BE1000327A4 - Inrichting voor het op afroep voederen van varkens. - Google Patents

Inrichting voor het op afroep voederen van varkens. Download PDF

Info

Publication number
BE1000327A4
BE1000327A4 BE8700806A BE8700806A BE1000327A4 BE 1000327 A4 BE1000327 A4 BE 1000327A4 BE 8700806 A BE8700806 A BE 8700806A BE 8700806 A BE8700806 A BE 8700806A BE 1000327 A4 BE1000327 A4 BE 1000327A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
weighing
feeding
feed
identification box
box
Prior art date
Application number
BE8700806A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Buschhoff Th Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Buschhoff Th Ag filed Critical Buschhoff Th Ag
Application granted granted Critical
Publication of BE1000327A4 publication Critical patent/BE1000327A4/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • A01K1/0209Feeding pens for pigs or cattle
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/0005Stable partitions
    • A01K1/0017Gates, doors
    • A01K1/0023Sorting gates

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)

Abstract

Inrichting voor het op afroep voederen van varkens, waarbij elk varken in een bijzondere weeg-en/of idendificatiebox (24) wordt geindentificeerd, en gewoger en daarin per verwerking naar een vreetbox (14), een afscheidingsruimte (12) of naar een terugloopgang wordt gebracht. Door het dwangmatige transport van de varkens naar de voeder-, behandel- of wachtplaats wordt een wrijvingsloos verloop van de individuele voedering en behandeling, ook van varkens die grote groepen leuven, bereikt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Beschrijving
Inrichting voor het op afroep voederen van varkens. 



   De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het op afroep voederen van in Cenminste één stal vrij rondlopende varkens ,met een   weeg-.   en/of identificatiebox, meerdere daarachtar opqestelde vreetboxen,   Melke zijn voorzien   van   uttgangsdeuren en automatisch cpenende   en sluitende ingangsdeuren, met een terugloopgang naar de stal en een afscheidingsruimte voor het afscheiden van   afzonderlijke varkens.   



     Het   is bekend, dragende zeugen in een   grotere groep in   een wacht- 
 EMI1.1 
 stal to houden, waarin in die is voorzien van voederstions, eiheid %ij zieh vr1j Icunnen bewegen "80voeder kan   halen. De zeugen dragen   aan sen halsband een zender, welke zender de   individuale gegevena   van da zeug naar da ontvanger van een commuter zendt, welke de   voederhoeveelheid   voor het gegeven ogenblik voor da betreffende zeug berekent en daarna de voedertoevoer naar het voederstationstuurt. 



   Om   tegolljkerzijd   in meerdere vreetboxen te kunnen voederen, is reeds voorgesteld de dieren niet in een   voederstacion, maar in een aparte   weeg-enidentificatieboxteidentificeren (tijdschrift"Landtechnik", 5 mei 1986, biz. 240). De in da weeg- en identificatiebox gefdentifi-   caerde   zeug wordt dan   langs     zzch   ch automatisch openende en sluitende deuren naar een bepaalde vreetbox geieid, waar het haar toegedachte voeder naar wordt   toegevoerd.

   Zij   verlaat dan da vreetbox door een vooraan gelegen   uitgangsdeur   en wordt of langs een centrals terugloopgang naar de wacht- 9tal   teruggeieid   of in een   bijzondere   afscheidingsruimte gevoerd, indien uit de identificatie is gebleken, dat de zeug een   bijzondere   behandeling nodig heeft, b.v. omdat zij moet worden ingeent. 
 EMI1.2 
 



  Het is gebleken dat deze wijze van op afroep voederen niet zander storinqan functioneert, omdat de niet altijd de door de automatisch openende en sluitende deuren aan hun aangeboden weg gaan, maar vaak op deze hier gaan ver, en de autcMBa. deuren blokkeren. 



  Voorts is een gecompliceerde da aan elke te leiden en da naar de juiste vreetboxen leidende deuren op tijd en in 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 zeugende juiste volgorde te openen en te sluiten. 



   De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te vermijden en een inrichting voor het voederen op afroep van de in de aanhef nader toege- lichte soort   Zo   uit te voeren,   da t   de varkens dwangmatig tot voor een vrije vaederbox worden gebracht en daar met de hun toekomende hoeveel- heid voeder kunnen worden gevoederd, naar de terugloopgang terugkeren of anders naar een   afscheidingsruimte < oeten Lopen.   



   Dit doel wordt met de uitvinding bereikt, doordat da weeg-en/of identificatiebox beweegbaar is langs de ingangsdeuren van de vreetboxen,   langs   een ingang naar de terugloopgang en langs een ingang naar ten minste één afscheidingsruimte. 



   Nadat een varken de weeg- en identificatiebox heeft betreden, wordt het daar   geldentifj. eaerd   en gewogen. Een computer verwerkt de gegevens en stelt vast of en hoeveel voeder het   dier   toekomt en of het van de kudde afgezonderd   moet.   worden. Daarna wordt het, wanneer het voeder tegoed heeft, in de weeg-en/of identificatiebox tot voor een vrije vreetbox geleid, waarheen het aan het dier toekomende voeder wordt geleid.   geeft   het varken echter de totale hem toekomende hoeveelheid voeder voor die dag reeds opgenomen, dan wordt het in de   weeg-en/of   identificatiebox naar de uitgang gebracht, die naar de terugloopgang naar de wachtstal leidt. Most hat echter worden afgezonderd, dan brengt de weeg-en/of identificaciebox het tot voor de uitgang naar de afscheidingsruimte.

   Elk varken dat de weeg- en/of identificatiebox heeft betreden, heeft daarna geen keus meer, maar het moet de weeg-en/of identificatiebox op die plaats verlaten, waar het door deze   weeg-en/of   identificatiebox heen wordt gebracht. Omdat het op de weg naar de vreetboxen niet vrij kan lopen en de weeg- en/of identificatiebox ook alleen naar voren toe of naar een vreetbox of naar een   afsd1eidingsruimte   of naar de terugloopgang kan verlaten, kan het de   vcederinrichting   niet voor andere varkens blokkeren. 



   De   weeg-en/of   identificatiebox   1. s bij voorkeur uitgevoerd   als wagen, die voor de ingangen van da vreetboxen, van de terugloopgang en van de afscheidingsruimtes rijdbaar is. De weeg- en/of identificatiebox kan ook op een draaischijf zijn geplaatst, die langs de op een deel van een cirkel geplaatste ingangen van da vreetboxen, de terugloopgang en 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 de afscheidingsruimtes draaibaar is. Als alternatief hierbij kan men het   weeg-en/of identificatiebox binnengetreden   varken ook met de wanden van de box duwen, waarbij het zelf over de vloer moet   lopen.   



   Om het varken dat zich in de weeg-en/of idencificatiebox bevindt, te   isoleren,   en om het te beschermen tegen verwondingen, wanneer de weegen/of identificatiebox langs   Jen   van da vreetboxen of   een   van de uitgangen naar de   afseheidingsruimcan   of naar de terugloopgang wordt ver- 
 EMI3.1 
 reden, moet de weeg-en/of ten minste aan zijn naar de inganqen en afscheidingsruimte toegekeerde zijde zijn voorzien van een zieh automatisch openende en sluitende    identificacieboxuitgangsdeur.   Evenzo kan de   weeg-en ideneificatiebox   ook aan zijn achterzijde een automatisch openende en sluitende ingangsdeur hebben.

   Verder bevinden zieh bij voorkeur aan alle in-en uitgangen van de varkensstal, de vreetboxen, de afscheidingsruimte en de terugloopgang deuren,   odat   het   verschuiftraject   van de weeg-en/of identificatiebox door geen enkel varken kan worden betreden. 



   Bet is bijzonder gunstig, wanneer de weeg- en/of de identificatiebox is voorzien van een voederhouder en een voedertransparteur, die het aan het zich in de weeg-en identifieatiebox bevindende varken toegemeten voeder kan opnemen en naar de   vreettroq   van de vreetbox, waar het varken heen wordt geleid, kan transporteren. Set aan het desbetreffende varken toekomen voeder wordt daaraan aldus in de   weeg-en/of identificatiebox   meegegeven en daarmee samen naar de desbetreffende voederbox getranspor-   taerd.   Dit heeft het   vcordeel., dat alLeen   een centrale   voedervoarraad   en   een centrale distributieinrichting noodzakalijk zijn,   die stationair kunnen zijn aangebracht an bijzonder eenvoudig zijn te regelen. 



   Indien droog voeder, b. v. pallets, worden gevoerderd, kan de voedertransporteur een schroeftransporteur zijn. Bij vloeibaar voederen wordt bij voorkeur een buisleiding met een lichte helling toegepast, waardoor de voedersoep na het openen van een klep uit de-voederhouder in de   vcedertrog   stroomt, wanneer het varken in da corresponderende vreetbox is aangekomen. 



   De voederhouder en da voedertransporteur zijn bij voorkeur boven deweeg-en/ofidentificatieboxaangebracht, waarbijdevoedertransporteur resp. de voederbuisleiding zich over de lengte van een vreetbox 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 uitstrekt en alle vreetboxen kan bestrijken.   Het   zieh in da   weg-en/of     1dentificaciabox   bevindende varken hoeft dan steeds slechts voorwaarts te lopen om bij zijn voedertrog te   komen.   



   Boven de voederhouder in da weeg- en/of identificatiebox is bij voorkeur een centrale voedervoorraad geplaatst in den of meerdere silo's met toebedeelinriehting, welke de volgens de in de   weeg-en/of identifi-   catiebox ingewonnen   gegevens   vastgestelde hoeveelheid voeder aan de voederhouder afgeven, terwijl het te voeren varken zieh in de   weeg-en/of   identificatiebox bevindt. Een dergelijke installatie is bijzonder eenvoudig en   gemakkelijk to onderhouden en maakt   een eenvoudige regeling mogelijk. 



   De voedersilo met de voedervoorraad an de   distributieinrichting   bevinden zich bij voorkeur boven die ruimte, waarin de   weeg-en/of   identificatiebox zieh vóór de   uitgang   van de stal   bevindt. Nadat hat   varken de weeg- en/of identificatiebox heeft betreden, wordt het geldentificeerd en gewogen en voedersilo en distributieinrichting vullen het hem toekomende voeder tegelijkertijd ter plaacse in de voederhouder, die zieh boven de hem in de   weeg-en/of identificatiebox bevindt. Bet   varken kan dan samen met zijn voeder langs de kortste weg naar de volgende vrije vreetbox worden gebracht. 



   De aan ingangen naar da vreetboxen, naar   de afscheidingsruimten   en naar de terugloopgang aangebrachte deuren zijn bij voorkeur hefdeuren, die door de eveneens als hefdeur uitgevoerde uitgangsdeur van de weegen/of identificatiebox worden geopend en gesloten. Deze hefdeuren hebben een eenvoudige en   robuuste   e constructie en habben geen eigen aandrijving en besturing nodig. Bovendien is het bijzonder eenvoudig, met dergelijke hefdeuren een schakelinrichting aan de   weeg- en/of identificatiebox   te bedienen, wanneer het telkens te voederen varken in zijn vreetbox is aangekomen en het hem   toekomende voedern   naar de voedertrog moet worden geleid. 



   Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding   blijken uit da   navolgende beschrijving en de tekening, waarin voorkeursuitvoeringsvormen van da uitvinding aan de hand van voorbeelden nader worden   toegelicht.   



   Daarbij toont. : 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 fig. 1 een schematische plattegrond van een varkensstal met een inrichting voor het voederen op afroep volgens de uitvinding ; fig. 2 een horizontale doorsnede volgens de lijn 11-11 in   fig. 3   op vergrote schaal van da inrichting voor het voederen op afroep volgens fig. 1,   fig. 3 een verticale doorsnede   volgens lijn   111-111   in   fig. 2f   en fig. 4 een weergave op de wijze van fig. 1 van een varkensstal voor twee groepen dieren met een gewijzigde   uitvoeringsvorm   van een inrichting voor het voederen op afroep volgens da   uitvinding.   



   De in fig. 1 weergegeven varkensstal 10 is een zeugenstal voor een grotere groep dragende zeugen en bestaat uit een wachtstal 11, een afscheidingsruimte 12 en een   inrichting   voor hat voederen op afroep, die in zijn totaliteit met 13 is aangeduid. De wachtstal 11 dient voor de zeugen als verblijfs-en slaapruimte, waarin   zij zieh vrij   kunnen bewegen en die voor een deel van een gesloten bodem en voor een deel van een roosterbodem is voorzien, zoals dit op zieh bekend is. In da afscheidingsruimte 12 worden die zeugen geleid, die van de kudde afgescheiden moeten worden,   b. v.   omdat zij ziek zijn en behandeld moeten worden, of omdat zij naar het biggenwerphok moeten worden gevoerd.

   In de   voedeeinrichting   13 haalt elke zeug het haar toekomende voer, waarvoor de zeugen gedurende da gehele dag gelegenheid hebben. 



     . De voederinq   13 op afroep bestaat bij hat in figuren 1-3 weergegeven   uitvoerinqsvoorbeeld   uit drie naast elkaar geplaatste vreetboxen 14 en een naast deze vreetboxen   geplaatste   doorgang 15, die naar de afscheidingsruimte 12 leidt. Elke vreetbox 14 heeft een ingang 16 en een uitgang 17. Evenzo heeft ook de doorgang 15 een ingang 18 en een uitgang 18'. De ingangen 16 van de vreetboxen 14 en van de doorgang 15 zijn met hefdeunen 19 afgesloten, die hierna nog nader worden. toegelicht. De uitgangen 17 en 18'daarentegen hebben zwenkdeuren 20, die van de vreetboxen 14 resp. de doorgang 15 uit naar buiten toe openen, door de varkens worden opengedrukt en zieh   zelfstandig   weer sluiten.

   Da uitgangsdeur 20 van de doorgang 15 opent naar de afscheidingsruimce 12 toe, 
 EMI5.1 
 terwijl da uitgangsdeuren 20 van de, vreetboxen 14 naar een dwarsgang 21 toe openen. De dwarsgang 21 mondt uit in de wachtstal. 11 en is aan zijn uiteinde door een   uitgangsdeur   22 afgesloten, die door'de zeugen alleen 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 vanuit de dwarsgang 21 kan worden geopend an die is voorzien van een automatische deursluiter, die deze deur na het passeren van een zeug weer sluit en vast gesloten houdt, zodat da dwarsgang 21 niet vanuit de wachtstal 11 kan worden betreden. 



   De uitgangsdeur 20, die de doorgang 15 naar de   afscheidingsruimte  
12 toe opent, is op dezelfde wijze uitgevoerd als de uitgangsdeur 22,   d. w. z. zij   kan door een zeug van doorgang 15 uit worden   opengerukt   en sluit zieh weer automatisch na het passeren, waarbij zij vanuit de afscheidingsruimte 12 niet door een zeug kan worden geopend. 



   Aan het hoofd van de in een rij naast elkaar opgestelde vreetboxen 14 en de doorgang 15 naar de afscheidingsruimte 12 is een gang 23 aangebracht, die   zich-tot   de   wachtstal 11 uitsttekt   en waarin een weegen/of identificatiebox 24 langs de ingangen 16 en 18 naar de vreetboxen 14 en de doorgang 15 tot binnen in de wachtstal 11 heen en weer beweegbaar is.

   Bij het weergegeven   uitvoeringsvoorbeeld   is de   waeg-en/of   identificatiebox 24 een wagen 25, die is voorzien van een   ingangsopening   26 aan zijn ene   kopzijde   an een   uitqang50pening   27 aan zijn tegenovergelegen kopzijde en door de ingangsopening 26 door telkens een zeug vanuit de wachtstal 11 kan worden betreden, wanneer deze wagen 25 zieh bevindt op de in fig. 1 weergegeven plaats in het bereik van de wachtstal 11. 



  De uitgangsopening 27 is door een uitgangsdeur 28 afsluitbaar, die bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld als hefdeur is uitgevoerd en hierna nog verder zal worden beschreven. In de aan de ingangsopening 26 grenzende afsluitwand 29 is een   schuifdeur   30 ondergebracht, waarmee de zieh voor de   ingangsopening   26 van de weeg-en/of identificatiebox 24 bevindende opening 29a in de afsluitwand 29 kan worden afgesloten, wanneer een zeug de wagen 25 heeft betreden.

   Aanvullend kan ook de wagen 25 aan zijn achtergelegen ingangsopening 26 een deur hebben, die bij voorkeur op dezelfde wijze als hefdeur kan zijn uitgevoerd, zoals da deur aan de 
 EMI6.1 
 uitgangszijde van de 
De vreetboxen 14 zijn ten opzichte van elkaar en ten   opzichte   van de doorgang 15 naar de afscheidingsruimte 12 en ook naar boven toe door staven of buizen 31 an 32 afgescheiden.

   In elke vreetbox bevindt zich een   voedertrog   33, die in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in een hoek tussen een vast zijwanddeel 34 en de vooraan gelegen kopwand van 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 elke vreetbox 14 naast de uitgangsdeur 20 daarvan is aangebracht. ssij een andere uitvoeringsvorm zou de voedertrog ook aan de   uitgangsdeur   20 zelf bevestigd kunnen zijn en daarmee naar   buiten   kunnen zwenken, wanneer de zeug de trog heeft leeggevreten.   Set : is ook mogelijk   de voedertrog in het vooraan gelegen deel van de vreetbox   14.   alleen   aan'een zijwand   aan te brengen. 



   Op de bovengelegen staven 32, die elke vreetbox 14 naar boven toe   afsluiten,   is in het bereik van de voedertrog 33 telkens den voedertrechter 36 aangebracht, waaronder zich een toevoerbuis 37 bevindt, welke het aan de voedertrechter 36   afgegeven   droge of vloeibare voeder in de voedertrog 33 leidt. 



   De   weeg-en/of identificatiebox   24 heeft een balans met twee krachtopnemers 38, een voederhouder 39 en een voedertransporteur 40. De krachtopnemers 38 van de balans zijn op een boven gelegen,   horizontaal   aangebracht steunframe 41 aangebracht, waarin twee assen 42 met vooraan gelegen wielen 43 en achteraan gelegen wielen 44 zijn aangebracht en waarmee het steunframe 41 over vooraan gelegen rijrails 45 en achteraan gelegen   rijrails   46 kan rijden. De vooraan gelegen rijrails 4S zijn op de tussenwand 47 geplaatst, die de   sweetboxen   14 van de gang 23 scheidt, en de achteraan gelegen rijrail 46 bevindt zieh op de achteraan gelegen   afsluitwand   29 van de gang 23.

   Aan het horizontale steunframe 41 is de balansschaal 48 opgehangen, die is uitgevoerd als een aan de langszijden gesloten kast, die aan da kopse zijden open is an is voorzien van een bodem, Deze gesloten, als   balanssehaal   dienende kast, vormt tezamen met het horizontale steunframe 41 da wagen 25 van de weeg-en/of identi-   ficÅatiebox, waarvan hierboven   sprake was. 



   Aan het vooraan gelegen uiteinde van de wagen 25 zijn op het boven gelegen steunframe 41 de   identificatie-inrichtingen   49 aangebracht, welke de signalen van de zender opnemen, welke de zieh telkens in de balansschaal 48 bevindende zeug om da hals draagt. Balans 38 en   identificatie-'   inrichtingen 49 zijn aan een hier niet nader weergegeven computer aangesloten, die de aan ham doorgegeven gegevens verwarkt en   daarna de   gehele inrichting regelt, zoals dit hierna nog zal worden beschreven. 



   De als hefdeur uitgevoerde uitgangsdeur 28 van de weeg-en/of identificatiebox 24 wordt met een   schroefaandrijV1ng   of met pneumatische 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 
 EMI8.1 
 of hydraulische hefcilinders opgeheven en neergelaten en heeft aan het onderaan gelegen einde een klauw 28a, dia onder de hefdeuren 19 van de vreetboxen 14, de gang   naar de afscheidingsruimte an   voor da terugloopgang langs glijdt en bij het openen en sluiten de hefdeur 19 van de corresponderende vreetbox, van da gang naar de afscheidingsruimte of 
 EMI8.2 
 van de terugloopgang, waar de weeg- de identificatiebox zieh voor . en/ofbevindt, meeneemt. 



   De in het   voorgaande   genoemde voedertransporteur 40 is in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een transportschroef, die aan de in de looprichting van de   dieren   gezien, linkerzijde boven de balansschaal 48 aan het steunframe 41 is aangebracht en van deze uit in de richting van de vreetboxen vrij vooruit steekt. De   transportschroefaandrijving 52 en   de voederhouder 39 bevinden zieh aan het achteraan gelegen einde van de 
 EMI8.3 
 voedertransporteur boven het draagframe 41. Wanneer de weeg-en/of de ,. identificatiebox 24 zijn in de figuren 1 en 2 weergegeven stand inneemt, waarin de wagen 25 zich in het bereik van de wachtstal 11 bevindt, komt de voederhouder 39 onder de uitloop 53 van een   doseerjjnrichting   54, die wordt bevoorraad door een daarboven aangebrachte voedersilo 55.

   Deze voedersilo kan in het bereik van de wachtstal, maar ook op een andere plaats zijn aangebracht. 



   Aan het onderaan gelegen eind van de verticale geleidingsrails 50 van da hefdeur 28 is een   schakelinriehting   56 aangebracht, die bij het sluiten van de ingangsdeur 19 van een vreetbox 14 wordt bediend en na het sluiten van deze ingangsdeur de aandrijving 52 van de transportschroef 40 in werking stelt, zodat het zieh in de voederhouder bevindende voeder door de transporteur naar de corresponderende voedertrechter wordt getransporteerd. 



   Wanneer de wagen 25 van de   weeg-en/of identificatiebox   24 zieh in het bereik van de wachtstal bevindt, kan deze door de uitgang van de wachtstal 11 door een zeug worden betreden. Zodra de zeug zieh in de wagen 25 bevindt en de vooraan gelegen ingangsdeur 30 is gesloten, neemt de identificatieinrichting 49 de signalen op, welke de zender, die da zeug om de hals draagt,   uitzendt* Hierdoor   kan de zeug door de elektronische   bewakingsinrichting   worden   geldentificeerd.

   Tegelijkertijd   wordt het   gewacht   op dat moment van de zeug vastgesteld en wordt deze momentane 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 waarde eveneens aan de verwerkingsinrichting doorgegeven, waar deze waarden met de beoogde waarden worden vergeleken.   Stelt   de   verwerking-   inrichting vast, dat de zieh in de weeghouder 48 bevindende zeug haar dagrantsoen reeds heeft.   geconsumeerdt   dan worden de hefdeuren 19 en 28 geopend, welke de uitgangsopening 27 naar de terugloopgang naar de wachtstal 11 daarvoor afgesloten hielden. De zeug moet dan da wagen 25 naar voran toe weer verlaten en naar de wachtstal 11 terugkeren. 



   Indien de verwerkingsinrichting daarentegen vaststelt, dat de zieh in de wagen 25 bevindende zeug nog voer tegoed heeft, dan stuurt de   verwerkingsinrichting   de doseerinrichting 54 aan de voedersilo 55 zodanig, dat hat voedertegoed door de uitloop 53 in de voederhouder 39 wordt geleid, die zieh boven de wagen 25 bevindt. De weeg-en/of identificatieinrichting 24 rijdt dan in de gang 23 dwars voor een vrije vreetbox 14, waarvan hefdeur 19, zoals eerder beschreven door de hefdeur 28 van da   weeg-en/of identificatiebox   24 omhoog wordt geheven en hierdoor tagelijkertijd met de hefdeur 28 wordt geopend. De zeug betreedt dan de vreetbox 14 en loopt naar voran naar de voedertrog 33. Zodra de zeug zieh in de vreetbox bevindt, worden de hefdeuren 19 en 28 weer gesloten.

   Bierbij wordt de schakelinrichting 56 bediend, wanneer de hefdeur 19 zijn sluitstand heeft bereikt. De aandrijving 52 van de transportschroef 40 wordt ingeschakeld en deze transporteert het zieh in da voederhouder 39 bevindende, voor de desbetreffende zeug afgemeten voeder door de voeder-   trechter   36 en de toevoerbuis 37 naar de   voedertrog   33, waar het door de zeug wordt opgenomen. 
 EMI9.1 
 



  Na het beeindigen van de vreethancìelinq wordt door de zeug de zwenkdeur 20 in de uitgang 17 van de desbetreffende vreetbox 14 geopend, die in de open stand daarvan tegelijkertijd de dwarsgang 21 naar achteren toe afsluit. De zeug kan dan uit de vreetbox 14 door de dwarsgang 21 weer terug in de wachtstal 11 komen, die zij door de uitgangsdeur 22 betreedt, die zij daarbij tegen de werking van het   sluitmeehanisme   in naar wachtstal 11 toe open drukt. 



   Wanneer de identificatieinrichting 49 samen met de verwerkingsinrichting vaststelt, dat de zeug, die in de wagen 25 is gegaan, moet worden afgezonderd, dan rijdt da wagen in de gang 23 helemaal naar het andere einde tot voor da ingang 18, die naar de doorgang 15 naar de af- 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 
 EMI10.1 
 scheidingsruimte 12 lejdtuadat de hefpoort 19, die tot dat de doorgang 15 naar de afscheidingsruimre 12 afgesloten hield, samen met de hefdeur van de wagen 25 geopend, kan da zeug in de doorgang 15 en van hieruit in de 12 komen, waarbij zij de zwenkdeur 20 naar de afscheidingsruimte 12 toe opent, die zieh dan door da van de deursluiter daarvan weer sluit. 



  Nadat zeug, die de wagen 25 heeft of weer in de wachtstal 11 of in de 12 of in áén van de vreetboxen 14 is afgeleverd, rijdt de weeg-en/of 24 weer naar zijn in de 2 weergegeven deur 30 wordt dan weer zodat de volgende in de wagen 25 kan komen. deur 30 wordt eerder beschreven voltrekt zieh dan opnieuw, waarbij deze zeug afhankelijk van haar gegevens weer naar de wachtstal 11 wordt teruggestuurd, de afscheidingsruimte 12 wordt geleid of in een vrije vreetbox 14 wordt gelaten. 



  Het duidelijk, dat hat met de inrichting volgens da uitvinding mogelijk is, elk afzanderlijk-varken en te behandelen, waarbij het voederen wrijvingsloos inrichting het voederen op afroep niet door afzonderlijke varkens geblokkeerd kan worden, die de als rustplaats willen opzoeken. 



  In fig. 4 is andere uitvoeringsvorm van een inrichting voor hat voederen op afroep volgens Bij het in 4 weergegavan worden met de voedering op afroep twee groepen zeugen bediend, die zieh in twee van elkaar gescheiden 60 en 61 bevinden. In de wachtstal 60 is bijvoorbeeld een groep die gescheiden moet worden gehouden van oudere zeugen, die in de 61 bevinden. 



  Beide 60 en 61 door een 62 van elkaar gescheiden, waarbij aan hat van de een loopgang 63 is aangebracht, die naar de uitgangsplaat 64 van de weeg-en/of identificatiebox 24 leidt. De loopgang 63 heeft een verwijdende 65, die de zeugen de toegang vanuit beide wacht de loopgang 63 verschaft die is voorzien van een pendeldeur, welke of de linker ingang 66a naar de wachtstal 60 afsluit en de rechter 66b naar de opent of omgekeerd. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 momentWanneer bijvoorbeeld een zeug uit de wachtstal 61 door de ingang 66b gaat, drukt zij de pendeldeur 67 naar links in de in fig. 4 met getrokken lijnen weergegeven stand, waarin de deur de ingangsopening 66a afsluit. 



  Wil dan een zeug vanuit de wachtstal 60 naar de voedering op afroep kamen, dan drukt zij de pendeldeur 67 in de in fig. 4 met onderbroken lijnen weergegeven stand, waarin de ingangsopening 6b vanuit wachtstal 61 wordt afgesloten. 



   Nadat dan een zeug de weeg-en/of identificatiebox 24 heeft betreden, wordt de deur 30, die in dit geval een hefdeur is, afgesloten. 



   Nadat de zeug gewogen en als   voederingsbehoevend is geidentifi-   ceerd, rijdt de wagen 25 in de gang 23 of naar   links, indien het om een   jonge zeug uit de groep gaat, die in de wachtstal 60 is ondergebracht, 
 EMI11.1 
 of de wagen 2S rijdt naar rechts in de gang 23, indien hat gaat om een zeug, die hoort bij de groep uit de wachtstal 61. De wagen 25 stopt dan voor   6en   van de lege vreetboxen 14 en levert de zeug daar af. Aan haar toebedeeld voeder wordt in de trog gedaan en de zeug keert na het vreten in de terugloopgang 67 voor jonge zeugen of in de terugloopgang 68 voor oudere zeugen terug, van waaruit zij weer door   een   van de uitgangsdeuren 69 of 70 in de wachtstal 60 resp. 61 terugkomt. 



   Blijkt uit de identificatie van de zeug, dat   deze-behandeld   en in 
 EMI11.2 
 en van de afscheidingsruimten 12a resp. 12b moet worden gebracht, dan wordt de vooraan gelegen uitgangsdeur 28 van de weeg-en/of identificatieinrichting 24 geopend. De zeug kan dan door de doorgang   15 al. naarqelanq   de stand van de aan het eind van da gang aangebrachte pendeideur 71 in de linker afscheidingsruimte 12a kamen, wanneer het om een jonge zeug gaat, of naar de afscheidingsruimte 12b lopen, wanneer hat om aen oudere zeug gaat. 



   Wordt vastgesteld, dat hat de zieh in da wagen 25 bevindende zeug aan niets   ontbreekt,   zij dus niet afgezonderd hoeft te worden, dat zij echter ook geen voeder meer tegoed heeft, dat wil zeggen haar dagrant-   soen   al heeft geconsumeerd, dan rijdt de wagen 25, naargelang of het om een jonge zeug of om een oudere zeug gaat, of naar het linker eind of naar het rechter eind van de gang 23. De daar aangebrachte uitgangsdeur wordt dan geopend en de zeug moet rechtstreeks naar de terugloopgang 67 of 68 terugkeren, vanwaaruit zij dan weer naar haar wachtstal 60 of 61 komt. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



   Duidelijk is, dat het principe van de   uitvinding   ook verwezenlijkt kan worden in stalinrichtingen met een andere plattegrond en dat het bijvoorbeeld ook mogelijk is, voor alle varkens uit meerdere stallen slechts te voorzien in   één   enkele afscheidingsruimte, of dat ook nog meerdere groepen varkens op dezelfde inrichting voor het voederen op afroep aangesloten kunnen worden. De zeugen kunnen net droog voeder of met vloeibaar voeder worden gevoederd en het is zonder meer mogelijk, hiervoor te voorzien in daarmee corresponderende silo's en transport- inrichtingen.

   In plaats van de voederbevoorrading van de wagen van de   weeg-en/of identificatiebox uit,. kunnen de afzonderlijke voedertroggen    ook vanuit een ringleiding   worden verzorgd, waarbij   de respectieve hoeveelheid voeder, in het bijzonder bij   vloeibare voederinq, door e1ek-'   tronisch gestuurde kwantiteitsmeters en afsluitkleppen kan worden toebedeeld. 



   De weergegeven en beschreven voedering op afroep is uiteraard niet alleen voor zeugen, maar ook voor mestvarkens toepasbaar, die gericht en met hun groei correspanderend moeten worden gevoederd. Hierbij kan de afscheidingsruimte ook dienen voor het van de kudde afscheiden van slachtrijpe varkens. Voorts is het mogelijk, de wagen, welke de varkens vanuit hun verblijfsruimte betreden, alleen voor het wegen van het varken te gebruiken en de   voederafgifte alleen afhankelijk van het   respectieve gewicht van het varken te regelen. 



     Anderzijds   is het ook   mogelijk   de wagen alleen als   identificatie-   box te gebruiken, waarin het varken, dat de wagen betreedt, alleen wordt   ge. identificeerd, waarna het   dan, al naargelang de vereisten, kan worden afgescheiden of in bijzondere behandelingsruimtes kan worden gebracht. 



     Hoewel   in het weergegeven en beschreven   uitvoeringsvoorbeeld   de vreetboxen en de gangen   naar de afscheidingsruimtes en terug   naar de,   verblijfsruimte   in een rij naast   elkaar   zijn opgesteld, kunnen ook deze vreetboxen, de terugloopgang en de   afscheidingsruimtes anders, bijvoor-   beeld in een cirkel, zijn opgesteld. De   weeg-en/of identificatiebox   wordt dan bij voorkeur op een draaischijf aangebracht, die voor de ingangen van de vreetboxen, van de terugloopgang en van de afscheidingsruimtes. draaibaar is.

Claims (11)

  1. CONCI. USIES EMI13.1 1. Inrichting voor het op afroep voederen van in tenminste een stal vrij rondlopende varkens met een weeg-en/of identificatiebox, meerdere daarachter opgestelde vreetboxen, welke zijn voorzien van uitgangsdeuren en automatisch openende en sluitende ingangsdeuren, met een terugloopgang naar de stal en een afscheidingsruimte voor het afscheiden van afzonderlijke varkens, met het kenmerk, dat de weeq- en/of identificatiebox (24) langs de ingangen (16) van da vreetboxen (14), langs een ingang (27) naar de terugloopgang (21 resp. 67 resp. 68) en langs een ingang (18) naar tenminste een afscheidingsruimte (12) beweegbaar iä.
  2. 2. inrichting volgens conclusie 1, met hat kenmerk, dat de weegen/of identificatiebox (24) is uitgevoerd als wagen (25). die langs de ingangen (16, 27,18) van da vreetboxen (14) van de terugloopgang en van de afgcheidingsruimzes (12) verrijdbaar is.
  3. 3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de weegen/of identificatiebox (24) op een draaischijf is aangebracht, die langs de op een deel van een cirkel geplaatste ingangen van de vreetboxen, van de terugloopgang en van de afscheidingsruimtes draaibaar is.
  4. 4. Inrichting volgens een van de conclusies 1 - 3, met het kenmerk, dat de weeg- en/of identificatiebox (24) tenminste aan zijn naar de ingangen (16,27, 181 van vreetboxen (14), terugloopgang (21 resp. 67 resp. 68) en afscheidingsruimte (12) toegekeerde zijde is voorzien van EMI13.2 een zieh automatisch openende en sluitende hefdeur (28).
  5. 5. inrichting volgens een der conclusies l-4, met het kenmerk, dat de weeg-en/of identificatiebox (24) is voorzien van een voederhouder (39) en een voedertransporteur (40), die het aan het zieh in de weeg-en/of identificatiebox (24) bevindende varken toegemeten voeder kan opnemen en naar de vreettrog (33) van de vreetbox (14), waar het varken heen wordt geleid, kan transporteren.
  6. 6. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de voederhouder (39) en de voedertransporteur (40) boven de weeg-en/of identificatiebox (24) zijn aangebracht, waarbij de voedertransporteur (40) zieh over de lengte van een vreetbox (14) uitstrekt en alle vreetboxen (14) kan bestrijken. <Desc/Clms Page number 14>
  7. 7. Inrichting volgens één der conclusies 1 - 6, met het kenmerk, dat boven de voederhouder (39) van de weeg- en/of identificatiebox (24) een voedersilo (55} met toebedeelinrichting (54) is aangebracht, welke de volgens de in. de weeg-en/of identificatiebox (24) ingewonnen gegevens vastgestelde hoeveelheid voeder aan de voederhouder (39) afgeeft, terwijl het te voederen varken zieh in de weeg-en/of identificatiebox (24) bevindt. EMI14.1
  8. 8. Inrichting volgens en der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de voedersilo (55) en de toebedeelinrichting (54) boven de ruimte (11) zijn aangebracht, waarin de weeg-en/of identificatiebox (24) zieh voor de uitgang (26) van de stal (11) bevindt.
  9. 9. tnrichting voigens een der conclusies 1 - 8. met het kenmerk. dat de aan ingangen (16, 18 en 27) aangebrachte deuren hefdeuren (19) zijn, die door de eveneens als hefdeur uitgevoerde, automatisch openende en sluitende uitgangsdeur (28) in de weeg- en/of identificatiebox (24) worden geopend en gesloten.
  10. 10. Inr1chtinq volqens één der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de hefdeur (28) van de weeg- en/of identificatiebox (24) een uitsteeksel (28a) vertoont, dat onder da hefdeur (19) van de desbetreffende ingang (16, 18 of 27) grijpt en deze meeneemt.
  11. 11. Inrichting volgens den der conclusies 1 - 10, met het kenmerk, dat da weeg-en/of identificatiebox (24) is voorzien van een schakelinrichting (56), die bij het sluiten van de inqangsdeu : r (19) van de desbetreffende vreetbox wordt bediend en de voedertransporteur inschakelt.
BE8700806A 1987-01-23 1987-07-17 Inrichting voor het op afroep voederen van varkens. BE1000327A4 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19873701864 DE3701864A1 (de) 1987-01-23 1987-01-23 Einrichtung zur abruffuetterung von schweinen

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1000327A4 true BE1000327A4 (nl) 1988-10-18

Family

ID=6319345

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8700806A BE1000327A4 (nl) 1987-01-23 1987-07-17 Inrichting voor het op afroep voederen van varkens.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1000327A4 (nl)
DE (1) DE3701864A1 (nl)
NL (1) NL8701567A (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4137387C2 (de) * 1991-11-14 1994-05-11 Laue Hans Joachim Prof Dr Vorrichtung zum automatischen Füttern von Kälbern oder Schweinen
AT401706B (de) * 1993-02-02 1996-11-25 Vogl Gerhard Fütterungsanlage für schweine
AT399255B (de) * 1993-03-18 1995-04-25 Vogl Gerhard Fütterungsanlage für schweine
DE69911748T2 (de) 1998-03-03 2004-07-01 Kristoffer Larsen Innovation A/S Tierzuchtanlage
FR2777652B1 (fr) * 1998-04-20 2001-09-14 Andre Glon Sa Soc Procede de controle automatique et continu de la prise de poids d'un ensemble d'animaux et dispositif pour la mise en oeuvre de ce procede
ATE238654T1 (de) * 1998-12-23 2003-05-15 Kristoffer Larsen Innovation A Anordnung zum individuellen füttern freilaufender tiere
CA2383584C (en) 1999-09-02 2008-08-05 Jesper Kristoffer Larsen Method for controlling breeding of free-range animals
AT410884B (de) * 2001-04-05 2003-08-25 Vogl Gerhard Fütterungsanlage für in gruppen gehaltene tiere
CA2430179C (en) 2002-06-05 2011-01-18 Osborne Industries, Inc. Swinging gate assembly, electronic livestock feeding station, and automated sorting system
DE60323975D1 (de) 2002-06-05 2008-11-20 Osborne Ind Inc Viehhaltungsverfahren und gewichtsabhängige fütterung
EP1552738B1 (en) * 2003-12-29 2009-07-15 Kristoffer Larsen Innovation A/S Arrangement for breeding large herds of free-range animals in stables
NL1032147C2 (nl) * 2006-07-11 2008-01-14 Nedap Nv Stalinrichting voor varkens.
AT504869B1 (de) * 2007-09-18 2008-09-15 Wasserbauer Franz Ludwig Vorrichtung zur abgabe von futter an nutztiere
WO2013062466A1 (en) * 2011-10-24 2013-05-02 Delaval Holding Ab An entry passage to a space for animals
DE202012005654U1 (de) * 2012-06-12 2013-09-16 Big Dutchman Pig Equipment Gmbh Sauenstall zum Aufziehen von Nutztieren in Kleingruppenhaltung
DE202012005655U1 (de) * 2012-06-12 2013-09-16 Big Dutchman Pig Equipment Gmbh Sauenstall zum Aufziehen von Nutztieren
NZ752569A (en) * 2016-09-30 2022-01-28 Prec Inc System and method for feeding animals

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1125827A (en) * 1965-09-27 1968-09-05 Alfa Laval Ab Method and plant for the general care and raising of animals
DE2515450A1 (de) * 1975-04-09 1976-10-21 Unabhaengige Erzeugergemeinsch Vorrichtung zum bewerten von schlachttieren
NL7900426A (nl) * 1979-01-19 1980-07-22 Antonius Adrianus Johannes Mar Voerbox.
NL8104575A (nl) * 1981-10-08 1983-05-02 Hendrik Pol Melkstal.
EP0163515A2 (en) * 1984-06-01 1985-12-04 National Research Development Corporation Animal separator
EP0205219A1 (en) * 1985-06-10 1986-12-17 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek NEDAP A cattle feeding station
DE3623816A1 (de) * 1985-07-16 1987-01-22 Vogl Gerhard Fuetterungsanlage fuer tiere

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DD74148A (nl) *
DE2348732C2 (de) * 1973-09-28 1981-10-15 Jakob 8404 Wörth Wagner Rundstall

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1125827A (en) * 1965-09-27 1968-09-05 Alfa Laval Ab Method and plant for the general care and raising of animals
DE2515450A1 (de) * 1975-04-09 1976-10-21 Unabhaengige Erzeugergemeinsch Vorrichtung zum bewerten von schlachttieren
NL7900426A (nl) * 1979-01-19 1980-07-22 Antonius Adrianus Johannes Mar Voerbox.
NL8104575A (nl) * 1981-10-08 1983-05-02 Hendrik Pol Melkstal.
EP0163515A2 (en) * 1984-06-01 1985-12-04 National Research Development Corporation Animal separator
EP0205219A1 (en) * 1985-06-10 1986-12-17 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek NEDAP A cattle feeding station
DE3623816A1 (de) * 1985-07-16 1987-01-22 Vogl Gerhard Fuetterungsanlage fuer tiere

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
LANDTECHNIK, vol. 41, no. 5, mei 1986, blz. 234,239,240, Lehrte, DE; W. Zaehres: "Abruffütterung für Sauen" *

Also Published As

Publication number Publication date
DE3701864C2 (nl) 1990-12-20
DE3701864A1 (de) 1988-08-04
NL8701567A (nl) 1988-08-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1000327A4 (nl) Inrichting voor het op afroep voederen van varkens.
NL1035804C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van voeder.
US6837189B2 (en) Hog facility management system and method
EP0512096B1 (en) Method of feeding animals and apparatus suitable for carrying out said method
US8584619B2 (en) Electronic livestock feeding station with integral scale assembly
SU1082352A1 (ru) Коровник
EP0510100B1 (en) Method and system for feeding cows
NL8602942A (nl) Verplaatsbare ruimte waarin een inrichting voor het automatisch melken van een beest is opgesteld.
US4697547A (en) Apparatus and method for rearing and/or keeping animals
NL9301260A (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
US3019763A (en) Mobile milking house and milk room
US2969039A (en) Echelon milking system
NL1017885C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van voeder aan dieren.
NL9200677A (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren, zoals koeien.
JP2003009698A (ja) 動物用飼料供給装置
KR20190011541A (ko) 돼지 선별 돈사 및 이를 이용한 돼지 선별 방법
WO2019122486A2 (es) Sistema y método para identificar, alimentar y manejar animales, en especial ganado lechero
DE2232480C3 (de) Anlage zur Aufstallung von Großvieh
US3077860A (en) Dairy barn traveling stanchion
CN212184689U (zh) 一种生猪群养分拣***
US2858800A (en) Lane-type stall
BE1017509A3 (nl) Werkwijze voor het vetmesten van dieren en stal daarbij toegepast.
NL9200678A (nl) Inrichting voor het automatische melken van dieren, zoals koeien.
NL9300154A (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
KR20240044837A (ko) 착유우 사육용 자동축사 시스템

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: TH.BUSCHHOFF A.G. NACHF.H.BUSCHHOFF SOHNE G.M.B.H

Effective date: 19930731