BE1013536A3 - Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal en daarbij gebruikt blad. - Google Patents

Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal en daarbij gebruikt blad. Download PDF

Info

Publication number
BE1013536A3
BE1013536A3 BE2000/0345A BE200000345A BE1013536A3 BE 1013536 A3 BE1013536 A3 BE 1013536A3 BE 2000/0345 A BE2000/0345 A BE 2000/0345A BE 200000345 A BE200000345 A BE 200000345A BE 1013536 A3 BE1013536 A3 BE 1013536A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
arm
finishing device
box profile
blade
open
Prior art date
Application number
BE2000/0345A
Other languages
English (en)
Original Assignee
B Mac Bv Met Beperkte Aansprak
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by B Mac Bv Met Beperkte Aansprak filed Critical B Mac Bv Met Beperkte Aansprak
Priority to BE2000/0345A priority Critical patent/BE1013536A3/nl
Priority to EP01201817A priority patent/EP1158115A1/en
Priority to US09/863,309 priority patent/US6536989B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1013536A3 publication Critical patent/BE1013536A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F21/00Implements for finishing work on buildings
    • E04F21/20Implements for finishing work on buildings for laying flooring
    • E04F21/24Implements for finishing work on buildings for laying flooring of masses made in situ, e.g. smoothing tools
    • E04F21/245Rotary power trowels, i.e. helicopter trowels
    • E04F21/247Rotary power trowels, i.e. helicopter trowels used by an operator sitting on the trowel, i.e. ride-on power trowels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • On-Site Construction Work That Accompanies The Preparation And Application Of Concrete (AREA)
  • Finish Polishing, Edge Sharpening, And Grinding By Specific Grinding Devices (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal die een gestel bevat, minstens één daarmee verbonden roterend werktuig (2) voorzien van minstens twee armen (12) , op elk waarvan een blad (13) is vastgemaakt, en een op het gestel aangebracht aandrijfmechanisme voor het aandrijven van het werktuig (2) . Het blad (13) is aan een arm (12) van het werktuig (2) bevestigd door middel van een verbinding (14) met minstens twee in de langsrichting van de arm (12) ten opzichte van elkaar instelbare delen (23,24) waarvan het eerste deel (23) op het blad (13) vastgemaakt is en het tweede deel (24) door verbindingsmiddelen (25, 33-34) met de arm (12) is verbonden en op dit eerste deel (23) vastklembaar is.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal en daarbij gebruikt blad. Deze uitvinding heeft betrekking op een afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal, in het bijzonder beton of mortel, welke inrichting een gestel bevat, minstens een daarmee verbonden roterend werktuig voorzien van minstens twee armen, op elk waarvan een blad is vastgemaakt, en een op het gestel aangebracht aandrijfmechanisme voor het aandrijven van het werktuig. 



  Dergelijke afwerkinrichtingen worden aangewend om korrels, zoals kwartskorrels, in gegoten en nog zacht hardbaar materiaal in te werken, om het hardbaar materiaal te egaliseren vooraleer het volledig uitgehard is of om het materiaal tijdens het harden te polijsten. 



  Bij bekende afwerkinrichtingen van deze soort is op de bovenzijde van elk blad een balk vastgemaakt, meestal vastgeklonken, en is het blad aan een arm van het werktuig vastgemaakt door middel van schroeven of bouten die door de arm in de balk zijn geschroefd. 



  Om een blad te vervangen of te verwisselen, moeten de schroeven of bouten volledig uit de balk worden geschroefd, hetgeen tijdrovend is. 



  Meestal zijn drie openingen in de balk aangebracht waarvan er slechts twee worden gebruikt voor het bevestigen op een arm, waarbij deze openingen verschillend kunnen zijn naargelang de arm kort of lang is. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Vooral bij een korte arm zijn er openingen die vrij blijven en waarin cement en ander vuil kan binnendringen. 



  Voor een korte arm worden immers bouten in de middelste en   een   van de twee buitenste openingen geschroefd. In de derde opening kan cement of ander vuil binnendringen, zodat, wanneer men het blad aan de arm wil vastmaken in een andere stand, namelijk in de stand waarbij voornoemde derde opening van de balk het meest naar buiten gelegen is, nog moeilijk een bout in deze vuile derde opening kan schroeven en dus de bevestiging van de balk aan de arm moeilijk of onmoglijk is. 



  Daarenboven is de positie van de balk, en dus ook van het blad, vast ten opzichte van de arm. 



  Voor het afwerken van de kanten wordt meestal een andere afwerkinrichting gebruikt dan voor het afwerken van de centrale oppervlakken en hiertoe worden totnogtoe twee verschillende afwerkinrichtingen gebruikt. 



  De uitvinding heeft een afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal als doel die deze nadelen niet bezit en waarbij de bladen op een snelle en eenvoudige manier vervangbaar of uitwisselbaar zijn en de bladen op een instelbare manier ten opzichte van de armen bevestigbaar zijn zodat ook verschillende types van bladen in hetzelfde werktuig kunnen worden aangebracht en de positie van de bladen zodanig kan worden gekozen dat zeer dicht tegen de wanden kan worden afgewerkt zodat een speciale kanten-afwerkinrichting niet meer noodzakelijk is. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het blad aan een arm van het werktuig is bevestigd door middel 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 van een verbinding met minstens twee in de langsrichting van de arm ten opzichte van elkaar instelbare delen waarvan het eerste deel op het blad vastgemaakt is en het tweede deel door verbindingsmiddelen met de arm is verbonden en op dit eerste deel vastklembaar is. 



  Bij voorkeur is het eerste deel van de verbinding een open-doosprofiel dat zieh evenwijdig aan de arm uitstrekt terwijl het tweede deel met minstens een gedeelte binnenin het open-doosprofiel is gelegen. 



  Een open-doosprofiel is een profiel met C-vormige doorsnede dat aan beide uiteinden open is. 



  In een uitvoeringsvorm is het tweede deel op het eerste deel klembaar door de verbindingsmiddelen waarmee het tweede deel met de arm verbonden is. 



  Deze verbindingsmiddelen kunnen minstens   een   schroef of bout bevatten die doorheen de arm steekt en in dit tweede deel is geschroefd of kunnen minstens   een   bout bevatten die doorheen de arm en doorheen het tweede deel steekt en waarop een moer is geschroefd. 



  Het tweede deel kan een balk zijn die met een speling en schuifbaar in het open-doosprofiel past, waarbij dus delen van het open-doosprofiel tussen de balk en de arm klembaar zijn door de verbindingsmiddelen. 



  In een andere uitvoeringsvorm is dit tweede deel door een gedeelte van de verbindingsmiddelen zelf gevormd en bestaan deze verbindingsmiddelen bijvoorbeeld uit minstens   een   bout met een moer, waarbij de bout doorheen de arm en doorheen de gleuf in het open-doosprofiel steekt, en hetzij de kop 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 van de bout, hetzij de moer binnenin het open-doosprofiel is gelegen en het voornoemde tweede deel vormen. 



  In het laatste geval is dit tweede deel op het eerste klembaar doordat delen van het open-doosprofiel tussen de balk en de kop van de bout, respectievelijk de moer, worden geklemd door het aanschroeven van de moer op de bout. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op een blad kennelijk bestemd om gebruikt te worden in de hiervoor beschreven afwerkinrichting volgens de uitvinding en die daardoor gekenmerkt is dat er een hol profiel, in het bijzonder een open-doosprofiel op vastgemaakt is. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een afwerkinrichting en een daarbij gebruikt blad volgens de uitvinding weergegeven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een zieht in perspectief weergeeft van een afwerkinrichting volgens de uitvinding ; figuur 2 een gedeelte weergeeft van een werktuig uit de afwerkinrichting van figuur   1,   met de onderdelen uit elkaar getekend ; figuur 3 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2, maar met de onderdelen in gemonteerde toestand ; figuur 4 een zijaanzicht weergeeft van een uiteinde van een arm met blad van de afwerkinrichting uit de vorige figuren ;

   

 <Desc/Clms Page number 5> 

 figuur 5 een doorsnede weergeeft analoog aan deze van figuur 3, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. 
 EMI5.1 
 



  Zoals weergegeven in figuur 1, bestaat de afwerkinrichting volgens de uitvinding in hoofdzaak uit een gestel of meer, in het voorbeeld twee, daarop aangebrachte roterende werktuigen 2 en een aandrijfmechanisme 3 voor het synchroon aandrijven van deze werktuigen 2. 



  Het aandrijfmechanisme 3 bestaat uit een aandrijfmotor 4 die een pomp 5 met variabel debiet aandrijft die in een hydraulisch circuit 6 is opgesteld waarin een vloeistofreservoir 7 en een hydromotor 8 die via twee door een mechanische cardankoppeling aan elkaar gekoppelde reductiekasten 9 met verticale uitgaande as respectievelijk de twee werktuigen 2 aandrijft. 



  Het vloeistofreservoir 7 is vast aan het gestel l dat onderaan een stootrand 10 bevat. 



  Elk werktuig 2 bestaat in hoofdzaak uit een naaf 11, vier in een kruis opgestelde radiale armen 12 en op elke arm 12 een blad 13 dat door middel van een verbinding 14 traploos instelbaar met de arm 12 is verbonden. 



  De naaf 11 wordt vastgemaakt aan de as van een reductiekast 9. 



  Zoals weergegeven in figuur 2, wordt elke arm 12 instelbaar rond zijn lengterichting aan de naaf 11 vastgemaakt doordat hij met een rond uiteinde in een buisvormig gedeelte 11A van de naaf 11 steekt. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Deze arm 12 wordt in dit gedeelte 11A vastgehouden door een bout 15 die door dit gedeelte in een gleuf 15A in de arm 12 steekt. 



  Een ring 16, die door een bout 17 en een daarop geschroefde contramoer 18 tegen een zeskantig gedeelte van de arm 12 blokkeerbaar is, is van een armpje 19 voorzien dat naast het buisvormige gedeelte 11A gelegen is. 



  Door middel van dit armpje 19 kan de arm 12 rond zijn langsas ingesteld worden en kan dus de hoek van het eraan vastgemaakte blad 13 ingesteld worden door een niet in de figuren weergegeven en tussen de naaf 11 en de reductiekast op de as van deze laatste aangebracht mechanisme. 



  Een door dit armpje 19 geschroefde en door een contramoer 20 blokkeerbare bout 21 laat een fijnstelling toe van voornoemde hoek. 



  Tussen de ring 16 en het buisvormige gedeelte 11A is een   0-ring   22 rond de arm 12 aangebracht om het indringen van vuil in het gedeelte 11A te verhinderen.. 



  Het van de naaf 11 afgekeerde gedeelte van de arm 12 is zeskantig. 



  De verbinding 14 bestaat in hoofdzaak uit een open-doosprofiel 23 dat aan de bovenzijde van het blad 13 vastgemaakt, bijvoorbeeld gelast, is en een balk 24 die met een speling in het open-doosprofiel 23 past, en door bevestigingsmiddelen, namelijk twee schroeven of bouten 25, met de arm 12 zijn verbonden. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Deze bouten 25 steken los door openingen 26 doorheen het zeskantige uiteinde van de arm 12 en zijn in, van schroefdraad voorziene, openingen 27 in de balk 24 geschroefd. 



  Het open-doosprofiel 23 is in feite een op de uiteinden open profiel met C-vormige doorsnede of met ander woorden een rechthoekig of vierkant buisprofiel, in de bovenzijde waarvan over de volledige lengte in het midden een gleuf 28 aanwezig is waar de bouten 25 los doorheen kunnen. 



  Nabij het meest naar buiten gelegen uiteinde van de balk 24 is deze doorboord met   een   of meer, in het weergegeven voorbeeld drie, dwars op de arm 12 en evenwijdig aan het blad 13 gerichte openingen 29,30 en 31. 



  Een blokkeerbare pen 32, die breder is dan de balk 24, kan door een van de openingen 29,30 of 31 worden gestoken om toe te laten voorkeurstanden van het blad 13 snel in te stellen zoals hierna zal worden uiteengezet. 



  Het verbinden van een blad 13 met een arm 12 geschiedt als volgt : De bouten 25, waarmee de balk 24 aan de arm 12 is vastgemaakt, worden, indien nodig, losgeschroefd zonder dat de balk 24 volledig loskomt. 



  Het   open-doosprofiel   23, dat op het blad 13 is vastgemaakt, wordt over de balk 24 geschoven, waarbij het zeskante gedeelte van de arm 12 buiten het open-doosprofiel 23 blijft en de twee bouten 25 met een gedeelte door de gleuf 28 steken. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Het blad 13 wordt in radiale richting in de gewenste positie geplaatst, waarna de bouten 25 maximaal ingeschroefd worden. 



  Hierdoor worden de aan weerszijden van de gleuf 28 gelegen gedeelten van het open-doosprofiel 23 tussen de balk 24 en de arm 12 geklemd, waardoor het blad 13 vast zit op de arm 12. 



  De tegen het open-doosprofiel 23 geklemde balk 24 vermindert of belet de doorbuiging van dit open-doosprofiel 23. 



  De positie van het blad 13 is op deze manier binnen grenzen in radiale richting traploos instelbaar. 



  Zo kunnen de bladen 13 van   een   of beide werktuigen 2 zo worden ingesteld dat ze een oppervlak tot rakelings langs de opstaande wanden kunnen afwerken. Hierdoor wordt het noodzakelijk handmatig afwerken langs de wanden beperkt. 



  Een gewone afwerkinrichting kan dan als kant-inrichting worden gebruikt zodat geen afzonderlijke inrichting nodig is voor het afwerken van de kanten. 



  Het vastzetten van het blad 13 op de arm 12 kan snel gebeuren aangezien de bouten 25 alleen enkele toeren moeten worden gedraaid om het open-doosprofiel 23 vast te klemmen. 



  Het losmaken van het blad 13 van de arm 12 kan eveneens snel gebeuren. Het volstaat de bouten 25 een weinig los te schroeven en het open-doosprofiel 23 van de balk 24 te schuiven. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Op deze manier kan een blad 13, bijvoorbeeld voor de normale polijstbewerking van een oppervlak, vervangen worden door een ander blad 13A, bijvoorbeeld voor het voorbewerken, of een blad 13B. 



  Wanneer een blad 13 versleten is, wordt het met het open-doosprofiel 23 weggegooid. De doorgaans langere en zwaardere en dus ook duurdere balk 24 blijft bij de arm 12 en dus bij de inrichting. 



  Polierbladen zoals het weergegeven blad 13 kunnen meestal tweezijdig worden gebruikt, zodanig dat waanneer de in de draairichting vooraan gelegen zijde versleten is het blad 13 kan over 1800 gewenteld worden en opnieuw aan de arm 12 bevestigd met de andere rand vooraan. 



  Alhoewel een blad 13 traploos instelbaar is ten opzichte van de arm 12, zijn door de openingen 29,30 en 31 drie standaardposities ervan bepaald. 



  Hiertoe wordt het open-doosprofiel 23 zo over de balk 24 geschoven dat het uiteinde van de balk 24 uitsteekt zodat de opening 29,30 of 31 die overeenkomt met de gewenste standaardpositie buiten het open-doosprofiel 23 is gelegen, waarna de pen 32 door deze opening wordt gestoken en het open-doosprofiel 23 terug wordt geschoven tot tegen de buiten de balk 24 stekende en dus een aanslag vormende uiteinden van de pen 32 en uiteindelijk de bouten 25 worden aangespannen. 



  In figuur 4 is een gedeelte van een arm 12 weergegeven waaraan een blad 13 in een dergelijke standaardpositie is vastgemaakt. De pen 32 is bijvoorbeeld door de middelste opening 30 aangebracht. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Het is duidelijk dat een aanslag zoals een pen 32 niet echt noodzakelijk is voor het bepalen van standaardposities. 



  In plaats van   een   of meer openingen 29,30 en 31 en een pen 32 kunnen op de balk 24   een   of meer merktekens zijn aangebracht zodat de gebruiker kan zien hoe ver hij het open-doosprofiel 23 over de balk 24 moet schuiven. 



  Het open-doosprofiel 23 kan in plaats van gelast aan het blad 13 daaraan vastgemaakt zijn met klinknagels of dergelijke. De speling in de hoogterichting van de balk 24 in het open-doosprofiel 23 moet uiteraard voldoende groot zijn om de aanwezigheid van de koppen van deze klinknagels of dergelijke op de bodem van het open-doosprofiel 23 toe te laten. 



  De verbindingsmiddelen die de balk 24 met een arm 12 verbinden moeten niet noodzakelijk schroeven of bouten zijn die in deze balk 24 geschroefd zijn. 



  In een variante kunnen deze verbindingsmiddelen bouten zijn die niet enkel los door de arm 12 maar ook los door de balk 24 steken en waarop moeren zijn geschroefd. Door het open-doosprofiel 23 kan het wentelen van de moer worden belet en bij voorkeur wordt ook belet dat de moer volledig van de bout kan worden geschroefd. 



  Het vastklemmen van de balk 24 ten opzichte van het open-doosprofiel 23 door deze verbindingsmiddelen geschiedt dan door het aanschroeven of verdraaien van de bout ten opzichte van de moer. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 Het tweede deel van de verbinding 14 moet zelfs niet noodzakelijk een balk 24 zijn. De balk 24 kan vervangen zijn door   een   gedeelte van de verbindingsmiddelen zelf. 



  Deze verbindingmiddelen kunnen gevormd zijn door bouten 33 waarop moeren 34 zijn geschroefd zoals weergegeven in figuur 5. 



  De bouten 33 steken los door de arm 12 en door de gleuf 28 en zijn met hun kop 33A, dat het schuifbare en vastklembare tweede deel 24 van de verbinding 14 vormt, in het open-doosprofiel 23 gelegen. 



  Deze kop 33A is voldoende groot en bij voorkeur van dergelijke vorm dat rotatie ervan in het open-doosprofiel 23 beperkt of onmogelijk is. 



  Het is duidelijk dat door het aanschroeven van de moer 34 die bovenop de arm 12 is gelegen, het open-doosprofiel 23 en de arm 12 naar elkaar worden getrokken en dus de tussen de kop 33A en de arm 12 gelegen gedeelten van het open-doosprofiel 23 vastgeklemd worden. 



  Door de moeren 34 op beide bouten 33 aan te spannen, worden dus de bouten 33 en de arm 12 vastgeklemd op het open-doosprofiel 23. 



  Door de bouten 33 los te schroeven, kan het opendoosprofiel 23 in zijn lengterichting ingesteld worden ten opzichte van de arm 12. 



  Deze uitvoeringsvorm is vooral toepasbaar bij afwerkinrichtingen met lange armen 12. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



  In de laatstgenoemde uitvoeringsvorm kunnen de bouten 33 omgekeerd worden zodat hun kop 33A aan de bovenkant van de arm 12 is gelegen en de moeren 34 in het open-doosprofiel 23 gelegen zijn en zodanige vorm hebben dat ze niet kunnen wentelen maar hun klemmende functie bij het aanschroeven van de bouten 33 behouden. 



  Het aantal armen 12 moet niet noodzakelijk vier zijn. Er kunnen bijvoorbeeld drie, vijf of zes armen 12 per werktuig 2 aanwezig zijn. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke afwerkinrichting kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

  1. Conclusies.
    1. - Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal, in het bijzonder beton of mortel, welke afwerkinrichting een gestel (1) bevat, minstens een daarmee verbonden roterend werktuig (2) voorzien van minstens twee armen (12), op elk waarvan een blad (13) is vastgemaakt, en een op het gestel (1) aangebracht aandrijfmechanisme (3) voor het aandrijven van het werktuig (2), daardoor gekenmerkt dat het blad (13) aan een arm (12) van het werktuig (2) is bevestigd door middel van een verbinding (14) met minstens twee in de langsrichting van de arm (12) ten opzichte van elkaar instelbare delen (23, 24) waarvan het eerste deel (23) op het blad (13) vastgemaakt is en het tweede deel (24) door verbindingsmiddelen (25,33-34) met de arm (12) is verbonden en op dit eerste deel (23) vastklembaar is.
    2.-Afwerkinrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het eerste deel van de verbinding (14) een open-doosprofiel (23) is dat zich evenwijdig aan de arm (12) uitstrekt, terwijl het tweede deel (24) met minstens een gedeelte binnenin het open-doosprofiel (23) is gelegen.
    3.-Afwerkinrichting volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het tweede deel (24) op het eerste deel (23) klembaar is door de verbindingsmiddelen (25, 33-34) waarmee het tweede deel (24) met de arm (12) verbonden is.
    4.-Afwerkinrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de verbindingsmiddelen (25, 33-34) minstens een schroef of bout (25) bevatten die doorheen de arm (12) steekt en in dit tweede deel (24) is geschroefd. <Desc/Clms Page number 14> 5.-Afwerkinrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de verbindingsmiddelen (25, 33-34) minstens een schroef of bout (25) bevatten die doorheen de arm (12) en doorheen het tweede deel (24) steekt en waarop een moer is geschroefd.
    6.-Afwerkinrichting volgens conclusie 2 en een van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het tweede deel een balk (24) is die met een speling en schuifbaar in het open-doosprofiel (23) is aangebracht, waarbij dus delen van het open-doosprofiel (23) tussen de balk (24) en de arm (12) klembaar zijn door de verbindingsmiddelen (25).
    7.-Afwerkinrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de balk (24) nabij haar meest naar buiten gelegen uiteinde van minstens een opening (29, 30, 31) is voorzien die dwars op de arm (12) en evenwijdig äan het blad (13) gericht is en waardoor pen (32) aanbrengbaar is die een aanslag voor het open-doosprofiel (23) vormt.
    8.-Afwerkinrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de balk (24) nabij haar meest naar buiten gelegen uiteinde van minstens een merkteken voorzien is voor het bepalen van een standaard positie van een blad (13).
    9.-Afwerkinrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het tweede deel (24) van de verbinding (14) door een gedeelte (33A) van de verbindingsmiddelen (25, 33-34) zelf gevormd is.
    10.-Afwerkinrichting volgens conclusies 2 en 9, daardoor gekenmerkt dat de verbindingsmiddelen (33-34) minstens een bout (33) met een moer (34) bevatten, waarbij de bout (33) <Desc/Clms Page number 15> doorheen de arm (12) en doorheen de gleuf (28) in het open-doosprofiel (23) steekt, en hetzij de kop (33A) van de bout (33), hetzij de moer (34) binnenin het open-doosprofiel (23) is gelegen en het voornoemde tweede deel (24) vormen.
    11.-Blad (13) voor een afwerkinrichting volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat er een hol profiel op bevestigd is.
    12.-Blad (13) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat er een open-doosprofiel (23) op vastgemaakt is dat zieh in de lengterichting van het blad (13) uitstrekt en met zijn gleuf (28) van het blad (13) afgekeerd is.
BE2000/0345A 2000-05-24 2000-05-24 Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal en daarbij gebruikt blad. BE1013536A3 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0345A BE1013536A3 (nl) 2000-05-24 2000-05-24 Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal en daarbij gebruikt blad.
EP01201817A EP1158115A1 (en) 2000-05-24 2001-05-15 Finishing device for floors and blade used therewith
US09/863,309 US6536989B2 (en) 2000-05-24 2001-05-24 Finishing device for floors made of hardenable material and blade used therewith

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0345A BE1013536A3 (nl) 2000-05-24 2000-05-24 Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal en daarbij gebruikt blad.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1013536A3 true BE1013536A3 (nl) 2002-03-05

Family

ID=3896542

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2000/0345A BE1013536A3 (nl) 2000-05-24 2000-05-24 Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal en daarbij gebruikt blad.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US6536989B2 (nl)
EP (1) EP1158115A1 (nl)
BE (1) BE1013536A3 (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6648548B2 (en) * 2001-02-27 2003-11-18 Smith And Kelsay Mfg. Blade for motorized trowel
EP1382775A1 (fr) * 2002-07-15 2004-01-21 Novimak S.A. Pale de rotor et rotor d'une truelle mécanique, telle qu'une polisseuse de béton
DE102004019866B3 (de) * 2004-04-23 2005-12-22 Wacker Construction Equipment Ag Flügelglätter
US7604434B1 (en) * 2004-10-11 2009-10-20 Roth Thomas L Apparatus for leveling and smoothing a surface
US8553554B2 (en) * 2008-05-16 2013-10-08 Alcatel Lucent Method and apparatus for providing congestion control in radio access networks
ES2395242B1 (es) * 2010-09-23 2013-12-23 Conrado Pont Feixes Máquina para fratasar suelos.
EP3702101B1 (en) 2015-09-24 2021-07-28 Husqvarna Ab Polishing or grinding pad assembly
USD854902S1 (en) 2016-09-23 2019-07-30 Husqvarna Construction Products North America, Inc. Polishing or grinding pad
USD927952S1 (en) 2017-08-30 2021-08-17 Husqvarna Ab Polishing or grinding pad assembly with abrasive disk, spacer, reinforcement and pad
AU201810919S (en) 2017-08-30 2018-04-13 Husqvarna Construction Products North America Polishing or grinding pad assembly with abrasive discs reinforcement and pad
USD958626S1 (en) 2017-08-30 2022-07-26 Husqvarna Ab Polishing or grinding pad assembly with abrasive disks, reinforcement and pad
US10710214B2 (en) 2018-01-11 2020-07-14 Husqvarna Ab Polishing or grinding pad with multilayer reinforcement
CN108265596A (zh) * 2018-03-27 2018-07-10 江苏杰工机电设备有限公司 一种抹光机用馒刀十字座安装组件
US11891821B2 (en) * 2021-10-14 2024-02-06 John H. Kipp, Jr. Mini-concrete trowel attachment assembly

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3296946A (en) * 1964-10-21 1967-01-10 Hamilton Float & Trowel Ltd Trowelling blade assemblies
US3402647A (en) * 1965-10-22 1968-09-24 Hamilton Float & Trowel Ltd Trowelling blade assemblies
US3675544A (en) * 1970-12-22 1972-07-11 Francesco Zochil Quick coupler assembly
US4556339A (en) * 1984-11-07 1985-12-03 Morrison Donald R Rotary trowel blade assembly

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA763874A (en) * 1967-07-25 Cagno Luigi Trowelling blade assemblies
US2767609A (en) * 1952-06-24 1956-10-23 Ex Corp Spring urged nut having outwardly projecting teeth thereon
US2888863A (en) * 1955-09-09 1959-06-02 George G Eisenbeis Powered rotary trowels
US3375766A (en) * 1964-08-07 1968-04-02 Hamilton Float & Trowel Ltd Trowelling apparatus for cement surfacing machines
US5480257A (en) * 1993-12-21 1996-01-02 Allen Engineering Inc. Concrete riding trowel guard clearance system
US6419419B1 (en) * 2001-02-27 2002-07-16 Smith And Kelsay Mfg. Blade for motorized trowel

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3296946A (en) * 1964-10-21 1967-01-10 Hamilton Float & Trowel Ltd Trowelling blade assemblies
US3402647A (en) * 1965-10-22 1968-09-24 Hamilton Float & Trowel Ltd Trowelling blade assemblies
US3675544A (en) * 1970-12-22 1972-07-11 Francesco Zochil Quick coupler assembly
US4556339A (en) * 1984-11-07 1985-12-03 Morrison Donald R Rotary trowel blade assembly

Also Published As

Publication number Publication date
US20020017073A1 (en) 2002-02-14
EP1158115A1 (en) 2001-11-28
US6536989B2 (en) 2003-03-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1013536A3 (nl) Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal en daarbij gebruikt blad.
US7770277B2 (en) Universal pulling tool
US4427358A (en) Sectional concrete screed machine
US2556983A (en) Cement finishing float blade
CA2364879A1 (en) Scraper for snow removal machine
US5129170A (en) Snowplow mounting, removal, and storage system
US2582136A (en) Snowplow
DE202017001724U1 (de) Universaladapter
GB2251592A (en) Attachment means
US20050059328A1 (en) Hand-held grinding tool with replaceable grinding-plate part
US20230180925A1 (en) Device and System for a Broom Head Blade
DE202008000753U1 (de) Die Konstruktion des Zahnformbauteils des Werkzeuges
BE1011222A3 (nl) Inrichting voor het afwerken van vloeren en blad dat hierbij kan worden aangewend.
DE8807164U1 (de) Vorrichtung zum Verzurren von Containern
DE605632C (de) Vorrichtung zum Spannen und Loesen eines unter dem Schnittdruck selbsttaetig nachspannenden, auch zur Aufnahme unrunder Werkstuecke geeignten Mitnehmers fuer Drehbaenke
US3221699A (en) Rudder assembly for watercraft
EP0806645A2 (de) Spanneinrichtung zum Aufspannen von Rädern von Motorrädern auf die Welle einer Auswuchtmaschine
CH687158A5 (de) Schneepflug.
DE202004008708U1 (de) Auftrags- und Glättkelle
DE3804581A1 (de) Hydraulische felgenbremse fuer fahrraeder
DE427301C (de) Auswechselbare und nachstellbare Lenkvorlage fuer Walzenstuehle o. dgl.
US1555069A (en) Printer&#39;s plate hook
DE19805826C1 (de) Werkzeug mit Halteschaft und Spachtelblatt oder Fugeisen
DE3645126C2 (en) Fastener for vehicle antiskid unit
EP1488889A2 (en) Hand-held grinding tool with replaceable grinding-plate part

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20080531