NL9302269A - Kokerligger alsmede daarmee uitgevoerd spoorwegviadukt. - Google Patents
Kokerligger alsmede daarmee uitgevoerd spoorwegviadukt. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9302269A NL9302269A NL9302269A NL9302269A NL9302269A NL 9302269 A NL9302269 A NL 9302269A NL 9302269 A NL9302269 A NL 9302269A NL 9302269 A NL9302269 A NL 9302269A NL 9302269 A NL9302269 A NL 9302269A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- core
- box girder
- railway viaduct
- platform
- wing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01D—CONSTRUCTION OF BRIDGES, ELEVATED ROADWAYS OR VIADUCTS; ASSEMBLY OF BRIDGES
- E01D2/00—Bridges characterised by the cross-section of their bearing spanning structure
- E01D2/04—Bridges characterised by the cross-section of their bearing spanning structure of the box-girder type
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01F—ADDITIONAL WORK, SUCH AS EQUIPPING ROADS OR THE CONSTRUCTION OF PLATFORMS, HELICOPTER LANDING STAGES, SIGNS, SNOW FENCES, OR THE LIKE
- E01F1/00—Construction of station or like platforms or refuge islands or like islands in traffic areas, e.g. intersection or filling-station islands; Kerbs specially adapted for islands in traffic areas
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01D—CONSTRUCTION OF BRIDGES, ELEVATED ROADWAYS OR VIADUCTS; ASSEMBLY OF BRIDGES
- E01D2101/00—Material constitution of bridges
- E01D2101/20—Concrete, stone or stone-like material
- E01D2101/24—Concrete
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Bridges Or Land Bridges (AREA)
Description
Kokerligger alsmede daarmee uitgevoerd spoorweeviadukt
De uitvinding betreft een kokerligger voor een spoorwegviadukt, welke ligger een kern omvat alsmede twee ter weerszijden van de kern uitstekende vleugels welke elk een bed voor een spoorrail vormen.
Een dergelijke kokerligger is bekend uit FR-A-2662718. De vleugels van deze bekende kokerligger zijn voorzien van afzonderlijke vleugelstukken en schoorbalken, hetgeen het nadeel meebrengt dat de constructie van de kokerligger arbeidsintensief en kostbaar is. Indien bij een dergelijke ligger tevens voorzieningen getroffen moeten worden voor een perron tussen de sporen, zouden bovendien nog verdere aparte constructiedelen moeten worden aangebracht.
Doel van de uitvinding is daarom een kokerligger van het hiervoor genoemde soort te verschaffen die eenvoudiger is, en niettemin de vereiste robuustheid bezit. Dat doel wordt bereikt doordat de vleugels aan hun bovenzijde schuin omhoog lopen naar de bovenzijde van de kern. Een dergelijk schuin verloop geeft de kokerligger de gewenste sterkte- en stijf-heidseigenschappen, dat wil zeggen een geleidelijk aan toenemende buig-stijfheid gaande in de richting naar de kern.
De constructie van de kokerligger volgens de uitvinding is optimaal afgestemd op de te verwachten belastingen, waardoor met een minimaal gebruik aan materiaal de vereiste eigenschappen kunnen worden verkregen. Bovendien kan een dergelijke kokerligger zeer goed in een geheel uit beton worden vervaardigd, bij voorbeeld door betonnen kokerliggerelemen-ten aan elkaar te bevestigen. Op bekende wijze kan de kokerligger volgens de glijmethode worden vervaardigd. De kokerligger wordt daarbij tijdens de bouw steeds verder vooruit geschoven. Normaal gesproken geschiedt dat vanuit twee tegenover elkaar liggende bouwplaatsen; midden tussen de bouwplaatsen kunnen beide aldus vervaardigde helften tenslotte aan elkaar worden bevestigd.
In dit opzicht kan een verdere verbetering en stroomlijning worden verkregen indien de onderzijde van elke vleugel schuin omlaag loopt naar de onderzijde van de kern. Een dergelijke uitvoering is met betrekking tot de sterkte- en stijfheidseigenschappen bijzonder aantrekkelijk.
In verband met gewichtsbesparing kan de kern hol zijn en zijdelings worden begrensd door twee in wezen vertikale wanden. Een dergellijke holle vorm is ook nuttig voor de doorvoer van leidingen, voor het naspannen van de wapening en voor onderhoud. De kern is door dwarsbalken onderverdeeld. Deze dwarsbalken voeren de krachten af naar de kolommen. Samen met de in langsrichting lopende vertikale wanden en de bovenwand en onderwand vormen zij torsiedozen, die de ligger torsiestijfheid verlenen. Op de plaatsen waar de kern is onderbroken voor de doorvoer van bijvoorbeeld roltrappen zijn dergelijke dwarsbalken eveneens aanwezig. Verder kunnen telkens van elke vleugel de bovenzijde en onderzijde alsmede de aangrenzende vertikale wand van de kern een holle ruimte bepalen.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een spoorwegviadukt voorzien van een kokerligger zoals hiervoor beschreven, welke kokerligger op elk bed is voorzien van spoorrails en waarbij althans op de bovenzijde van de kern een platform is voorzien dat dienst kan doen als perron. Dankzij de schuin omhoog lopende bovenzijde van de kokerligger bestaat reeds een zeker hoogteverschil tussen spoorrails en platform, welk hoogteverschil een bijdrage levert voor de gewenste instaphoogte. De hoogte van het perron is opgenomen in de totale hoogte van de kokerligger, hetgeen een slanke constructie oplevert en tot materiaalbesparing leidt.
Daartoe kan verder een afzonderlijke perronplaat zijn voorzien die zich uitstrekt over de kern alsmede het aangrenzende deel van elke vleugel, welke perronplaat een zodanig dikte bezit dat de vloerhoogte van railvoertuigen op de spoorrails ongeveer op hetzelfde niveau ligt als het bovenvlak van de perronplaat.
Verder kan de kern tenminste een vertikale doorgaande uitsparing bezitten waar doorheen een roltrap of roltrottoir steekt.
Vervolgens zal de uitvinding worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een aanzicht in doorsnede door een constructie voor een treinstation volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een bovenaanzicht van die constructie.
Figuur 3 toont een aanzicht in perspectief van de onderste laag van de constructie volgens de figuren 1 en 2.
Figuur k toont een aanzicht in perspectief van de tweede laag van de constructie volgens figuur 1 en 2.
Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede door de derde laag van de constructie volgens figuur 1 en 2.
Figuur 6 toont de constructieve opzet van de overkapping volgens figuur 5·
Figuur 7 toont een aanzicht in perspectief van de overkapping volgens figuur 5·
In het in figuur 1 getoonde aanzicht in doorsnede is een stations-constructie weergegeven, waarvan de begane grond, ofwel het maaiveld- of voetgangersniveau, is aangegeven met 2. Onder dit niveau bevindt zich het treinniveau 1, waar zich sporen en perrons bevinden.
Boven het voetgangersniveau 2 is een viaduct 3 aangebracht, eveneens voor een trein zoals bijvoorbeeld een hoge snelheidstrein.
De verschillende niveaus 1, 2 en 3 worden ook aangeduid als eerste, tweede en derde laag van de constructie.
In figuur 2 is een en ander in bovenaanzicht weergegeven. De eerste laag 1 omvat een aantal sporen 4, waartussen zich perrons 5 bevinden. De derde laag bevat eveneens een aantal sporen 6, waartussen zich perrons 7 bevinden. De tweede laag 2 tenslotte wordt gevormd door de bovenzijde van een aantal kolommen 8 met een uitkragende kop 9, welke koppen 9 onderling zijn verbonden door platte constructiedelen 10 en 11. Tussen de koppen 9. en de constructiedelen 10 en 11 blijven telkens uitsparingen 12 over. De eerste laag 1 is aan de langszijden begrensd door zijwanden, waarvan de bovenste begrenzing met 28 is aangegeven.
In het aanzicht van figuur 3 zijn deze verschillende onderdelen, en ook de opening 12, eveneens te zien. Zoals uit dit aanzicht blijkt, zijn de koppen 9 zodanig geplaatst dat de langste as van hun ovaalvorm dwars op de sporen 4 verloopt. Daardoor vormen de ten opzichte van elkaar versprongen koppen 9 telkens een overwelving over de sporen 4. De overwel-ving wordt gecompleteerd door de platte constructiedelen 10 en 11.
Zoals tevens te zien is in figuur 3. zijn op de perrons 5 kolommen 13 geplaatst, die de viaducten 3 ondersteunen. In figuur 2 zijn de plaatsen van deze kolommen 13 schematisch weergegeven. Elke kolom 13 verloopt daarbij door een opening 12.
Deze openingen worden ook gebruikt voor de plaatsing van roltrappen 14, via deze roltrappen wordt een verbinding verkregen tussen de perrons 5 en de tweede laag 2.
In figuur k is een aanzicht in perspectief te zien op de tweede laag 2. Tevens zijn de openingen 12 te zien, waarbij in sommige van die openingen 12 een kolom 13 is geplaatst. In andere van de openingen 12 zijn roltrappen 14 geplaatst. Deze roltrappen geven aansluiting op de eerste laag 1, zie bijvoorbeeld figuur 1 en 3·
De kolommen 13 dragen de derde laag 3. die bestaat uit twee spoor-wegviaducten 15· Elk spoorwegviaduct is opgebouwd uit een betonnen ligger 16, waarop zich een betonnen perronplaat 17 bevindt.
Zoals ook te zien is in figuur 5 omvat elke ligger 16 schuin naar boven lopende bovenwanden 18, en schuin naar boven lopende onderwanden aan weerszijden van de in zijn geheel met 20 aangeduide kern. Deze boven- en onderwanden 18 respectievelijk 19 dragen elk een bed 21 waarop een spoorbaan 22 is aangebracht.
Dankzij de schuin omhoog lopende bovenwanden 18, alsmede de daarop geplaatste perronplaat 17 wordt direct de gewenste instaphoogte verkregen ten opzichte van de spoorwegvoertuigen op de rails 22 op het bed 21. Tevens verschaft deze vorm van boven- en onderwanden 18 respectievelijk 19 de gewenste buigstijfheid en buigsterkte met betrekking tot de op het bed 21 rijdende spoorwegvoertuigen.
De kern 20 bezit aan weerszijden langsbalken 29, 30, die de ligger 16 de benodigde buigstijfheid en -sterkte tussen twee kolommen 13 in verschaffen. Tevens bezit de kern 20 dwarsbalken, welke de langsbalken 29, 30 verbinden aan weerszijden van de openingen in de kern voor de roltrappen 23·
Zoals weergegeven in figuur 5 kan via de holle kern 20 een roltrap 23 worden aangebracht, welke aansluiting geeft op de tweede laag 2. Dankzij de relatief grote afstand waarover de derde laag 3 de tweede laag 2 overlapt, kunnen per viaduct 15 verschillende roltrappen 23 worden aangebracht die verbinding geven met de tweede laag 2. Daardoor is het mogelijk om vlot over te stappen tussen de verschillende lagen.
Op de perronplaat 17 is een overkapping aangebracht, die bestaat uit twee rijen steunpilaren 24 respectievelijk 25, die elk dakelementen 26 respectievelijk 27 dragen. Elk dakelement 26, 27 bezit een driehoekig freem 31, 32, dat door middel van een aan de respectievelijk steunpilaar 24, 25 bevestigde driepuntige sterconstructie 33, 34 en tuidraden 35, 36 is opgehangen. Aan de buitenrand is elk freem 31, 32 door middel van trekkabels 37, 38 bevestigd aan de perronplaat 17·
Claims (7)
1. Kokerligger (16) voor een spoorwegviadukt (15). welke ligger (16) een kern (20) omvat alsmede twee ter weerszijden van de kern uitstekende vleugels welke elk een bed (21) voor een spoorrail (22) vormen mi het kenmerk dat de vleugels aan hun bovenzijde (18) schuin omhoog lopen naar de bovenzijde van de kern (20).
2. Kokerligger (16) volgens conclusie 1, waarbij de onderzijde (19) van elke vleugel schuin omlaag loopt naar de onderzijde van de kern (20).
3. Kokerligger (16) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de kern (20) hol is en zijdelings wordt begrensd door twee in wezen vertikale wanden. k. Kokerligger volgens conclusie 3. waarbij de kern door dwarsbalken is onderverdeeld.
5. Kokerligger (16) volgens conclusie 3 of 4, waarbij telkens van elke vleugel de bovenzijde (18) en onderzijde (19) alsmede de aangrenzende vertikale wand van de kern (20) een holle ruimte bepalen.
6. Spoorwegviadukt (15) voorzien van een kokerligger (16) volgens een der voorgaande conclusies, welke kokerligger (16) op elk bed (21) is voorzien van spoorrails (22) en waarbij althans op de bovenzijde van de kern (20) een platform is voorzien dat dienst kan doen als perron.
7. Spoorwegviadukt volgens conclusie 6, waarbij een afzonderlijke perronplaat (17) is voorzien die zich uitstrekt over de kern (20) alsmede het aangrenzende deel van elke vleugel, welke perronplaat (17) een zodanig dikte bezit dat de vloerhoogte van railvoertuigen op de spoorrails (22) ongeveer op hetzelfde niveau ligt als het bovenvlak van de perronplaat (17)·
8. Spoorwegviadukt volgens conclusie 6 of 7. waarbij de kern (20) tenminste een vertikale doorgaande uitsparing bezit waar doorheen een roltrap (23) of roltrottoir steekt.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9302269A NL9302269A (nl) | 1993-12-27 | 1993-12-27 | Kokerligger alsmede daarmee uitgevoerd spoorwegviadukt. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9302269A NL9302269A (nl) | 1993-12-27 | 1993-12-27 | Kokerligger alsmede daarmee uitgevoerd spoorwegviadukt. |
NL9302269 | 1993-12-27 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9302269A true NL9302269A (nl) | 1995-07-17 |
Family
ID=19863321
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9302269A NL9302269A (nl) | 1993-12-27 | 1993-12-27 | Kokerligger alsmede daarmee uitgevoerd spoorwegviadukt. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9302269A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN104594173A (zh) * | 2014-11-28 | 2015-05-06 | 中铁第四勘察设计院集团有限公司 | 一种抱轨式磁浮轨道交通箱梁 |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2662718A1 (fr) * | 1990-05-30 | 1991-12-06 | Scetauroute | Viaduc a trois voies. |
US5231931A (en) * | 1992-01-23 | 1993-08-03 | J. Muller International | Rapid transit viaduct system |
-
1993
- 1993-12-27 NL NL9302269A patent/NL9302269A/nl not_active Application Discontinuation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2662718A1 (fr) * | 1990-05-30 | 1991-12-06 | Scetauroute | Viaduc a trois voies. |
US5231931A (en) * | 1992-01-23 | 1993-08-03 | J. Muller International | Rapid transit viaduct system |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
TRAVAUX, no. 561, December 1981 (1981-12-01), PARIS FR, pages 42 - 49 * |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN104594173A (zh) * | 2014-11-28 | 2015-05-06 | 中铁第四勘察设计院集团有限公司 | 一种抱轨式磁浮轨道交通箱梁 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US2190214A (en) | Grating and like structure | |
US6105748A (en) | Escalator or travelling walkway with underneath bracing | |
KR101502484B1 (ko) | 지지력과 경관성을 향상한 교량 및 이 시공 공법 | |
US5119731A (en) | Station on a railway or other line, situated on a viaduct | |
NL9302269A (nl) | Kokerligger alsmede daarmee uitgevoerd spoorwegviadukt. | |
AU2015323603B2 (en) | Guided transport permanent way overpass span and viaduct formed by such spans | |
NL9302270A (nl) | Constructie voor een treinstation. | |
NL9302268A (nl) | Dakkonstruktie. | |
WO2005035875A1 (en) | Bridge structure comprising tower, bridge beam, main/suspension cable, suspending bars, and diagonal cable-stays | |
KR100575493B1 (ko) | 철도 선로 또는 이와 같은 종류의 것을 위한 고가도로 | |
CH676260A5 (en) | Noise insulating wall for side of road or railway | |
RU2397287C1 (ru) | Мост и способ монтажа металлического коробчатого пролетного строения этого моста | |
CN101120140B (zh) | 用于铁路轨道的u形跨件 | |
JP4175644B2 (ja) | カーポートの雨樋構造 | |
US2717428A (en) | Multideck parking rack | |
KR102232680B1 (ko) | 체험시설이 일체형으로 마련되는 출렁다리 및 그 시공방법 | |
US6685001B2 (en) | Escalator or moving walkway with overhead support | |
KR102622588B1 (ko) | 파형강판이 적용된 켄틸레버 브라켓 | |
AT6816U9 (de) | Tragwerk mit tragbalken | |
US2110235A (en) | Bridge structure | |
DE20021872U1 (de) | Fahrweg zur Anordnung auf stillgelegten Bahngleisen | |
JP3435201B2 (ja) | 通路設備 | |
US795899A (en) | Bridge. | |
DE19723587A1 (de) | Feste Fahrbahn für den schienengebundenen Verkehr, die von einem in Beton- oder Betonverbund-Bauweise herstellten Kunstbauwerk getragen wird | |
JP3603690B2 (ja) | 乗客コンベア |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |