BE1012250A3

BE1012250A3 - Hulpstuk voor licht metalen wielvelgen.

Info

Publication number: BE1012250A3
Application number: BE9800771A
Authority: BE
Original assignee: Wheeltech Bvba
Priority date: 1998-10-27
Filing date: 1998-10-27
Publication date: 2000-08-01
Also published as: WO2000024595A1; AU1366900A

Abstract

Hulpstuk voor een licht metalen wielvelg, daardoor gekenmerkt dat het in hoofdzaak bestaat uit een cilindrisch gedeelte (9) dat aan iedere zijrand voorzien is van een flens, respectievelijk een buitenste flens (10) en een binnenste flens (11), waarbij dit hulpstuk met de licht metalen velg (1) verbonden wordt door schroeven (18) die met schroefdraadgaten (8) in de velg (1) kunnen samenwerken.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Hulpstuk voor licht metalen wielvelgen. 



  Men weet dat, vooral voor auto's, hoe langer hoe meer gebruik wordt gemaakt van licht metalen wielvelgen, niet alleen om het mooie uitzicht ervan doch tevens om de mechanische eigenschappen van zulke wielen en het weggedrag van het voertuig dat daarmede is uitgerust. 



  Een zeer groot nadeel van zulke licht metalen velgen is echter dat zij zeer gevoelig zijn voor, enerzijds, de beschadiging ervan die het gevolg kan zijn van steenslag en dergelijke terwijl zij, anderzijds, in bepaalde gevallen zeer gevoelig zijn voor de inwerking van   chemicaliën   en produkten die afkomstig zijn van slijtagedeeltjes van onder andere remschijven, remblokjes of dergelijke. 



    De huidige uitvinding heeft hiertoe een hulpstuk als    voorwerp dat op zeer eenvoudige wijze kan aangebracht en vervangen worden op zulke licht metalen velgen waardoor er wordt bekomen dat het grootste gedeelte van de licht metalen velg, met andere woorden, het gedeelte dat het meest onderhevig is aan beschadiging door losse deeltjes op de baan, zoals steenslag en dergelijke en/of beschadiging door chemicaliën, slijtstof van remblokjes en dergelijke, wordt beschermd. 



  Zulk hulpstuk zal tot dit doel als het ware een groot gedeelte van de flank van zulke licht metalen velg afdekken. 



  Met dit afdekken van zulk velggedeelte kan hetzij gewacht worden tot wanneer reeds een bepaalde beschadiging is vastgesteld, met de bedoeling deze beschadiging te verbergen, hetzij nog dat zulk hulpstuk wordt aangebracht 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 vanaf de aanschaf van een bepaald voertuig, respectievelijk bepaalde wielvelgen. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zullen zulke wielvelgen zodanig uitgevoerd zijn dat zij reeds op voorhand geconcipieerd zijn om zulk hulpstuk te kunnen ontvangen, doch niets sluit uit - bestaande velgen te bewerken en deze te voorzien van middelen die toelaten zulk hulpstuk erop te bevestigen. 



  Het hulpstuk volgens de uitvinding dat de voornoemde en andere voordelen vertoont bestaat hiertoe uit een licht metalen wielvelg, daardoor gekenmerkt dat het in hoofdzaak bestaat uit een cilindrisch gedeelte dat aan iedere zijrand voorzien is van een flens, respectievelijk een buitenste flens en een binnenste flens, waarbij dit hulpstuk met de licht metalen velg verbonden wordt door schroeven die met schroefdraadgaten in de velg kunnen samenwerken. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 een uiteengenomen perspectiefzicht weergeeft van een licht metalen wielvelg en een daarop aan te brengen hulpstuk volgens de uitzending ; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur   1 ;   figuur 3 een doorsnede weergeeft gelijkaardig aan deze van figuur 2 doch nadat het hulpstuk volgens de uitvinding bevestigd is op de licht metalen velg ;

   figuur 4 op grotere schaal een doorsnede weergeeft 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 volgens lijn IV-IV in figuur   1 ;   figuur 5 een doorsnede weergeeft gelijkaardig aan deze van figuur 4 doch nadat het hulpstuk volgens de uitvinding bevestigd is op de licht metalen velg ; figuur 6 een gedeeltelijke doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5 ; figuren 7,8 en 9 zichten zijn gelijkaardig aan dit van figuur 3 doch voor uitvoeringsvarianten. 



  In de figuren is een licht metalen wielvelg   1,   bijvoorbeeld voor een autowiel, weergegeven dat in deze uitvoering bestaat uit een binnen-en een buitenrand, respectievelijk 2-3, en een bevestigingsnaaf 4 waarbij deze laatste met de eigenlijke velg verbonden is door middel van spaken 5. 



  De rand 3 van de velg 1 is door middel van een vrij groot cilindrisch gedeelte 6 verbonden met een uiteinde van de voornoemde spaken 5 door middel van een rand 7 waarin op geschikte plaatsen schroefdraadgaten 8 zijn voorzien. 



  Het cilindrisch gedeelte 6 vertoont in dit geval een conisch verloop. 



  Het hulpstuk volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit een cilindrisch gedeelte 9 dat eveneens een conisch verloop heeft, waarbij dit conisch verloop bij voorkeur overeenstemt met het conisch verloop van het cilindrisch gedeelte 6 van de wielvelg 1 en, enerzijds en anderzijds, aan dit gedeelte 9 twee flenzen, respectievelijk een buitenste flens 10 en een binnenste flens 11. 



  De flens 10 is aan haar buitenomtrek bij voorkeur voorzien van een binnenwaarts gerichte opstaande rib 12 die in voorkomend geval kan aangebracht worden in een omtreksgleuf 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 13 die tot dit doel in de rand 3 van de velg 1 voorzien is of wordt. 



  De flens 11 van het hulpstuk volgens de uitvinding is in dit geval op geschikte plaatsen voorzien van boringen 14 die in aantal en afstand overeenstemmen met de plaats van de schroefdraadgaten 8 in de wielvelg 1. 



  Tenslotte kan de flens 11 voorzien zijn van uitsparingen 15 wanneer de spaken 5 op de wielvelg zodanig geplaatst zijn dat zij tot tegen of tot nagenoeg tegen het cilindrisch gedeelte 6 van de velg 1 reiken, teneinde plaats te bieden aan deze spaken 5. 



  In de uitvoeringsvariante volgens figuur 7 wordt in de rand 3 van de wielvelg 1 een cilindrische groef 16 voorzien terwijl de flens 11 van het hulpstuk binnenwaarts gerichte eventueel ter plaatse van de spaken 5 onderbroken omtreksrib 17 vertoont die juist past in de omtreksgroef 16 van de wielvelg 1 en waarbij in de flens 11 in dit geval, ter plaatse van iedere schroef 18, een ruimte 19 is voorzien waarin de kop van deze schroef 18 verzonken kan plaatsnemen. 



  In een uitvoeringsvariante zal, wanneer de bevestiging van het hulpsstuk geschiedt ter plaatse van de rand 7 van de wielvelg, hetzij deze rand 7, hetzij de flens 11 van het hulpstuk, hetzij nog zowel de rand 7 als de flens 11 hellend uitgevoerd worden zoals schematisch door punt-streeplijn 20 aangeduid in figuur 2 teneinde te bekomen dat bij het bevestigen van het hulpsstuk een bijkomende spanning wordt veroorzaakt tussen wielvelg 1 en het hulpsstuk waardoor dit laatste nog steviger tegen de velg 1 wordt getrokken. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Wanneer de bevestiging geschiedt ter plaatse van de rand 3 en de flens 10 kan uiteraard eenzelfde techniek toegepast worden door flens 10 en/of rand 3 hellend uit te voeren. 



  Bij deze laatste bevestiging zou het hulpsstuk eventueel trouwens zonder flens 11 kunnen uitgevoerd worden zoals weergegeven in figuur 8 waarbij het onderste vrij uiteinde van het hulpsstuk in dat geval op meerdere plaatsen zou kunnen voorzien worden van uitstekende pennen 21 die kunnen samenwerken met boringen 22 in de rand 7 van de wielvelg. 



  In een zeer bijzondere toepassing tenslotte zou het hulpsstuk volgens de uitvinding kunnen bevestigd worden met de wielvelg 1 op een plaats gelegen tussen de flenzen 10 en 11 en dit eveneens door middel van schroeven 18 waarvan de kop bijvoorbeeld in een plaatselijke ruimte 23 kan aangebracht zijn. 
 EMI5.1 
 



  . - L¯. -, Zulke uitvoering is   o. a.   bijzonder interessant in het geval van wielvelgen 1 met een gebogen gedeelte 6. 



  Zoals reeds vermeld is het bekend dat, wanneer een licht metalen wielvelg 1 wordt toegepast zonder gebruik te maken van een hulpmiddel volgens de uitvinding, dat vooral het cilindrisch gedeelte 6 van zulke wielvelg 1 vlug beschadigd wordt door steenslag, inwerkingen van chemicaliën en/of van slijtstof, bijvoorbeeld van remblokjes en dergelijke. 



  Teneinde, hetzij zulke beschadigingen te vermijden, hetzij wanneer zulke beschadigingen zieh hebben voorgedaan deze geschikt te verbergen, wordt volgens de huidige uitvinding een hulpstuk toegepast dat zodanig op de wielvelg 1 kan aangebracht worden dat minstens het voornoemde cilindrische gedeelte 6 volledig wordt beschermd. Hierbij zal de rib 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 12, die samenwerkt met de groef 13 in de wielvelg   1,   zorgen voor een stevige verankering van het hulpstuk ten opzichte van de wielvelg 1 en zal het hulpstuk op doeltreffende wijze bevestigd worden ten opzichte van de wielvelg door middel van de voornoemde schroefjes 18. 



  Het is duidelijk dat op deze wijze een hulpmiddel wordt verkregen om, hetzij vroegere beschadigingen te verbergen, hetzij te verwachten beschadigingen te verhinderen, doordat het hulpstuk op eenvoudige wijze kan vervangen worden wanneer zulke beschadiging zieh zou hebben voorgedaan. 



  Inderdaad kan het hulpstuk op eenvoudige wijze worden verwezenlijkt en aangebracht waarbij dit hulpstuk bij voorkeur in kunststof zal verwezenlijkt worden   één   en ander zodanig dat de kosten ervan relatief gering zijn. 



  Een bijkomend voordeel dat aldus bekomen wordt is dat niet alleen een bescherming wordt verwezenlijkt van een gedeelte van de wielvelg 1 doch tevens dat aan deze wielvelg 1 eventueel een ander uitzicht kan worden gegeven door gebruik te maken van gekleurde hulpstukken. 



  Dit laatste houdt in dat zulke hulpstukken op bepaalde tijdstippen kunnen omgewisseld worden zodanig dat de wielen een totaal ander aspect krijgen. 



  Wanneer de voornoemde spaken doorlopen zoals weergegeven in de figuren zal de rand 11 van de voornoemde uitsparingen 15 voorzien worden. Wanneer er voldoende ruimte is om het hulpstuk aan te brengen zullen zulke uitsparingen vanzelfsprekend niet worden aangebracht. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Wanneer men te maken heeft met een wielvelg 1 die voorzien is om uitgerust te worden met een hulpstuk volgens de uitvinding zal vanzelfsprekend de voornoemde omtreksgroef 13 en eventueel de omtreksgroef 16 op voorhand voorzien zijn en zullen de nodige schroefdraadgaten 8 zijn aangebracht, terwijl wanneer men te maken heeft met een velg 1 waarop men een hulpstuk volgens de uitvinding wenst aan te brengen, zulke omtreksgroeven en schroefdraadgaten vanzelfsprekend later, bij een eerste toepassing van zulke hulpstuk, kunnen aangebracht worden. 



  In een uitvoeringsvariante kunnen de gaten 14 aangebracht worden in een flens 10 van het hulpstuk en zullen de schroefdraadgaten 18 worden aangebracht in de rand 3 van de velg 1. Vanzelfsprekend zouden zowel in de flens 10 als in de flens 11 gaten 14 kunnen voorzien worden waarbij zowel in de rand 3 als in de rand 7    en/ofin het   cilindrisch gedeelte 6 schroefdraadgaten 8 worden voorzien. 



  In nog een andere uitvoeringsvariante zal de rib 12 zodanig breed uitgevoerd zijn dat de koppen van de schroeven 18 er verzonken kunnen in aangebracht worden. 



  Het is duidelijk dat men op deze wijze een volledige bescherming verkrijgt van minstens het zeer kwetsbare cilindrische gedeelte 6 van de wielvelg   1,   waarbij zulk hulpstuk dat hiertoe wordt aangewend in allerlei vormen en afmetingen kan verwezenlijkt worden zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims

Conclusies.

1. - Hulpstuk voor een licht metalen wielvelg, daardoor gekenmerkt dat het in hoofdzaak bestaat uit. een cilindrisch gedeelte (9) dat aan iedere zijrand voorzien is van een flens, respectievelijk een buitenste flens (10) en een EMI8.1 binnenste flens (11), waarbij dit hulpstuk met de licht metalen velg (1) verbonden wordt door schroeven (18) die met schroefdraadgaten (8) in de velg (1) kunnen samenwerken.

2.-Hulpstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het cilindrisch gedeelte (9) een conisch verloop heeft.

3.-Hulpstuk volgens conclusie l, daardoor gekenmerkt dat het cilindrisch gedeelte (9) een gebogen verloop heeft.

4.-Hulpstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde flens (10) uitwendig gericht is en de voornoemde flens (11) inwendig is gericht.

5.-Hulpstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat minstens in een van de flenzen (10) en (11) gaten (14) zijn voorzien voor de schroeven (18).

6.-Hulpstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat in het cilindrisch gedeelte (9) gaten (8) zijn voorzien voor de schroeven (18).

7.-Hulpstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerk dat de flens (10) een binnenwaarts gerichte rib (12) bezit die kan samenwerken met een omtreksgroef (13) in de wielvelg (1). <Desc/Clms Page number 9> 8.-Hulpstuk volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de rib (12) breder is dan de dwarsafmeting van de kop van de schroeven (18).

9.-Hulpstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de flens (11) voorzien is van een eventueel onderbroken EMI9.1 binnenwaarts gerichte rib (17) die kan samenwerken met een omtreksgroef (16) in de wielvelg (1).

10.-Hulpstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de kop van de schroeven (18) verzonken is aangebracht.

11.-Hulpstuk volgens conclusie 1 en één van de conclusies 2 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het hulpstuk wordt bevestigd aan de flens 10, waarbij de tweede rand van het cilindrisch gedeelte, pennen (21) bezit die met gaten of boringen (22) in de velg (1) kunnen samenwerken.

12.-Hulpstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het in een licht materiaal, bijvoorbeeld kunststof, is uitgevoerd.

13.-Hulpstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat in het geval van een spakenwiel in de flens (11) eventueel uitsparingen (15) zijn voorzien.

14.-Hulpstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het gekleurd is.