BE1016429A3 - Flessenkrat. - Google Patents

Abstract

Een krat (1) voor flessen en soortgelijke verpakkingen omvat een bodem (2) en zijwanden (3) die een binnenruimte (4) bepalen. Tenminste een steunelement (5) is in het krat aangebracht. Het steunelement (5) kan met de hand worden bewogen van een eerste positie (I), waarin het steunelement in wezen geen steun verleent en de binnenruimte van het krat in wezen vrij laat, naar een tweede positie (Ii), waarin het steunelement in de binnenruimte staande flessen zijdelingse steun biedt. Het steunelement kan scharnierend of los zijn aangebracht.

Description

  Flessenkrat

  
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een flessenkrat. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een flessenkrat met een steunelement dat het omvallen van flessen tegengaat.

  
Kratten voor flessen of andere verpakkingen zijn algemeen bekend. Een voorbeeld van een flessenkrat vervaardigd van kunststof is geopenbaard in het Belgische octrooi BE 1012244 (D W Plastics). Dit bekende krat is voorzien van schotten die de binnenruimte van het krat indelen in compartimenten voor de flessen. Deze compartimenten bieden typisch elk plaats aan een enkele fles (of andere verpakking). Dit biedt voordelen indien de flessen afzonderlijk in het krat worden geplaatst, aangezien de flessen niet kunnen omvallen, ook niet als het krat slechts gedeeltelijk is gevuld. Indien echter de flessen gebundeld worden tot zogenaamde "six-packs" of andere combinatieverpakkingen, kunnen dergelijke kratten niet zonder meer gebruikt worden.

  
Combinatieverpakkingen kunnen worden vervoerd in een krat dat grotere compartimenten bevat. Er kunnen bijvoorbeeld vier compartimenten voor telkens zes flessen in het krat aanwezig zijn, zoals is geopenbaard in de Duitse octrooiaanvraag DE 38 06 924 (Friedrich Theysohn). Om te voorkomen dat (bijvoorbeeld lege) flessen die zonder combinatieverpakking in het krat worden geplaatst omvallen, is dit bekende krat voorzien van pinolen die door de combinatieverpakking heen steken. Dit heeft echter het nadeel dat de combinatie-verpakking hiervoor geschikt moet zijn en eventueel aangepast moet worden.

  
Moderne PET-flessen (PET = PolyEthyleenTerephthalaat) worden vaak verkocht in combinatieverpakkingen van vier of zes flessen die met behulp van folie zijn gebundeld. Tussen deze gebundelde flessen is typisch geen ruimte om pinolen op te nemen, zodat een krat zoals beschreven in bovengenoemde Duitse octrooiaanvraag DE 38 06 924 niet kan worden toegepast. Voor het hergebruiken van het PET-materiaal is het echter zeer gewenst de lege flessen in het krat te kunnen terugplaatsen, zonder dat de flessen kunnen omvallen.

  
Het Amerikaanse octrooi US 5 320 245 (Apps / Rehrig Pacific) openbaart een krat dat voor flessen van verschillende afmetingen geschikt kan worden gemaakt. 

  
Hiertoe kan in het krat een steunelement zijn aangebracht dat zijdelingse steun biedt aan in het krat staande flessen. Het bekende steunelement bepaalt openingen voor flessen en strekt zich evenwijdig aan de bodem van het krat uit. Het is zodanig aan de bodem van het krat bevestigd dat het alleen met speciale gereedschappen en dus niet handmatig kan worden losgemaakt. Door het steunelement te vervangen kan het krat geschikt worden gemaakt voor flessen met andere afmetingen. Dit bekende krat is echter niet geschikt voor combinatieverpakkingen.

  
Het is een oogmerk van de onderhavige uitvinding een krat voor flessen en soortgelijke verpakkingen te verschaffen dat de nadelen van de stand van de techniek vermijdt en niet alleen steun biedt aan flessen maar ook geschikt is voor combinatieverpakkingen die meerdere flessen omvatten.

  
De onderhavige uitvinding verschaft derhalve een krat voor flessen en/of soortgelijke verpakkingen, omvattende een bodem, zich vanuit de bodem uitstrekkende zijwanden die een ruimte voor flessen bepalen, en een steunelement voor het bieden van zijdelingse steun aan in de ruimte staande flessen, met het kenmerk, dat het steunelement handmatig van een eerste positie naar een tweede positie kan worden bewogen, waarbij het in de eerste positie de ruimte in wezen vrij laat en in de tweede positie zijdelingse steun aan in de ruimte staande flessen verschaft.

  
Door een steunelement te verschaffen dat handmatig, dat wil zeggen zonder speciale gereedschappen, van een eerste positie naar een tweede positie kan worden bewogen, is het mogelijk zowel combinatieverpakkingen op te nemen als steun te bieden aan afzonderlijke flessen.

  
In de eerste positie laat het steunelement de binnenruimte van het krat in wezen vrij, zodanig dat combinatieverpakkingen in het krat kunnen worden geplaatst. Het steunelement kan daarbij op de bodem liggen, opgeklapt zijn of op andere wijze buiten de locaties voor de combinatieverpakkingen zijn gebracht. Het zal duidelijk zijn dat de combinatieverpakkingen hierbij niet worden gehinderd door pinolen of andere vertikale steunen, zoals bij de bovengenoemde Duitse octrooiaanvraag DE 38 06 924 het geval is.

  
In de tweede positie bevindt het steunelement zich zodanig in de binnenruimte van het krat, dat het steun, met name zijdelingse steun, aan de flessen biedt. Deze zijdelingse steun verhindert dat de flessen omvallen, ook als het krat slechts gedeeltelijk met flessen is gevuld.

  
De uitvinding kan met voordeel worden toegepast in kratten met grote zijopeningen die zijn aangebracht om de inhoud van het krat te tonen. Dergelijke kratten hebben typisch het nadeel dat (lege) flessen door de openingen naar buiten kunnen vallen. In een krat volgens de uitvinding wordt dit door het steunelement (of de steunelementen) voorkomen.

  
Met name bij PET-flessen is dit een voordeel. Lege PET-flessen zijn licht en vallen gemakkelijk om, terwijl volle PET-flessen steeds vaker in combinatieverpakkingen van vier of zes flessen worden aangeboden, waarbij de flessen met behulp van transparant folie bijeen worden gehouden.

  
Binnen het kader van de uitvinding zijn verschillende steunelementen mogelijk. In een eerste uitvoeringsvorm omvat het steunelement een in wezen vlakke plaat met positioneringsopeningen voor het daarin aanbrengen van flessen. Deze plaat kan zich in de tweede, steun gevende, positie evenwijdig aan de bodem van het krat uitstrekken, waarbij de afstand tot de bodem door de afmetingen van de flessen
(of andere verpakkingen) kan zijn bepaald. Met voordeel kan daarbij het steunelement zijn voorzien van afstandselementen welke zich vanuit de in wezen vlakke plaat uitstrekken en in de tweede positie de afstand tussen het steunelement en de bodem van het krat bepalen. Deze afstandselementen kunnen echter ook aan het lichaam van het krat zijn bevestigd en afhankelijk van de positionering van het steunelement op het steunelement ingrijpen.

  
In enkele voordelige uitvoeringsvormen is het steunelement los in het krat aangebracht. Dit heeft het voordeel dat het steunelement op eenvoudige wijze geheel uit het krat kan worden verwijderd, en dat de constructie van het krat niet hoeft te worden aangepast. Bovendien kan het steunelement dan ook in bestaande kratten worden toegepast.

  
In andere voordelige uitvoeringsvormen is het steunelement scharnierend in het krat aangebracht. Dit heeft het voordeel dat het steunelement altijd in het krat aanwezig is.

  
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm omvat het steunelement een plaat of beugel die zodanig is aangebracht, dat in de tweede positie een rand van het steunelement tegen de flessen rust. In deze uitvoeringsvorm hoeft het steunelement niet van positioneringsopeningen te zijn voorzien aangezien een (buiten)rand van het steunelement tegen de artikelen rust. Een dergelijk steunelement kan scharnierend of los in het krat zijn aangebracht.

  
In een weer verdere uitvoeringsvorm is het steunelement verschuifbaar aangebracht. In deze uitvoeringsvorm kan het krat zodanig zijn uitgevoerd, dat het steunelement zich in de tweede positie voor een opening in een zijwand uitstrekt. Op deze wijze wordt voorkomen dat artikelen door de openingen uit het krat kunnen vallen.

  
Zoals in het bovenstaande is aangegeven is de uitvinding niet beperkt tot een krat met slechts een enkel steunelement, maar kunnen in een krat tenminste twee steunelementen zijn verschaft. Uiteraard zijn meer dan twee steunelementen ook mogelijk, bijvoorbeeld drie of vier steunelementen.

  
De onderhavige uitvinding verschaft bovendien een steunelement voor toepassing in een krat zoals in het bovenstaande is omschreven.

  
De onderhavige uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin:
Fig. 1 in perspectief een eerste uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding in een eerste positie toont. Fig. 2 in perspectief de eerste uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding in een tweede positie toont. Fig. 3 in perspectief een gedeeltelijke doorsnede van de eerste uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding toont. Fig. 4 in perspectief tweede eerste uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding in een eerste positie toont. Fig. 5 in perspectief de tweede uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding in een tweede positie toont. Fig. 6 in perspectief een derde uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding in een eerste positie toont.

   Fig. 7 in perspectief de derde uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding in een tweede positie toont. Fig. 8 in perspectief een gedeeltelijke doorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding in een eerste positie toont. Fig. 9 in perspectief een gedeeltelijke doorsnede van de vijfde uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding in een tweede positie toont.

  
Het in Fig. 1 slechts schematisch en bij wijze van niet-beperkend voorbeeld getoonde krat 1 omvat een bodem 2 waarvanuit zich zijwanden 3 uitstrekken. De zijwanden 3 bepalen een binnenruimte 4 waarin flessen of andere artikelen kunnen worden aangebracht. Het krat 1 volgens Fig. 1 is met name, maar zeker niet uitsluitend, geschikt voor het opnemen van staande flessen.

  
In het krat 1 zijn overeenkomstig de uitvinding steunelementen 5 aangebracht. Deze steunelementen 5 zijn in de weergegeven uitvoeringsvorm scharnierend bevestigd aan een (in Fig. 3 nader aangegeven) afstandselement 6, dat zich ongeveer in het midden van het krat tussen de twee lange zijden uitstrekt. Dit afstandselement 6 vormt in het weergegeven geval een partitie, die de binnenruimte van het krat in twee compartimenten opdeelt.

  
In Fig. 1 bevinden de steunelementen 5 zich in een eerste positie I, waarin zij de binnenruimte 4 van het krat vrij houden. De steunelementen 5 staan in deze eerste positie ongeveer evenwijdig aan de korte zijwanden van het krat. In Fig. 2 is een tweede positie II weergegeven, waarin de steunelementen II zich ongeveer evenwijdig aan de bodem 2 uitstrekken. In de positioneringsopeningen 9 die zich in de steunelementen 5 bevinden kunnen flessen worden geplaatst. Het zal duidelijk zijn dat de flessen in de tweede postie II (zijdelingse) steun krijgen van de steunelementen 5.

  
In de uitvoeringsvorm die in Fig. 1 is weergegeven zijn in het krat twee steunelementen 5 aangebracht, maar het is ook mogelijk een enkel steunelement 5, of meer dan twee steunelementen 5 aan te brengen. Uiteraard kan het afstandselement
(6 in Fig. 3) zich ook tussen de korte zijden van het krat uitstrekken, en kunnen meerdere afstandselementen in het krat zijn aangebracht. 

  
Het krat van Fig. 1 en 2 is in gedeeltelijke doorsnede en in meer detail weergegeven in Fig. 3. Zoals getoond in Fig. 3 is het steunelement 5 scharnierend aan het afstandselement 6 bevestigd. In de weergegeven uitvoeringsvorm is dit tot stand gebracht door een zogenaamde filmscharnier (Engels: "living hinge") 7 en vormen het afstandselement 6 en het steunelement 5 een geheel. In plaats van een filmscharnier kan een gewone scharnier (niet getoond) worden toegepast. Het steunelement kan eenvoudig met de hand, d.w.z. zonder hulpmiddelen, van positie I
(Fig. 1) naar positie II (Fig. 2) en terug worden bewogen. Bij voorkeur rust een rand van het steunelement 5 in de tweede, neergeklapte positie op een rand van het krat, bijvoorbeeld een rand van een opening of een daartoe aangebrachte nok (niet getoond). Eventueel kan ook een vergrendeling voor de eerste, opgeklapte positie zijn verschaft.

  
Uit Fig. 3 blijkt dat het afstandelement 6 de afstand van het steunelement 5 ten opzichte van de bodem 2 bepaalt wanneer het steunelement 5 is neergeklapt
(positie II van Fig. 2) en zich in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem 2 uitstrekt. De hoogte van het afstandselement 6, en daarmee de afstand van het steunelement 5 ten opzichte van de bodem 2, wordt bij voorkeur in afhankelijkheid van de te steunen artikelen (zoals flessen) gekozen en kan bijvoorbeeld 10 cm bedragen. Verder komt de hoogte van het afstandselement 6 bij voorkeur overeen met de hoogte van de tegenoverliggende rand van het krat, zodat deze rand, die een opening in een zijwand bepaald, als oplegrand voor het steunelement 5 kan dienen.

  
Het zal duidelijk zijn dat het steunelement 5 in de tweede, neergeklapte positie van Fig. 2 voorkomt dat flessen of andere artikelen in het krat kunnen omvallen, ook als het krat slechts gedeeltelijk is gevuld. In de eerste, opgeklapte positie van Fig. 1 is de binnenruimte 4 in wezen vrij en kunnen combinatieverpakkingen van bijvoorbeeld vier of zes flessen ongehinderd in het krat worden geplaatst.

  
In de uitvoeringsvorm van Fig. 3 is het steunelement 5 los in de binnenruimte 4 van het krat 1 aangebracht. In de weergegeven eerste positie I ligt het steunelement 5 in wezen vlak tegen de bodem 2 van het krat, waardoor de gehele binnenruimte van het krat vrij is voor het daarin plaatsen van artikelen, zoals combinatieverpakkingen. Afstandselementen 6 steken vanuit de vier hoeken van het steunelement 5 omhoog. 

  
De vorm van de afstandselementen 6 is zodanig gekozen dat deze zeer weinig binnenruimte innemen. Positioneringsopeningen 9 zijn in het steunelement 5 aangebracht maar hebben in de weergegeven eerste positie I geen wezenlijke functie.

  
Het steunelement 5 kan echter uit het krat worden genomen en omgekeerd daarin worden teruggeplaatst. De daardoor ontstane tweede positie II is in Fig. 5 weergegeven. In de tweede positie steunen de afstandselementen 6 van het steunelement 5 op de bodem (2 in Fig. 4) van het krat en bepalen daarbij de afstand tussen de positioneringsopeningen 9 en de bodem. Door deze afstand, die afhankelijk kan zijn van de afmetingen van de te vervoeren flessen of andere artikelen maar bijvoorbeeld 8 of 10 cm kan bedragen, wordt ervoor gezorgd dat de flessen niet kunnen omvallen, ook niet indien slechts een of enkele flessen in het krat aanwezig zijn.

  
Het zal duidelijk zijn dat door de losse plaatsing van het steunelement 5 dit element eenvoudig en handmatig van de eerste I in de tweede II positie kan worden gebracht. Ook kan het steunelement 5 eenvoudig terug in de eerste positie worden gebracht.

  
In de uitvoeringsvorm van Fig. 6 zijn twee steunelementen 5 scharnierend in het krat aangebracht. Scharnieren 7 bevinden zich in het weergegeven voorbeeld aan de korte zijranden van het krat 1. In de weergegeven eerste positie (I) strekken de steunelementen 5 zich in wezen vlak langs de bodem van het krat uit, zodat vrijwel de gehele binnenruimte 4 beschikbaar is. In de tweede positie (II), die in Fig. 7 is weergegeven, rusten de zijranden van de scharnierende steunelementen 5 tegen de flessen 11. Op deze wijze wordt de flessen 11 zijdelingse steun geboden, welke steun voorkomt dat de flessen omvallen. Verder is het mogelijk de steunelementen 5 in deze uitvoeringsvorm te gebruiken voor het afdekken van de openingen in de zijwanden van het krat, zodat voorkomen wordt dat de flessen of andere artikelen door deze openingen uit het krat kunnen vallen.

   Bij dit afdekken hoeven de steunelementen 5 niet tegen de flessen 11 te rusten.

  
Een weer andere uitvoeringsvorm is weergegeven in de Fig. 8 en 9. In deze uitvoeringsvorm wordt het steunelement 5 gevormd door een verschuifbaar element dat voor een zij-opening 10 kan worden gebracht. In de eerste positie I, die in Fig. 8 is getoond, bevindt het steunelement 5 zich achter een deel van een zijwand van het krat en laat de opening 10 vrij. In deze eerste positie heeft men ongehinderd zicht op de artikelen, zoals combinatieverpakkingen van flessen, die zich in het krat kunnen bevinden. In de tweede positie II, die in Fig. 9 is getoond, is het steunelement 5 voor de opening 10 gebracht en verhindert dat artikelen, zoals losse flessen, door de opening 10 uit het krat vallen.

  
Het steunelement 5 van de Fig. 8 en 9 omvat een plaat die verschuifbaar is aangebracht in een sleuf 8 (het andere, niet getoonde, uiteinde van de plaat steekt in een overeenkomstige sleuf). Aan het boveneinde is de sleuf 8 verbreed en voorzien van een grendelnok om het steunelement in de bovenste, eerste positie te kunnen vergrendelen (uiteraard zijn uitvoeringsvormen denkbaar waarin het steunelement zich in de eerste positie nabij de bodem 2 bevindt en de eerste positie I de onderste positie is).

  
De uitvoeringsvorm van de Fig. 8 en 9 heeft het voordeel dat de binnenruimte 4 in alle gevallen vrij wordt gelaten. Weliswaar kan het omvallen van artikelen niet altijd worden verhinderd, maar wel wordt voorkomen dat artikelen door de opening
10 uit het krat vallen. Eventueel kan een krat volgens de uitvinding zowel van een of meer steunelementen volgens een van de Fig. 1 tot 7 als van een of meer steunelementen volgens Fig. 8 en 9 zijn voorzien.

  
Het zal duidelijk zijn dat het krat van meerdere openingen 10 kan zijn voorzien met elk een verschuifbaar steunelement 5. Hoewel het verschuifbare steunelement 5 in de eerste positie kan worden vergrendeld, kan het met de hand en zonder verdere hulpmiddelen van de ene in de andere positie worden gebracht, met name van de eerste in de tweede positie. Eventueel kunnen voor het in de eerste positie terugbrengen van het steunelement hulpmiddelen zijn vereist zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

  
Het krat volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld door middel van spuitgieten van een gebruikelijke kunststof, zoals HDPE (High Density PolyEnthylene), zijn vervaardigd. Het krat is bij voorkeur uit een stuk vervaardigd, maar het ten minste ene steunelement kan afzonderlijk zijn vervaardigd en later in het krat zijn aangebracht. Het krat is met name, maar niet uitsluitend, geschikt voor flessen die in combinatieverpakkingen zijn gebundeld, zoals in folie verpakte PET-flessen. 

  
De onderhavige uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat een beweegbaar steunelement een krat geschikt kan maken voor zowel losse flessen als combinatieverpakkingen van flessen, en de flessen in beide gevallen kan behoeden voor omvallen.

  
Hoewel de uitvinding in het bovenstaande is beschreven onder verwijzing naar flessen, kunnen in plaats van, of in aanvulling op, flessen ook andere verpakkingen worden gebruikt, zoals melkkartonnen, plastic bekers, en andere in hoofdzaak langwerpige verpakkingen.

  
Het zal deskundigen derhalve duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de in het bovenstaande beschreven voorbeelden en dat vele wijzigingen en aanvullingen mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (11)

Conclusies

1. Krat (1) voor flessen en soortgelijke verpakkingen, omvattende een bodem

2. Krat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunelement (5) een in wezen vlakke plaat met positioneringsopeningen (9) voor het daarin aanbrengen van flessen omvat.

(2), zich vanuit de bodem uitstrekkende zijwanden (3) die een ruimte (4) voor flessen bepalen, en een steunelement (5) voor het bieden van zijdelingse steun aan in de ruimte staande flessen, met het kenmerk, dat het steunelement (5) handmatig van een eerste positie (I) naar een tweede positie (II) kan worden bewogen, waarbij het in de eerste positie de ruimte (4) in wezen vrij laat en in de tweede positie zijdelingse steun aan in de ruimte staande flessen verschaft.

3. Krat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het steunelement (5) is voorzien van afstandselementen (6) welke zich vanuit de in wezen vlakke plaat uitstrekken en in de tweede positie (II) de afstand tussen het steunelement (5) en de bodem (2) van het krat bepalen.

4. Krat volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het steunelement (5) los in het krat is aangebracht.

5. Krat volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het steunelement (5) scharnierend in het krat is aangebracht.

6. Krat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunelement (5) een plaat of beugel omvat die zodanig is aangebracht, dat in de tweede positie (II) een rand van het steunelement tegen de flessen rust.

7. Krat volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het steunelement (5) scharnierend of los in het krat is aangebracht.

8. Krat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunelement (5) verschuifbaar is aangebracht.

9. Krat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het steunelement (5) zich in de tweede positie voor een opening (9) in een zijwand (3) uitstrekt.

10. Krat volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste twee steunelementen (5) zijn verschaft.

11. Steunelement (5) voor toepassing in een krat (1) volgens een van de voorgaande conclusies.