van de openingen 13, 23 is eveneens gekozen om te verzekeren dat de bevestigingselementen 14, 24 niet interfereren met een geleidingshaak 5.As can best be seen in Figure 4, the wear-resistant element 20 is provided with a guide groove 26 which cooperates with a guide element 8 provided on a guide hook 5 of a weaving machine. The location of the openings 13, 23 is also chosen to ensure that the fastening elements 14, 24 do not interfere with a guide hook 5.

Zoals best kan worden gezien in figuur 6 bevat de uitholling 21 van het slijtvast element 20 een doorlopende omgevende omtrekswand 27 die een inwendige holte 28 in het slijtvast element 20 bepaalt die de uitholling 21 vormt. De omtrekswand 27 bepaalt tevens de contactmakende oppervlakken 30, zoals aangeduid in figuur 4, waar er, zoals aangeduid in figuur 1, contact is met de zijwanden 16 van de tong 11.As can best be seen in Figure 6, the recess 21 of the wear-resistant element 20 comprises a continuous peripheral wall 27 which defines an internal cavity 28 in the wear-resistant element 20 which forms the recess 21. The circumferential wall 27 also defines the contacting surfaces 30, as indicated in Figure 4, where, as indicated in Figure 1, there is contact with the side walls 16 of the tongue 11.

Figuren 7 tot 9 tonen een tweede uitvoeringsvorm van een stijve top 10 en van een slijtvast element 20 dat afneembaar verbindbaar is met de stijve top 10. Figuur 7 toont een aanzicht van de stijve top 10 en van het slijtvast element 20 vooraf aan het verbinden van beide. Figuur 8 toont de stijve top 10 en het slijtvast element 20 wanneer deze verbonden zijn. Figuur 9 toont een dwarsdoorsnede van de stijve top 10 en van het slijtvast element 20 volgens deze tweede uitvoeringsvorm ter hoogte van de tong 11 en de uitholling 21, meer bepaald volgens het vlak IX uit figuur 8.Figures 7 to 9 show a second embodiment of a rigid top 10 and a wear-resistant element 20 that is detachably connectable to the rigid top 10. Figure 7 shows a view of the rigid top 10 and of the wear-resistant element 20 before connecting both. Figure 8 shows the rigid top 10 and the wear-resistant element 20 when they are connected. Figure 9 shows a cross-section of the rigid top 10 and of the wear-resistant element 20 according to this second embodiment at the level of the tongue 11 and the recess 21, in particular along the plane IX of Figure 8.

De stijve top 10 en het slijtvast element 20 volgens de tweede uitvoeringsvorm verschillen van deze van de eerste uitvoeringsvorm wat betreft hun vorm. Volgens de tweede uitvoeringsvorm wordt een tong 11 met een T-vormige dwarsdoorsnede die een basisbalk 17 en een dwarsbalk 18 bevat aan de stijve top 10 aangebracht. De uitholling 21 heeft een sleuf 29 in de omtrekswand 27 die bij een verbinden van de stijve top 10 en het slijtvast element 20 kan samenwerken met de dwarsbalk 18 van de stijve top 10. De T-vormige tong 11 wordt volgens de inbrengrichting I ingebracht in de uitholling 21, waarbij de dwarsbalk 18 van de tong 11 zich doorheen de sleuf 29 uitstrekt, terwijl de basisbalk 17 in wezen vormgesloten wordt gehouden in de uitholling 21. De dwarsbalk 18 is voordelig voor de stijfheid van de T-vormige tong 11. In deze uitvoeringsvorm worden contactmakende oppervlakken 33 gevormd door de zijwanden 31 van de basisbalk 17 van het verbindingsdeel 6 en de daarmee complementaire omtrekswand 27 van de uitholling 21 van het verbindingsdeel 7 en door de zijwanden 32 van de dwarsbalk 18 van het verbindingsdeel 6 en de daarmee complementaire zijwanden 34 van de sleuf 29 van het verbindingsdeel 7. De sleuf 29 strekt zich hierbij zowel uit volgens de inbrengrichting I als dwars op de inbrengrichting I vanaf de omtrekswand 27 van de uitholling 21 en tot een zijwand van het slijtvast element 20, meer in het bijzonder zowel volgens de lengterichting L als dwars op de lengterichting L van de lans 1 en zoals weergegeven in figuur 8, tot de bovenste zijwand 35 van het slijtvast element 20.The rigid top 10 and the wear-resistant element 20 according to the second embodiment differ from those of the first embodiment in terms of their shape. According to the second embodiment, a tongue 11 with a T-shaped cross section comprising a base beam 17 and a cross beam 18 is arranged on the rigid top 10. The recess 21 has a slot 29 in the circumferential wall 27 which, when connecting the rigid top 10 and the wear-resistant element 20, can cooperate with the transverse bar 18 of the rigid top 10. The T-shaped tongue 11 is inserted into the direction of insertion I the recess 21, wherein the crossbar 18 of the tongue 11 extends through the slot 29, while the base beam 17 is kept essentially form-locked in the recess 21. The crossbar 18 is advantageous for the stiffness of the T-shaped tongue 11. In In this embodiment, contacting surfaces 33 are formed by the side walls 31 of the base beam 17 of the connecting part 6 and the peripheral wall 27 of the cavity 21 of the connecting part 7 complementary thereto and by the side walls 32 of the transverse beam 18 of the connecting part 6 and the complementary side walls 34 of the slot 29 of the connecting part 7. The slot 29 here extends both in the direction of insertion I and transversely of the insertion direction I from d The peripheral wall 27 of the recess 21 and into a side wall of the wear-resistant element 20, more particularly both along the longitudinal direction L and transversely to the longitudinal direction L of the lance 1 and as shown in Fig. 8, up to the upper side wall 35 of the wear-resistant element 20.

In figuur 10 wordt een derde uitvoeringsvorm van een stijve top 10 met een tong 11 en een daarmee afneembaar verbindbaar slijtvast element 20 weergegeven. Hierbij wordt een verdere variante van een tong 11 en een uitholling 21 voorgesteld, waarbij de tong 11 twee opeenvolgende gedeelten 19 en 36 met onderling verschillende doorsneden heeft en de uitholling 21 hiermee overeenkomstig is vormgegeven om een vormgesloten verbinding te vormen, meer in het bijzonder een vormgesloten verbinding met complementaire verbindingsdelen 6 en 7. Bij deze uitvoeringsvorm worden kamers 9 gevormd tussen het slijtvast element 20 en de tong 11 waarin lijm kan worden gedrukt die wordt aangewend om de verbinding tussen het slijtvast element 20 en de stijve top 10 te fixeren. Volgens een niet weergegeven variante kunnen deze kamers 9 openingen bevatten die open zijn naar de omgeving toe, om een overschot aan lijm af te laten vloeien en weg te laten nemen bij een assemblage.Figure 10 shows a third embodiment of a rigid top 10 with a tongue 11 and a wear-resistant element 20 that can be removed with it. A further variant of a tongue 11 and a recess 21 is hereby proposed, wherein the tongue 11 has two successive sections 19 and 36 with mutually different cross sections and the recess 21 is correspondingly shaped to form a form-locked connection, more particularly a form-locked connection with complementary connecting parts 6 and 7. In this embodiment, chambers 9 are formed between the wear-resistant element 20 and the tongue 11 into which glue can be pressed which is used to fix the connection between the wear-resistant element 20 and the rigid top 10. According to a variant (not shown), these chambers can contain 9 openings which are open towards the environment, in order to drain off excess glue and remove it during assembly.

In figuur 11 wordt nog een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de tong 11 verankeringselementen 38 bevat die kunnen samenwerken met verankeringselementen 40 van de uitholling 21. De verankeringselementen 38 kunnen tijdens een inbrengen in de uitholling 21 verend naar elkaar toe bewegen tot ze kunnen samenwerken met verankeringselementen 40. Dit laat toe de vormgesloten verbinding die gevormd wordt tussen de tong 11 en de uitholling 21 te verankeren. Om toe te laten het slijtvast element 20 terug van de grijperband 2 te verwijderen, kunnen openingen 39 in het slijtvast element 21 voorzien worden om de verankeringselementen 38 van de tong 11 te verwijderen van de verankeringselementen 40 van de uitholling 21, meer bepaald naar elkaar toe te drukken, zodat de tong 11 terug uit de uitholling 21 kan worden genomen.Figure 11 shows yet another embodiment in which the tongue 11 comprises anchoring elements 38 which can cooperate with anchoring elements 40 of the cavity 21. The anchoring elements 38 can resiliently move towards each other during insertion into the cavity 21 until they can cooperate with anchoring elements 40. This allows anchoring the form-locked connection formed between the tongue 11 and the recess 21. In order to allow the wear-resistant element 20 to be removed from the gripper belt 2 again, openings 39 in the wear-resistant element 21 can be provided to remove the anchoring elements 38 of the tongue 11 from the anchoring elements 40 of the cavity 21, more particularly towards each other so that the tongue 11 can be taken out of the recess 21 again.

Volgens een niet weergegeven variante kan het slijtvast element 20 een tong bevatten die kan samenwerken met een uitholling voorzien ter hoogte van de stijve top 10 van de grijperband 2. Hierbij kunnen de tong en de uitholling op een gelijkaardige manier als hierboven beschreven met elkaar samenwerken om een vormgesloten verbinding te vormen in de richtingen verschillend van de inbrengrichting I tussen de grijperband 2 en het slijtvast element 20.According to a variant (not shown), the wear-resistant element 20 may comprise a tongue which can cooperate with a cavity provided at the rigid top 10 of the gripper belt 2. Here, the tongue and the cavity can cooperate with each other in a manner similar to that described above. to form a form-fit connection in the directions different from the insertion direction I between the gripper belt 2 and the wear-resistant element 20.

Volgens een niet weergegeven variante kan naast de tong 11 en de daarmee samenwerkende uitholling 21 eveneens een tweede of volgende tong voorzien worden die evenwijdig is opgesteld met de tong 11 en die kan samenwerken met een tweede of volgende uitholling die eveneens evenwijdig is opgesteld met de uitholling 21. Op deze wijze kan met verschillende relatief kleine tongen een goede uitlijning worden bereikt, bijvoorbeeld door deze in de lengterichting van de lans een afstand van elkaar verwijderd te plaatsen.According to a variant (not shown), in addition to the tongue 11 and the cavity 21 cooperating with it, a second or subsequent tongue can also be provided which is arranged parallel to the tongue 11 and which can cooperate with a second or subsequent cavity which is also arranged parallel to the cavity 21. In this way a good alignment can be achieved with different relatively small tongues, for example by placing it a distance apart in the longitudinal direction of the lance.

Volgens nog een niet weergegeven variante kunnen zowel de stijve top 10 als het slijtvast element 20 elk met een tong en een uitholling voorzien worden, waarbij de tong van de stijve top 10 samenwerkt met de uitholling van het slijtvast element 20 en de tong van het slijtvast element 20 samenwerkt met de uitholling van de stijve top 10.According to yet another variant, both the rigid top 10 and the wear-resistant element 20 can each be provided with a tongue and a recess, the tongue of the rigid top 10 cooperating with the hollow of the wear-resistant element 20 and the tongue of the wear-resistant element 20 cooperates with the hollowing of the rigid top 10.

De lans 1, het slijtvast element 20 en de grijperweefmachine volgens de in de conclusies weergegeven uitvinding zijn niet beperkt tot de als voorbeeld weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar kunnen eveneens varianten en combinaties ervan bevatten die onder de conclusies vallen.The lance 1, the wear-resistant element 20 and the gripper weaving machine according to the invention shown in the claims are not limited to the exemplary embodiments shown and described, but may also contain variants and combinations thereof covered by the claims.

Claims (15)

1. Lans voor een grijperweefmachine die een grijperband (2) en een aan de grijperband (2) toegevoegd slijtvast element (20) bevat, daardoor gekenmerkt dat de grijperband (2) een stijve top (10) bevat waaraan het slijtvast element (20) verbindbaar is, dat de stijve top (10) en het slijtvast element (20) complementaire verbindingsdelen (6, 7) bevatten die een tong (11) en een uitholling (21) bevatten, dat de tong (11) schuifbaar volgens een inbrengrichting (I) inbrengbaar in de uitholling (21) is en dat de tong (11) vormgesloten in de uitholling (21) is gehouden in de richtingen verschillend van de inbrengrichting (I).Lance for a gripper weaving machine comprising a gripper strap (2) and a wear-resistant element (20) added to the gripper strap (2), characterized in that the gripper strap (2) has a rigid top (10) on which the wear-resistant element (20) it is connectable that the rigid top (10) and the wear-resistant element (20) contain complementary connecting parts (6, 7) which contain a tongue (11) and a recess (21), the tongue (11) slidable according to an insertion direction ( I) is insertable in the recess (21) and that the tongue (11) is form-retained in the recess (21) in the directions different from the insertion direction (I). 2. Lans volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het slijtvast element (20) een uitholling (21) bevat waarin een langwerpige tong (11) die uitsteekt vanaf de stijve top (10) volgens de inbrengrichting (I) kan ingebracht worden.Lance according to claim 1, characterized in that the wear-resistant element (20) has a recess (21) into which an elongated tongue (11) protruding from the rigid top (10) can be inserted in the direction of insertion (I). 3. Lans volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de stijve top (10) integraal is gevormd met de grijperband (2).Lance according to claim 1 or 2, characterized in that the rigid top (10) is integrally formed with the gripper belt (2). 4. Lans volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de inbrengrichting (I) samenvalt met de lengterichting (L) van de lans (1).The lance according to one of claims 1 to 3, characterized in that the insertion direction (I) coincides with the longitudinal direction (L) of the lance (1). 5. Lans volgens één van de conclusie 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat een tolerantie en/of speling tussen de tong (11) en de uitholling (21) wordt geminimaliseerd.Lance according to one of claims 1 to 4, characterized in that a tolerance and / or play between the tongue (11) and the recess (21) is minimized. 6. Lans volgens één van de conclusie 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de tong (11) vormgesloten in de uitholling (21) wordt gehouden door een klemverbinding.Lance according to one of the claims 1 to 5, characterized in that the tongue (11) is kept form-locked in the recess (21) by a clamp connection. 7. Lans volgens één van de conclusie 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat een grijper (3) aan de stijve top (10) en aan het slijtvast element (20) bevestigbaar is door bevestigingselementen (14, 24) die in zones (15, 16) zijn gepositioneerd die niet samenvallen met een verbindingsdeel (6) van het slijtvast element (20) of met een verbindingsdeel (7) van de stijve top (10).Lance according to one of claims 1 to 6, characterized in that a gripper (3) can be attached to the rigid top (10) and to the wear-resistant element (20) by fastening elements (14, 24) which are in zones (15, 16) are positioned which do not coincide with a connecting part (6) of the wear-resistant element (20) or with a connecting part (7) of the rigid top (10). 8. Lans volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de uitholling (21) van het slijtvast element (20) een doorlopende omgevende omtrekswand (27) bevat die een inwendige holte (28) in het slijtvast element (20) bepaalt.Lance according to one of claims 1 to 7, characterized in that the cavity (21) of the wear-resistant element (20) has a continuous surrounding peripheral wall (27) which defines an internal cavity (28) in the wear-resistant element (20) . 9. Lans volgens één van de conclusie 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het slijtvast element (20) een uitholling (21) en een sleuf (29) volgens de inbrengrichting (I) bevat, die toelaat een tong (11) met een T-vormige dwarsdoorsnede in de uitholling (21) in te brengen en vormgesloten in de uitholling (21) te houden in de richtingen verschillend van de inbrengrichting (I).Lance according to one of claims 1 to 7, characterized in that the wear-resistant element (20) has a recess (21) and a slot (29) according to the insertion direction (I), which allows a tongue (11) with a T inserting a cross-sectional shape into the recess (21) and keeping it in the recess (21) in the directions different from the insertion direction (I). 10. Lans volgens één van de conclusie 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de tong (11) vormgesloten in de uitholling (21) is gehouden, zodanig dat een verdraaien ten opzichte van de grijperband (2) verhinderd wordt, meer in het bijzonder dat een rotatie om een as (37) evenwijdig met de inbrengrichting (I) verhinderd wordt.Lance according to any one of claims 1 to 9, characterized in that the tongue (11) is kept closed in the recess (21), such that rotation with respect to the gripper belt (2) is prevented, more in particular that a rotation about an axis (37) parallel to the insertion direction (I) is prevented. 11. Grijperweefmachine, daardoor gekenmerkt dat de grijperweefmachine een lans (1) volgens één van de conclusies 1 tot 10 bevat.Gripper weaving machine, characterized in that the gripper weaving machine comprises a lance (1) according to one of claims 1 to 10. 12. Slijtvast element voor een lans volgens één van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het slijtvast element (20) kan verbonden worden met een stijve top (10) van een grijperband (2) van een lans (1), waarbij de stijve top (10) en het slijtvast element (20) complementaire verbindingsdelen (6, 7) bevatten die een tong (11) en een uitholling (21) bevatten, waarbij de tong (11) schuifbaar volgens een inbrengrichting (I) inbrengbaar in de uitholling (21) is en waarbij de tong (11) vormgesloten in de uitholling (21) is gehouden in de richtingen verschillend van de inbrengrichting (I).The wear-resistant element for a lance according to one of claims 1 to 10, characterized in that the wear-resistant element (20) can be connected to a rigid top (10) of a gripper belt (2) of a lance (1), wherein the rigid top (10) and the wear-resistant element (20) contain complementary connecting parts (6, 7) containing a tongue (11) and a recess (21), the tongue (11) slidably insertable in a direction of insertion (I) into the is a recess (21) and wherein the tongue (11) is form-locked in the recess (21) in the directions different from the insertion direction (I). 13. Slijtvast element volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de uitholling (21) van het slijtvast element (20) een doorlopende omgevende omtrekswand (27) bevat die een inwendige holte (28) in het slijtvast element (20) bepaalt.The wear-resistant element according to claim 12, characterized in that the cavity (21) of the wear-resistant element (20) comprises a continuous peripheral wall (27) which defines an internal cavity (28) in the wear-resistant element (20). 14. Slijtvast element volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat het slijtvast element (20) een uitholling (21) en een sleuf (29) volgens de inbrengrichting (I) bevat, die toelaat een tong (11) met een T-vormige dwarsdoorsnede in de uitholling (21) in te brengen en vormgesloten in de uitholling (21) te houden in de richtingen verschillend van de inbrengrichting (I).Wear-resistant element according to claim 12 or 13, characterized in that the wear-resistant element (20) comprises a recess (21) and a slot (29) according to the insertion direction (I), which allows a tongue (11) with a T-shaped insert cross-section into the cavity (21) and retain it in the cavity (21) in the directions different from the insertion direction (I). 15. Slijtvast element volgens één van de conclusie 12 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de tong (11) vormgesloten in de uitholling (21) is gehouden, zodanig dat een verdraaien ten opzichte van de grijperband (2) verhinderd wordt, meer in het bijzonder dat een rotatie om een as (37) evenwijdig met de inbrengrichting (I) verhinderd wordt.The wear-resistant element according to one of claims 12 to 14, characterized in that the tongue (11) is kept closed in the cavity (21), such that rotation with respect to the gripper belt (2) is prevented, more particularly that rotation about an axis (37) parallel to the insertion direction (I) is prevented.
BE2010/0257A 2010-04-29 2010-04-29 LANS AND GRAB WEAVER. BE1019316A3 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0257A BE1019316A3 (en) 2010-04-29 2010-04-29 LANS AND GRAB WEAVER.
EP11717246.0A EP2563960B1 (en) 2010-04-29 2011-04-26 Rapier and gripper weaving machine
CN201180021549.3A CN102906324B (en) 2010-04-29 2011-04-26 Rapier and gripper weaving machine
PCT/EP2011/056558 WO2011134953A2 (en) 2010-04-29 2011-04-26 Rapier and gripper weaving machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201000257 2010-04-29
BE2010/0257A BE1019316A3 (en) 2010-04-29 2010-04-29 LANS AND GRAB WEAVER.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019316A3 true BE1019316A3 (en) 2012-06-05

Family

ID=43431752

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0257A BE1019316A3 (en) 2010-04-29 2010-04-29 LANS AND GRAB WEAVER.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2563960B1 (en)
CN (1) CN102906324B (en)
BE (1) BE1019316A3 (en)
WO (1) WO2011134953A2 (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1022753B1 (en) * 2015-02-02 2016-08-30 Picanol LANS, GRAIN WEAVING MACHINE AND METHOD FOR MANUFACTURING A LANS
BE1023978B1 (en) 2016-03-25 2017-09-28 Picanol N.V. GRIPPER FOR A GRIPPER WEAVING MACHINE
CN110318141A (en) * 2019-08-12 2019-10-11 浙江泰坦股份有限公司 A kind of connection structure and rapier loom guiding band and connecting bottom board

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3580291A (en) * 1967-09-19 1971-05-25 Somet Soc Mec Tessile Filling carrier for use in shuttleless looms
EP0623694A1 (en) * 1993-05-05 1994-11-09 NUOVA VAMATEX S.p.A. Gripper strap for weaving looms

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3580221A (en) 1969-10-31 1971-05-25 Theodore A Noyes Vacuum support for animals
JPS6060482U (en) 1983-09-28 1985-04-26 津田駒工業株式会社 rapier band coupling device
CN1026903C (en) * 1990-11-12 1994-12-07 黄仁德 Improved woof-carrier for high-speed shuttle less loom
IT1304698B1 (en) 1998-12-23 2001-03-28 Somet Soc Mec Tessile PAIR OF CARRIER AND TRACTOR PLIERS FOR WEAVING FRAMES
EP1923494B1 (en) * 2002-09-20 2012-02-08 Picanol Carrying gripper for a clip weaving machine
BE1015971A6 (en) 2004-04-05 2005-12-06 Picanol Nv GRAB AND BAND FOR A rapier rapier.
DE102004049256B4 (en) 2004-10-05 2014-01-02 Picanol Guide elements for a gripper transport element of a loom
CN200967866Y (en) * 2006-09-14 2007-10-31 浙江虎王数控科技有限公司 Gripper head feeding rapier for weft gripper loom
BE1017654A5 (en) 2007-06-21 2009-03-03 Picanol Nv BEARING ELEMENT FOR A GRIPPER OF A GRIPPER WEAVING MACHINE.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3580291A (en) * 1967-09-19 1971-05-25 Somet Soc Mec Tessile Filling carrier for use in shuttleless looms
EP0623694A1 (en) * 1993-05-05 1994-11-09 NUOVA VAMATEX S.p.A. Gripper strap for weaving looms

Also Published As

Publication number Publication date
EP2563960A2 (en) 2013-03-06
WO2011134953A3 (en) 2012-08-16
WO2011134953A2 (en) 2011-11-03
EP2563960B1 (en) 2017-02-15
CN102906324B (en) 2014-10-29
CN102906324A (en) 2013-01-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019316A3 (en) LANS AND GRAB WEAVER.
RU2541288C2 (en) Scraper for chain scraper conveyor
US20050212259A1 (en) Ski, in particular an alpine ski
PL1908155T3 (en) Splice bar for connecting cable tray sections
SE432393B (en) BATTERY FOR MOTOR VEHICLE
US7775342B2 (en) Scrapers for link chains of scraper chain conveyors and scraper-securing element thereof
JP5117277B2 (en) Splittable two-part heald shaft
FI89667C (en) LEDNINGSSKENA SPECIELLT FOER PLASTTILLVERKADE DRAGLAODOR
JP2005126886A (en) Heddle shaft for weaving machine
USRE35858E (en) Heddle frame assembly with releasable end
RU2280113C2 (en) Combined heald
EP3655350B1 (en) Improved modular structure curved magnetic guide for guiding the chain of a conveyor chain
KR20120031518A (en) Attachment structure and attachment tool
US20180347672A1 (en) Chain guide
KR100476496B1 (en) System part
EP1013806A1 (en) Pair of weft carrying and drawing grippers for weaving looms
JP3750096B2 (en) Arrangement of heald in the frame
IT202000021139A1 (en) SUPPORT STRUCTURE WITH IMPROVED RIGIDITY FOR AN ARTICULATED LINK CONVEYOR
CN108884609B (en) Gripper shuttle for a gripper weaving machine
CS316391A3 (en) Pinned bar carrier
BE1017654A5 (en) BEARING ELEMENT FOR A GRIPPER OF A GRIPPER WEAVING MACHINE.
ATE407029T1 (en) RAIL FOR A HANGING VEHICLE
CN216833994U (en) Track guide rail
CS208797B2 (en) Device for fastening the strip with the needles in the profile u bearer
WO2011023383A1 (en) Heald frame for a weaving machine