NL9201574A - Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier. Download PDF

Info

Publication number
NL9201574A
NL9201574A NL9201574A NL9201574A NL9201574A NL 9201574 A NL9201574 A NL 9201574A NL 9201574 A NL9201574 A NL 9201574A NL 9201574 A NL9201574 A NL 9201574A NL 9201574 A NL9201574 A NL 9201574A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
organs
fixing
fixing means
fixative
slaughtered animal
Prior art date
Application number
NL9201574A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stork Pmt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stork Pmt filed Critical Stork Pmt
Priority to NL9201574A priority Critical patent/NL9201574A/nl
Priority to NL9300815A priority patent/NL9300815A/nl
Priority to US08/118,979 priority patent/US5549521A/en
Priority to EP98200479A priority patent/EP0852908B2/en
Priority to EP96203580A priority patent/EP0769247B1/en
Priority to DK06077213T priority patent/DK1769681T3/da
Priority to EP06077213A priority patent/EP1769681B1/en
Priority to ES93202639T priority patent/ES2101216T3/es
Priority to EP93202639A priority patent/EP0587253B1/en
Priority to JP5250031A priority patent/JPH06189670A/ja
Priority to DK93202639.6T priority patent/DK0587253T3/da
Priority to DK01202685T priority patent/DK1135990T3/da
Priority to ES98203531T priority patent/ES2162389T5/es
Priority to DK98200479T priority patent/DK0852908T4/da
Priority to DK96203580T priority patent/DK0769247T3/da
Priority to EP01202685A priority patent/EP1135990B1/en
Priority to ES01202685T priority patent/ES2277886T3/es
Priority to DK98203531T priority patent/DK0890315T4/da
Priority to DE69309816T priority patent/DE69309816T2/de
Priority to EP98203531A priority patent/EP0890315B2/en
Priority to DE69330171T priority patent/DE69330171T2/de
Priority to DE69330890T priority patent/DE69330890T3/de
Priority to DE69327117T priority patent/DE69327117T2/de
Priority to ES98200479T priority patent/ES2138871T5/es
Priority to ES96203580T priority patent/ES2157398T3/es
Priority to ES06077213T priority patent/ES2306360T3/es
Priority to DE69334215T priority patent/DE69334215T2/de
Priority to DE69334098T priority patent/DE69334098T2/de
Publication of NL9201574A publication Critical patent/NL9201574A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/06Eviscerating devices for poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwijderen en verwerken van een aantal onderling verbonden inwendige organen van een slachtdier, in het bijzonder een geslachte vogel, gebruikmakend van een via een uithaalopening in de romp van het slachtdier te bewegen fixeermiddel, waarbij ten minste één orgaan of een gedeelte daarvan met behulp van en ten opzichte van het fixeermiddel wordt gefixeerd, de verbinding tussen de organen en de romp wordt verbroken, en de organen buiten de romp worden gebracht. Tevens heeft de uitvinding betrekking op inrichtingen die in het bijzonder de uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding ten dienste staan. Onder "slachtdieren" dient hierna zowel bijvoorbeeld gevogelte als (groot en klein) vee verstaan te worden.
Een werkwijze als voornoemd ter toepassing op gevogelte is bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooi-schriften 4.467.498, 4.561.148 en de Nederlandse octrooiaanvrage 91.00153. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een fixeermiddel dat via een aarssnede-opening in de romp van een geslachte vogel wordt gestoken, de slokdarm - i.c. de verbinding tussen krop en voormaag — op één punt vastgrijpt en vervolgens het met de slokdarm aan de zijde van de voormaag verbonden gedeelte van het organenpakket tezamen met de slokdarm geheel uit de romp van de vogel verwijdert, waarbij de slokdarm aan de zijde van de krop afbreekt.
Voorafgaand aan de in de voornoemde Amerikaanse publi-. katies beschreven bewerking heeft men het organenpakket met behulp van een uithaalmiddel reeds gedeeltelijk uit de romp verwijderd, waarna het uit de natuurlijke positie gebrachte organenpakket aan de slokdarm gedeeltelijk binnen en gedeeltelijk buiten de romp hangt. Hiermee wordt ruimte verkregen voor het in de romp brengen van het fixeermiddel en het in de romp bewegen van het fixeermiddel voor het vastgrijpen van de zich in hoofdzaak nog in de natuurlijke positie bevindende slokdarm.
Een nadeel van deze bekende werkwijze is dat het organenpakket in twee opeenvolgende mechanische bewerkingsstap-pen wordt verwijderd, n.l. eerst gedeeltelijk en vervolgens geheel, waardoor twee verschillende inrichtingen toegepast dienen te worden welke het verwijderen van het organenpakket uit het slachtdier duur maken, en in een slachterij een aanzienlijke ruimte vergen.
Dit laatstgenoemde bezwaar is weliswaar ondervangen in de inrichting volgens de voornoemde Nederlandse publikatie, waarin het fixeermiddel en een uithaalmiddel zijn gecombineerd in een enkele konstruktie bestaande uit twee ten opzichte van elkaar verzwenkbare C-vormige beugels waarmee een organenpakket in een enkele bewerkingsstap geheel uit een geslachte vogel verwijderd kan worden, maar het organenpakket is na de uithaalbewerking ook in deze inrichting slechts op één punt van de slokdarm gefixeerd met behulp van het fixeermiddel. Dit is onder omstandigheden nadelig, zoals hierna nog zal worden toegelicht.
Nadat het organenpakket met behulp van het fixeermiddel geheel uit de vogel is verwijderd, wordt dit pakket uit de greep van het fixeermiddel gelost op een transportband of in een voorraadhouder.
Een belangrijk bezwaar van de bekende werkwijzen en inrichtingen is dat na het met behulp van het fixeermiddel volledig uit het slachtdier verwijderen van het organenpakket, dit ongeordend wordt afgevoerd. Het feit dat gewoonlijk uit het pakket nog diverse waardevolle organen, zoals b.v. de maag, het hart en de lever, afgescheiden dienen te worden, en het feit dat dit bij voorkeur machinaal geschiedt, nopen juist tot een bepaalde ordening c.q. oriëntatie van het organenpakket of afzonderlijke organen daarvan, alvorens hieruit machinaal organen kunnen worden afgescheiden, omdat geen machines voorhanden zijn welke een organenpakket in een willekeurige oriëntatie kunnen verwerken. Derhalve is gewoonlijk een handmatige tussenbewerking van het organenpakket vereist om de gewenste oriëntatie daarvan tot stand te brengen.
De onderhavige uitvinding beoogt in de eerste plaats een werkwijze te verschaffen voor het op een voorafbepaalde wijze toevoeren van het organenpakket aan een volgend bewerkingsstation, aansluitend op een bekende uithaalbewer-king, tijdens of waarna welke met behulp van en ten opzichte van het fixeermiddel ten minste één orgaan of een gedeelte daarvan is gefixeerd.
De werkwijze volgens de uitvinding is daartoe daardoor gekenmerkt, dat het fixeren in stand wordt gehouden nadat de organen buiten de romp zijn gebracht, en totdat op de organen in een door het fixeren bepaalde onderlinge ruimtelijke oriëntatie een controle-, reinigings- of scheidings-bewerking of een combinatie daarvan is uitgevoerd. Hierbij wordt nuttig gebruik gemaakt van de reeds met behulp van het fixeermiddel, dat ook een menselijke hand zou kunnen zijn, tot stand gebrachte fixatie voor een positionering van de organen ten behoeve van volgende bewerkingen, door deze fixatie niet direkt verloren te laten gaan. Indien de volgende bewerking bijvoorbeeld bestaat uit een inspectie van de organen, kan de fixatie op voordelige gebruikt worden om de organen in een gewenste oriëntatie te presenteren aan een veterinair inspecteur en daarbij desgewenst de positie van de organen tijdens de inspektie nog te laten veranderen, zodat de organen van verschillende zijden geïnspecteerd kunnen worden. Wanneer de op de uithaalbewer-king volgende bewerking bestaat uit een reinigingsbewerking van de organen, kan de fixatie opnieuw met voordeel benut worden voor een optimale positionering van het organenpak ket ten opzichte van de reinigingsmiddelen. Veel voordeel kan daarnaast behaald worden met betrekking tot een op de uithaalbewerking volgende scheidingsbewerking, d.w.z. het afscheiden van organen uit het pakket organen. Hierbij kan ofwel een specifiek orgaan, zoals de lever of de maag, door het fixeermiddel als aangrijpingspunt zijn gebruikt tijdens het uithalen van het organenpakket, waarna dit orgaan dankzij de bekende positie daarvan ten opzichte van het fixeerorgaan gemakkelijk afgescheiden kan worden van de rest van het pakket, ofwel kan voor het fixeren een zodanig orgaan, bijvoorbeeld de slokdarm, uit de onderling verbonden organen gekozen worden, dat verbindend weefsel tussen de organen bij een daarop uitgeoefende kracht eerder bezwijkt dan het gefixeerde orgaan zelf. Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat afgezien kan worden van een handmatige tussenbewerking ter oriëntatie van de organen ten behoeve van een controle-, reinigings- of scheidingsbewer-king, hetgeen tijd en kosten spaart, en de hygiëne van de slachtdierverwerking in de slachterij ten goede komt.
Bij voorkeur wordt het fixeren in stand gehouden door de fixatie van het orgaan of het gedeelte daarvan met behulp van en ten opzichte van het fixeermiddel in stand te houden. Op deze wijze wordt een eenmaal tot stand gebrachte fixatie zo lang mogelijk benut. Het kan echter ook uit oogpunt van een flexibele bedrijfsvoering voordelig zijn, het fixeren in stand te houden door een ten opzichte van het fixeermiddel gefixeerd orgaan of een gedeelte daarvan te fixeren met behulp van en ten opzichte van een tweede fixeermiddel, waarna de fixatie van de organen ten opzichte van het eerste fixeermiddel wordt opgeheven. Deze laatste werkwijze is met name toe te passen wanneer een afzonderlijke uithaalinrichting en een afzonderlijke inrichting voor een controle-, reinigings- of scheidingsbewerking aanwezig zijn, in beide waarvan een organenpakket door middel van een fixeermiddel wordt verplaatst en gepositioneerd .
Indien men voorafgaand aan of tijdens het uithalen, wanneer de organen zich in hoofdzaak in de natuurlijke positie daarvan in de romp van het slachtdier bevinden, ten minste één van de organen of een gedeelte daarvan met behulp van en ten opzichte van het fixeermiddel op ten minste twee op afstand van elkaar gelegen punten fixeert, komt dit niet alleen de stabiliteit van de fixatie ten goede ten opzichte van de situatie waarin de fixatie slechts op één punt plaatsvindt, maar levert dit met name bij de overdracht van het organenpakket van een eerste fixeermiddel aan een tweede fixeermiddel een voldoende referentie van het gefixeerde orgaan of een deel daarvan op om een feilloze mechanische overdracht van het pakket te waarborgen.
Bij voorkeur realiseert men het fixeren door het met het fixeermiddel vastklemmen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan, het aan het fixeermiddel vastzuigen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan, of door het opnemen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan in een door het fixeermiddel begrensde ruimte.
Met het oog op een na de uithaalbewerking uit te voeren scheidingsbewerking fixeert men met behulp van en ten opzichte van het fixeermiddel bij voorkeur slokdarm, lever, maag en/of darmen. Deze organen zijn niet alleen goed te bereiken in de romp van een slachtdier - de slokdarm bijvoorbeeld op een wijze die uit de stand van de techniek bekend is, de maag en de lever bijvoorbeeld door deze vast te zuigen tegen de zuigopening van een zuigmond waardoor daaraan voorafgaand de darmen resp. de darmen en de maag van het slachtdier zijn afgezogen, en de darmen bijvoorbeeld door de aars op te nemen in een door het fixeermiddel begrensde ruimte - maar spelen tevens een cruciale rol in de orgaanpositiebepaling in gangbare orga- nenpakketopdeelinrichtingen.
Een inrichting volgens de uitvinding die is bestemd voor het uitvoeren van de hiervoor omschreven werkwijze volgens de uitvinding, omvat een fixeermiddel dat is ingericht voor het langs een vooraf bepaalde baan toevoeren van de uit het slachtdier verwijderde organen in een door het fixeren bepaalde onderlinge ruimtelijke oriëntatie aan een volgend bewerkingsstation. Het fixeermiddel wordt bijvoorbeeld synchroon met de romp van het slachtdier in een transporteur langs een geleiding voortbewogen, waarbij de baan van de romp en de baan van het fixeermiddel na het verwijderen van het organenpakket uit het slachtdier ten opzichte van elkaar divergeren. Het fixeermiddel met het organenpakket beweegt naar een bewerkingsstation waarin bijvoorbeeld een controle- reinigings- of scheidingsbewer- king kan plaatsvinden. Het fixeermiddel kan op conventionele wijze zijn uitgevoerd, maar heeft bij voorkeur een uitvoering zoals hierna nog nader wordt beschreven.
Desgewenst kan voor het in stand houden van de fixatie van het organenpakket langs de baan van het fixeermiddel een overdraagmiddel zijn opgesteld voor het van het fixeermiddel overnemen van uit het slachtdier verwijderde organen en het in een bepaalde onderlinge ruimtelijke oriëntatie toevoeren daarvan aan het bewerkingsstation.
Een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij het fixeermiddel is ingericht om samen te werken met een uithaalmiddel bij het buiten de romp brengen van de organen, een principe dat bijvoorbeeld bekend is uit de Nederlandse octrooiaanvrage 91.00153, omvat bij voorkeur een uithaalmiddel dat is gevormd door een aan een uiteinde van een langwerpige drager aangebrachte, om een in hoofdzaak dwars op de dra-gerlangsas staande as verzwaaibare lepel, waarbij het fixeermiddel is ingericht voor het vastklemmen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan. Fixeermiddel en uithaalmiddel kunnen door middel van een geschikte besturing met een onderling gesynchroniseerde beweging in de romp van het slachtdier worden gebracht voor het voorafgaand aan of tijdens een uithaalbewerking fixeren van de betreffende organen.
Bij voorkeur omvat het fixeermiddel twee aan het uiteinde van de drager aangebrachte bekdelen welke op bestuurbare wijze ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn voor het daartussen vastklemmen van een orgaan of een gedeelte daarvan. In een bijzondere uitvoeringsvorm hiervan, die specifiek geschikt is voor het fixeren ter plaatse van de slokdarm, is de lepel voorzien van een in langsrich-ting daarvan verlopende langssleuf ter opname van de slokdarm, waarbij de bekdelen van het fixeermiddel evenwijdig zijn gericht aan de langssleuf en op afstand van de lepel zijn aangebracht. Het is echter ook mogelijk, dat het samenstel van de bekdelen van het fixeermiddel de lepel zelf vormt. Uiteraard zijn in dit geval de bekdelen om een in hoofdzaak dwars op de dragerlangsas staande as verzwaai-baar.
In een andere inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij het fixeermiddel is ingericht om samen te werken met een uithaalmiddel bij het buiten de romp brengen van de organen, is het fixeermiddel ingericht voor het daaraan vastzuigen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan. Het fixeermiddel is bij voorkeur hol en omvat een of meer openingen, en kan op bestuurbare wijze op onderdruk worden gebracht voor het vastzuigen van een of meer organen in een opening. Een dergelijk fixeermiddel is bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 90.02551, waarbij een geselecteerd orgaan, bijvoorbeeld de maag of de lever, door middel van vastzuigen in de romp van een slachtdier gefixeerd kan worden ten opzichte van het fixeermiddel.
In nog een andere inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij het fixeermiddel is ingericht om samen te werken met een uithaalmiddel bij het buiten de romp brengen van de organen, is het fixeermiddel ingericht voor het opnemen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan in een door het fixeermiddel bepaalde ruimte. Hierbij wordt als fixeermiddel bijvoorbeeld toegepast een inrichting voor het uitsnijden van de aars van het slachtdier, van de soort die is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 90.00782.
Wanneer het organenpakket door middel van fixeermiddelen naar een bewerkingsstation voor het afscheiden van organen uit het pakket is overgebracht, maakt men in dit bewerkingsstation bij voorkeur gebruik van een of meer afstroopmiddelen welke althans gedeeltelijk een of meer doorlaatgebieden begrenzen en gezamenlijk bewogen kunnen worden ten opzichte van het fixeermiddel onder het uitoefenen van een drukkracht op organen voor het afscheiden van organen uit het met het fixeermiddel gefixeerde aantal onderling verbonden organen.
De afstroopelementen kunnen bestaan uit flexibele, veerkrachtige plaatvormige elementen welke aan een rand zijn bevestigd in een drager, of uit evenwijdig aan een vlak gelegen elementen, welke elk ten opzichte van elkaar rond een as in hoofdzaak loodrecht op voornoemd vlak schar-nierbaar zijn, en in een elkaar overlappende positie ten minste één opening begrenzen. In het laatstgenoemde geval zijn de elementen met voordeel langwerpig uitgevoerd en zodanig zigzag-vormig gebogen, dat zij in een elkaar overlappende positie openingen met verschillende afmetingen bepalen.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. la een zijaanzicht toont, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, van een voorkeursuitvoeringsvorm van een uithaal- en fixeermiddel volgens de uitvinding; fig. lb een bovenaanzicht van het uithaal- en fixeermiddel volgens fig. la toont; fig. 2a een zijaanzicht toont, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, van een gedeelte van een voorkeursuitvoerings— vorm van een afstroopmiddel volgens de uitvinding; fig. 2b een vooraanzicht van het afstroopmiddel volgens fig. 2a toont; fig. 2c een bovenaanzicht toont, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede volgens de lijn lie—lie in fig. 2b, van een gedeelte van het afstroopmiddel volgens fig. 2a in gesloten toestand; fig. 2d in een soortgelijk aanzicht als dat van fig. 2c het afstroopmiddel in geopende toestand toont; fig. 3a-3d het met behulp van een uithaal- en fixeermiddel volgens fig. la en lb uit een geslachte vogel verwijderen van een organenpakket op schematische wijze illustreren ; fig. 3e-3g op schematische wijze het overhangen van een organenpakket van het uithaal- en fixeermiddel volgens fig. la en lb in een tweede fixeermiddel illustreren; en fig. 3h-3j het met behulp van een afstroopmiddel afscheiden van organen uit een organenpakket op schematische wijze illustreren.
In verschillende figuren hebben gelijke verwijzings- cijfers betrekking op gelijke elementen.
In de in fig. la en lb getoonde konstruktie zijn een uithaalmiddel en een fixeermiddel gecombineerd tot een uithaal- en fixeermiddel 1. Het uithaalmiddel is op zich bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 84.00506, en omvat een langwerpige drager 2, aan een uiteinde waarvan scharnierbaar rond een as 4 een lepel 6 is bevestigd. Een uithaalbedieningsstang 8 is door middel van een as 10 zodanig scharnierbaar bevestigd aan de lepel 6, dat bij het in de richting van pijl 12 bewegen van de uithaalbedieningsstang 8 de lepel 6 verzwenkt - in de richting van de pijl 13 - van de in fig. la met een ononderbroken lijn weergegeven stand naar de in dezelfde figuur d.m.v. een streeplijn aangegeven stand. De lepel 6 is voorzien van een langssleuf 14, welke in de richting van het centrum van de lepel 6 is verbreed.
Aan de conventionele uithaal lepel is in het kader van de uitvinding een fixeermiddel toegevoegd. Dit fixeermiddel omvat een aan voornoemd uiteinde van de langwerpige drager 2 bevestigd eerste klemdeel 16, en een via een as 18 scharnierbaar daarmee verbonden tweede klemdeel 20. Het tweede klemdeel 20 is aan de naar de drager 2 toegekeerde zijde voorzien van een arm 22, die via een as 24 scharnierbaar is gekoppeld met een fixeerbedieningsstang 26. Door de fixeer-bedieningsstang 26 in de richting van de pijl 28 te bewegen, scharniert het tweede klemdeel 20 in de richting van de pijl 30, waardoor tussen het eerste klemdeel 16 en het tweede klemdeel 20 een klemsleuf 32 breder wordt. Een aan het van de lepel 6 af gekeerde uiteinde van de f ixeerbedieningsstang 26 aangebrachte borst 34 en een hiermee samenwerkende drukveer 36 zorgen ervoor, dat het tweede klemdeel 20 altijd terugkeert naar de in fig. lb afgebeelde stand, wanneer op de fixeerbedieningsstang 26 geen kracht in de richting van pijl 28 wordt uitgeoefend. De veer 36 bepaalt de kracht die nodig is voor het vergroten van de klemsleuf 32, oftewel bepaalt - anders gesteld - de kracht waarmee ter plaatse van de klemsleuf 32 het tweede klemdeel 20 naar het eerste klemdeel 16 toe wordt geduwd.
Zoals fig. 3a en 3b illustreren, wordt het in fig. la en lb getoonde uithaal- en fixeermiddel 1 in de in de laatstgenoemde figuren met ononderbroken lijnen weergegeven stand in de romp van een slachtdier, bijvoorbeeld een geslachte vogel 80, gebracht via een uithaalopening in de romp in de omgeving van de aars. Daarbij zal de lepel 6 dienen te kunnen reiken tot nabij de hals van het slachtdier. In deze positie aangekomen, wordt door het bedienen van de fixeerbedieningsstang 26 in de richting van de pijl 28 de klemsleuf 32 verbreed, en wordt de lepel 6 door middel van een beweging in de richting van de pijl 12 van de uithaalbedieningsstang 8 omgeklapt in de richting van de pijl 13. Dit heeft tot gevolg, dat de slokdarm van het slachtdier zowel in de verbrede klemsleuf 32 als in de langssleuf 14 van de lepel 6 komt te liggen. Vervolgens wordt de in de richting van de pijl 28 op de f ixeerbedieningsstang 26 uitgeoefende kracht weggenomen, waardoor het tweede klemdeel 20 als gevolg van de werking van de druk-veer 36 zodanig ten opzichte van het eerste klemdeel 16 beweegt, dat de klemsleuf 32 wordt vernauwd. De in de klemsleuf 32 aanwezige slokdarm wordt hierdoor gefixeerd t.o.v. de beide klemdelen 16 en 20. Dit is geïllustreerd in fig. 3c. Een volgende stap is het in de langsrichting van de drager 2 uit het slachtdier bewegen van het uithaal- en fixeermiddel 1, waardoor de slokdarm aan de van de drager 2 afgekeerde zijde van de klemsleuf 32 afbreekt en de lepel 6 het zich ter hoogte van de drager 2 bevindende organenpakket 38 uit de romp van het slachtdier verwijdert. De fixatie van de slokdarm op twee punten, te weten zowel in de klemsleuf 32 als in de langssleuf 14 van de lepel 6, blijft daarbij gehandhaafd.
Fig. 2a-2d tonen aanzichten van een afstroopmiddel dat geschikt is om in zijn geheel zowel langs een rechte lijn als langs een gekromde, bijvoorbeeld cirkelvormige baan te worden voortbewogen. Het afstroopmiddel omvat een boven-steunplaat 40 en een ondersteunplaat 42, waartussen een aantal paren in hoofdzaak vertikaal gerichte, onderling evenwijdige geleidingsstangen 44 door middel van bouten 46 zijn bevestigd.
Langs de geleidingsstangen 44 kan een draagblok 48 schuiven doordat dit is voorzien van gaten en legeringen op de geleidingsstangen 44. Het draagblok 48 is voorzien van een zijwaarts uitstekende nok 50 waarop een leiwiel 52 draaibaar rond een as 54 is gemonteerd. Dit leiwiel 52 wordt in een curvebaan 56 in een besturingsdeel 58 zodanig geleid, dat bij een verplaatsing van het samenstel van de bovensteunplaat 40, de ondersteunplaat 42 en de geleidingsstangen 44 het draagblok 48 een gewenste beweging langs de geleidingsstangen 44 uitvoert.
Zoals het duidelijkst blijkt aan de hand van fig. 2c en 2d, zijn op het draagblok 48 twee langwerpige afstroop-elementen 60 en 62 aan één uiteinde daarvan scharnierbaar rond bussen 64 resp. 66 aangebracht. De afstroopelementen 60 en 62 hebben een bijzondere gebogen vorm en kunnen zowel een stand ten opzichte van elkaar innemen - de zogenaamde gesloten stand, weergegeven in fig. 2c - waarin zij elkaar gedeeltelijk overlappen, als een stand - de zogenaamde geopende stand, weergegeven in fig. 2d - waarin er een bepaalde tussenruimte tussen de beide elementen bestaat. Daartoe zijn de bussen 64 en 66 van de afstroopelementen 60 en 62 elk mechanisch gekoppeld met een bedieningselement 68, dat in een vlak loodrecht op de bussen 64 en 66 ten opzichte van het draagblok 48 bewogen kan worden. Wanneer het bedieningselement 68 vanuit de in fig. 2c getoonde stand door een kracht in de richting van het draagblok 48 wordt geduwd tegen de kracht van een drukveer 70 in, scharnieren de bussen 64 en 66 over een kleine hoek in ten opzichte van elkaar tegengestelde richtingen, waardoor de afstroopelementen terechtkomen in de geopende stand, zoals is getoond in fig. 2d. Wanneer de voornoemde kracht verwijderd wordt, neemt het afstroopmiddel door de werking van de drukveer 70 vanzelf weer de gesloten stand aan.
In de in fig. 2c weergegeven gesloten stand van de afstroopelementen 60 en 62 wordt door de vormgeving van deze elementen een afstroopopening 72 bepaald. Een instelling van deze opening 72 kan plaatsvinden met behulp van instelschroeven 74, waarvan de kop dient als aanslag voor de afstroopelementen 60 en 62.
De afstroopelementen kunnen in de gesloten stand daarvan, waarbij zij een gedeelte van een organenpakket omsluiten in de afstroopopening 72, langs het organenpakket stropen door het organenpakket ten opzichte van de gelei-dingsstangen 44 vast op te stellen en de afstroopelementen 60, 62 langs de geleidingsstangen 44 te bewegen met behulp van de eerder besproken curvebaanbesturing. Fig. 3h en 3i illustreren deze bewerking, waarbij de afstroopelementen 60 en 62 slechts schematisch zijn weergegeven. Er kunnen overigens ook plaatvormige afstroopelementen worden toegepast. Het organenpakket 38 is bij de slokdarm daarvan gefixeerd door middel van inklemming tussen twee klemelemen-ten 7 4 en 7 6.
Zoals fig. 3h toont, worden de afstroopelementen 60 en 62 allereerst in de gesloten stand gebracht. Vervolgens worden (zie fig. 3i) de afstroopelementen gezamenlijk naar beneden bewogen in een richting die van de klemelementen 74 en 76 af is gericht, waarbij de klemelementen niet bewogen worden. De als gevolg van deze afstroopbewerking van het organenpakket losgestroopte organen 77, zoals de longen, het hart of dergelijke, worden opgevangen op transportbanden 78 en voor verdere verwerking afgevoerd.
Na de beëindiging van de afstroopbewerking worden de klemelementen 74 en 76 uit elkaar bewogen, waardoor de fixatie van het afgestroopte organenpakket 38 op die plaats verloren gaat. Het restant van het organenpakket 38 wordt opgevangen op een transportband 79 en voor verdere verwerking afgevoerd. Dit is geïllustreerd in fig. 3j.
Indien de inrichting voor het uitvoeren van de in fig. 3a_3d weergegeven bewerkingen (uithalen en fixeren) een andere is dan de inrichting voor het uitvoeren van de in fig. 3h-3j weergegeven bewerkingen (afstropen van organen), is een mechanische overhangbewerking tussen de eerstgenoemde en laatstgenoemde bewerkingen noodzakelijk. Deze overhangbewerking wordt geïllustreerd in fig. 3e-3g. Uitgaande van de in fig. 3d bereikte toestand wordt het organenpakket 38 van het slachtdier 80 weggevoerd. In fig. 3e is duide- lijk te zien, dat een gedeelte van de slokdarm zich op een nauwkeurig vooraf te bepalen plaats bevindt tussen de lepel 6 en de klemsleuf 32 tussen de klemdelen 16 en 20. Dankzij deze positionering kan het betreffende gedeelte van de slokdarm op zekere wijze gefixeerd worden tussen de kleme-lementen 74 en 76, zoals fig. 3f toont. Hierna kan de fixatie door het uithaal- en fixeerorgaan 1 vervallen. Tenslotte kunnen de klemelementen 74 en 76 zodanig ten opzichte van elkaar verplaatst worden, dat het organenpakket en het gedeelte van de slokdarm tussen het organenpakket en de klemelementen in hoofdzaak op één lijn liggen.
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat door het in stand houden van een reeds tijdens een uithaalbewerking bereikte fixatie van organen een belangrijke verdere mechanisering van de werkzaamheden in een slachterij mogelijk is ter verhoging van de kwaliteit van de geleverde produkten en ter verlaging van de produktiekosten.

Claims (21)

1. Werkwijze voor het verwijderen en verwerken van een aantal onderling verbonden inwendige organen van een slachtdier, in het bijzonder een geslachte vogel, gebruikmakend van een via een uithaalopening in de romp van het slachtdier te bewegen fixeermiddel, waarbij ten minste één orgaan of een gedeelte daarvan met behulp van en ten opzichte van het fixeermiddel wordt gefixeerd, de verbinding tussen de organen en de romp wordt verbroken, en de organen buiten de romp worden gebracht, met het kenmerk, dat het fixeren in stand wordt gehouden nadat de organen buiten de romp zijn gebracht, en totdat op de organen in een door het fixeren bepaalde onderlinge ruimtelijke oriëntatie een controle-, reinigings- of scheidingsbewerking of een combinatie daarvan is uitgevoerd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het fixeren in stand wordt gehouden door de fixatie van het orgaan of het gedeelte daarvan met behulp van en ten opzichte van het fixeermiddel in stand te houden.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hét fixeren in stand wordt gehouden door een ten opzichte van het fixeermiddel gefixeerd orgaan of een gedeelte daarvan te fixeren met behulp van en ten opzichte van een tweede fixeermiddel, waarna de fixatie van de organen ten opzichte van het eerste fixeermiddel wordt opgeheven.
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men voorafgaand aan of tijdens het uithalen, wanneer de organen zich in hoofdzaak in de natuurlijke positie daarvan in de romp van het slachtdier bevinden, ten minste één van de organen of een gedeelte daarvan met behulp van en ten opzichte van het fixeermiddel op ten minste twee op afstand van elkaar gelegen punten fixeert.
5. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat men het fixeren realiseert door het met het fixeermiddel vastklemmen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan.
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat men het fixeren realiseert door het aan het fixeermiddel vastzuigen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan.
7. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat men het fixeren realiseert door het opnemen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan in een door het fixeermiddel begrensde ruimte.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men slokdarm, lever, maag en/of darmen met behulp van en ten opzichte van het fixeermiddel fixeert.
9. Inrichting voor het verwijderen en verwerken van een aantal onderling verbonden inwendige organen van een slachtdier, in het bijzonder een geslachte vogel, omvattende een via een uithaal-opening in de romp van het slachtdier te bewegen, op ten minste één orgaan of een gedeelte daarvan aangrijpend fixeermiddel voor het fixeren van de organen of een gedeelte daarvan ten opzichte van het fixeermiddel, het lostrekken en het verwijderen van de organen uit het slachtdier, met het kenmerk, dat het fixeermiddel is ingericht voor het langs een vooraf bepaalde baan toevoeren van de uit het slachtdier verwijderde organen in een door het fixeren bepaalde onderlinge ruimtelijke oriëntatie aan een volgend bewerkingsstation.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat langs de baan van het fixeermiddel een overdraagmiddel is opgesteld voor het van het fixeermiddel overnemen van uit het slachtdier verwijderde organen en het in een bepaalde onderlinge ruimtelijke oriëntatie toevoeren daarvan aan het bewerkingsstation.
11. Inrichting voor het verwijderen en verwerken van een aantal onderling verbonden inwendige organen van een slachtdier, in het bijzonder een geslachte vogel, omvattende een via een uithaal-opening in de romp van het slachtdier te bewegen, op ten minste één orgaan of een gedeelte daarvan aangrijpend fixeermiddel voor het fixeren van de organen of een gedeelte daarvan ten opzichte van het fixeermiddel, het lostrekken en het verwijderen van de organen uit het slachtdier, waarbij het fixeermiddel is ingericht om samen te werken met een uithaalmiddel bij het buiten de romp brengen van de organen, met het kenmerk/ dat het uithaalmiddel is gevormd door een aan een uiteinde van een langwerpige drager aangebrachte, om een in hoofdzaak dwars op de drager-langsas staande as verzwaaibare lepel, waarbij het fixeermiddel is ingericht voor het vastklemmen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het fixeermiddel twee aan het uiteinde van de drager aangebrachte bekdelen omvat welke op bestuurbare wijze ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn voor het daartussen vastklemmen van een orgaan of een gedeelte daarvan.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de lepel is voorzien van een in langsrichting daarvan verlopende langssleuf ter opname van de slokdarm, waarbij de bekdelen van het fixeermiddel evenwijdig zijn gericht aan de langssleuf en op afstand van de lepel zijn aangebracht.
14. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het samenstel van de bekdelen van het fixeermiddel de lepel vormt.
15. Inrichting voor het verwijderen en verwerken van een aantal onderling verbonden inwendige organen van een slachtdier, in het bijzonder een geslachte vogel, omvattende een via een uithaal-opening in de romp van het slachtdier te bewegen, op ten minste één orgaan of een gedeelte daarvan aangrijpend fixeermiddel voor het fixeren van de organen of een gedeelte daarvan ten opzichte van het fixeermiddel, het lostrekken en het verwijderen van de organen uit het slachtdier, waarbij het fixeermiddel is inge- richt om samen te werken met een uithaalmiddel bij het buiten de romp brengen van de organen, met het kenmerk, dat het fixeermiddel is ingericht voor het daaraan vastzuigen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het fixeermiddel hol is en een of meer openingen omvat, en op bestuurbare wijze op onderdruk kan worden gebracht voor het vastzuigen van een of meer organen in een opening.
17. Inrichting voor het verwijderen en verwerken van een aantal onderling verbonden inwendige organen van een slachtdier, in het bijzonder een geslachte vogel, omvattende een via een uithaalopening in de romp van het slachtdier te bewegen, op ten minste één orgaan of een gedeelte daarvan aangrijpend fixeermiddel voor het fixeren van de organen of een gedeelte daarvan ten opzichte van het fixeermiddel, het lostrekken en het verwijderen van de organen uit het slachtdier, waarbij het fixeermiddel is ingericht om samen te werken met een uithaalmiddel bij het buiten de romp brengen van de organen, met het kenmerk, dat het fixeermiddel is ingericht voor het opnemen van de betreffende organen of een gedeelte daarvan in een door het fixeermiddel bepaalde ruimte.
18. Inrichting voor het verwerken van een aantal uit een slachtdier, in het bijzonder een vogel, verwijderde, onderling verbonden inwendige organen, omvattende een op ten minste één orgaan of een gedeelte daarvan aangrijpend fixeermiddel voor het fixeren van de organen of een gedeelte daarvan ten opzichte van het fixeermiddel, gekenmerkt door een of meer afstroopmiddelen welke althans gedeeltelijk een of meer doorlaatgebieden begrenzen en gezamenlijk bewogen kunnen worden ten opzichte van het fixeermiddel onder het uitoefenen van een drukkracht op organen voor het afscheiden van organen uit het met het fixeermiddel gefixeerde aantal onderling verbonden organen.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de afstroopmiddelen bestaan uit flexibele, veerkrachtige plaat- vormige elementen welke aan een rand zijn bevestigd in een drager.
20. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de afstroopmiddelen bestaan uit evenwijdig aan een vlak gelegen elementen, welke elk ten opzichte van elkaar rond een as in hoofdzaak loodrecht op voornoemd vlak scharnierbaar zijn, en in een elkaar overlappende positie ten minste één opening begrenzen.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de elementen langwerpig zijn en zodanig zigzag-vormig gebogen zijn, dat zij in een elkaar overlappende positie openingen met verschillende afmetingen bepalen.
NL9201574A 1992-09-10 1992-09-10 Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier. NL9201574A (nl)

Priority Applications (28)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201574A NL9201574A (nl) 1992-09-10 1992-09-10 Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.
NL9300815A NL9300815A (nl) 1992-09-10 1993-05-12 Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.
US08/118,979 US5549521A (en) 1992-09-10 1993-09-09 Method and device for processing a cluster of organs from a slaughtered animal
EP98200479A EP0852908B2 (en) 1992-09-10 1993-09-10 Method and device for processing a cluster of organs from a slaughtered animal
EP96203580A EP0769247B1 (en) 1992-09-10 1993-09-10 Method and device for processing a cluster of organs from a slaughtered animal
DK06077213T DK1769681T3 (da) 1992-09-10 1993-09-10 Fremgangsmåde og indretning til behandling af et bundt organer fra et slagtet dyr
EP06077213A EP1769681B1 (en) 1992-09-10 1993-09-10 Method and device for processing a cluster of organs from a slaughtered animal
ES93202639T ES2101216T3 (es) 1992-09-10 1993-09-10 Procedimiento y dispositivo para el procesamiento de un grupo de organos de un animal sacrificado.
EP93202639A EP0587253B1 (en) 1992-09-10 1993-09-10 Method and device for processing a cluster of organs from a slaughtered animal
JP5250031A JPH06189670A (ja) 1992-09-10 1993-09-10 屠殺した動物の臓器群の処理方法および装置
DK93202639.6T DK0587253T3 (da) 1992-09-10 1993-09-10 Fremgangsmåde og indretning til behandling af en samling af organer fra et slagtet dyr.
DK01202685T DK1135990T3 (da) 1992-09-10 1993-09-10 Fremgangsmåde og indretning til behandling af et bundt organer fra et slagtet dyr
ES98203531T ES2162389T5 (es) 1992-09-10 1993-09-10 Procedimiento y dispositivo de tratamiento de un paquete de organos de un animal sacrificado.
DK98200479T DK0852908T4 (da) 1992-09-10 1993-09-10 Fremgangsmåde og indretning til bearbejdning af en organklynge fra et slagtet dyr
DK96203580T DK0769247T3 (da) 1992-09-10 1993-09-10 Fremgangsmåde og indretning til at bearbejde en klynge af organer fra et slagtet dyr
EP01202685A EP1135990B1 (en) 1992-09-10 1993-09-10 Method and device for processing a cluster of organs from a slaughtered animal
ES01202685T ES2277886T3 (es) 1992-09-10 1993-09-10 Dispositivo y procedimiento para separar un grupo de organos conectados entre si de un animal sacrificado.
DK98203531T DK0890315T4 (da) 1992-09-10 1993-09-10 Fremgangsmåde og apparat til bearbejdning af en samling organer fra et slagtet dyr
DE69309816T DE69309816T2 (de) 1992-09-10 1993-09-10 Verfahren und Vorrichtung zur Bearbeitung eines Organen-Pakets eines Schlachttieres
EP98203531A EP0890315B2 (en) 1992-09-10 1993-09-10 Method and device for processing a cluster of organs from a slaughtered animal
DE69330171T DE69330171T2 (de) 1992-09-10 1993-09-10 Verfahren und Vorrichtung zur Bearbeitung eines Organ-Pakets eines Schlachttieres
DE69330890T DE69330890T3 (de) 1992-09-10 1993-09-10 Verfahren und Vorrichtung zur Bearbeitung eines Organ-Pakets eines Schlachttieres
DE69327117T DE69327117T2 (de) 1992-09-10 1993-09-10 Verfahren und Vorrichtung zur Bearbeitung eines Organen-Pakets eines Schlachttieres
ES98200479T ES2138871T5 (es) 1992-09-10 1993-09-10 Procedimiento y dispositivo de tratamiento de un grupo de organos de un animal sacrificado.
ES96203580T ES2157398T3 (es) 1992-09-10 1993-09-10 Procedimiento y dispositivo para tratar un racimo de organos de un animal sacrificado.
ES06077213T ES2306360T3 (es) 1992-09-10 1993-09-10 Metodo y dispositivo para procesar un grupo de organos de un animal sacrificado.
DE69334215T DE69334215T2 (de) 1992-09-10 1993-09-10 Verfahren und Vorrichtung zur Bearbeitung des Organpakets eines Schlachttieres
DE69334098T DE69334098T2 (de) 1992-09-10 1993-09-10 Verfahren und Vorrichtung zur Bearbeitung des Organpakets eines Schlachttieres

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201574 1992-09-10
NL9201574A NL9201574A (nl) 1992-09-10 1992-09-10 Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9201574A true NL9201574A (nl) 1994-04-05

Family

ID=19861249

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201574A NL9201574A (nl) 1992-09-10 1992-09-10 Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9201574A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN112535196A (zh) * 2020-11-30 2021-03-23 鸽肴(海南)农业科技有限公司 一种禽类鸽子初加工去毛内脏处理方法

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN112535196A (zh) * 2020-11-30 2021-03-23 鸽肴(海南)农业科技有限公司 一种禽类鸽子初加工去毛内脏处理方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9300815A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.
US5080630A (en) Poultry processing apparatus and method
EP1692942B1 (en) Device for rehanging a slaughter animal
US5766063A (en) Eviscerator
AU2014267772B2 (en) A method, a system and a guide assembly for separating viscera sets eviscerated from slaughtered poultry
US5334083A (en) Method and device for mechanically drawing slaughtered poultry
EP1222858B1 (en) Method and device for processing a cluster of organs of a slaughtered animal
JPH09103231A (ja) 屠殺獣の処理装置及び処理方法
NL9200111A (nl) Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van middels van slachtdieren.
JP7129173B2 (ja) 骨付き肢肉の骨肉分離装置及び骨付き肢肉の骨肉分離方法
US3986231A (en) Poultry processing method
SU1667618A3 (ru) Способ отделени крыльев от тушек птицы и устройство дл его осуществлени
US3806988A (en) Poultry processing method and apparatus
NL9100153A (nl) Inrichting voor het uithalen van slachtvogels.
NL9200649A (nl) Werkwijze en inrichting voor het openen van een geslacht dier.
AU602166B2 (en) Carcass gripper
NL9200733A (nl) Inrichting en werkwijzen voor het losnemen en/of verwijderen van vlees en dergelijke van dierkoppen.
NL9201574A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.
US5993308A (en) Machine for eviscerating and displaying poultry for inspection
CN107927137B (zh) 一种自动化小龙虾去虾肠线及取虾仁装置
EP1677611B1 (en) Process for evisceration of slaughtered poultry, slaughtering system for the treatment of viscera from slaughtered poultry and a viscera holder for a viscera conveyor in a slaughtering system
NL8104877A (nl) Inrichting voor het uithalen van slachtvogels.
US20180310574A1 (en) A method, a guide assembly and a system for separating viscera sets eviscerated from slaughtered poultry
USRE28666E (en) Poultry processing method and apparatus
JPH06509461A (ja) 丸みのある魚を切断及び清浄するための方法及び装置

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed