NL9500021A - Ground-working machine - Google Patents

Ground-working machine Download PDF

Info

Publication number
NL9500021A
NL9500021A NL9500021A NL9500021A NL9500021A NL 9500021 A NL9500021 A NL 9500021A NL 9500021 A NL9500021 A NL 9500021A NL 9500021 A NL9500021 A NL 9500021A NL 9500021 A NL9500021 A NL 9500021A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame part
extending
support
arms
soil
Prior art date
Application number
NL9500021A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL8400901A external-priority patent/NL8400901A/en
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL9500021A priority Critical patent/NL9500021A/en
Publication of NL9500021A publication Critical patent/NL9500021A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/12Arrangement of the tools; Screening of the tools

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Abstract

Ground-working machine provided with a frame part, on which a number of ground-working components are arranged in a row which extends transversely with respect to the direction of forwards movement of the machine, which ground-working components can be driven about upwardly directed axles and are provided with at least one working element which is directed downwards on a support extending transversely with respect to the axis of rotation; an elongate protective element, in the form of a bar, is arranged at the level of and in front of the supports, the height of which protective element can be adjusted by means of bearing arms on supports which extend vertically and are attached to the frame part, while springs and guides are provided, so that the protective element, during operation, has a limited degree of movement in the direction of the frame part, the bearing arms which extend vertically being coupled to a lever, by means of which the protective element can be adjusted in the vertical direction, while the guides are designed in such a manner that they are able to support the protective element in the various positions. <IMAGE>

Description

GRONDBEWERKINGSMACHINESOIL TILLER

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine voorzien van een gesteldeel, waaraaneen aantal grondbewerkingsorganen in een zich dwars op devoortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij isaangebracht, welke grondbewerkingsorganen om opwaartsgerichte assen aandrijfbaar zijn en zijn voorzien van tenminste één aan een dwars op de draaiingsas zich uitstrekkendedrager bevestigd, naar beneden gericht bewerkingselement,waarbij ter hoogte van en vóór de dragers een langgestrektafschermelement in de vorm van een balk is aangebracht, welkafschermelement door middel van draagarmen aan in de hoogtezich uitstrekkende, aan het gesteldeel bevestigde steunen inhoogte instelbaar is, terwijl veren en geleidingen aanwezigzijn, waardoor het afschermelement tijdens het bedrijf eenbeperkte bewegingsmogelijkheid in de richting van het ge¬steldeel bezit.The invention relates to a soil tillage machine provided with a frame part, to which a number of soil tillage members are arranged in a row extending transversely of the direction of movement of the machine, which soil tillage members are drivable about upwardly directed axes and are provided with at least one extension carrier extending transversely of the axis of rotation , downward-facing machining element, wherein an elongated shielding element in the form of a beam is arranged at the height of and in front of the carriers, the shielding element being height-adjustable by means of support arms on supports extending on the frame part, while springs and guides are present , whereby the shielding element has a limited possibility of movement in the direction of the frame part during operation.

Het is reeds bekend om het afschermelement inverticale richting aan dragers in hoogterichting te verstel¬len. Deze bekende constructie is echter ingewikkeld.It is already known to adjust the shielding element vertically to supports in height direction. However, this known construction is complicated.

Het doel van de uitvinding is een eenvoudigeinrichting te verkrijgen, met behulp waarvan het afscherm¬element in verschillende posities kan worden opgesteld.The object of the invention is to obtain a simple device with the aid of which the screening element can be arranged in different positions.

Volgens de uitvinding zijn de in de hoogte zichuitstrekkende draagarmen gekoppeld met een hefboom, doormiddel waarvan het afschermelement in hoogterichting instel¬baar is, terwijl de geleidingen zodanig zijn uitgevoerd datzij het afschermelement in de verschillende posities kunnenafsteunen.According to the invention, the height-extending support arms are coupled to a lever, by means of which the shielding element is adjustable in height direction, while the guides are designed such that they can support the shielding element in the different positions.

Aan de hand van een in de tekening weergegevenuitvoeringsvoorbeeld van een machine volgens de uitvinding,zal de uitvinding hieronder nader worden uiteengezet.The invention will be explained in more detail below with reference to an illustrative embodiment of a machine according to the invention shown in the drawing.

Figuur 1 geeft in bovenaanzicht eengrondbewerkingsmachine volgens de uitvinding weer, in hetbijzonder voor de bereiding van een zaaibed;Figure 1 is a top view of a soil tillage machine according to the invention, in particular for the preparation of a seed bed;

Figuur 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weervolgens de pijl II in Figuur 1;Figure 2 shows an enlarged view according to the arrow II in Figure 1;

Figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn III-III in Figuur 1, terwijlFigure 3 is an enlarged view taken along the line III-III in Figure 1, while

Figuur 4 op grotere schaal een aanzicht weergeeftvolgens de lijn IV-IV in Figuur 1;Figure 4 shows an enlarged view according to line IV-IV in Figure 1;

Figuur 5 geeft op grotere schaal een aanzicht weervolgens de pijl V in Figuur 2, terwijlFigure 5 is an enlarged view of the arrow V in Figure 2, while

Figuur 6 een aanzicht weergeeft volgens de pijl VIin Figuur 2;Figure 6 represents a view according to the arrow VIin Figure 2;

Figuur 7 geeft een tweede uitvoeringsvoorbeeld weervan een geleiding voor het door middel van een hefboom inhoogterichting verstellen van een vóór de dragers van debewerkingsorganen aangebracht afschermelement, in de vorm vaneen profielbalk.Figure 7 shows a second exemplary embodiment of a guide for adjusting in height a lever element arranged in front of the processing members in the form of a profile beam by means of a lever.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft eengrondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereidingvan een zaaibed. De machine heeft een met een trekker tekoppelen draaggestel dat een enkele gestelbalk 1 omvat, diezich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machineuitstrekt en althans nagenoeg horizontaal is gelegen. Zoalsuit figuur 3 blijkt, is de gestelbalk 1 hol met een hoekige,bij voorkeur rechthoekige dwarsdoorsnede, een en anderzodanig dat de langste rechthoekszijden althans nagenoegverticaal zijn gelegen. Aan de einden is de gestelbalk 1voorzien van zich in opwaartse richting uitstrekkende plaat¬vormige steunen 2, waarvan de breedste zijde althans nagenoegevenwijdig is gelegen aan een verticaal vlak in devoortbewegingsrichting van de machine.The device shown in the figures relates to a soil cultivation machine, in particular for the preparation of a seed bed. The machine has a tractor coupling hitch which comprises a single frame beam 1, which extends transversely to the direction of travel A of the machine and is at least substantially horizontal. As can be seen from Figure 3, the frame beam 1 is hollow with an angular, preferably rectangular cross-section, such that the longest rectangular sides are at least substantially vertical. At the ends, the frame beam 1 is provided with upwardly extending plate-shaped supports 2, the widest side of which is at least substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel of the machine.

Zoals uit figuur 3 blijkt, zijn de steunen 2 aan devoorzijde en aan de bovenzijde van de gestelbalk 1 bevestigd,waarbij zij enigszins een S-vorm hebben met aan de bovenzijdeeen zich althans nagenoeg in verticale richting uitstrekkendgedeelte 3 dat, in zijaanzicht gezien, praktisch in zijngeheel achter de gestelbalk 1 is gelegen. Het gedeelte 3vormt de voorzijde van een hierna nader te bespreken paral-lellogramconstructie 4, met behulp waarvan een zich dwars opde voortbewegingsrichting A uitstrekkende kokerbalk 5 in tweeop afstand van elkaar gelegen punten is ondersteund, welkepunten zich praktisch op een kwart van de lengte van derespectieve einden van de kokerbalk bevinden. In de voortbewegingsrichting gezien, is de enkele gestelbalk 1 metzijn einden binnen de einden van en ter hoogte van de koker-balk 5 gelegen.As can be seen from Figure 3, the supports 2 are attached to the front and the top of the frame beam 1, being somewhat S-shaped with at the top a portion extending at least substantially vertically which, seen in side view, is practically its entirety is located behind the frame beam 1. The section 3 forms the front side of a parallelogram construction 4 to be discussed hereinafter, with the aid of which a box beam 5 extending transversely of the direction of movement A is supported in two spaced apart points, which points are practically a quarter of the length of the respective ends from the box girder. Viewed in the direction of travel, the single frame beam 1 is located with its ends within the ends of and at the level of the box beam 5.

De kokerbalk 5 heeft een trapeziumvormigedwarsdoorsnede met een door middel van bouten aangebrachteplaatvormige bovenzijde. De hoogte is althans nagenoeg gelijkaan de breedte van de onderzijde, waardoor een grotestijfheid wordt verkregen. In de kokerbalk 5 zijn op gelijkeafstand van bij voorkeur ± 25 cm van elkaar de opwaarts, bijvoorkeur verticaal gerichte assen 6 van bewerkingsorganen 7gelegerd. Elk van de bewerkingsorganen 7 omvat een onder dekokerbalk, op het uit deze balk stekende ondereinde van eenas 6 aangebrachte drager 8, die door middel van een naaf eneen moer op de as is aangebracht en vanaf de naaf schuin naarbeneden en naar buiten uitstrekkende delen heeft, die aan deeinden zijn voorzien van een houder voor het bevestigingsdeelvan een zich naar beneden uitstrekkend bewerkingselement 9 inde vorm van een tand.The box beam 5 has a trapezoidal cross-section with a plate-shaped top provided by means of bolts. The height is at least almost equal to the width of the bottom side, whereby a great stiffness is obtained. The upward, preferably vertically oriented shafts 6 of working members 7 are mounted in the box beam 5 at an equal distance of preferably ± 25 cm from each other. Each of the working members 7 comprises a support 8 arranged under the box girder, on the lower end of a shaft 6 projecting from this beam, which is mounted on the shaft by means of a hub and a nut and which has obliquely downwards and outwardly extending parts from the hub, which are provided at their ends with a holder for the fastening part of a downwardly extending machining element 9 in the form of a tooth.

Tussen een van de einden van de kokerbalk 5 afgerekend derde en vierde bewerkingsorgaan 7, is op de boven¬zijde van de balk een in hoofdzaak driehoekige plaat 10aangebracht, die zich althans nagenoeg evenwijdig uitstrektaan een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting A van demachine. De plaat 10 maakt deel uit van een parallellogram 4en heeft de vorm van een gelijkbenige driehoek, waarvan debasis zich over de gehele breedte van de kokerbalk 5uitstrekt en door middel van steunvoeten 11 en 12 en debouten, die eveneens dienen voor de bevestiging van debovenplaat aan de voor-, respectievelijk achterzijde van dekokerbalk, is vastgezet (figuur 3). Hierbij heeft de steun-voet 11 aan de voorzijde een groter dragend oppervlak dan desteunvoet 12 aan de achterzijde. Elke plaat 10 is nabij deonder- en bovenzijde voorzien van door middel van bouten 13verzwenkbaar aangebrachte, tot een parallellogram 4 behorendearmen 14 en 15, een en ander zodanig dat de door delangshartlijnen van de bouten 13 gevormde zwenkassen voor dearmen 14 en 15 in een vlak zijn gelegen door de draaiingsas-sen van de bewerkingsorganen 7. Op deze wijze neemt de koker- balk ten opzichte van de parallellogrammen 4 een voor hetoverbrengen van reactiekrachten zeer gunstige stand in. Doormiddel van bouten 13 zijn de voorzijden van de armen 14 en 15aan de onder-, respectievelijk bovenzijde van het gedeelte 3van een steun 2 aangebracht. Tussen de armen 14 en 15 van elkparallellogram 4 is juist boven het midden van de driehoekigesteun 10 aan de voorzijde een aanslag 16 aangebracht, een enander zodanig dat hierdoor een neerwaartse beweging van dearmen 14 en 15, en daarmee van de kokerbalk 5, wordtbegrensd. De onderste arm 15, die zwaarder is uitgevoerd dande arm 14, is voorzien van een gat, waardoor een pen 17 kanworden gestoken, die eveneens kan worden gestoken door eengat in de plaat 10, een en ander zodanig dat hierdoor, indiengewenst, de kokerbalk 5 met de parallellogrammen 4 tenopzichte van de gestelbalk 1 kan worden vergrendeld.Between the ends of the box beam 5 and the third and fourth processing members 7, a substantially triangular plate 10 is arranged on the top of the beam, which extends at least substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel A of the machine. The plate 10 is part of a parallelogram 4 and has the shape of an isosceles triangle, the base of which extends over the entire width of the box beam 5 and by means of support feet 11 and 12 and the bolts, which also serve for the attachment of the top plate to the the front and rear of the box girder are secured (figure 3). The support foot 11 at the front has a larger load-bearing surface than the support foot 12 at the rear. Each plate 10 is provided near the bottom and top side with arms 14 and 15 pivotally arranged by means of bolts 13, belonging to a parallelogram 4, all such that the pivot axes formed by the longitudinal axes of the bolts 13 are in one plane. situated by the axes of rotation of the working members 7. In this way the box beam takes a very favorable position for the transfer of reaction forces relative to the parallelograms 4. By means of bolts 13, the front sides of the arms 14 and 15 are arranged on the bottom and top side of the part 3 of a support 2, respectively. Between the arms 14 and 15 of each parallelogram 4, a stop 16 is arranged just above the center of the triangular support 10, one another such that this limits a downward movement of the arms 14 and 15, and thus of the box beam 5. The lower arm 15, which is made heavier than the arm 14, is provided with a hole through which a pin 17 can be inserted, which can also be inserted through a hole in the plate 10, in such a way that, if desired, the box girder 5 can be locked with the parallelograms 4 with respect to the frame beam 1.

Aan de einden is de kokerbalk 5 ter verstevigingvoorzien van rechthoekige afdekplaten 18 (figuur 2), die zichalthans nagenoeg evenwijdig aan een verticaal vlak in devoortbewegingsrichting A uitstrekken. De einden van dekokerbalk 5 zijn verder voorzien van verzwenkbare platen 19die zijn aangebracht aan armen 20, welke een zich in devoortbewegingsrichting A uitstrekkend, door middel vansteunen op de bovenzijde van de kokerbalk 5 gelegerd deelomvatten. De platen 19 nemen tijdens normaal bedrijf eenstand in, zoals in figuur 1 is weergegeven, waarbij zij metde buitenste bewerkingsorganen 7 kunnen samenwerken voor eenverkruimeling en verdeling van de aarde ter plaatse.At the ends, the box girder 5 is provided with reinforcing rectangular cover plates 18 (figure 2) for reinforcement, which extend substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel A. The ends of the box girder 5 are further provided with pivotable plates 19 which are arranged on arms 20, which include a part mounted in the direction of travel A, supported by supports on the top of the box beam 5. The plates 19 assume a position during normal operation, as shown in Figure 1, in which they can cooperate with the outer working members 7 for crumbling and distribution of the soil on the spot.

Tussen een van de einden af gerekend tweede enderde bewerkingsorgaan 7 is de kokerbalk 5 aan de voorzijdevoorzien van twee op afstand van elkaar gelegen, zich naarboven uitstrekkende stripvormige steunen 21 (figuur 4). Debovenzijden van de steunen 21 zijn aan de voorzijde doormiddel van een verbindingsstrip 22 met elkaar verbonden enverlopen vanaf de voorzijde naar achteren enigszins schuin.Tussen de steunen is in de bovenste helft door middel van eenbout 23 een hefboom 24 verzwenkbaar aangebracht, die zichnaar achteren uitstrekt en over een geringe afstand tot voorde steunen reikt. Door middel van de bout 23 en een afstands- ous, is een Kortere arm üï> aangeoracm:, aie zien siecnts naarvoren uitstrekt en samen met de hefboom 24 een vóór de steun-nen 21 gelegen vorkachtig deel vormt, tussen de benen waarvandoor middel van een pen 26 die zich althans nagenoeg dwars opde voortbewegingsrichting A en evenwijdig aan de bout 23uitstrekt, een rechte, naar beneden gerichte draagarm 27verzwenkbaar is aangebracht.Between a second and third processing member 7 counted from the ends, the box beam 5 is provided on the front side with two spaced upwardly extending strip-shaped supports 21 (figure 4). The top sides of the supports 21 are connected at the front by means of a connecting strip 22 and run slightly obliquely from the front to the back. Between the supports in the upper half a lever 24 is pivotally arranged, which extends backwards and reach a short distance to the front supports. By means of the bolt 23 and a spacer sleeve, a shorter arm is attached, which is seen to extend forward and together with the lever 24 form a fork-like part located in front of the supports 21, between the legs by means of which a pin 26 which extends at least substantially transverse to the direction of travel A and parallel to the bolt 23, a straight, downwardly directed support arm 27 is pivotally mounted.

Nabij het midden van de kokerbalk 5 is eveneens eenpaar steunen 21 aanwezig, die een door middel van een pen 26verzwenkbaar aangebrachte draagarm 27 steunen. Hierbij isechter geen hefboom 24 aanwezig.Near the center of the box beam 5 there is also a pair of supports 21, which support a support arm 27 pivotally mounted by means of a pin 26. However, no lever 24 is present here.

Aan de ondereinden van de draagarmen 27 is eenafschermelement in de vorm van een profielbalk 28 aan¬gebracht, welk afschermelement zich over de gehele lengte vande kokerbalk 5 uitstrekt en, zoals uit figuur 4 blijkt, terhoogte van en vóór de dragers 8 van de bewerkingsorganen 7 ende bevestigingen van de bewerkingselementen 9 is gelegen. Deprofielbalk 28 wordt in hoofdzaak gevormd door een hoekijzer,waarvan één been langer is dan het andere en waarbij de beidebenen via een vlak deel, dat zich althans nagenoeg in ver¬ticale richting uitstrekt, met elkaar zijn verbonden. Hetkorte been strekt zich schuin naar boven en naar achterenuit, terwijl het onderste been zich schuin naar beneden ennaar achteren uitstrekt. De beide benen van de profielbalk 28zijn verder aan de achterzijde met elkaar verbonden door eenplaat 29, die zich althans nagenoeg evenwijdig aan hetverbindingsdeel tussen de benen uitstrekt. Op deze wijze iseen afschermelement verkregen, dat een grote stijfheid heeft.Achter elke draagarm 27 is het bovenste been van de profiel¬balk 28 voorzien van een beugelvormig deel 30 dat een zichalthans nagenoeg in verticale richting uitstrekkend gedeelte30A omvat en een gedeelte dat naar voren is gebogen en aan dedraagarm is bevestigd. Het zich in opwaartse richtinguitstrekkend gedeelte 30A van de beugel 30, die een aanslagvormt, rust tegen een aan de voorzijde van de kokerbalk 5aangebrachte beugel 31, die aan de bovenzijde van de koker¬balk is bevestigd en een zich recht naar beneden uitstrekkendgedeelte 32 heeft, dat nabij de onderzijde van de kokerbalk althans nagenoeg haaks is omgezet en tegen de voorzijde vande kokerbalk rust. Het gedeelte 32 vormt een geleiding,waarlangs het gedeelte 30A van de beugel 30 kan glijden,indien de draagarm 27 met behulp van de hefboom 24 naarboven, respectievelijk naar beneden wordt bewogen. Debuitenste draagarmen 27, en daarmede de profielbalk 28,kunnen met behulp van de hefbomen 24 in twee standen wordengebracht, waarin de hefboom door middel van een pen 33 enovereenkomstige openingen 34 in de steunen 21 kan wordenvergrendeld. Bij het bewegen van de profielbalk 28 in deonderste stand, die in figuur 4 is weergegeven, komen dehefboom 24 en de arm 25 tegen een aan de binnenzijde van desteunen 21 aangebrachte aanslag 35 te rusten, waardoor eenvergrendeling door middel van de pen 33 gemakkelijk kanplaatsvinden. De verbindingsstrip 22 aan de bovenzijde van desteunen 21 vormt bij het naar boven bewegen van de hefboom 24en de arm 25 een aanslag. Op enige afstand boven het middenis elke draagarm 27 voorzien van een gat, waarin hetvooreinde van een trekveer 36 is gehaakt, welke trekveer metzijn achtereinde is gehaakt in een oog 37 dat ten opzichtevan een aan de achterzijde van de kokerbalk 5 aangebrachtesteun 38 door middel van een paar moeren 39 in meerderestanden kan worden gebracht en vastgezet, een en anderzodanig dat hierdoor de spanning van de trekveer, en daarmedede kracht waarmee het gedeelte 30A tegen het gedeelte 32wordt getrokken, kan worden ingesteld.A shielding element in the form of a profile beam 28 is arranged at the lower ends of the carrying arms 27, which shielding element extends over the entire length of the box beam 5 and, as appears from figure 4, at and in front of the carriers 8 of the working members 7 and the attachments of the processing elements 9 are located. The profile beam 28 is mainly formed by an angle iron, one leg of which is longer than the other and wherein the two legs are connected to each other via a flat part, which extends at least substantially in the vertical direction. The short leg extends obliquely upwards and backwards, while the bottom leg extends obliquely downwards and backwards. The two legs of the profile beam 28 are further connected to each other at the rear by a plate 29, which extends at least substantially parallel to the connecting part between the legs. In this way a shielding element is obtained which has a high stiffness. Behind each support arm 27 the upper leg of the profile beam 28 is provided with a bracket-shaped part 30 which comprises a section 30A extending substantially vertically and a section which is forward bent and attached to the control arm. The upwardly extending portion 30A of the bracket 30, which forms a stop, rests against a bracket 31 mounted on the front of the box girder 5, which is attached to the top of the box beam and has a straight downwardly extending portion 32, that near the bottom of the box girder is at least practically perpendicular and rests against the front of the box girder. The portion 32 forms a guide along which the portion 30A of the bracket 30 can slide if the carrying arm 27 is moved up or down by means of the lever 24. The outer supporting arms 27, and thus the profile beam 28, can be brought into two positions by means of the levers 24, in which the lever can be locked by means of a pin 33 and corresponding openings 34 in the supports 21. When the profile beam 28 is moved into the bottom position, which is shown in figure 4, the lever 24 and the arm 25 come to rest against a stop 35 arranged on the inside of the supports 21, so that a locking by means of the pin 33 can easily take place. The connecting strip 22 at the top of the supports 21 when the lever 24 and the arm 25 is moved upwards forms a stop. At some distance above the center, each support arm 27 is provided with a hole in which the front end of a tension spring 36 is hooked, which tension spring is hooked with its rear end in an eye 37 which, relative to a support 38 arranged at the rear of the box beam 5, by means of a a pair of nuts 39 can be brought into several positions and tightened, such that the tension of the tension spring, and thereby the force with which the part 30A is pulled against the part 32, can hereby be adjusted.

Met behulp van de hefboom kan men met de hand opsnelle wijze de stand van de profielbalk 28 aanpassen aan degewenste omstandigheden, waarbij de profielbalk zijn functie,te weten het opvangen en naar beneden geleiden van hardevoorwerpen in de door de bewerkingsorganen tot onder deprofielbalk losgemaakte grond, en de samenwerking met debewerkingsorganen voor een verkruimeling en verdeling van deaarde die aan de achterzijde van de profielbalk in hoofdzaakdoor middel van de plaat plaatsvindt, maximaal kanuitoefenen.With the aid of the lever, the position of the profile beam 28 can be adjusted manually to the desired conditions, the profile beam having its function, namely collecting and guiding hard objects in the soil loosened by the working members below the profile beam, and maximally cooperating with the crumbling and distribution elements of the earth which takes place at the rear of the profile beam mainly by means of the plate.

Indien harde voorwerpen tussen de dragers van debewerkingsorganen 7 en de achterzijde van de profielbalk dreigen klem te raken, kan deze tegen de werking van de veer36 in naar voren uitwijken. De veerspanning tussen de beugels30 en 31 laat een gemakkelijke verstelling van de profielbalktoe, hetgeen - gezien de grote lengte van de balk - vanbelang is. In plaats van de in figuur 4 weergegeven construc¬tie, kan men voor de geleiding bij de verstelling van deprofielbalk ook gebruik maken van een rol 40 (figuur 7), dienabij de bovenzijde aan de voorzijde van de kokerbalk 5 doormiddel van een steun 41 en een as 42 is aangebracht. Voorsamenwerking met de rol 40 is de draagarm 27 aan de achter¬zijde voorzien van een opwaarts verlopende strip 43. De strip43 reikt met een haaks omgebogen deel aan de bovenzijdetussen de steunen 21. Hierbij vormt dit deel een aanslag, dietevens tussen de steunen 21 wordt geleid bij een opwaartsbewegen van de profielbalk 28.If hard objects risk to get caught between the carriers of the processing members 7 and the rear side of the profile beam, it can move forward against the action of the spring 36. The spring tension between the brackets 30 and 31 allows an easy adjustment of the profile beam, which is important given the long length of the beam. Instead of the construction shown in figure 4, a roller 40 (figure 7) can also be used for guiding the profile beam in adjustment, the top side of the box beam 5 being provided by means of a support 41 and a shaft 42 is provided. For co-operation with the roller 40, the support arm 27 is provided at the rear with an upwardly extending strip 43. The strip 43 extends with a right-angled bent part on the top side between the supports 21. Here, this part forms a stop, which is also between the supports 21. guided when the profile beam moves upwards 28.

Op enige afstand van de einden is de gestelbalk 1voorzien van zich naar voren en enigszins naar bovenuitstrekkende plaatvormige steunen 44, die zich evenwijdiguitstrekken aan de plaatvormige steunen 2 voor de parallel-logramconstructie 4. Tussen de steunen 2 en 4 is door middelvan een horizontale pen 45, die zich dwars op devoortbewegingsrichting A uitstrekt, en een afstandsbus 46 eenzich naar achteren uitstrekkende arm 47 vrij verzwenkbaaraangebracht. Enigszins uit het midden van de gestelbalk 1zijn aan de, in de voortbewegingsrichting A gezien, rechter¬zijde twee op afstand van elkaar gelegen steunen 44 aan deboven- en voorzijde van de gestelbalk aangebracht. Tussen desteunen 44 is door middel van een pen 45 vrij verzwenkbaareen derde, zich naar achteren uitstrekkende arm 47 aan¬gebracht. De respectieve pennen 45 zijn zodanig aangebrachtdat de langshartlijnen, die de zwenkassen voor de armen 47vormen, in eikaars verlengde zijn gelegen (figuur 1).At some distance from the ends, the frame beam 1 is provided with forward and slightly upwardly extending plate-shaped supports 44, which extend parallel to the plate-shaped supports 2 for the parallel logram construction 4. Between the supports 2 and 4, a horizontal pin 45 is provided which extends transversely to the direction of travel A, and a spacer sleeve 46 and a rearwardly extending arm 47 are arranged pivotally. Slightly out of the center of the frame beam 1, on the right-hand side, viewed in the direction of travel A, two spaced apart supports 44 are arranged on the top and front of the frame beam. A third, rearwardly extending arm 47 is arranged freely between the supports 44 by means of a pin 45. The respective pins 45 are arranged such that the longitudinal axes, which form the pivot axes for the arms 47, are aligned in line (Figure 1).

Zoals uit de figuren 2 en 3 blijkt, verloopt elkearm 47 vanaf zijn vooreinde enigszins schuin naar boven omter hoogte van de achterzijde van de gestelbalk over te gaanin een althans nagenoeg horizontaal deel, dat in breedtetoeneemt en aan de achterzijde overgaat in een schuin naarbeneden en naar achteren gericht deel. Hierdoor wordt vol- doende ruimte gecreëerd voor een naar boven bewegen van dekokerbalk 5.As shown in FIGS. 2 and 3, each arm 47 extends slightly obliquely from its front end upwardly to the height of the rear of the frame beam into an at least substantially horizontal part, which increases in width and transitions at an oblique downward and rear-facing part. This creates enough space for the box beam 5 to move upwards.

Elk van de armen 47 is met zijn schuin naar benedenen naar achteren verlopend gedeelte door middel van vierbouten 48 bevestigd aan een plaat 49. De platen 49, die zichin opwaartse richting en althans nagenoeg evenwijdig aan eenverticaal vlak in de voortbewegingsrichting A van de machineuitstrekken, zijn bevestigd aan twee boven elkaar gelegenbalken 50 en 51, die zich over de gehele lengte van dekokerbalk 5 en dwars op de voortbewegingsrichting A van demachine uitstrekken. De onderste balk 51 is althans nagenoeghorizontaal gelegen, terwijl de bovenste balk 50 nabij hetmidden is voorzien van een knik (figuur 5), van waaruit debalk schuin naar beneden en naar buiten verloopt, een enander zodanig dat de afstand tussen de met elkaar door middelvan een opstaande plaat 52 verbonden einden van de balkenkleiner is dan de afstand tussen de balken nabij het midden.De balken zijn tussen de einden door middel van op afstandvan elkaar gelegen steunplaten 53 met elkaar verbonden. Hetgeheel van de armen 47 en de balken 50 en 51 vormt eendraaggestel voor twee aan elkaar grenzende, in eikaarsverlengde gelegen rollen 54, die zijn uitgevoerd als pakker-rollen.Each of the arms 47 is attached to a plate 49 with its obliquely downwardly sloping backward portion by four bolts 48. The plates 49 extending upwardly and at least substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel A of the machine are attached to two superimposed beams 50 and 51 extending the entire length of the box beam 5 and transverse to the direction of travel A of the machine. The lower beam 51 is located at least almost horizontally, while the upper beam 50 is provided with a bend near the center (figure 5), from which the beam extends obliquely downwards and outwards, one another such that the distance between the two by means of a upright plate 52 connected ends of the beams is smaller than the distance between the beams near the center. The beams are connected between the ends by spaced support plates 53. The whole of the arms 47 and the beams 50 and 51 forms a support frame for two adjacent roll-extended rollers 54, which are designed as packer rollers.

Nabij het midden is aan de balken 50 en 51 eenschuin naar beneden en naar voren gerichte steun 55 aan¬gebracht, die tot onder de onderste balk 51 reikt (figuur 5)en aan het ondereinde is voorzien van een tunnelvormigprofielstuk 56, dat zodanig is opgesteld dat de opstaandewanden van het tunnelvormig profielstuk 56 naar beneden zijngericht. De opstaande wanden van het tunnelvormig profielstuk56 vormen elk een legering voor een as 57. Elk van deopstaande wanden van het profielstuk 56 is daartoe voorzienvan een boring, waarin een as 57 met speling is aangebracht,zodat het effect van een kogelscharnier wordt verkregen. Elkeas 57 is aangebracht aan het einde van een cilindrisch deel58 van een rol 54. Het andere einde van het cilindrisch deel58 omvat in een legerhuis 59 ondergebrachte legers voor eenas 60, die is bevestigd aan de buitenzijde van een naar beneden en naar voren gencftte steun ti die aoor miaaei vanbouten 62 is aangebracht aan de steunen 52. Het cilindrischdeel 58 van elke rol 54 is voorzien van in groepen aan¬gebrachte, plaatvormige tanden 63 die op gelijke afstand vanelkaar zijn gelegen.Near the center beams 50 and 51 are provided with an obliquely downward and forwardly facing support 55, which extends below the bottom beam 51 (figure 5) and is provided at the bottom end with a tunnel-shaped profile piece 56, which is arranged in such a way that the upright walls of the tunnel-shaped profile piece 56 are directed downwards. The upright walls of the tunnel-shaped profile piece 56 each form an alloy for a shaft 57. For this purpose, each of the upright walls of the profile piece 56 is provided with a bore in which a shaft 57 is provided with clearance, so that the effect of a ball joint is obtained. Each shaft 57 is disposed at the end of a cylindrical portion 58 of a roller 54. The other end of the cylindrical portion 58 includes bearings for a shaft 60 housed in a bearing housing 59, which is attached to the outside of a downwardly and forwardly mounted support. This is arranged on the supports 52 by means of bolts 62. The cylindrical part 58 of each roller 54 is provided with groups of plate-shaped teeth 63 arranged in groups, which are equidistant from each other.

Tussen de groepen tanden 63 zijn aan de achterzijdeafstrijkers 64 gelegen, die nabij de onderzijde tegen hetcilindervormig deel 58 rusten (figuur 2). De afschrapers 64bevinden zich aan het ondereinde van schuin naar boven ennaar achteren verlopende dragers 65. Telkens vier naastelkaar gelegen dragers 65 zijn aangebracht aan een plaat¬vormige steun 66, die door middel van klembeugels 67 isaangebracht aan de onderste balk 51.Between the groups of teeth 63 are located on the rear side scrapers 64, which rest near the underside against the cylindrical part 58 (figure 2). The scrapers 64 are located at the lower end of obliquely upwardly and rearwardly extending carriers 65. Each of four adjacent carriers 65 are arranged on a plate-shaped support 66, which is mounted on the lower beam 51 by means of clamping brackets 67.

Door middel van afstandsbussen 68 en de bouten 46voor de bevestiging van de nabij het midden gelegen arm 47 iseen steunplaat 69 aangebracht, die aan de voorzijde eenscharnierpen 70 draagt voor het ondereinde van eenhydraulische verstelcilinder 71. De bovenzijde van deverstelcilinder is voorzien van een ondersteuning 72 voor eenschroefspindel 73. De ondersteuning 72 is door middel van eenpen 74 verzwenkbaar aangebracht aan een steun 75 op een zichdwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende horizon¬tale balk 76 van een bok 77 op de gestelbalk 1. De bok 77 isvoorzien van een driepuntsbevestiging voor aankoppeling aande driepuntshefinrichting van een trekker. De verstelcilinder72 kan op niet nader weergegeven wijze met het hydraulischecircuit van de trekker worden verbonden.A support plate 69 is provided by spacers 68 and bolts 46 for mounting the arm 47 located near the center, which carries a pivot pin 70 at the front for the lower end of a hydraulic adjusting cylinder 71. The top of the adjusting cylinder is provided with a support 72 for single screw spindle 73. The support 72 is pivotally mounted by means of a pin 74 to a support 75 on a horizontal beam 76 extending transversely of the direction of travel A of a trestle 77 on the frame beam 1. The trestle 77 is provided with a three-point attachment for coupling to the three-point linkage of a tractor. The adjusting cylinder 72 can be connected to the hydraulic circuit of the tractor in a manner not shown in more detail.

Met behulp van de schroefspindel 73 kan een aan debovenzijde binnen de verstelcilinder gelegen aanslag wordenversteld, een en ander zodanig dat een eenmaal ingesteldebedrijfsstand van de beide naast elkaar gelegen rollen 54, endaarmede een eenmaal ingestelde werkdiepte voor debewerkingsorganen 7, kan worden gehandhaafd. De einden van dezich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende,althans nagenoeg horizontaal gelegen balk 76 van de bok 77zijn door middel van zich naar beneden uitstrekkende platen78, die zich althans nagenoeg evenwijdig aan een verticaalvlak in de voortbewegingsrichting A uitstrekken, met de bovenzijde van de gestelbalk 1 verbonden. De platen 78 zijnaan de van elkaar afgekeerde zijden voorzien van dwarssteunen79, die op de gestelbalk 1 zijn bevestigd. De onderzijde vanelke plaat 78 vormt aan de voorzijde van de gestelbalk 1tezamen met een plaat 80 een onderste aankoppelpunt van eendriepuntsbevestiging.With the screw spindle 73, a stop located at the top inside the adjusting cylinder can be adjusted, such that a once adjusted operating position of the two adjacent rollers 54, and thus a once set working depth for the working members 7, can be maintained. The ends of the at least substantially horizontally extending beam 76 of the trestle 77 extending transversely of the direction of travel A are by means of plates extending downwards 78, which extend at least substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel A with the top side of the frame beam 1 connected. The plates 78 are provided on the sides facing away from each other with cross supports 79, which are fixed on the frame beam 1. The underside of each plate 78 forms at the front of the frame beam 1, together with a plate 80, a lower hitch of a three-point attachment.

Nabij het midden is de balk 76 voorzien van opafstand van elkaar gelegen, naar voren gerichte lippen 81,die een bovenste aankoppelpunt van de driepuntsbevestigingvormen.Near the center, the beam 76 is provided with spaced forward facing lips 81 which form an upper hitch of the three-point mounting.

De steunplaat 69 voor de hydraulische verstel-cilinder 71 is aan één zijde voorzien van een vorkachtig deel82 (figuur 5), waartussen door middel van een pen 83 metspeling één einde is aangebracht van een stabilisator 84 diezich, in de voortbewegingsrichting A gezien, naar rechtsuitstrekt en met zijn andere einde door middel van een pen 85met speling is aangebracht aan een steun 86 aan de achter¬zijde van de kokerbalk 5. De lengte van de stabilisator isinstelbaar. Een in lengte instelbare stabilisator 87, waarvande grootste lengte ongeveer een derde van de lengte van destabilisator 84 bedraagt, is door middel van een steun 88,die zich nabij de onderzijde van de bok 77 bevindt, metspeling op de voorzijde van de kokerbalk 5 aangebracht enstrekt zich, in de voortbewegingsrichting A gezien, naarlinks uit (figuur 1). Het andere einde van de stabilisator 87is door middel van steunen 89 met speling aangebracht nabijeen einde aan de achterzijde van de gestelbalk 1.The support plate 69 for the hydraulic adjustment cylinder 71 is provided on one side with a fork-like part 82 (figure 5), between which one end is provided by means of a pin 83 with play of a stabilizer 84 which, viewed in the direction of travel A, extends to the right and with its other end, by means of a pin 85, it is loosened on a support 86 on the rear side of the box beam 5. The length of the stabilizer is adjustable. A length-adjustable stabilizer 87, the greatest length of which is approximately one third of the length of destabilizer 84, is provided with play on the front of the box beam 5 by means of a support 88, which is located near the bottom of the trestle 77. viewed in the direction of travel A, to the left (Figure 1). The other end of the stabilizer 87 is loosened by supports 89 near one end at the rear of the frame beam 1.

Binnen de kokerbalk 5 is elke as 2 van eenbewerkingsorgaan 7 voorzien van een tandwiel 90 met rechtevertanding, een en ander zodanig dat de tandwielen op deassen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met elkaarin aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de asvan een bewerkingsorgaan 7 naar boven verlengd en staat dezevia een reductieoverbrenging in aandrijvende verbinding meteen opwaarts gerichte as die reikt tot in een tandwielkast91, waarbinnen deze as via een conische tandwieloverbrengingen een aan de achterzijde gelegen toerenvariator 92 inaandrijvende verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 93, die zowel aande voor- als aan de achterzijde buiten de tandwielkast 91uitsteekt. De voorzijde van de as 93 kan door middel van eentussenas 94 met de af takas van een trekker worden verbonden,terwijl het achterste deel van de as dienst kan doen voor deaandrijving van eventueel met de machine te koppelen verderewerktuigen, zoals poot- of zaaimachines.Within the box beam 5, each shaft 2 of a working member 7 is provided with a gear 90 with a right tooth, such that the gears are in a driving connection on the axes of adjacent working members. Near the center, the shaft of a working member 7 is extended upwards and there is a reduction gear in a driving connection with an upwardly directed shaft that extends into a gearbox 91, within which this shaft is driven by a bevel gear transmission 92, a rear-speed variable 92 with a shaft 93 extending in the direction of travel A, which protrudes beyond the gearbox 91 at the front and rear. The front of the axle 93 can be connected to the power take-off shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 94, while the rear part of the axle can serve to drive any further implements that can be coupled to the machine, such as planting machines or seed drills.

De bovenzijden van de platen 78 van de bok 77 zijnelk voorzien van een arm 95 die door middel van een pen 96,die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt,verzwenkbaar is aangebracht en naar achteren is gericht.Hierbij zijn de pennen 96 in eikaars verlengde gelegen. Dearmen 95 vormen een bovenste armenpaar.The upper sides of the plates 78 of the trestle 77 are each provided with an arm 95 which is pivotally arranged and directed backwards by means of a pin 96 extending transversely to the direction of travel A. The pins 96 are mutually elongated located. The arms 95 form an upper pair of arms.

Op enige afstand van de gestelbalk 1 zijn de platen78 aan de achterzijde elk voorzien van een arm 97, die zichnaar achteren uitstrekt en door middel van een pen 98verzwenkbaar is aangebracht. Ook hierbij zijn de pennen 98,die zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machineuitstrekken in eikaars verlengde gelegen. De armen 97 vormeneen onderste armenpaar. Elk paar armen 95, respectievelijk 97is door middel van een dwarsbalk 99, respectievelijk 100 metelkaar verbonden. Hierbij bevindt de dwarsbalk 99 voor hetbovenste paar armen 95 zich op enige afstand vóór de achter¬einden, terwijl de dwarsbalk 100 bij het onderste paar armen97 zich ter hoogte van de einden bevindt. Laatstgenoemdedwarsbalk heeft, in tegenstelling tot de eerstgenoemdedwarsbalk die een ronde dwarsdoorsnede heeft, een hoekige,bij voorkeur vierkante dwarsdoorsnede. De einden van hetonderste paar armen 97 hebben een naar binnen gericht schuinverloop en zijn hier ter hoogte van de dwarsbalk 100 voorzienvan zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkendedelen 101 (figuur 6). Aan de einden van het bovenste paararmen 95 en aan de schuin naar beneden en naar achterengerichte delen 101 van de armen 97 is door middel van pennen102, respectievelijk 103 scharnierbaar een aankoppelstuk 104aangebracht, dat wordt gevormd door een rechthoekige beugel.Het aankoppelstuk 104 omvat een balk 105, die zich dwars opde voortbewegingsrichting A uitstrekt en althans nagenoeg horizontaal is gelegen. De balk heeft een hoekige, bijvoorkeur vierkante dwarsdoorsnede en is aan de einden voor¬zien van zich naar beneden uitstrekkende balken 106, dieeenzelfde dwarsdoorsnede hebben en aan hun ondereindenscharnierend zijn aangebracht aan de delen 101 van hetonderste paar armen 97.At a distance from the frame beam 1, the plates 78 at the rear are each provided with an arm 97 which extends backwards and is pivotally mounted by means of a pin 98. Here, too, the pins 98, which extend in mutually transverse direction to the direction of travel A of the machine extensions. The arms 97 form a bottom pair of arms. Each pair of arms 95 and 97 is connected to each other by means of a cross beam 99 and 100, respectively. Here, the crossbar 99 for the top pair of arms 95 is spaced in front of the rear ends, while the crossbar 100 for the bottom pair of arms 97 is located at the ends. The latter crossbar, unlike the former crossbar, which has a round cross section, has an angular, preferably square cross section. The ends of the bottom pair of arms 97 have an inwardly inclined course and are provided here at the level of the cross beam 100 with obliquely downwardly and rearwardly extending parts 101 (Figure 6). At the ends of the upper pair arms 95 and at the obliquely downwardly and rearwardly directed parts 101 of the arms 97, a coupling piece 104, which is formed by a rectangular bracket, is hingedly arranged by means of pins 102 and 103 respectively. The coupling piece 104 comprises a beam 105 which extends transversely to the direction of travel A and is at least substantially horizontal. The beam has an angular, preferably square, cross-section and is provided at the ends with downwardly extending beams 106, which have the same cross-section and are hinged at their lower ends to the parts 101 of the bottom pair of arms 97.

Voor de verzwenkbare bevestiging door middel van depennen 102 zijn aan beide einden van de dwarsbalk 105 zichnaar voren uitstrekkende lippen 107 aangebracht, die degehele balk omgeven (figuur 2). Aan de ondereinden van debalken 106 zijn haakvormige delen 108 aangebracht, die deonderste aankoppelpunten van een driepuntsbevestiging vormen.Nabij het midden is de dwarsbalk 105 van het aankoppelstuk104 voorzien van zich naar voren uitstrekkende lippen 109,die op afstand van elkaar zijn aangebracht en nabij devoorzijde zijn voorzien van een boring, welke het bovensteaankoppelpunt van een driepuntsbevestiging vormt. Hierdoorwordt een korte aankoppeling mogelijk. De tussen het bovensteverzwenkbare armenpaar aangebrachte dwarsbalk 99 is nabij elkvan de armen 95 voorzien van een zich naar voren uitstrek¬kende lip 110. Tussen de lip 110 en een arm 95 is door middelvan een pen 111 in een sleuf gat 112 een einde van eenhydraulische verstelcilinder 113 aangebracht. De verstel-cilinder 113 is met zijn andere einde door middel van eenbout 114 verzwenkbaar aangebracht tussen de armenparen aan deachterzijde van de platen 78 van de bok 77 ter hoogte van debalk 76 (figuur 2). Op elk van de pennen 96, met behulpwaarvan het bovenste paar armen 95 met de platen 78verzwenkbaar is verbonden, is aan de buitenzijde eenverzwenkbare grendel 115 aangebracht. Elke grendel 115 is aande achterzijde voorzien van een vangbek die kan samenwerkenmet een pen 116, die zich aan de buitenzijde van elkeonderste arm 97 bevindt en juist achter het midden van dezearmen is aangebracht.For pivotal mounting by means of pins 102, forwardly extending lips 107 are provided at both ends of the cross beam 105, surrounding the entire beam (Figure 2). At the lower ends of the beams 106, hook-shaped members 108 are provided, which form the bottom hitch points of a three-point attachment. Near the center, the crossbeam 105 of the hitch 104 is provided with forwardly extending lips 109, which are spaced apart and near the front provided with a bore, which forms the top coupling point of a three-point mounting. This makes a short connection possible. The cross beam 99 arranged between the top pivotable pair of arms is provided with a forwardly extending lip 110 near each of the arms 95. Between the lip 110 and an arm 95 there is an end of a hydraulic adjusting cylinder by means of a pin 111 in a slotted hole 112 113 fitted. The adjustment cylinder 113 is pivotally secured with a bolt 114 between the pairs of arms at the rear of the plates 78 of the trestle 77 at the height of the beam 76 (Figure 2). On each of the pins 96, by means of which the upper pair of arms 95 is pivotally connected to the plates 78, a pivotable latch 115 is provided on the outside. Each latch 115 is provided at the rear with a catch jaw which can cooperate with a pin 116 located on the outside of each lower arm 97 and located just behind the center of these arms.

Aan de voorzijde is elke grendel 115 voorzien vaneen uitsparing 117, waarin met speling een op de platen 78aangebrachte aanslag 118 is gelegen. Elk van de grendels 115is verder door middel van een verbindingsorgaan 119 vanaf een trekker bedienbaar.At the front, each bolt 115 is provided with a recess 117, in which a stop 118 arranged on the plates 78 is located with clearance. Each of the latches 115 is further operable by a connector 119 from a tractor.

De in het voorgaande beschreven machine betreft,zoals reeds vermeld, een grondbewerkingsmachine die in hetbijzonder is bestemd voor de bereiding van een zaaibed.Hiertoe kan de machine door middel van het de gestelbalk 1 endaarop aangebrachte bok 77 omvattende draaggestel met dedriepuntshefinrichting van een trekker worden gekoppeld.As mentioned above, the machine described above relates to a soil tillage machine, which is particularly intended for the preparation of a seed bed. To this end, the machine can be coupled to the three-point linkage of a tractor by means of the support frame comprising the frame beam 1 and the top frame 77 mounted thereon. .

Nadat met behulp van de als pakkerrollen uitge¬voerde rollen 54 een bepaalde werkdiepte van de bewerkings-organen 7 is ingesteld, kan het geheel worden voortbewogen ineen richting volgens pijl A, waarbij de bewerkingsorganen 7vanaf de aftakas van de trekker via de in het voorgaandebeschreven overbrenging zodanig aandrijfbaar zijn dat naastelkaar gelegen bewerkingsorganen in tegengestelde zinroteren, en waarbij zij met hun bewerkingselementen tenminste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken.After a certain working depth of the working members 7 has been set by means of the rollers 54 designed as packer rollers, the whole can be moved in a direction according to arrow A, the working members 7 from the power take-off shaft of the tractor via the transmission described above. be drivable in such a way that adjacent working members rotate in opposite sense, and with their working elements they work at least adjacent strips of soil.

Door middel van de hefbomen 24 kan, na het uitnemenvan de grendelpen 33, de stand van het aan de voorzijde vande kokerbalk 5 gelegen afschermelement, gevormd door deprofielbalk 28, zodanig worden ingesteld dat dit maximaalzijn functie kan verrichten. De specifieke geleiding waarvooreen tweede uitvoeringsvoorbeeld in figuur 7 is weergegeven,vergemakkelijkt hierbij de beoogde verstelling van deprofielbalk. Alhoewel niet weergegeven, kan een hefboom 24ook zodanig zijn aangebracht dat deze zich naar vorenuitstrekt.By means of the levers 24, after the locking pin 33 has been removed, the position of the shielding element located at the front of the box beam 5, formed by the profile beam 28, can be adjusted so that it can perform its maximum function. The specific guidance for which a second exemplary embodiment is shown in Figure 7 facilitates the intended adjustment of the profile beam. Although not shown, a lever 24 may also be arranged to extend forward.

De in het voorgaande beschreven uitvoering van demachine is speciaal gedacht voor grote werkbreedten van tenminste drie meter, waarbij door het draaggestel, dat derechthoekige gestelbalk 1 omvat die aanmerkelijk korter isdan de kokerbalk 5 en bij voorkeur ongeveer de helft daarvanbedraagt, met een minimum aan materiaal en gewicht op doel¬matige wijze een ondersteuning voor de extra verstijfdekokerbalk 5 wordt verkregen. Tijdens het bedrijf kan dekokerbalk 5 zich door middel van de parallellogramconstruc-ties 4 in hoogterichting bewegen ten opzichte van het draag¬gestel dat door middel van de twee naast elkaar gelegen, ineikaars verlengde opgestelde pakkerrollen 54 wordt ondersteund. De rollen 54, die worden gedragen door eendraagconstructie welke de armen 47 en de boven elkaar gelegenbalken 50 en 51 omvat, bieden een effectieve ondersteuningvan het draaggestel, waarbij men een doelmatige krachten¬verdeling kan verkrijgen en de met speling aanwezige legeringvan de naar elkaar toegekeerde einden van de rollen tijdenshet bedrijf een grote soepelheid verleent.The embodiment of the machine described above has been specially conceived for large working widths of at least three meters, whereby the supporting frame, which comprises the rectangular frame beam 1, is considerably shorter than the box beam 5 and preferably amounts to about half of it, with a minimum of material and an effective support for the additional stiffened box beam 5 is obtained. During operation, the box beam 5 can move in height direction by means of the parallelogram constructions 4 relative to the support frame which is supported by the two juxtaposed elongated packer rollers 54, which are arranged side by side. The rollers 54, which are carried by a supporting structure comprising the arms 47 and the superimposed beams 50 and 51, provide effective support of the supporting frame, whereby an efficient distribution of forces can be obtained and the alloy of the facing ends is provided with clearance. of the rollers during the business gives great flexibility.

Voor de werkdiepte-instelling van de bewerkings-organen kan de stand van de rollen met de verstelcilinderworden gewijzigd, waarbij met behulp van de verstelbareaanslag deze stand als beschreven kan worden gehandhaafd.Tevens zorgt de aanslag voor een ontlasting van de hef-cilinder.For the working depth adjustment of the working members, the position of the rollers can be changed with the adjustment cylinder, while this position can be maintained as described with the aid of the adjustable stop, and the stop also relieves the load on the lifting cylinder.

Claims (5)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel¬deel, waaraan een aantal grondbewerkingsorganen in een zichdwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrek¬kende rij is aangebracht, welke grondbewerkingsorganen omopwaarts gerichte assen aandrijfbaar zijn en zijn voorzienvan ten minste één aan een dwars op de draaiingsas zichuitstrekkende drager naar beneden gericht bewerkingselement,waarbij ter hoogte van en vóór de dragers een langgestrektafschermelement in de vorm van een balk is aangebracht, welkafschermelement door middel van draagarmen aan in de hoogtezich uitstrekkende, aan het gesteldeel bevestigde steunen inhoogte instelbaar is, terwijl veren en geleidingen aanwezigzijn, waardoor het afschermelement tijdens het bedrijf eenbeperkte bewegingsmogelijkheid in de richting van het ge¬steldeel bezit, met het kenmerk, dat de in de hoogte zichuitstrekkende draagarmen (27) zijn gekoppeld met een hefboom(24), door middel waarvan het afschermelement (28) in hoogte-richting instelbaar is, terwijl de geleidingen (32, 40)zodanig zijn uitgevoerd dat zij het afschermelement in deverschillende posities kunnen afsteunen.1. Soil cultivation machine provided with a frame part, to which a number of soil cultivating members is arranged in a row extending transversely to the direction of travel of the machine, which soil cultivating members are drivable on upwardly directed axes and are provided with at least one extending transversely of the axis of rotation carrier downwardly machining element, wherein an elongated screening element in the form of a beam is arranged at and in front of the carriers, the screening element being height-adjustable by means of supporting arms on supports extending on the frame part, while springs and guides are present whereby the shielding element has a limited possibility of movement in the direction of the frame part during operation, characterized in that the height-extending supporting arms (27) are coupled with a lever (24), by means of which the shielding element (28) in height direction ng is adjustable, while the guides (32, 40) are designed in such a way that they can support the shielding element in the different positions. 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat de hefboom (24) verzwenkbaar is om een as (23)die zich boven het de bewerkingsorganen dragende gesteldeelbevindt en in ten minste twee standen brengbaar en vastzet-baar is.Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the lever (24) is pivotable about an axis (23) which is located above the frame part carrying the cultivating members and is movable and fixable in at least two positions. 3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de aanslag onder veerwerking van eenover het gesteldeel zich uitstrekkende veer (36) tegen degeleiding wordt gedrukt.Soil furrowing machine according to claim 1 or 2, characterized in that the spring stop of a spring (36) extending over the frame part is pressed against the guide. 4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaandeconclusies, met het kenmerk, dat de geleiding (40) is uit-gevoerd als een rol.Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the guide (40) is designed as a roller. 5. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaandeconclusies 1-3, met het kenmerk, dat de geleidingen (32)bestaan uit aan het gesteldeel aangebrachte, naar benedenzich uitstrekkende beugelvormige gedeelten die samenwerken met aan de draagarmen aangebrachte beugelvormige gedeelten(30).Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims 1-3, characterized in that the guides (32) consist of downwardly extending bracket-shaped parts arranged on the frame part, which co-act with bracket-shaped parts (30) arranged on the support arms.
NL9500021A 1984-03-22 1995-01-05 Ground-working machine NL9500021A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500021A NL9500021A (en) 1984-03-22 1995-01-05 Ground-working machine

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400901 1984-03-22
NL8400901A NL8400901A (en) 1984-02-13 1984-03-22 Soil cultivating rotary harrow - has three point PTO with connected trailing rollers mechanism
NL9500021A NL9500021A (en) 1984-03-22 1995-01-05 Ground-working machine
NL9500021 1995-01-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9500021A true NL9500021A (en) 1995-06-01

Family

ID=19843683

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9500021A NL9500021A (en) 1984-03-22 1995-01-05 Ground-working machine

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9500021A (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500396A (en) GROUND TILLING DEVICE.
NL8401507A (en) SOIL TILLER, IN PARTICULAR FOR THE PREPARATION OF A SEEDBED.
NL9001873A (en) SOIL TILLER.
NL9200243A (en) Ground-working machine.
NL193084C (en) Soil cultivation machine.
NL8101017A (en) SOIL TILLER.
NL8800800A (en) COMBINATION OF A TRACTOR WITH AT LEAST A TILLAGE SEED UNIT.
NL9500021A (en) Ground-working machine
NL8102623A (en) SOIL TILLER.
NL193433C (en) Soil cultivation machine.
NL8301074A (en) SOIL TILLER.
NL8500187A (en) SOIL TILLER.
NL8801489A (en) SOIL TILLER.
NL192594C (en) Combination of a tillage machine and a further machine to be coupled to it.
NL9300659A (en) Soil cultivation machine.
NL8203047A (en) SOIL TILLER.
NL8403460A (en) SOIL TILLER.
NL8700952A (en) SOIL TILLER.
NL8400901A (en) Soil cultivating rotary harrow - has three point PTO with connected trailing rollers mechanism
NL8403369A (en) SOIL TILLER.
EP0262734A1 (en) Soil cultivating machines
NL8402020A (en) SOIL TILLER, ESPECIALLY SUITABLE FOR THE PREPARATION OF A SEEDBED.
NL8902832A (en) AGRICULTURAL MACHINE.
NL8801012A (en) SOIL TILLER.
EP0264987A1 (en) Soil cultivating machines

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed