NL9001310A - Subminiatuursmeltveiligheid en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Subminiatuursmeltveiligheid en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL9001310A
NL9001310A NL9001310A NL9001310A NL9001310A NL 9001310 A NL9001310 A NL 9001310A NL 9001310 A NL9001310 A NL 9001310A NL 9001310 A NL9001310 A NL 9001310A NL 9001310 A NL9001310 A NL 9001310A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arc
end portions
parts
melting element
housing
Prior art date
Application number
NL9001310A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Soc Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Soc Corp filed Critical Soc Corp
Publication of NL9001310A publication Critical patent/NL9001310A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H85/00Protective devices in which the current flows through a part of fusible material and this current is interrupted by displacement of the fusible material when this current becomes excessive
    • H01H85/02Details
    • H01H85/38Means for extinguishing or suppressing arc
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H69/00Apparatus or processes for the manufacture of emergency protective devices
    • H01H69/02Manufacture of fuses
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H85/00Protective devices in which the current flows through a part of fusible material and this current is interrupted by displacement of the fusible material when this current becomes excessive
    • H01H85/02Details
    • H01H85/04Fuses, i.e. expendable parts of the protective device, e.g. cartridges
    • H01H85/041Fuses, i.e. expendable parts of the protective device, e.g. cartridges characterised by the type
    • H01H85/0411Miniature fuses
    • H01H85/0415Miniature fuses cartridge type
    • H01H85/0417Miniature fuses cartridge type with parallel side contacts
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H85/00Protective devices in which the current flows through a part of fusible material and this current is interrupted by displacement of the fusible material when this current becomes excessive
    • H01H85/02Details
    • H01H85/38Means for extinguishing or suppressing arc
    • H01H2085/383Means for extinguishing or suppressing arc with insulating stationary parts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Fuses (AREA)

Description

Korte aanduiding: Subminiatuursmeltveiligheid en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een subminiatuur-smeltvei Ligheid.
In recente jaren zijn electronische inrichtingen toenemend gemi-niaturiseerd en worden als een gevolg electrische componenten die bijvoorbeeld een electrische schakeling vormen eveneens voor verdere miniaturisering in beschouwing genomen. Verder wordt in verband met te weerstane spanning een bedrading voor een hoge potentiaal, zoals 200 V, geleidelijk algemeen aanvaard voor huishoudelijk gebruik en dientengevolge is er een toenemende vraag naar miniatuursmeltveiligheden die kunnen worden gebruikt in een bereik vanaf een lage spanning, zoals een paar volt, die vereist is voor printplaten tot een hoge spanning die 125 V wisselstroom overschrijdt. Verscheidene soorten miniatuursmeltveiligheden zijn ontwikkeld teneinde aan deze vereisten te voldoen. Als een voorbeeld van miniatuursmeltveiligheden die tot dusverre 2ijn ontwikkeld, is er een type beschikbaar, waarvan de smeltdraad volledig in hars is ingebed om daardoor gemakkelijk miniaturisering te bereiken. Een smeltveiligheid van deze soort lijdt echter aan zodanige nadelen dat in het geval van een betrekkelijk kleine overstroom, die daardoor heen vloeit ten gevolge van bijvoorbeeld het falen van een transistor, Joule-warmte kan worden geabsorbeerd door de hars die de smeltdraad omgeeft, hetgeen resulteert in een vertraging in de smelttijd of in het niet doorsmelten van de smeltvei ligheid totdat een voldoend aantal elementen is beschadigd om een vloeien van overstroom tot gevolg te hebben die hoog genoeg is om het smeltelement door te smelten. Wanneer een grote stroom van een spanning die 125 V wisselstroom overschrijdt, vloeit ten gevolge van een kortsluiting of dergelijke, is er, aangezien de smeltdraad volkomen door hars is omgeven, nergens ruimte voor metaaldamp, die door de gesmolten, verdampte en geëxpandeerde metaalcomponent is opgewekt door de grote stroom, om te worden afgegeven. Dientengevolge kan de Lichtboogtrek-kingstijd worden verlengd en kan de hars die de smeltdraad omgeeft versplinteren en zich verspreiden waardoor potentieel gevaar wordt veroorzaakt. Teneinde de hierboven uiteengezette problemen op te Lossen, is een miniatuursmeltveiligheid ontwikkeld, waarin het gebied dat de smeltdraad omgeeft, is gevuld met een lichtboogdovend materiaal om daardoor te voorko- men dat het hars breekt door een grote stroom. Op dezelfde manier als in de eerder genoemde smeltveiligheid kan echter Joule-warmte worden geabsorbeerd door het lichtboogdovende materiaal in het geval van een kleine overstroom en in deze zin kon het probleem dat de smeltdraad mogelijkerwijs niet kan worden doorgesmolten tenzij een bovenmatig grote stroom vloeit, niet volkomen worden opgelost en was de ontwikkelde miniatuurstroomsmeltveiligheid zoals hierboven genoemd nog steeds niet betrouwbaar.
Dienovereenkomstig is het een doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een subminiatuursmeltveiligheid die de algemene problemen zoals hierboven genoemd kan opheffen, zeer klein is, maar desalniettemin geen lichtboogdovend materiaal gebruikt, voorziet in een hoge onderbre-kingskarakteristiek, de schakeling en componenten in kwestie beschermt wanneer een abnormale stroom vloeit, door het snel wegsmelten van de smeltdra-den en minder variatie in smelttijd heeft en dus betrouwbaar is.
Een verder doel van de onderhavige uitvinding is om te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een hierboven genoemde subminiatuursmeltvei ligheid.
Het doel van de onderhavige uitvinding kan worden verwezenlijkt door zo een subminiatuursmeltveiligheid als omvattende een behuizing die daarin twee ingesloten lichtboogdovende kamers heeft, die zijn ingericht om een lichtboog te doven en eveneens een gaatje heeft, dat is ingericht om de twee lichtboogdovende kamers met elkaar te verbinden, een tweetal aan de behuizing bevestigde en tegengestelde eindgedeelten hebbende geleidende aansluitonderdelen, waarbij de eindgedeelten van het tweetal aansluitonder-delen zich buitenwaarts vanaf het buitenoppervlak van de behuizing uitstrekken, teneinde de externe verbinding te bepalen, die is ingericht om te worden verbonden met een externe electrische schakeling en de andere eindgedeelten van het tweetal aansluitonderdelen zich respectievelijk intern uitstrekken in de twee lichtboogdovende kamers in de behuizing en een smeltelement dat tegengestelde eindgedeelten heeft en is ingericht om respectievelijk electrisch en mechanisch te worden gekoppeld met de andere eindgedeelten van het tweetal aansluitonderdelen, waarbij de schakeling kan worden onderbroken door het doven van de Lichtboog zonder gebruik te maken van lichtboogdovend materiaal en variatie van de voorlichtboogtrekkings-tijdstroomkarakteristiek van de smeltveiligheid kan worden gereduceerd.
In overeenstemming met een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van deze uitvinding omvat de behuizing een bovenste onderdeel dat een holte heeft en een scheidingswand die de holte afscheidt en een benedenste onderdeel. Het tweetal geleidende aansluitonderdelen is bevestigd aan het benedenste onderdeel, waarbij de eindgedeelten van een tweetal aansluitonderdelen zich buitenwaarts vanaf het benedenste oppervlak van het benedenste onderdeel uitstrekken om het met een externe electrische schakeling te verbinden externe verbindingsgedeelte te bepalen, waarbij de andere eindgedeelten van het tweetal aansluitonderdelen zich vanaf het bovenste oppervlak van het benedenste onderdeel uitstrekken. Het benedenste onderdeel is voorzien van een scheidingswand die zich bovenwaarts vanaf het bovenste oppervlak van het benedenste onderdeel uitstrekt, teneinde het tweetal aansluitonderdelen te scheiden. Wanneer het bovenste onderdeel met het benedenste onderdeel wordt gecombineerd, met de holte naar beneden gericht naar het bovenste oppervlak van een benedenste onderdeel, wordt de scheidingswand van het bovenste onderdeel in lijn gebracht met en komt deze aan te Liggen tegen de scheidingswand van het benedenste onderdeel om de twee in-gesloten lichtboogdovende kamers te bepalen, die respectievelijk elk van de andere eindgedeelten van het tweetal aansluitonderdelen herbergen en het gaatje is aangebracht bij de scheidingswand die is opgebouwd door de scheidingswanden van de bovenste en benedenste onderdelen, zodat het smeltele-ment door het gaatje kan lopen.
Een aansluitstrook wordt vervaardigd door persbewerking, waarbij de aansluitstrook een kamachtige configuratie heeft, waarbij de einden van een aantal aansluitonderdelen achtereenvolgens zijn verbonden met de punt-eindgedeelten van de respectieve tanden van de kamachtige configuratie. Elk in de aansluitstrook aangebrachte aansluitonderdeel is bevestigd aan het benedenste onderdeel, waarbij elke stel twee aansluitonderdelen omvat, wanneer het benedenste onderdeel door vormen van hars wordt gevormd. Bij de punteinden van een reeks aansluitonderdelen die afsteken vanaf het bovenste oppervlak van het benedenste onderdeel wordt een langwerpige smeltdraad uitgestrekt. De punteindgedeelten van de aansluitonderdelen worden dan gevouwen op een manier om de smeltdraad vast te houden en daaropvolgend stevig daar aan gesoldeerd. Dan wordt de smeltdraad afgesneden bij het gedeelte dat zich bevindt tussen de naburige aansluitonderdelen van de respectieve naburige stellen van de aansluitonderdelen. Het bovenste onderdeel dat een kleine half-cirkelvormige uitsparing bij het midden van het punteinde van de scheidingswand heeft, wordt gecombineerd met het benedenste onderdeel aan de zijde van de smeltdraad die is bevestigd aan het benedenste onderdeel en worden de tegenover elkaar liggende gedeelten van de bovenste en benedenste onderdelen aan elkaar gelast door middel van ultrasoon lassen.
De punteinden van de scheidingswanden van het bovenste onderdeel en de benedenste onderdelen worden gelast en de punteinden van de zijwanden die de holte in het bovenste onderdeel bepalen en het benedenste onderdeel worden aan elkaar gelast, waarbij twee lichtboogdovende kamers worden gevormd, teneinde respectievelijk de eindgedeelten van het tweetal aansluitonderde-len die de smeltdraad bevestigen, onder te brengen. De smeltdraad die zich tussen de punteindgedeelten van het tweetal aansluitonderdelen uitstrekt, wordt in een zwevende toestand gehouden in het kleine half-cirkelvormige uitsparingsgedeelte waarin is voorzien bij de scheidingswand van het bovenste onderdeel zonder contact te maken met de scheidingswanden van zowel bovenste als benedenste onderdelen. Bij deze inrichting zal geen Joule-warmte worden geabsorbeerd bij het optreden van overstroom en kan de smeltdraad snel worden doorgesmolten. Zelfs indien, nadat de smeltdraad is weggesmolten, een lichtboog kan worden opgewekt, zal de metaaldamp die waarschijnlijk een lichtboog opwekt worden beperkt tot het gaatje dat is opgebouwd door de kleine haLf-cirkelvormige uitsparing. Op deze wijze is het voor de lichtboog moeilijk te spatten tussen de aansluitonderdelen en aldus kan lichtboogdoving worden vergemakkelijkt. Verder dient de scheidingswand die deze twee lichtboogdovende kamers scheidt, om de lichtboog te splitsen, zodat de diëlectrische sterkte tussen de aansluitonderdelen kan worden verbeterd en het opnieuw trekken van een lichtboog kan worden gereduceerd. En na voltooiing van het lassen van de bovenste en benedenste onderdelen worden de einden van de aansluitonderdelen aan de zijde van de aansluitonderdelen die zijn verbonden met de tanden van de kamachtige configuratie afgesneden om te voorzien in afzonderlijke smeltveiligheden.
In overeenstemming met een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding, die voorziet in een smeltveiligheid die bij voorkeur voor gebruik voor de spanning die gelijk is aan 125 V wisselstroom of deze overschrijdt, is de afstand tussen de aansluitonderdelen zoals beschreven in verband met de hierboven genoemde smeltveiligheid twee keer zolang gemaakt en is er voorzien in één of meer dan één lichtboogdovingskamer tussen de twee lichtboogdovende kamers waarvan elk één eindgedeelte van het tweetal aansluiton- derdelen herbergt, die de smeltdraad bevestigen, teneinde te voorzien in een hogere onderbrekingscapaciteit. Het kan worden begrepen dat aangezien de kamachtige aansluitstrook die de aansluitonderdelen heeft, die in serie zijn verbonden, wordt gebruikt voor het samenstellen van de smeltveilig-heid, de stappen van het bevestigen van de aansluitonderdelen aan het onderste deel door vorming, het bevestigen van de smeltdraad aan de punteind-gedeelten van de aansluitonderdelen en het lassen van de bovenste en benedenste onderdelen achtereenvolgens kan worden uitgevoerd, zodat goedkope massaproductie kan worden bereikt.
Deze en verdere doelen en voordelen van de onderhavige uitvinding kunnen blijken door het lezen van de beschrijving onder verwijzing naar de begeleidende tekening en de nieuwheid zoals uiteengezet in de aangehechte conclusies.
Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van een subminiatuursmelt-veiligheid in overeenstemming met een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; fig. 2 is een aanzicht in dwarsdoorsnede van de in fig. 1 getoonde subminiatuursmeltveiligheid met een opengewerkt gedeelte; fig. 3 is een aanzicht in dwarsdoorsnede van een subminiatuursmeltvei ligheid in overeenstemming met een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding met een opengewerkt gedeelte; en fig. 4 en 5 illustreren een manier van het samenstellen van de in fig. 1 tot en met fig. 3 in overeenstemming met de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding getoonde subminiatuursmeltveiligheid.
Een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal nu onder verwijzing naar fig. 1 en 2 worden beschreven. Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van een subminiatuursmeltvei ligheid in overeenstemming met de onderhavige uitvinding. De subminiatuursmeltveiligheid heeft een zeer compacte opbouw met een grootte van bij benadering 5 mm (overlangs, dwars) en bij benadering 6,5 mm (hoogte).
Fig. 2 is een aanzicht in dwarsdoorsnede van de in fig. 1 getoonde subminiatuursmeltveiLigheid met een opengewerkt gedeelte om duidelijk de interne opbouw daarvan te laten zien.
Verwijzend naar fig. 1 en 2 bestaat de behuizing 10 uit het bovenste onderdeel 12 en het benedenste onderdeel 14. Zoals gedetailleerder toegelicht, worden wanneer deze twee onderdelen worden gecombineerd, twee lichtboogdovende kamers 18, 20 bepaald in de behuizing 10, waarbij de kamers in verbinding met elkaar staan door middel van een gaatje 16. Een tweetal van geleidend materiaal vervaardigde aansluitklemmen 22, 24 is ingebed in het benedenste onderdeel 14 dat is vervaardigd van electrisch isolerend materiaal. Eén einde van de aansluitklemmen 22, 24 strekt zich uit vanaf het benedenste zijoppervlak van het benedenste onderdeel 14 om te voorzien in de externe verbindingen 26, 28 die zijn ingericht om met de externe electrische schakeling te worden verbonden, terwijl de andere einden van de aansluitklemmen 22, 24 zich uitstrekken vanaf het bovenste zijoppervlak van het benedenste onderdeel 14 om te voorzien in de gedeelten 30, 32 voor verbinding van de smeltdraad bij de punteinden. De smeltdraad 34 is uitgestrekt tussen de smeltdraadverbindingsgedeelten 30, 32 van een tweetal aansluitklemmen 22, 24. De tegengestelde einden van de smeltdraad 34 zijn electrisch verbonden met de smeltdraadverbindingsgedeelten 30, 32 en zijn daaraan mechanisch bevestigd. De smeltdraadverbindingsgedeelten 30, 32 zijn de voorkeur hebbend zodanig opgebouwd dat de punteindgedeelten zijn gevouwen om de tegengestelde eindgedeelten van de smeltdraad daardoor vast te houden en worden dan stevig bevestigd door soldering daartussen. Het benedenste onderdeel 14 heeft de scheidingswand 36 die naar boven uitsteekt vanaf het centrale gedeelte van het bovenste oppervlak van het benedenste onderdeel 14 om de smeltdraadverbindingsgedeelten 30, 32 van de aansluitklemmen 22, 24 te scheiden en waarvan het punteindoppervlak zich uitstrekt tot de hoogte die enigszins lager is dan de hoogte van de uitgestrekte smeltdraad 34, teneinde de smeltdraad 34 niet te raken. Een getrapt gedeelte 38 is aangebracht bij het zijoppervlak van het benedenste oppervlak 14. Het verdient de voorkeur dat het benedenste onderdeel 14 wordt gevormd van hars door vormen en tegelijkertijd de centrale gedeelten van de aansluitklemmen 22 en 24 in het benedenste onderdeel 14 worden ingebed.
Het bovenste onderdeel 12 is voorzien van een holte en een scheidingswand 40 die zich benedenwaarts uitstrekt vanaf het bovenste bin-nenoppervlak van de holte om de holte in twee delen te verdelen. Een kleine uitsparing 42 waarvan de doorsnede half-cirkelvormig is, is centraal bij het punteindoppervlak van de tussenwand 40 aangebracht. Wanneer de bovenste en benedenste onderdelen 12, 14 worden gecombineerd met de holte van het bovenste onderdeel 12 naar de zijde van het benedenste onderdeel 14 gericht, waarop de smeltdraadverbindingsgedeelten 30, 32 van de aansluitklem- men 22, 24 zijn geprojecteerd, worden de punteinden van de zijwanden die de holte van het bovenste onderdeel 12 bepalen, bevestigd tegen het getrapte gedeelte 38 en wordt de scheidingswand 40 van het bovenste onderdeel 12 in lijn gebracht met de scheidingswand 36 van het benedenste onderdeel 14, zodat de punteindoppervlakken van beide scheidingswanden 36, 40 tegen elkaar kunnen aanliggen. Het bovenste onderdeel 12 is op deze manier opgebouwd. Nadat het bovenste onderdeel 12 en het benedenste onderdeel 14 op de hierboven toegelichte manier zijn gecombineerd, wordt het punteinde van de zijwanden die de holte van het bovenste onderdeel 12 bepalen en de getrapte gedeelten 38 van het benedenste onderdeel 14, alsmede de aanliggende oppervlakken van de scheidingswanden 36, 40 van het bovenste onderdeel 12 en het benedenste onderdeel 14 aan elkaar gelast door middel van ultrasoon lassen. Op deze wijze wordt er voorzien in de lichtboogdovende kamers 18, 20 die zijn ingericht om elk van de smeltdraadverbindingsgedeelten 30, 32 van de aansluitklemmen 22, 24 onder te brengen, en wordt een gaatje 16 met een half-cirkelvormige configuratie in doorsnede gevormd door de uitsparing 42 van het bovenste onderdeel 12 en een deel van het punteindoppervlak van de scheidingswand 36 van het benedenste onderdeel 14. De smeltdraad 34 strekt zich uit door het gaatje 16 zonder contact te maken met de binnenwand van het gaatje 16 en wordt in een zwevende toestand gehouden. Dankzij de opbouw zoals die hierboven is beschreven, waarbij de smeltdraad 34 in een zwevende toestand wordt gehouden zonder geheel contact met het bovenste onderdeel 12 en het benedenste onderdeel 14 te maken, kan zelfs wanneer een geringe abnormale stroom door de smeltdraad 34 vloeit, geen Joule-warmte worden geabsorbeerd door het bovenste onderdeel 12 en het benedenste onderdeel 14, zodat de smeltveiligheid snel kan worden doorgesmolten en onderbroken teneinde de externe componenten en schakeling veilig tegen abnormale stroom te beschermen. Verder kan, zelfs indien een grote stroom, die 125 V wisselstroom overschrijdt, een lichtboog veroorzaakt, zo een lichtboog worden gesplitst door de scheidingswand die is samengesteld uit de scheidingswanden 36, 40 van het bovenste onderdeel 12 en het benedenste onderdeel 14, zodat de diëlectrische sterkte kan worden verbeterd en een hoge onderbre-kingscapaciteit kan worden bereikt.
Fig. 3 is een aanzicht in dwarsdoorsnede van een subminiatuur-smeltveiligheid om te worden gebruikt voor de schakeling die een spanning boven 125 V wisselstroom gebruikt. Componenten die gelijksoortig zijn aan die welke zijn toegelicht onder verwijzing naar fig. 2 zijn met dezelfde verwijzingsgetallen aangegeven. Het verschil in vergelijking met de in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm is dat een andere Lichtboogdovende kamer 44 is aangebracht tussen twee scheidingswanden voor de lichtboogdovende kamers 18, 20 die zijn ingericht om elk van de smeltdraadverbindingsgedeelten 30, 32 van de aansluitklemmen 22, 24 onder te brengen, waarbij een hogere on-derbrekingscapaciteit kan worden verkregen.
Fig. 4 en 5 illustreren een deel van stappen voor het samenstellen van de smeltveiligheid in overeenstemming met de hierboven genoemde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Een aansluitstrook 46 die een kamachtige configuratie heeft, waarbij de externe verbindingsgedeelten 26, 28 van een aantal aansluitklemmen 22, 24 in serie zijn verbonden aan de punteinden van de respectieve tanden van de aansluitstrook 46 met een kamachtige configuratie wordt eerst vervaardigd door perswerk. De punteinden 48, 50 van het smeltdraadverbindingsgedeelte 30, 32 die zijn ingericht om de smeltdraad 34 van de aansluitklemmen 22, 24 zeker te bevestigen, worden vooraf door het perswerk in "L"-vormige toestand gevouwen. De tegengestelde zijden van de buiggedeelten 52, 54 zijn voorzien van versmalde gedeelten 56, 58 om het vouwwerk te vergemakkelijken. Bij de centrale plaats van deze versmalde gedeelten 56, 58 zijn groeven 60, 62 gevormd, waarin is voorzien teneinde de smeltdraad 34 tegen beschadiging te beschermen wanneer de L-vormige punteinden 48, 50 van de smeltdraadverbindingsgedeelten 30, 32 rond de smeltdraad 34 worden gevouwen en worden geperst om contact te maken met de smeltdraad 34. De L-vormige buiggedeelten 52, 54 worden in "LT-con-figuratie gebogen om de smeltdraad 34 daarin vast te houden na het onderbrengen van de smeltdraad 34 en worden stevig bevestigd door het daarop toepassen van solderen. Uitstrekken, vastzetten en samenstellen van de smeltdraad 34 kan worden uitgevoerd door gebruik te maken van een ononderbroken aansluitstrook, waarbij massaproductie kan worden bereikt. Daaropvolgend worden de respectieve gedeelten 64 van de smeltdraad 34 die is uitgestrekt tussen de aansluitonderdelen die zijn bevestigd door respectievelijk het vormen van de naburige benedenste onderdelen, weggesneden. Het bovenste onderdeel 12 wordt bevestigd aan het benedenste onderdeel 14 met de holte van het bovenste onderdeel 12 gericht naar de zijde van het benedenste onderdeel 14 waar de smeltdraad 34 is bevestigd en de aanliggende gedeelten van het bovenste onderdeel 12 en het benedenste onderdeel 14 worden aan elkaar gelast door ultrasoon lassen. Dan worden de einden van de externe verbindingsgedeelten 26, 28 van de aansluitonderdelen 22, 24 die ononderbroken zijn verbonden met de kamtanden van de aansluitstrook 46 met kam-achtig configuratie gescheiden om te voorzien in afzonderlijke smeltveilig-heden.
In plaats van de uitsparing 42 aan te brengen op de scheidingswand 40 van het bovenste onderdeel 12, kan de uitsparing worden aangebracht op de scheidingswand 36 van het benedenste onderdeel 14 of op beide scheidingswanden 36, 40 van de benedenste en bovenste onderdelen 14, 12.
Zoals hierboven is toegelicht kan de onderhavige uitvinding voorzien in uitstekende smeltkarakteristieken met hoge onderbrekingscapaci-teit bij een hoge wisselspanning van meer dan 125 V en minder variabele smelttijd door te voorzien in lichtboogdovende kamers en kan ze eveneens massaproductie bereiken.

Claims (9)

1. Subminiatuursmeltveiligheid, omvattende een behuizing die daarin twee ingesloten lichtboogdovende kamers heeft, die zijn ingericht om een lichtboog te doven en een gaatje dat de twee lichtboogdovende kamers met elkaar verbindt, een tweetal aan de behuizing bevestigde en tegengestelde eindgedeelten hebbende geleidende aansluitonderdelen, waarbij de eindge-deelten van het tweetal aansluitonderdelen zich buitenwaarts vanaf het buitenoppervlak van de behuizing uitstrekken om de met een externe electrische schakeling te verbinden externe verbindingsgedeelten te bepalen en de andere eindgedeelten van het tweetal aansluitonderdelen zich respectievelijk in de twee lichtboogdovende kamers van de behuizing uitstrekken en een smeltelement dat tegengestelde eindgedeelten heeft, die zich door het in de behuizing aangebrachte gaatje uitstrekken, waarbij de tegengestelde eindgedeelten van het smeltelement electrisch en mechanisch respectievelijk zijn verbonden met de andere eindgedeelten van het tweetal aansluitonderdelen, waarbij de schakeling kan worden onderbroken door het doven van een lichtboog zonder gebruik te maken van lichtboogdovend materiaal en variatie van de onderbrekingskarakteristiek van de smeltveiligheid kan worden gereduceerd.
2. Subminiatuursmeltveiligheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het smeltelement zich op zo een manier door het gaatje uitstrekt dat dit op afstand van de binnenwand van het gaatje ligt.
3. Subminiatuursmeltveiligheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat één of meer dan één ingesloten lichtboogdovende kamers aanvullend in serie tussen het tweetal lichtboogdovende kamers in de behuizing zijn aangebracht, waarbij de aanvullende één of meer dan één lichtboogdovende kamers in serie met het tweetal lichtboogdovende kamers in verbinding staan via de gaatjes en het smeltelement zich uitstrekt door de aanvullende één of meer dan één lichtboogdovende kamers en de gaatjes.
4. Subminiatuursmeltveiligheid volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het smeltelement zich zo uitstrekt dat dit op afstand ligt van de binnenwand van de gaatjes.
5. Subminiatuursmeltveiligheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de behuizing is vervaardigd van hars en het tweetal aansluitonderdelen door het vormen van de behuizing aan de behuizing zijn bevestigd.
6. · SubminiatuursmeLtveiLigheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de behuizing is voorzien van een bovenste onderdeel en een benedenste onderdeel waaraan het tweetal aansluitonderdelen is bevestigd en dat een scheidingswand heeft die de andere eindgedeelten van het tweetal aansluitonderdelen scheidt, waarbij het bovenste onderdeel een holte en een de holte afscheidende scheidingswand heeft, en wanneer het bovenste onderdeel en het benedenste onderdeel met elkaar worden gecombineerd de scheidingswand van het bovenste onderdeel zo is geconstrueerd dat dit in lijn ligt met de tussenwand van het benedenste onderdeel en aanligt tegen de scheidingswand van het benedenste onderdeel en de scheidingswand van het bovenste onderdeel is voorzien van een uitsparing die is aangebracht op het oppervlak van de scheidingswand die aanligt tegen de scheidingswand van het benedenste onderdeel teneinde het gaatje te vormen, dat in verbinding staat met het tweetal lichtboogdovende kamers en het mogelijk te maken dat het smeltelement zich daardoor heen uitstrekt.
7. SubminiatuursmeLtveiligheid volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het smeltelement zich op zo een manier uitstrekt, dat dit op afstand van de binnenwand van het gaatje ligt.
8. SubminiatuursmeLtveiligheid volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de doorsnedevorm van de uitsparing half-cirkelvormig is.
9. Werkwijze voor het vervaardigen van een SubminiatuursmeLtveiligheid, omvattende een benedenste onderdeel dat een bovenste oppervlak en een benedenste oppervlak heeft, een bovenste onderdeel dat een holte en een de holte afscheidende scheidingswand heeft, een tweetal tegengestelde eindgedeelten hebbende geleidende aansluitonderdelen en een smeltelement dat tegengestelde eindgedeelten heeft, waarbij het tweetal aansluitonderdelen is bevestigd aan het benedenste onderdeel, de eindgedeelten van het tweetal aansluitonderdelen zich buitenwaarts vanaf het benedenste oppervlak van het benedenste onderdeel uitstrekken om het met een externe electrische schakeling te verbinden externe verbindingsgedeelte te bepalen, de andere eindgedeelten van het tweetal aansluitonderdelen zich vanaf het bovenste oppervlak van het benedenste onderdeel uitstrekken, het smeltelement zich uitstrekt tussen de andere eindgedeelten van de aansluitonderdelen, de tegengestelde eindgedeelten van het smeltelement electrisch en mechanisch met de andere eindgedeelten van het smeltelement zijn verbonden, het benedenste onderdeel een scheidingswand heeft, die zich bovenwaarts vanaf het bovenste oppervlak van het benedenste onderdeel uitstrekt teneinde het tweetal aan-sluitonderdelen te scheiden, wanneer het bovenste onderdeel wordt gecombineerd met het benedenste onderdeel met de holte benedenwaarts gericht naar het bovenste oppervlak van het benedenste onderdeel de scheidingswand van het bovenste onderdeel wordt uitgericht met en komt aan te liggen tegen de scheidingswand van het benedenste onderdeel om twee ingesloten lichtboogdo-vende kamers te bepalen, die respectievelijk elk van de andere eindgedeel-ten van het tweetal aansluitonderdelen herbergen en de door de scheidingswanden van het bovenste onderdeel en het benedenste onderdeel geconstrueerde scheidingswand is voorzien van een gaatje dat daarop zodanig is aangebracht dat het het smeltelement wordt mogelijk gemaakt door het gaatje te lopen, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het door persen vervaardigen van een aansluitstrook die een kamachtige configuratie heeft, waarbij de einden van een aantal aansluitonderdelen achtereenvolgens zijn verbonden met de punteindgedeelten van de respectieve tanden van de kamachtige configuratie, het aan het onderste onderdeel bevestigen van elk stel aansluitonderdelen dat op de aansluitstrook is aangebracht, waarbij elk stel twee aansluitonderdelen omvat, wanneer het benedenste onderdeel wordt gevormd, het uitstrekken van een langwerpig smeltelement op de eindgedeelten van een reeks aansluitonderdelen die is aangebracht aan de aansluitstrook en het electrisch en mechanisch verbinden van het langwerpige smeltelement met de eindgedeelten van de reeks aansluitonderdelen, het doorsnijden van het langwerpige smeltelement dat is uitgestrekt tussen de aansluitonderdelen van de naburige stellen, het combineren van het bovenste onderdeel en het benedenste onderdeel en het bevestigen ervan en het doorsnijden van de einden van de aansluitonderdelen die met de aansluitstrook zijn verbonden. Eindhoven, juni 1990.
NL9001310A 1989-06-14 1990-06-11 Subminiatuursmeltveiligheid en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. NL9001310A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1989068653U JPH0720828Y2 (ja) 1989-06-14 1989-06-14 超小型電流ヒューズ
JP6865389 1989-06-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001310A true NL9001310A (nl) 1991-01-02

Family

ID=13379876

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001310A NL9001310A (nl) 1989-06-14 1990-06-11 Subminiatuursmeltveiligheid en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US5101187A (nl)
JP (1) JPH0720828Y2 (nl)
KR (1) KR910001837A (nl)
BR (1) BR9002810A (nl)
DE (1) DE4017423A1 (nl)
ES (1) ES2023318A6 (nl)
GB (1) GB2233512B (nl)
MX (1) MX174585B (nl)
MY (1) MY105779A (nl)
NL (1) NL9001310A (nl)

Families Citing this family (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0629878Y2 (ja) * 1990-10-11 1994-08-10 エス・オー・シー株式会社 高遮断超小型ヒューズ
US6160471A (en) * 1997-06-06 2000-12-12 Littlelfuse, Inc. Fusible link with non-mechanically linked tab description
US6642834B1 (en) * 1999-03-04 2003-11-04 Littelfuse, Inc. High voltage automotive use
JP2001250466A (ja) * 2000-03-03 2001-09-14 Taiheiyo Seiko Kk ヒューズ素子及びヒューズ取付装置
JP2001266733A (ja) * 2000-03-22 2001-09-28 Yazaki Corp ヒューズ
JP2001307610A (ja) * 2000-04-17 2001-11-02 Sanyo Electric Co Ltd ヒューズの製造方法とこのヒューズを内蔵するパック電池
US6878004B2 (en) * 2002-03-04 2005-04-12 Littelfuse, Inc. Multi-element fuse array
CN100408382C (zh) * 2003-11-26 2008-08-06 力特保险丝有限公司 交通工具电气保护装置及利用该装置的***
JP4361095B2 (ja) * 2004-02-21 2009-11-11 ビックマン−ベルケ ゲーエムベーハー ヒューズエレメント用絶縁中間コイルを備えるコイル状可溶導体
US7659804B2 (en) * 2004-09-15 2010-02-09 Littelfuse, Inc. High voltage/high current fuse
US20060119465A1 (en) * 2004-12-03 2006-06-08 Dietsch G T Fuse with expanding solder
EP1729317B1 (de) * 2005-06-02 2007-10-24 Wickmann-Werke GmbH Wickelschmelzleiter für ein Schmelzsicherungsbauelement mit Kunststoffversiegelung
US7983024B2 (en) * 2007-04-24 2011-07-19 Littelfuse, Inc. Fuse card system for automotive circuit protection
DE102008025917A1 (de) * 2007-06-04 2009-01-08 Littelfuse, Inc., Des Plaines Hochspannungssicherung
JP2009032489A (ja) * 2007-07-26 2009-02-12 Soc Corp ヒューズ
US9117615B2 (en) 2010-05-17 2015-08-25 Littlefuse, Inc. Double wound fusible element and associated fuse
US8629749B2 (en) * 2010-11-30 2014-01-14 Hung-Chih Chiu Fuse assembly
JP5771057B2 (ja) * 2011-04-22 2015-08-26 矢崎総業株式会社 ヒューズ
US20130342305A1 (en) * 2012-06-25 2013-12-26 Jui-Chih Yen Structure of positioning cover of miniature fuse device
US20140167905A1 (en) * 2012-12-17 2014-06-19 Keithley Instruments, Inc. High voltage protection module
DE102013213949A1 (de) * 2013-07-16 2015-02-19 Robert Bosch Gmbh Sicherung mit Trennelement
JP6437239B2 (ja) * 2013-08-28 2018-12-12 デクセリアルズ株式会社 ヒューズエレメント、ヒューズ素子
US9824842B2 (en) * 2015-01-22 2017-11-21 Littelfuse, Inc. Wire in air split fuse with built-in arc quencher
US10483070B1 (en) * 2019-01-31 2019-11-19 Littelfuse, Inc. Fuses and methods of forming fuses
US10553387B1 (en) * 2019-02-07 2020-02-04 Littelfuse, Inc. Fuse with arc-suppressing housing walls
US11049681B1 (en) * 2020-04-02 2021-06-29 Littelfuse, Inc. Protection device with u-shaped fuse element
US11631566B2 (en) * 2020-11-13 2023-04-18 Littelfuse, Inc. Modular high voltage fuse

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE54249C (de) * Ö. T.BLäTHY in Budapest Einrichtungen an Abschmelzsieherungen für elektrische Leitungen
US480802A (en) * 1892-08-16 Electric fuse
DE598624C (de) * 1931-02-19 1934-06-14 Aeg Schmelzsicherung
FR762124A (fr) * 1932-11-15 1934-04-04 Barette de coupe-circuit en matière isolante moulée avec cloisonnement évitant la propagation de l'arc électrique
DE1125059B (de) * 1959-01-05 1962-03-08 Emil Lange Elektrische Sicherung
JPS5852289B2 (ja) * 1979-09-08 1983-11-21 エス・オ−・シ−株式会社 超速断型小型ヒユ−ズ
US4401963A (en) * 1981-12-14 1983-08-30 Warco, Inc. Resistor insertion fuse
JPS58125344U (ja) * 1982-02-18 1983-08-25 松下電器産業株式会社 過負荷溶断形抵抗器
JPS6022538Y2 (ja) * 1982-12-03 1985-07-04 三王株式会社 チツプ型ヒユ−ズ
DE3408854A1 (de) * 1984-03-10 1985-09-12 Wickmann-Werke GmbH, 5810 Witten Kleinstsicherung und herstellungsverfahren hierfuer
DE8411568U1 (de) * 1984-04-13 1984-08-23 Wickmann-Werke GmbH, 5810 Witten Miniatursicherung
JPS6142765U (ja) * 1984-08-24 1986-03-19 松下電工株式会社 電流ヒユ−ズ
NL8802872A (nl) * 1988-11-21 1990-06-18 Littelfuse Tracor Smeltveiligheid.

Also Published As

Publication number Publication date
GB9011960D0 (en) 1990-07-18
JPH0720828Y2 (ja) 1995-05-15
BR9002810A (pt) 1991-08-20
JPH038852U (nl) 1991-01-28
MY105779A (en) 1995-01-30
US5101187A (en) 1992-03-31
DE4017423C2 (nl) 1993-09-09
MX174585B (es) 1994-05-27
GB2233512A (en) 1991-01-09
GB2233512B (en) 1994-04-20
DE4017423A1 (de) 1990-12-20
ES2023318A6 (es) 1992-01-01
KR910001837A (ko) 1991-01-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9001310A (nl) Subminiatuursmeltveiligheid en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
US6888440B2 (en) Fuse with fuse link coating
KR0144438B1 (ko) 칩 퓨즈
JP6537619B2 (ja) 内蔵式アーク・クエンチャーを備えたエア・スプリット・ヒューズにおけるワイヤ
US9685294B2 (en) Fuse
US4227168A (en) Fusible element for electric fuses based on a M-effect
US5162773A (en) High breaking capacity micro-fuse
NL8304071A (nl) Microsmeltveiligheid van het chip-type.
TW202133207A (zh) 限流保險絲
KR20090031280A (ko) 표면 실장형 전류 퓨즈
CA1140963A (en) Miniature electric fuse
KR101979226B1 (ko) 멀티퓨즈용 버스바
NL193880C (nl) Chipsmeltveiligheid.
KR930004698Y1 (ko) 초소형 퓨우즈
JPH0950868A (ja) コード付き電源プラグ
JP4509351B2 (ja) ヒューズ素子
JP7364366B2 (ja) 電流遮断構造
WO2024042813A1 (ja) ヒューズ
JP2000030599A (ja) 多極形ヒューズ素子
US3289277A (en) Method of making a fuse link
NL8602252A (nl) Smeltveiligheid.
JP3074595U (ja) 基板実装型高遮断容量小型ヒューズ
WO2023061611A1 (en) Electrical fuse
JPS6111882Y2 (nl)
JP3120267U (ja) 高遮断ヒューズ素子を用いたヒューズ

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable