BE1000376A4 - Werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter afzonderen van een gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine, alsook inrichting die deze werkwijze toepast. - Google Patents

Werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter afzonderen van een gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine, alsook inrichting die deze werkwijze toepast. Download PDF

Info

Publication number
BE1000376A4
BE1000376A4 BE8700254A BE8700254A BE1000376A4 BE 1000376 A4 BE1000376 A4 BE 1000376A4 BE 8700254 A BE8700254 A BE 8700254A BE 8700254 A BE8700254 A BE 8700254A BE 1000376 A4 BE1000376 A4 BE 1000376A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
chain
guard
nozzles
chain guard
blade
Prior art date
Application number
BE8700254A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE8700254A priority Critical patent/BE1000376A4/nl
Priority to DE8888870044T priority patent/DE3862976D1/de
Priority to EP88870044A priority patent/EP0284591B1/en
Priority to US07/167,906 priority patent/US4905737A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1000376A4 publication Critical patent/BE1000376A4/nl
Priority to US07/439,871 priority patent/US4967801A/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/004Detection and repair of broken warp yarns
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/18Automatic stop motions
    • D03D51/20Warp stop motions

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Auxiliary Weaving Apparatuses, Weavers' Tools, And Shuttles (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter afzonderen van de gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine, waarbij gebruik gemaakt wordt van een kettingwachter met in rijen (1-4) opgestelde kettingwachterlamellen, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in het systematisch vanaf de ten gevolge van de kettingdraadbreuk gevallen kettingwachterlamel (16) tot buiten de kettingwachter brengen van de lusvorm (24) in de gebroken kettingdraad, die hierin is ontstaan door de doorzakking (22) ten gevolge van het vallen van de voornoemde kettingwachterlamel (16).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter afzonderen van een gebroken kettingdraad uit de ketting bij een   weefmachine,   alsook inrichting die deze werkwijze toepast. 
 EMI1.1 
 ---------------------------------------------------------- 
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter naar buiten afzonderen van een gebroken ket-tingdraad uit de ketting bij een weefmachine, meer speciaal bij weefmachines van het type waarbij dergelijke kettingwachter bestaat uit   een   of meerdere rijen kettingwachterlamellen, met als doel in het   automatisch lokaliseren van   een gebroken kettingdraad en bet vastnemen ervan te voorzien. Verder heeft de uitvinding nog betrekking op een inrichting die deze werkwijze toepast. 



  Het is algemeen bekend   om'bij   weefmachines gebruik te maken van aan de kettingdraden opgehangen kettingwachterlamellen om een kettingdraadbreuk te kunnen vaststellen, waarbij in zulk geval de gevallen kettingwachterlamel voorziet in een 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 elektrisch kontakt of mechanische vergrendeling, waardoor de weefmachine gestopt wordt. 



   Uit   de Nederlandse oktrooiaanvrage   nr 8600372 van aanvraagster is het bekend om een gevallen kettingwachterlamel auto-    matisch op te sporen, deze vervolgens vast te grijpen en    omhoog te brengen teneinde haar zichtbaar uit het kettingwach-   terlamellenpokket   te presenteren, zodanig dat de wever zeer vlug kan   vaststellen   waar een reparatie dient uitgevoerd te worden.

   Uit de Nederlandse   oktrooiannvreag   nr   6601819   is het ook nog bekend om de gevallen kettingwachterlamel over een hoek te verdraaien zodanig dat de omliggende kettingwachterlamellen opzij gedrukt worden en een plaatselijke opening tussen de overige kettingdraden in de kettingwachter gevormd wordt,   een   en ander zodanig dat de verdraaide lamel gemakkelijk kan herbedraad worden. 



  Alhoewel de beide voornoemde   oktrooiaanvragen   verband houden met de automatisatie van de kettingdraadherstelling bieden zij nog geen oplossing om de gebroken kettingdraad die meestal nog in de kettingwachterlamel aanwezig is te behandelen, hetzij deze af te voeren en te vervangen door een nieuwe, of hetzij om in het terug aanknopen te voorzien. Het probleem dat zieh hierbij voordoet bestaat hoofdzakelijk in het feit dat eerst de gebroken kettingdraad die nog in de   kettingwacnterlamel   aanwezig is dient gelokalizeerd te worden, hetgeen in een 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 automatisatieproces een vrij moeilijke opgave is daar de   voorheen   gespannen kettingdraad door zijn kontraktie na het breken min of meer kan vasthaken in de omliggende. kettingdraden. 



   De huidige uitvinding voorziet dan ook in een   werkwijze voor   het ter hoogte van de kettingwachter en erbuiten afzonderen van een gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine, waardoor aan het voornoemde probleem een oplossing wordt geboden. Hierbij komt nog dat   e   afgezonderde kettingdraad in de juiste positie gebracht wordt   t. o. v.   de overige   kettingdraden.   m. a. w. niet gekruist met de overige draden. 



  Hiertoe bestaat deze werkwijze hoofdzakelijk in het systematisch vanaf de ten gevolge van de kettingdraadbreuk gevallen kettingwachterlamel tot buiten de kettingwachter brengen van de lusvorm in de gebroken kettingdraad die   voorheen   hierin door de doorzakking tengevolge van het vallen van de ketting- wachterlamel, is ontstaan, waarbij vooraf al dan niet de gevallen kettingwachterlamel ombooggebracht wordt. 



  In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het systematisch vanaf de gevallen kettingwachterlamel tot buiten de kettingwachter brengen van de voornoemde lusvorm verwezenlijkt door tot voorbij de respektievelijke rijen kettingwachterlamellen door middel van minstens 66n 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 luchtstroom een trekkracht op de gebroken ketting-draad uit te oefenen, te beginnen bij de rij   kettingwachter- lamellen   waarindegevallen, respektievelijkomhooggebrachtelamel zich bevindt. Volgens varianten wordt gebruik gemaakt van   blaas-of zuigmonden.    



   Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt de voornoemde kracht geleverd door middel van mechanische middelen, bijvoorbeeld   grij- of haakmidde1en.    



   Bij voorkeur wordt de werkwijze volgens de huidige uitvinding gekombineerd met de werkwijze zoals bekend uit de Nederlandse oktrooiaanvrage nr 8601819 waarbij naast het omhoog brengen tevens in het verdrasien van de kettingwathterlamel wordt voorzien, waardoor het vrijleggen van de gebroken kettingdraad wordt vergemakkelijkt. Door de   verdraaiing   wordt immers al op voorhand een   scheiding   van de gebroken kettingdraad   t. o. v.   de omliggende draden verkregen. 



  De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting die de werkwijze volgens de uitvinding toepast, waarbij hoofdzakelijk gebruik gemaakt wordt van een of meerdere zuigmonden,   blaasmonden   of mechanische middelen, die met de kettingwachter kunnen samenwerken. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, worden hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van de in-   richting   volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de   bijgaande   tekeningen, waarin : figuur 1 volgens een dwarsdoorsnede een kettingwachter weergeeft ter hoogte van de gebroken kettingdraad, die van een inrichting met zuigmonden is voorzien; figuren 2   t. e. m. 8   de werking van de inrichting weer- geven, waarbij figuur 2 een   bovenlicht   op de ketting is en figuren 3   t. e. m.   8 voor de verschillende stappen van de werkwijze de kettingwachter in doorsnede voor-   stellen;

   5    figuur 9 een bijzondere uitvoeringsvorm van een zuig- mond weergeeft, zoals deze in de inrichting volgens de uitvinding kan aangewend worden ; figuur 10 een inrichting weergeeft die gebruik maakt van blaasmonden, waarbij deze boven de ketting zijn opgesteld ; figuur 11 een variante op de uitvoeringsvorm van figuur
10   weergeeft,   waarbij de blaasmonden onder de ketting zijn opgesteld ;

   figuren 12 en 13 nog een variante weergeven, waarbij gebruik gemaakt wordt van haakmiddelen om de voornoemde lusvorm te verplaatsen. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
In figuur 1 wordt in doorsnede een kettingwachter weergegeven die hoofdzakelijk gevormd wordt door een aantal rijen   kettingwachterlamellen l't. e. m.   4 die aan de kettingdraden van de ketting 5 zijn opgehangen en die bij het neervallen in een elektrisch kontakt aan een elektrode, respektievelijk 6   t. e. m.   



   9, kunnen voorzien. Aan weerszijden ven de rijen kettingwachterlamellen 1 t. e. m. 4 wordt de ketting 5 over steunelementen 10 t. e. m. 14 geleid. 



   In   figuur 1 18   een gebroken kettingdraad 15 weergegeven, zodanig dat de bijhorende kettingwachterlamel 16 gevallen is. Met de referentie 17 wordt een kleminrichting aangeduid die de gevallen lamel 16, meer   speciaal   zoals bekend uit de Nederlandse oktrooiaanvrage nr 8601819, kan behandelten. 



  De eigenlijke inrichting volgens de uitvinding wordt volgens de weergegeven uitvoeringsvorm gevormd door een verplaatsbare reeks zuigmonden, respektievelijk 18   t. e. m. 21,   die met de kettingwachter kan samenwerken, een en ander zodanig dat elke zuigmond 18 t. e. m. 21 respektievelijk naast een rij kettingwachterlamellen 1   t. e. m.   4 gepresenteerd wordt. De. werking van de inrichting volgens de uitvinding, dewelke de voornoemde werkwijze toepast, wordt nu hiernavolgend aan de hand van de opeenvolgende figuren uiteengezet. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



   In figuur 1 heeft zieh een kettingdraadbreuk   voorgedaan,   meer speciaal in de kettingdraad 15. Hierbij wordt opgemerkt dat door de gevallen lamel 16 zieh een doorzakking 22 in de kettingdraad 15 voordoet. De gevallen kettingwachterlamel 16 wordt opgespoord en vastgenomen door de kleminrichting 17. 



   In een volgende stap wordt de kettingwachterlamel 16 bij zijn onderste uiteinde 23 verdraaid en tevens omhoog gebracht door middel   van de kleminrichting 17, meer speciaal zoalss   weergegeven in figuur 2. Inmiddels zijn de zuigmonden 18   t. e. m.   21 neergelaten in de nabijheid van de ketting 5, en dus tot nagenoeg tegen de steunelementen 11   t. e. m.   14. Het geheel wordt nog verduidelijkt in het   bovenaanzicht   op de ketting 5 volgens figuur   3.   



  Het is duidelijk dat door het omhoogbrengen van de gevallen kettingwachterlamel 16 de voorheen veroorzaakte doorzakking 22 nu in een vrije lusvorm 24 in de kettingdraad 15 voorziet. In de stand volgens figuur 2 wordt dan de zuigmond 19 ingeschakeld, waarbij de kettingdraad 15 hieraan vastgezogen en al dan niet gedeeltelijk hierin opgenomen wordt. Door nu zoals in figuur 4 de zuigmonden 18   t. e. m.   21 naar boven te bewegen wordt de voornoemde lusvorm 24 over een korte afstand verder door geschoven, meer speciaal tot aan het steunelement 12, doordat de zuigmond 19 de kettingdraad 15 over een korte afstand meetrekt. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



   In de hoogste stand gekomen wordt de zuigmond 19 uitgeschakeld en de zuigmond 20   ingeschakeld, waarbij   de inschakeltijd van de zuigmonden eventueel een weinig overlappend kan zijn. Door de reeks zuigmonden dan terug tot aan de ketting 5 te presenteren ontstaat een toestand volgens figuur 5, waarna door het terug omhoog brengen van de zuigmonden, zoals in   figuur 6,   de kettingdraad 15 nu door zuigmond 20 wordt   meegenomen,   met als gevolg dat de lusvorm 24 zieh ook naar hier verplaatst. 



   Zoals weergegeven in figuren 7 en 8 kan de voornoemde handeling dan nog herhaald worden voor de   laatste   zuigmond 21, met als resultaat dat de lusvorm 24 vanaf de gevallen kettingwachterlamel 16 tot buiten de kettingwachter werd getransporteerd. Bij de laatste zuigmond 21 kunnen haak-of grijpmiddelen 25 voorzien zijn die toelaten   om   de gebroken kettingdraad 15 over te nemen van de zuigmond   L21   zodanig dat deze laatste kan uitgeschakeld worden. Deze baak- of grijpmiddelen 25 laten dan een verdere manipulatie van de kettingdraad 15 toe dewelke echter buiten het kader van deze uitvinding valt. 



  Bij de aanvang van de werkwijze kan het interessant zijn om de zuigmond 18 naast de gevallen kettingwachterlamel 16, dit is dus tegengesteld aan de richting waarin de lusvorm 24 zal getransporteerd worden, eerst even in te schakelen cm de 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 kettingdraad 15 op te lichten, dit om in een vlottere doorgave van de lusvorm 24 aan de voornoemde zuigmonden 19   t. e. m.   21 te voorzien. 



  Het is duidelijk dat er verscheidene varianten op de uitvinding mogelijk zijn. Een belangrijke uitvoeringsvariante 
 EMI9.1 
 bestaat erin dat slechts gebruik gemaakt wordt van een zuigmond die eerst naast de gevallen kettingwachterlamel 16 wordt neergelaten en vervolgens in werking wordt gesteld om de lusvorm 24 in een   omhooggaande   beweging met zieh mee te nemen, 
 EMI9.2 
 waarna deze   zuigmond wordt uitgeschakeld   en vervolgens achter de volgende rij lamellen wordt geplaatst om terug dezelfde handeling uit te voeren. Analoge cyclussen worden respektievelijk   herhaald   tot deze zuigmond   zicff   aan de buitenzijde van de   kettingw8chter     bevindt. waarna   de voornoemde haak- of grijpmiddelen 25 de draad kunnen overnemen. 



  Het is eveneens duidelijk dat de   inrichtingen   naast de zuigmonden de nodige verplaatsings-, alsook inschakel-en stuurmiddelen bevatten om de voornoemde cyclus automatisch te voltooien. 



  Vanzelfsprekend kan de lusvorm 24 hetzij ofwel naar het uiteinde 26, ofwel het uiteinde 27 van de kettingwachter 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 getransporteerd worden. In het laatste geval zal aan dit uiteinde 27 eveneens een zuigmond 28 voorzien zijn. 



     Volgens een Variante   kan de werkingscyclus van de voornoemde zuigmonden 18   t. e. m.   21 ook zoals hiernavolgend beschreven, worden uitgevoerd. Bij de detektie van een gebroken kettingdraad worden alle zuigmonden 18   t. e. m. 21 neergelsten.   



   De zuigmond die zich naast de gevallen kettingwachterlamel 16 bevindt wordt ingeschakeld en omhoog gebracht waarbij deze de gebroken kettingdraad 15 mee omhoog neemt. In de voornoemde figuren wordt hiermede aldus de zuigmond 19 bedoeld.   Eenmaal   de zuigmond 19 boven is, stopt de zuigwerking en wordt de volgende zuigmond 20 bekrachtigd, die nog beneden   ic,   en nu dan ook naar boven gebracht wordt. Dit proces wordt analoog herhaalt tot de lusvorm 24 buiten de kettingwachter is gebracht. 



  Volgens nog een andere   werkingscycluss   die de werkwijze volgens de huidige uitvinding volgt bestaat erin dat uitsluitend de zuigmond 19 die zich naast de gevallen kettingwachterlamel 16 naar beneden en terug omhoog gebracht wordt, waarbij in de omhoog gaande beweging de gebroken kettingdraad 15 wordt meegenomen. Vervolgens worden de opeenvolgende zuigmonden naar 
 EMI10.1 
 '.   een uiteinde   26 of eventueel 27, van de kettingwachter toe, opeenvolgend in-en uitgeschakeld waardoor de lusvorm 24 wordt doorgegeven.   M. a. w.   betekent dit dat van de toestand volgens 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 figuur 4 rechtstreeks in de toestand volgens figuur 6 wordt overgegaan, zonder dat nog zuigmonden op-en neer bewogen worden. 



   Om te vermijden dat de kettingdraad 15 door zijn stijfheid in een buitenwerking gestelde zuigmond zou blijven zitten en de lusvorm 24 aldus niet terug wordt vrijgegeven kunnen eventueel middelen voorzien worden om van zodra een zuigmond uitgeschakeld is en de volgende ingeschakeld, de eerste van blaaslucht wordt voorzien, waardoor de lusvorm 24 zeker aan de eerst genoemde zuigmond vrij komt. Het vrijmaken van een in een zuigmond geklemde inslagdraad 15 kan ook gebeuren met behulp van mechanische   loedrukmiddelen, zoale bijvoorbeeld   concentriscb rond de zuigmonden 18   t. e. m.   21 op- en neer beweegbare ring of buisvormige elementen 29. 



  De voornoemde zuigmonden 18   t. e. m.   21, en eventueel 28, kunnen ook nog onder de ketting 5 opgesteld staan in plaats van erboven. 



  Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 10 wordt de uitvinding verwezenlijkt door de lusvorm 24 in de gebroken kettingdraad 15 te verplaatsen door op opeenvolgende plaatsen op de kettingdraad te blazen, te beginnen vanaf de gevallen kettingwachterlamel 16, en zulks tot aan   aan   van de uiteinden, in dit geval bet uiteinde 26 van de kettingwachter. De voornoemde 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 zuigmonden 18   t. e. m. 21,   en eventueel 28, zijn hierbij   vervangen   doot blaasmonden 30   t. e. m.   34. Bij het gebruik van dergelijke   blaasmonden is het   eventuele op-en neer verplaatsen ervan geen noodzaak. De werking van de inrichting kan eenvoudig uit figuur 10 worden afgeleid en is   nagenoeg   analoog aan deze met de zuigmonden. 



   Eventueel kunnen tegenoverliggend aan de blaasmonden 30   t. e. m.   



  34 afvoerbuisjes 35   t. e. m.   39 voorzien zijn, dewelke de luchtstroom 40 uit de in werking zijnde   blaasmonden   bevorderen. Deze afvoerbuisjes kunnen ook als zuigmonden uitgevoerd zijn waardoor een gekombineerde werking tussen blaas- en zuigmonden wordt verkregen. 



  In de uitvoeringsvorm volgens figuur 11 zijn de blaasmonden 30 t. e. m. 33 en eventueel 34 onder de ketting 5 opgesteld. 



  Hierdoor wordt het voordeel geboden. dat zij op dezelfde transportinrichting 41 als van de verdraaibare kleminrichting 17 kunnen aangebracht worden. 



  Zoals weergegeven in figuren 12 en 13 kan het tot buiten de 
 EMI12.1 
 kettingwachter transporteren van lusvorm 24 ook gebeuren door middel van haak-of grijpmiddelen. Hiertoe zijn volgens weergegeven uitvoeringsvormen de voornoemde zuigmonden of blaasmonden vervangen door   op- en neer beweegbare haken 42..     t. e. m.   45, en eventueel 46, waarmee een gebroken inslagdraad 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 volgens de voornoemde lusvorm 24 kan omhoog gehaald worden, te beginnen vanaf de gevallen kettingwachterlamel 16.

   Het bijzondere hierbij is dat, zoals respektievelijk'in de beide figuren wordt weergegeven, het niet noodzakelijk is dat de gevallen kettingwachterlamel d.m.v. speciale klemmiddelen 17 omhoog gepresenteerd wordt, daar door het omhoog trekken van de kettingdraad, zoals weergegeven   d. m. v.   grijper 43 in figuur
13, de betreffende lamel mee omhoog gehaald wordt. 



  Uiteraard wordt aan de haken   zulkdanige   beweging opgelegd dat zij afzonderlijk   een   na   één   de kettingdraad 15 volgens de lusvorm 24 meenemen. Om ongewenste effekten met betrekking tot de lusvorm 24 te verkrijgen kunnen eventueel bij de ingeschakelde haak geleidingsmiddelen 47 voor de'gebroken kettingdraad neergelaten worden. 



  Het is duidelijk dat de haken 42   t. e. m. 45   ook uit gestuurde grijp-of klemmiddelen kunnen bestaan. Deze haak-, grijp-of klemmiddelen kunnen uiteraard ook onder de ketting 5 opgesteld worden. 
 EMI13.1 
 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als   voorbeelden beschreven en   in de figuren weergegeven   uitvoeringen,   doch dergelijke werkwijze en inrichting voor het afzonderenvaneengebrokenkettingdraaduitdekettingbij weefmachines kan volgens allerlei varianten worden 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (26)

  1. Conclusies. EMI15.1 ---------- 1. - Werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter afzonderen van de gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine, waarbij gebruik gemaakt wordt van een kettingwachter met in rijen (1-4) opgestelde kettingwachter- lamellen, deardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in het systematisch vanaf de ten gevolge van de kettingdraadbreuk gevallen kettingwachterlamel (16) tot buiten de kettingwachter brengen van de lusvorm (24) in. de gebroken kettingdraad, die hierin is ontstaan door de doorzakking (22) ten gevolge van het vallen van de voornoemde kettingwachterlamel (161.
  2. 2. - Werkwijze volgens conclusie 1. daardoor gekenmerkt dat het tot buiten de kettingwachter brengen van de lusvorm (24) die in de gebroken kettingdraad (15) aanwezig is, al dan niet wordt voorafgegaan door het omhoogbrengen van de gevallen 'kettingwachterlamel (16).
  3. " 3*-Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het systematisch vanaf¯ de gevallen kettingwachterlamel (16) tot buiten de kettingwachter brengen van de voornoemde lusvorm (24) wordt verwezenlijkt door opeenvolgend achter de respektievelijke rijen kettingwachterlamellen (1-4) door <Desc/Clms Page number 16> middel van een luchtstroom een kracht op de gebroken kettingdraad (15) uit te oefenen, te beginnen bij de rij kettingwachterlamellen (2) waarin de gevallen, respektie- velijk omhooggebrachte kettingwachterlamel (16) zieh bevindt.
  4. 4.-Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat in een luchtstroom vordt voorzien d.m.v. zuigmonden (18-21).
  5. 5. - Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat in een luchtstroom wordt voorzien d. m. v. blaasmonden (30-34).
  6. 6.- Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het systematiseb vanaf de gevallen kettingwachter lamel (16) tot buiten de kettingwachter brengen van de voornoemde lusvorm (24) wordt verwezenlijkt door opeenvolgend achter de respektievelijke rijen kettingwachterlamellen (1-4) door middel van haak-of grijpmiddelen een trekkracht op de gebroken draad (15) uit te oefenen, te beginnen bij de rij kettingwacbterlamellen (2) waarin de gevallen, respektievelijk omhoog gebrachte kettingwachterlamel (16) zieh bevindt.
  7. 7. -. Werkwijze volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat zij achtereenvolgens vöorziet in het ter hoogte van de gevallen, respektievelijk. omhooggebrachte kettingwachterlamel (16) aanbrengen van een reeks zuigmonden (18-21). waarbij elke. - zuigmond (18-21) van deze reeks achter een rij <Desc/Clms Page number 17> kettingwachterlamellen (1-4) gepresenteerd wordt ; het presenteren aan het vlak van de ketting (5) van minstens de zuigmond (19) die zieh achter de rij kettingwachterlamellen (2) bevindt waarvan de omhooggebrachte lamel (16) deel uitmaakt ; het in werking stellen van de zuigmond (19) die zieh achter de omhooggebrachte kettingwachterlamel (16) bevindt ;
    het over een afstand van de ketting (5) wegbrengen van minstens de zoals voornoemd ingeschakelde zuigmond (19) en het plaatselijk mee voeren van de gebroken kettingdraad (15) ; het uitschakelen van de laatst ingeschakelde zuigmond (19) en het inschakelen van Åae erop volgende zuigmond (20) ; bet aan het vlak van de ketting (5) presenteren van minstens de nu laatst ingeschakelde zuigmond (20) ; het wederom over een afstand van de ketting (S) wegbrengen van de nu ingeschakelde zuigmond (20) en het plaatselijk mee voeren van de gebroken kettingdraad (15) ; en het analoog voortzetten van deze cyclus met de verdere zuigmonden tot het uiteinde (26) van de kettingwachter bereikt is.
  8. 8. - Werkwijze volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat alle zuigmonden (18-21) van de voornoemde reeks simultaan bewogen worden.
  9. 9.-Werkwijze volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de reeks zuigmonden (18-21) tot aan de ketting (5) gepresenteerd wordt, waarna de zuigmonden (10-21) vanaf de gevallen ketting- <Desc/Clms Page number 18> wachterlamel (16) naar een uiteinde van de kettingwachter toe, een na een van de ketting weg gebracht worden, waarna zij in deze positie blijven.
  10. 10.-Werkwijze volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat zij achtereenvolgens voorziet in het nabij de omhooggebrachte kettingwachterlamel (16) aanbrengen van een zuigmond in het vlak gevormd door de ketting (5) ; het inschakelen en omhoog brengen van deze zuigmond en het over een bepaalde afstand meevoeren van de gebroken kettingdraad (15) ; het uitschakelen van deze zuigmond ; het verplaatsen van deze zuigmond tot achter de volgende rij kettingwachterlamellen (3) en het terug neerlaten ervan tot op de ketting (5) ; het terug inschakelen van de zuigmond en het wederom over een afstand omhoog brengen ervan waarbij de gebroken kettingdraad (15) wordt meegevoerd ; en het verder herhalen van deze cyclus tot de zuigmond zich achter het uiteinde (26) van de kettingwachter bevindt.
  11. 11.-Werkwijze volgens conclusie 4. daardoor gekenmerkt dat zij achtereenvolgens voorziet in het ter hoogte van de gevallen, respektievelijk omhoog gebrachte kettingwachterlamel (16) aanbrengen van een reeks zuigmonden (18-21), waarbij elke zuigmond (18-21) van deze reeks achter een rij kettingwachterlamellen (1-4) gepresenteerd wordt ; het presenteren aan het vlak van de ketting (5) van uitsluitend de zuigmond (19) die zieh achter de rij kettingwachterlamellen (2) bevindt, waarbij <Desc/Clms Page number 19> van de omhoog gebrachte lamel (16) deel uitmaakt ;
    het in werking stellen van deze zuigmond (19) en het over een afstand EMI19.1 van de ketting (5) weg brengen ervan, waarbij de gebroken kettingdraad het op een afstand verwijderd van het kettingvlak (5) doorgeven van de voornoemde lusvorm (24) door de opeenvolgende bekrachtigingen van de overige zuigmonden (20-21).
  12. 12.-Werkwijze volgens een der conclusies 7 t. e. m. 11, daardoor gekenmerkt dat de zuigmonden (18-21) overlappend bekrachtigd worden.
  13. 13.-Werkwijze volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat zij achtereenvolgens voorziet in het ter hoogte van de gevallen, respektievelijk omhoog gebrachte kettingvachterlamel (16) aanbrengen van een reeks blaasmonden (30-34) waarbij elke blaasmond (30-34) van deze reeks achter een rij ketting1i8Cb- terlamellen (1-4) gepresenteerd wordt en het opeenvolgend inen uit schakelen van deze blaasmonden.
  14. 14.-Werkwijze volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat zij achtereenvolgens voorziet in het ter hoogte van de gevallen, respektievelijk omhoog gebrachte kettingwachterlamel (17) aanbrengen van een reeks grijpmiddelen, bijvoorbeeld haken (42-46) waarbij ieder grijpmiddel achter een rij kettingwachterlamellen (1-4) gepresenteerd wordt ; en <Desc/Clms Page number 20> het vanaf de gevallen kettingwachterlamel (16) tot aan een uiteinde (26-27) laten samenwerken van deze grijpmiddelen (42-46) met de gebroken kettingdraad (15), waarbij deze afzonderlijk en opeenvolgend de kettingdraad uit het viak gevormd door de ketting (5) trekken.
  15. 15.- Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de tot buiten de kettingwachter gebrachte lusvorm (24) aan het uiteinde (26) van de kettingwachter vastgenomen vordt door middel van haak-of grijpmiddelen (25).
  16. 16.-Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de gevallen ettin & wachterlamel (16) tevens in verdraaide toestand wordt gebracht.
  17. 17.- Inrichting die de verkwijze volgens één der conclusies 7, 8,9 of 11 toepast, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een reeks verplaatsbare zuigmonden (18-21) die zieh volgens de richting van de kettingdraden uitstrekt en waarvan de zuigmonden (18-21) respektievelijk nabij de rijen ketting-wachterlamellen (1-4) met de ketting (5) kunnen samenwerken ; verplaatsingsmiddelen om de zuigmonden (18-21) ter hoogte van een gevallen kettingwachterlamel (16) te presenteren alsook om in een beweging van de zuigmonden van de ketting weg en ernaar toe te voorzien ; en inschakel en stuurmiddelen om de zuigmonden opeenvolgend in te schakelen. <Desc/Clms Page number 21>
  18. 18.-Inrichting die de werkwijze volgens conclusie 10 toepast, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit één zuigmond die met de ketting (5) kan samenwerken ; verplaatsingsmiddelen om deze zuigmond enerzijds achter een gevallen kettingwachtertamel (16) aan de ketting (5) te pre- senteren en anderzijds om deze zuigmond stapsgewijs te ver- plaatsen waarbij hij naast elk van de rijen kettingwachter lamellen (1-4) ter hoogte van de gevallen kettingwachter- lamel kan gepresenteerd worden ; en stuurmiddelen voor het in- en uitschakelen van de zuigmond.
  19. 19.-Inrichting die de werkwijze volgens conclusie 13 toepast. daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een reeks blaasmonden (30-34) die zieh volgens de richtlng van de kettingdraden uitstrekt en waarvan de blaast'onde (30-34), respektievelijk nabij de rijen kettingwachterlamellen (1-4) met de ketting (5) kunnen samenwerken ; verplaatsingsmiddelen om de blaasmonden (30-34) ter hoogte van de gevallen kettingwachterlamel (16) te presenteren ; en inschakel- en stuurmiddelen om de blaasmonden (30-34) opeenvolgend, al dan niet overlappend, te bekrachtigen.
  20. 20.- Inrichting die de werkwijze volgens conclusie'6 toepast, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een reeks verplaatsbare haken (42-46) die zieh volgens de richting van de kettingdraden uitstrekt en waarvan de haken (42-46), <Desc/Clms Page number 22> respektievelijk nabij de rijen kettingwachterlamellen (1-4) met de gebroken kettingdraad (15) kunnen samenwerken ; verplaatsingswiddelen cm de reeks haken (42-46) ter hoogte van de gevallen kettingwachterlamel (16) te presenteren alsook om in een beweging ervan naar de ketting (5) toe en ervan weg te voozien ; en stuurmiddelen om de haken (42-46) opeenvolgend te laten bewegen.
  21. 21.-Inrichting volgens 66n der conclusies 17 t. e. m. 20, daardoor gekenmerkt dat respektievelijk de zuigmonden (18-21), de blaasmonden (30-34) of de haken (42-46) boven de ketting (5) zijn opgesteld.
  22. 22.-Inrichting volgens een der conclusies 17 t.e.m. 20, daardoor gekenmerkt dat respektievelijk de zuigmonden (18-21), de blaasmonden (30-34) en de haken (42-46) onder de ketting staan opgesteld.
  23. 23.-Inrichting volgens conclusie 22, daardoor gekenmerkt dat respektievelijk de zuigmonden (18-21), de blaasmonden (30-34) of de grijpmiddelen (42-46) op een transportinrichting (41) zijn geplaatst dewelke al dan niet tevens een kleminrichting (17) om een gevallen kettingwachterlamel (16) bij haar uiteinde vast te nemen en omhoog te brengen, alsook om deze te verdraaien, bevat. <Desc/Clms Page number 23>
  24. 24.-Inrichting volgens een der conclusies 17't. e. m. 23, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van een kleminrichting (17) om een geval--len kettingwachterlamel (16) bij haar. uiteinde vast te nemen en omhoog te brengen, alsook om deze te verdraaien.
  25. 25. - Inrichting volgens één der conclusies 17 t. e. m. 24, daardoor gekenmerkt dat aan het uiteinde (26-27) van de kettingwachter haak-of grijpmiddelen (25) zijn voorzien die met de afgezonderde gebroken kettingdraad (15) kunnen samenwerken.
  26. 26.-Werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter afzonderen van een gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine, alsook inrichtingen die deze werkwijzen toepassen, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande figuren.
BE8700254A 1987-03-13 1987-03-13 Werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter afzonderen van een gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine, alsook inrichting die deze werkwijze toepast. BE1000376A4 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8700254A BE1000376A4 (nl) 1987-03-13 1987-03-13 Werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter afzonderen van een gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine, alsook inrichting die deze werkwijze toepast.
DE8888870044T DE3862976D1 (de) 1987-03-13 1988-03-10 Verfahren zum abtrennen eines gebrochenen kettenfadens aus dem kettenfell an einer webmaschine und vorrichtung zur durchfuehrung dieses verfahrens.
EP88870044A EP0284591B1 (en) 1987-03-13 1988-03-10 Method for separating a broken warp thread at the warp stop motion from the warp sheet on a weaving machine, and a device which uses this method
US07/167,906 US4905737A (en) 1987-03-13 1988-03-14 Method for separating a broken warp thread at the warp stop motion from the warp sheet on a weaving machine, and a device which uses this method
US07/439,871 US4967801A (en) 1987-03-13 1989-11-21 Apparatus for separating a broken warp thread at the loom warp stop motion from the warp sheet

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8700254A BE1000376A4 (nl) 1987-03-13 1987-03-13 Werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter afzonderen van een gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine, alsook inrichting die deze werkwijze toepast.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1000376A4 true BE1000376A4 (nl) 1988-11-16

Family

ID=3882562

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8700254A BE1000376A4 (nl) 1987-03-13 1987-03-13 Werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter afzonderen van een gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine, alsook inrichting die deze werkwijze toepast.

Country Status (4)

Country Link
US (2) US4905737A (nl)
EP (1) EP0284591B1 (nl)
BE (1) BE1000376A4 (nl)
DE (1) DE3862976D1 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2223511B (en) * 1988-10-10 1992-08-26 Texipat S A Apparatus and method for automatically repairing broken warp threads in weaving machines or looms
DE69027130T2 (de) * 1989-02-02 1996-10-02 Tsudakoma Ind Co Ltd Verfahren und Vorrichtung zum automatischen Reparieren eines Kettfadens
DE59006017D1 (de) * 1989-10-03 1994-07-14 Rueti Ag Maschf Verfahren und Einrichtung zum Einziehen eines Kettfadens in gewebebildende Teile einer Webmaschine.
JPH06104946B2 (ja) * 1989-10-11 1994-12-21 シーケーディ株式会社 ドロッパの分離装置
US5116276A (en) * 1990-03-28 1992-05-26 Tsudakoma Corp. Location of a slit between dents corresponding to a broken warp
KR930004078B1 (ko) * 1990-03-28 1993-05-20 쯔다고마 고오교오 가부시끼가이샤 수복(修腹)후의 경사의 처리방법
JP2832857B2 (ja) * 1990-04-19 1998-12-09 津田駒工業株式会社 たて糸修復用制御方法およびその装置
BE1004740A3 (nl) * 1991-04-09 1993-01-19 Picanol Nv Werkwijze en inrichting voor het afzonderen van een draadeinde van een gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine.
EP1951941B1 (en) * 2005-11-21 2013-10-16 Picanol Method for introducing a weft thread in an air weaving machine and air weaving machine
EP2570530B1 (de) * 2011-09-14 2014-01-01 Starlinger & Co Gesellschaft m.b.H. Kettbändchenwächter und Rundwebmaschine

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL68526C (nl) *
FR1467135A (fr) * 1965-12-13 1967-01-27 Cotonniere De Fives Casse-chaîne électrique perfectionné pour métier à tisser

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2902003C2 (de) * 1979-01-19 1986-08-28 W. Schlafhorst & Co, 4050 Mönchengladbach Tufting-Maschine mit einer Einrichtung zum Verlängern der zugeführten Fadenschar
US4300599A (en) * 1980-01-04 1981-11-17 Leesona Corporation Warp detection system
DE3143484C2 (de) * 1981-11-03 1983-09-29 Lindauer Dornier Gmbh, 8990 Lindau Vorrichtung zum Vereinzeln von Weblitzen oder Lamellen
NL8202215A (nl) * 1982-06-01 1984-01-02 Rueti Te Strake Bv Spoelloze weefmachine, voorzien van middelen voor het uit het weefvak verwijderen van defecte inslagdraden.
EP0104298B1 (de) * 1982-09-24 1987-04-01 GebràœDer Sulzer Aktiengesellschaft Vorrichtung zur logistischen Bedienung von Textilmaschinen
JPS609952A (ja) * 1983-06-29 1985-01-19 株式会社豊田自動織機製作所 織機における切断経糸処理方法
NL8600372A (nl) * 1986-02-14 1987-09-01 Picanol Nv Inrichting voor het bepalen van de plaats van een kettingbreuk bij weefmachines met kettingwachterlamellen.
EP0255737B1 (en) * 1986-07-08 1990-08-08 Picanol N.V. Method and device to facilitate the repair of warp thread in weaving looms with droppers
NL8602192A (nl) * 1986-08-28 1988-03-16 Picanol Nv Werkwijze voor het herstellen van een kettingbreuk bij weefmachines en herbedradingsinrichtingen hierbij aangewend.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL68526C (nl) *
FR1467135A (fr) * 1965-12-13 1967-01-27 Cotonniere De Fives Casse-chaîne électrique perfectionné pour métier à tisser

Also Published As

Publication number Publication date
EP0284591B1 (en) 1991-05-29
US4967801A (en) 1990-11-06
EP0284591A1 (en) 1988-09-28
US4905737A (en) 1990-03-06
DE3862976D1 (de) 1991-07-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1000376A4 (nl) Werkwijze voor het ter hoogte van de kettingwachter afzonderen van een gebroken kettingdraad uit de ketting bij een weefmachine, alsook inrichting die deze werkwijze toepast.
US5287605A (en) Device for manipulating healds or drop wires in a warp-thread drawing-in machine
JPH0248659B2 (nl)
US4815498A (en) Process and apparatus for manipulating fallen drop wires of weaving loom warp stop motions and facilitating repair of broken warp threads
RU1816291C (ru) Ремизоподъемна каретка
JPH1053930A (ja) 繊維機械用杼口形成装置
NL8602192A (nl) Werkwijze voor het herstellen van een kettingbreuk bij weefmachines en herbedradingsinrichtingen hierbij aangewend.
US4909283A (en) Tucking-in device for weaving machines
JPH0735625B2 (ja) たて糸の切れ端分離方法およびその装置
CN1043174A (zh) 缝纫机
US5111560A (en) Automatic warp threading apparatus
NL8601819A (nl) Werkwijze voor het vergemakkelijken van de herstelling van kettingdraden bij weefmachines met kettingwachterlamellen, en inrichting hierbij aangewend.
WO1997017484A1 (en) A reed drawing-in method of looms and an apparatus used in the same
KR100382041B1 (ko) 경사의 순서잡는 기계
CN210262292U9 (zh) 一种选珠机
US5249606A (en) Isolating a yarn end of a broken warp thread from the warp in a weaving machine
CN211112611U (zh) 一种选珠设备
JP3888726B2 (ja) 繊維機械用杼口形成装置
CN109881342A (zh) 自动穿综机用上综丝行程套件
BE1000993A3 (nl) Werkwijze voor het herstellen van gebroken kettingdraden bij weefmachines.
BE1018197A3 (nl) Selectie-en geleidingslichamen voor haken in een jacquardmachine.
US1546728A (en) Attachment for looms
US293798A (en) Mechanism foe looms
BE1001302A4 (nl) Werkwijze voor het vergemakkelijken van de herstelling van kettingdraden bij weefmachines met kettingwachterlamellen, en inrichting hierbij aangewend.
US380641A (en) Mechanism foft waeping machines

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19940331