NL8902836A - Extrusieprofiel voor toepassing als nok- of gootprofiel in een foliekas, alsmede foliekas voorzien van een extrusieprofiel. - Google Patents

Extrusieprofiel voor toepassing als nok- of gootprofiel in een foliekas, alsmede foliekas voorzien van een extrusieprofiel. Download PDF

Info

Publication number
NL8902836A
NL8902836A NL8902836A NL8902836A NL8902836A NL 8902836 A NL8902836 A NL 8902836A NL 8902836 A NL8902836 A NL 8902836A NL 8902836 A NL8902836 A NL 8902836A NL 8902836 A NL8902836 A NL 8902836A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
profile
foil
arms
gutter
extrusion profile
Prior art date
Application number
NL8902836A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hans Jan Pieter Kolk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hans Jan Pieter Kolk filed Critical Hans Jan Pieter Kolk
Priority to NL8902836A priority Critical patent/NL8902836A/nl
Priority to PT95901A priority patent/PT95901B/pt
Priority to US07/612,965 priority patent/US5210983A/en
Priority to EP90203035A priority patent/EP0428235B1/en
Priority to ES90203035T priority patent/ES2064604T3/es
Priority to DE69013641T priority patent/DE69013641T2/de
Publication of NL8902836A publication Critical patent/NL8902836A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/1476Greenhouse gutters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/1407Greenhouses of flexible synthetic material
    • A01G9/1415Greenhouses of flexible synthetic material with double or multiple walls
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/24Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
    • A01G9/241Arrangement of opening or closing systems for windows and ventilation panels
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Greenhouses (AREA)

Description

Titel: Extrusieprofiel voor toepassing als nok- of gootprofiel in een foliekas, alsmede foliekas _voorzien van een extrusieprofiel._
De uitvinding heeft betrekking op een extrusieprofiel voor toepassing als nok- of gootprofiel in een foliekas welk extrusieprofiel is voorzien van tenminste één zich in de lengterichting van het profiel uitstrekkende holte, die via een spleet vanaf de omgeving toegankelijk is en die een verdikte rand van een foliemateriaal kan opnemen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een foliekas, voorzien van een dergelijk nok- en/of gootprofiel.
Een foliekas is een kas waarvan tenminste de dakvlakken door foliemateriaal hierin begrepen van kunststof weefsel materiaal gevormd zijn in plaats van door starre glasruiten. Uit de Europese octrooiaanvrage 0306717 (Ikeda) is een foliekas bekend, die bestaat uit een aantal achter elkaar geplaatste spantconstructies, die onderling verbonden zijn door een aantal gordingen. Tussen elk tweetal spantconstructies is telkens een foliebaan aangebracht, die zich van de ene voet van de spantconstructies over de nok van de spantconstructies naar de andere voet uitstrekt. De spantconstructies zijn voorzien van zich langs de spantconstructies uitstrekkende profielen, die elk tenminste één holte bezitten, die zich in de lengterichting van het profiel, dat wil zeggen langs de bijbehorende spantconstructie, uitstrekt.
De holten van de profielen van twee opeenvolgende spantconstructies zijn aan de naar elkaar toegekeerde zijden van de profielen via een zich eveneens in de langsrichting uitstrekkende doorgaande spleet toegankelijk.
De foliebaan heeft verdikte langsranden, die vanaf één uiteinde van de profielen in de holten geschoven kunnen worden. Het foliemateriaal zelf schuift daarbij door de spleten van de profielen. De verdikte langsrand kan gevormd worden door een draad of koord. De folie kan bijvoorbeeld om de draad of het koord zijn geslagen, zodat zich tenminste ter plaatse van de spleet een dubbele folie-laag bevindt.
Uit de Europese octrooiaanvrage 0106920 is een foliekas bekend, die nok- en gootprofielen heeft met tenminste twee boven elkaar gelegen, zich in de lengterichting van de profielen uitstrekkende holtes, die via een spleet toegankelijk zijn. Deze bekende profielen zijn bestemd om met behulp van een buisvormig foliemateriaal dubbelwandige foliekassen te bouwen. Daarbij heeft elke foliebuis vier verdikte langs-randen, waarvan er telkens twee in de boven elkaar gelegen holten van een nok-, respectievelijk gootprofiel worden aangebracht.
Ook bij deze bekende foliekas dienen de verdikte randen van het foliemateriaal vanaf de uiteinden van de profielen in de holten te worden geschoven.
Gebleken is dat het bezwaarlijk is om de randen van foliemateriaal vanaf de uiteinden van de profielen in de holten te moeten schuiven, omdat daarbij zeer grote wrijvings-krachten kunnen optreden vooral indien het aaneengesloten profiel vele tientalle meters lang is. Om dergelijke grote wrijvingskrachten te overwinnen dienen grote trekkrachten op het foliemateriaal te worden uitgeoefend, waardoor het foliemateriaal kan scheuren.
Voorts is het bij de bekende foliekassen nodig steeds minimaal twee verdikte randen tegelijk in bijbehorende profielholten te schuiven. Bij dubbeldekskassen zoals beschreven in de Europese octrooiaanvrage 0106920 dienen zelfs vier verdikte randen tegelijk in de bijbehorende profielholten te worden geschoven. Hierdoor verdubbelen of verviervoudigen ook de te overwinnen wrijvingskrachten.
Voorts is het bij de bekende bouwwijze nodig om de in de profielholten schuivende folieranden zeer nauwkeurig te geleiden nabij het inschuifeinde van de profielen, omdat anders het foliemateriaal achter het profieleinde kan blijven haken en kan scheuren.
De uitvinding beoogt de geschetste bezwaren te ondervangen en in het algemeen een doeltreffend, stevig en toch eenvoudig extrusieprofiel ter beschikking te stellen dat een eenvoudige, snelle en betrouwbare opbouw van een foliekas, in het bijzonder een een aantal zadeldaken omvattende foliekas mogelijk maakt.
Hiertoe wordt volgens de uitvinding een extrusieprofiel van de boven beschreven soort gekenmerkt doordat elke voor het opnemen van een verdikte rand van een foliemateriaal voorziene holte is begrensd door twee boven elkaar gelegen armen, waarbij tenminste één van de armen zodanig veerkrachtig is dat de armen voldoende uit elkaar kunnen worden gebogen om de verdikte rand van een foliemateriaal in de holte te brengen en doordat het extrusieprofiel van nog een zich in de lengterichting van het profiel uitstrekkende holte is voorzien waarin in bedrijf een staaldraad is opgenomen.
Een foliekas omvattende een aantal staanders en tussen naburige staanders aangebrachte driehoekige spantconstructies, waarbij de staanders gootprofielen dragen en waarbij de spantconstructies steunorganen hebben, die nokprofielen dragen wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat tenminste een aantal nokprofielen of een aantal gootprofielen een extrusieprofiel van de boven beschreven soort omvatten.
_ In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden.
Figuur 1 en figuur 2 tonen in eindaanzicht respectievelijk bovenaanzicht schematisch een voorbeeld van een meerkaps kas waarin de uitvinding is toegepast; figuur 3 toont schematisch een eerste uitvoeringsvoor-beeld van een nokprofiel volgens de uitvinding; figuur 4 toont schematisch een tweede uitvoerings- voorbeeld van een nokprofiel volgens de uitvinding; figuur 5 toont schematisch nog een derde uitvoerings-voorbeeld van een nokprofiel volgens de uitvinding; figuur 6 toont schematisch enkele details van figuur 3, figuur 4 en figuur 5; figuur 7 illustreert schematisch de toepassing van het nokprofiel van figuur 4 in een dubbeldaks kas met bij-bijbehorende gootprofielen volgens de uitvinding; figuur 8 illustreert eveneens schematisch de toepassing van een gootprofiel van een met het nokprofiel van figuur 4 overeenkomend type; en figuur 9 toont schematisch in verschillende aanzichten respectievelijk in doorsneden een hulpgereedschap voor het aanbrengen van een verdikte rand van foliemateriaal in een holte van een nok- of gootprofiel volgens de uitvinding.
Figuur 1 en figuur 2 tonen schematisch in eindaanzicht respectievelijk bovenaanzicht een deel van een meerkaps warenhuis 1 waarin de uitvinding is toegepast. Het getoonde warenhuis heeft een aantal geschakelde kappen 2 met nokken 3, tussengelegen goten 4, en een eindgoot 5. Ter plaaatse van de goten worden de kappen ondersteund door staanders 6, die op gebruikelijke wijze in de bodem zijn verankerd.
De staanders dragen middels staaldraden 28 de nog nader te beschrijven gootprofielen. Voorts is tenminste een aantal van de bij naast elkaar gelegen gootprofielen behorende staanders verbonden door driehoekige spantconstructies 7, die op of nabij de top opstaande steunen met staaldraden 28 voor nog nader te beschrijven nokprofielen dragen. De doorlopende, tegen corrosie beschermde staaldraden 28 waarop de nok- en gootprofielen zijn aangebracht zijn buiten het dakvlak aan een spaninrichting 13 bevestigd. De spanstaven 10 zijn aan een funderingsrand 9 of aan funderingspalen verbonden en houden de staanders rechtop en vormen daarmee het windverband in langsrichting.
In het getoonde voorbeeld zijn bovendien in dwarsrich-ting aan de staanders 6 staaldraden 14 verbonden zodat zich over de staanders een netwerk van staaldraden uitstrekt.
De staaldraden 14 zijn buiten het dakvlak ook aan een spaninrichting 13 bevestigd. De spanstaven 10a zijn eveneens aan een funderingsrand 9 of aan funderingspalen verbonden en houden de staanders daarmee rechtop en vormen aldus het windverband in dwarsrichting. De draden 14 dienen tevens als gewasdraden. Staanders 6, spanten 7, staaldraden 14 en 28 en spanstaven 10 en 10a vormen samen het geraamte van de kas.
De dakvlakken 8 van de getoonde kas bestaan uit banen van een licht doorlatende folie, bijvoorbeeld polyetheen-folie of een ander geschikt, al dan niet geweven, materiaal.
De constructie is geschikt voor het aanbrengen van ventilatieramen. In figuur 1 en figuur 2 zijn beluchtingsramen 11 getoond, die nabij de nok, ter plaatse van de spanten 7 scharnierend zijn bevestigd. De beluchtingsramen worden aangebracht na het aanbrengen van de folie of een ander al dan niet geweven materiaal tussen het nok- en gootprofiel, waarna het dakvlak ter plaatse van het beluchtingsraam wordt opengesneden.
De vertikale wanden van de kas kunnen ook van een dergelijke folie zijn voorzien maar kunnen desgewenst ook een glas of kunststof plaat en/of een ander geschikt materiaal bevatten.
Figuur 3 toont schematisch in dwarsdoorsnede een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een nokprofiel 15 volgens de uitvinding. Het getoonde profiel omvat een lijf 16, dat aan weerszijden is voorzien van telkens twee boven elkaar gelegen armen 17, 18 respectievelijk 19, 20, die zich schuin neerwaarts uitstrekken.. Zoals in figuur 7 en 8 is te zien strekken de armen van het corresponderende gootprofiel zich schuin opwaarts uit.
De nok- en gootprofielen volgens de uitvinding kunnen met voordeel uit een geschikte ÜV-bestendige kunststof, bijvoorbeeld PVC, worden geëxtrudeerd.
De boven elkaar gelegen armen 17 en 18 respectievelijk 19 en 20 zijn enigszins verende armen, die in dit voorbeeld elk aan de vrije uiteinden een verdikt gedeelte 17a, 18a, 19a, 20a hebben. De verdikte gedeelten van twee samenwerkende armen kunnen in de ruststand tegen elkaar liggen of, zoals getoond voor de armen 19 en 20 (zie ook figuur 6) een nauwe spleet 21 vrijlaten.
Twee samenwerkende armen sluiten voorts telkens een holte 22 in, die een nog nader te beschrijven verdikte rand van een foliebaan kan opnemen, waarbij het naast de verdikte rand gelegen deel door de spleet 21 reikt. De armen hebben zodanige verende eigenschappen, dat twee samenwerkende armen plaatselijk voldoende ver uit elkaar gebogen kunnen worden om een verdikte rand van een foliebaan te laten passeren.
Het getoonde nokprofiel heeft voorts twee zich neerwaarts uitstrekkende benen 24, 25. De benen sluiten een holte in en zijn enigszins verend, zodat de benen om een al dan niet van een mantel van een geschikte kunststof voorziene, of op andere wijze tegen corrosie beschermde staaldraad 28 geklikt kunnen worden.
De staaldraad verschaft het extrusieprofiel stevigheid, en_wordt, middels de spanorganen 13, gespannen. De staaldraad is in feite een deel van het geraamte van de foliekas.
Ook voorkomt de staaldraad kruipverschijnselen in de lengterichting van het extrusieprofiel. In beginsel zou het extrusieprofiel direkt om een staaldraad geëxtrudeerd kunnen worden, doch bij grote lengtes van de te bouwen kassen kan dit tot problemen leiden.
In het getoonde voorbeeld hebben de benen 24, 25 naar buiten gekeerde schouders 26, 27, die dienen om de benen stevig in op de staanders 6 of de steunen 12 bevestigde klemorganen 30 (zie figuur 7) te kunnen bevestigen, dit om vertikaal omhoog gerichte krachten ten gevolge van overdruk in de kas te kunnen opvangen. De schouders 26 en 27 voorkomen voorts in samenwerking met tussen de staanders aangebrachte uit staal of kunststof vervaardigde klemorganen 29 en 29a, dat de staaldraad uit het nok- of gootprofiel getrokken kan worden. Aan klemorgaan 29a kunnen tevens bij de gewasteelt benodigde hulpmiddelen worden opgehangen.
Zoals het beste in figuur 6 is te zien hebben de naar de holte 22 gekeerde delen van de verdikte uiteinden van de armen enigszins ondersneden randen 31, 32, dat wil zeggen dat deze randen vanaf de spleet gezien enigszins terugwijken. In het getoonde voorbeeld zijn de randen platte vlakken, die een hoek met de normaal op de hartlijn H van de spleet en in dit voorbeeld ook van de holte 22 insluiten.
De verdikte randen van de foliebanen hebben een ongeveer complementaire vorm, zodat de samen een holte 22 insluitende armen niet uit elkaar kunnen wijken indien in de foliebaan trekkrachten optreden, die dwars op de lengterichting van het nok- of gootprofiel zijn gericht.
Figuur 3 toont een foliebaan 33 met aanlasprofiel 38 met een verdikte rand 34. In figuur 6 is één en ander op iets grotere schaal getoond. De verdikte rand 34 van het aanlasprofiel is in het getoonde voorbeeld ongeveer pijl-puntvormig, waarbij in gemonteerde toestand de punt 35 in de holte 22 wijst en de schouders 36, 37 van de pijlpunt achter de ondersneden randen 31, 32 haken.
Het pijlpuntvormige gedeelte kan ook direkt aan de foliebaan gevormd zijn. Andere bevestigingswijzen zijn mogelijk. Ook kan dit gedeelte gevormd zijn door de rand van de foliebaan om een schikt staafvormig profiel te slaan of daaraan vast te lassen of op andere wijze te bevestigen.
Figuur 4 toont een variant van figuur 3. Het in figuur 4 getoonde profiel wijkt in hoofdzaak af van het in figuur 3 getoonde profiel doordat een kop 40 is voorzien. De kop 40 is zodanig gevormd, dat deze tussen de benen van een soortgelijk profiel kan worden geklikt in plaats van een staaldraad. Het in figuur 4 getoonde profiel is derhalve zeer geschikt voor dubbelwandige kasdekken, zoals getoond in figuur 7.
De kop 40 is bij voorkeur via een dunner halsdeel 41 met het lijf 16 verbonden, zodat schoudervlakken 42 ontstaan. De door de benen 24, 25 ingesloten holte heeft dan bij voorkeur een complementaire vorm met inwendige schoudervlakken 43. Voorts zijn in het uitvoeringsvoor-beeld van figuur 4 de benen 24, 25 iets langer dan in het voorbeeld van figuur 3 terwijl bovendien vanaf de holte voor het opnemen van een staaldraad 28 of een kop 40 een sleuf 44 in het lijf 16 is gevormd. De verende eigenschappen van de benen zijn hierdoor verbeterd.
Figuur 5 toont volledigheidshalve nog een variant van een nokprofiel volgens de uitvinding. Dit nokprofiel is evenals het profiel van figuur 4 stapelbaar. De benen 76 kunnen derhalve weer een al dan niet beklede staaldraad of de kop 77 van een soortgelijk profiel opnemen. Voorts behoort bij het getoonde nokprofiel weer een corresponderend gootprofiel, dat slechts van het nokprofiel verschilt door een schuin omhoog wijzende stand van de armen.
Figuur 7 toont schematisch een dubbelwandig kasdek met twee boven elkaar gelegen foliebanen 33, 33', die aan de nokzijde door gestapelde extrusieprofielen 60, 60' van het in figuur 4 getoonde type worden vastgehouden. Aan de gootzijde worden de foliebanen door corresponderende gootprofielen 61, 61' vastgehouden, die eveneens van het in figuur 4 getoonde stapelbare type zijn, doch schuin omhoog wijzende armen hebben.
Figuur 7 toont voorts klemorganen 30, die op het boveneinde van staanders 6 respectievelijk steunen 12 zijn bevestigd en die om de benen van de nok- en gootprofielen grijpen.
Figuur 8 illustreert schematisch een alternatieve bevestigingswijze voor bevestiging van de profielen op de steunen of staanders. Figuur 8 toont een staander 6, die aan de bovenzijde een klemorgaan 70 met twee omhoog reikende armen 71, 72 draagt. De armen 71, 72 hebben een vorm die geschikt is om een staaldraad 28 zoals toegepast ter versteviging van de nok- en gootprofielen volgens de uitvinding in te klemmen. Teneinde de staaldraad 28 toegankelijk te maken is het materiaal van de benen van het profiel ter plaatse weggenomen. Met voordeel kunnen profiel-lengtes worden gekozen, die juist corresponderen met de afstand tussen twee staanders (of steunen). Tussen twee opeenvolgende lengtes kan dan voldoende tussenruimte worden aangehouden om ruimte te verschaffen voor de armen 71, 72 van een klemorgaan 70. De staaldraad dient dan vanzelfsprekend wel een doorlopende draad te zijn.
In het getoonde voorbeeld kunnen de klemarmen 71, 72 met behulp van een klembout 73 vastgezet respectievelijk gelost. worden.
Het klemorgaan dient in dit voorbeeld tevens als be-vestigingsorgaan voor spantdelen 74, 75.
Een belangrijk aspect van de uitvinding is, dat de samenwerkende armen enigszins verend zijn, zodat de verdikte rand van de foliebanen als het ware in de holte geritst kan worden en niet vanaf een uiteinde van een nok- of gootprofiel ingeschoven behoeft te worden. Een geschikt hulpgereedschap, waarmee de foliebanen op de beschreven wijze aangebracht kunnen worden is getoond in figuur 9.
Figuur 9 toont in zijaanzicht (figuur 9A), langsdoor-snede (figuur 9B), bovenaanzicht (figuur 90, onderaanzicht (figuur 9D), vooraanzicht (figuur 9E), achteraanzicht (figuur 9F), dwarsdoorsnede (figuur 9G) en doorsnede voorkant (figuur 9H) schematisch een voorbeeld van een hulpgereed-schap voor het inritsen van een verdikte rand van een folie-baan tussen de een holte omsluitende armen van een extrusie-profiel volgens de uitvinding. Het hulpgereedschap omvat een langwerpig lichaam 80 dat in het getoonde voorbeeld een in hoofdzaak rechthoekige vorm heeft.
In langsrichting loopt aan weerszijden van het lichaam 80 over de volle lengte een gleufvormige uitsparing 81, waarvan de afmeting zo gekozen is, dat deze de verdikte gedeelten 17a, 18a, 19a en 20a van de armpjes van het nok-of gootprofiel kan geleiden. De zich tussen de twee uitsparingen bevindende ribbe 82 loopt aan de voorkant spits toe (figuur 9H). Deze spits 88 kan de verdikte gedeelten 17a, 18a, 19a en 20a van de armpjes 17 en 18 of 19 en 20 van het nok- of gootprofiel uiteen drijven. Lichaam 84 bevindt zich dan in de holte 22 van het profiel. Onder een hoek loopt door lichaam 80 een rechthoekig kanaal 85 van dusdanige afmeting dat hierdoorheen de verdikte rand 34 van het aanlasprofiel 38 kan passeren. Het dunne gedeelte 39a van het aanlasprofiel of de folie passeert door de spieetvormige inkeping 86. Een eventuele las kan door de verbrede inkeping 86a passeren.
Door het hulpgereedschap volgens figuren 9 met lichaam 84 in holte 22 van een nok- of gootprofiel in de aangegeven richting K van figuur 9A voort te trekken, worden de verdikte gedeelten 17a/18a respectievelijk 19a/20a van de armpjes ter plaatse van het rechthoekig kanaal 85 zover uiteengedreven, dat de verdikte rand 34 van het aanlasprofiel 38 kan passeren. De schoudervlakken 87 geleiden rand 34 van het aanlasprofiel tijdens de beweging tot in de holte 22 van het nok- of gootprofiel. Na het passeren van het hulpgereedschap komen de armpjes 17 en 18 respectievelijk 19 en 20 van het nok-of gootprofiel in hun oorspronkelijke stand terug en omsluiten dan de verdikte rand 34 van het aanlasprofiel.
De uitsparingen 81, het rechthoekige kanaal 85 en de randen van de spieetvormige inkeping 86 kunnen geribbeld en spiegelglad uitgevoerd zijn om de glijweerstand gering te houden.
Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse varianten voor de deskundige voor de hand liggen. Zo zou in plaats van een staaldraad 28 in beginsel ook een draad gebruikt kunnen worden van een ander geschikt materiaal dat met betrekking tot rek, treksterkte en dergelijke soortgelijke eigenschappen heeft als staaldraad. Voorts zijn detailwijzigingen van de getoonde profielen mogelijk. Ook zou voor toepassing ter hoogte van de randgoten, zoals bij 5 in figuur 1 en figuur 2 aangegeven, een profiel kunnen worden ontwikkeld dat slechts aan één zijde van een holte is voorzien. Als alternatief zou een profiel kunnen worden gebruikt, dat aan de ene zijde omhoog gerichte armen heeft voor het opnemen van de rand van een foliebaan en aan de andere zijde omlaag gerichte armen voor het opnemen van een rand van een zich schuin naar de bodem uitstrekkende foliebaan. In plaats van een foliebaan zou ook bijvoorbeeld een strook van een geschikt materiaal tussen de schuin omlaag wijzende armen van een dergelijk randprofiel kunnen worden geritst, welke strook dan weer bevestigingsogen of dergelijke voor spanorganen zou kunnen hebben.
Ook is het in beginsel mogelijk dat slechts één van de samen een holte insluitende armen verend is en/of dat slechts één van de armen een verdikt gedeelte heeft waarachter een verdikte rand van een foliebaan kan haken.
Deze en soortgelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

Claims (19)

1. Extrusieprofiel voor toepassing als nok- of gootprofiel in een foliekas, welk extrusieprofiel is voorzien van tenminste één zich in de lengterichting van het profiel uitstrekkende holte, die via een spleet vanaf de omgeving toegankelijk is en die een verdikte rand van een foliemate-riaal kan opnemen, met het kenmerk, dat elke voor het opnemen van een verdikte rand van een foliemateriaal voorziene holte is begrensd door twee boven elkaar gelegen armen, waarbij tenminste één van de armen zodanig veerkrachtig is dat de armen voldoende uit elkaar kunnen worden gebogen om de verdikte rand van een foliemateriaal in de holte te brengen en dat het extrusieprofiel van nog een zich in de lengterichting van het profiel uitstrekkende holte is voorzien, waarin in bedrijf een staaldraad is opgenomen.
2. Extrusieprofiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het extrusieprofiel een lijf omvat dat tenminste één stel gezamenlijk een voor het opnemen van een verdikte rand van een foliemateriaal voorziene holte begrenzende armen omvat, welke armen zich zijdelings schuin ten opzichte van het lijf uitstrekken, waarbij tenminste één der armen van een stel armen aan het van het lijf af gekeerde uiteinde een verdikte rand heeft, die naar het tegenover liggende uiteinde van de andere arm van het stel is gekeerd.
3. Extrusieprofiel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat zich vanaf het lijf aan elke zijde daarvan tenminste één stel armen zijdelings schuin uitstrekt, waarbij de stellen armen symmetrisch ten opzichte van het lijf zijn geplaatst.
4. Extrusieprofiel volgens één der conclusies 2 of 3, met het kenmerk, dat elke holte in dwarsdoorsnede langwerpig is en dat de armen van een stel symmetrisch ten opzichte van de bijbehorende holte zijn gevormd.
5. Extrusieprofiel volgens een der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat de staaldraad tegen corrosie beschermd is.
6. Extrusieprofiel volgens één der conclusies 2 t/m 5, met het kenmerk, dat het lijf is voorzien van twee benen, die de voor een staaldraad voorziene holte insluiten, waarin een staaldraad klemmend kan worden aangebracht.
7. Extrusieprofiel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het profiel een bovenste uitsteeksel heeft, dat in een onderste uitsparing van een soortgelijk profiel vastgehouden kan worden.
8. Extrusieprofiel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de onderste uitsparing een staaldraad of een bovenste uitsteeksel van een soortgelijk profiel klemmend kan opnemen.
9. Extrusieprofiel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste één der armen van een stel een holte insluitende armen aan het nabij de spleet gelegen uiteinde van de holte een ondersneden vlak heeft, waarachter een verdikte rand van een foliebaan kan haken.
10. Extrusieprofiel volgens één der conclusies 6 t/m 9, met het kenmerk, dat de benen elk zijn voorzien van een zich buitenwaarts uitstrekkende schouder. 11_. Foliebaan voorzien van een verdikte rand voor samenwerking met een extrusieprofiel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verdikte rand pijlpuntvormig is.
12. Foliekas omvattende een aantal staanders en tussen naburige staanders aangebrachte driehoekige spantconstruc-ties, waarbij de staanders gootprofielen dragen en waarbij de spantconstructies steunorganen hebben die nokprofielen dragen, met het kenmerk, dat tenminste een aantal nok- profielen of een aantal gootprofielen een extrusieprofiel volgens één der voorgaande conclusies 1 t/m 10 omvatten.
13. Foliekas volgens conclusie 12 gekenmerkt door zich dwars op de gootprofielen uitstrekkende staaldraden, die met de in bedrijf in de gootprofielen opgenomen staaldraden een netwerk vormen dat deel uitmaakt van het geraamte van de kas.
14. Foliekas volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de staanders en/of de steunen aan de bovenzijde klemorganen dragen waarin delen van de gootprofielen respectievelijk de nokprofielen klemmend kunnen worden bevestigd.
15. Foliekas volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de klemorganen om benen van een goot- of nokprofiel kunnen klikken.
16. Foliekas volgens conclusie 14 voorzien van nok- en/of gootprofielen volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de klemorganen schouders hebben die in gemonteerde toestand achter de schouders van de benen van de profielen vallen.
17. Foliekas volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de klemorganen zijn ingericht om klemmend met de staaldraad van een extrusieprofiel volgens één der conclusies 5 t/m 12 samen te werken.
18. Foliekas volgens één der conclusies 12 t/m 17 gekenmerkt door telkens twee op elkaar geplaatste goot-en nokprofielen volgens conclusie 7 of 8, waarbij zowel tussen.de bovenste goot- respectievelijk nokprofielen als tussen de onderste goot- respectievelijk nokprofielen folie-banen met verdikte randen zijn aangebracht.
19. Hulpgereedschap voor het inritsen van een verdikte rand van een foliebaan in een holte van een extrusieprofiel volgens één der conclusies 1 t/m 10, gekenmerkt door een in een langwerpig lichaam in de lengterichting vanaf een uiteinde aangebrachte spleet, die een verwijd gedeelte heeft om een verdikte rand van een foliebaan op te nemen, en die aan één zijde deels is afgesloten door een T-vormige ribbe, waarvan de dwarsbalk op afstand van het lichaam ligt en dient om in de holte van het extrusie profiel geschoven te worden, waarbij de spleet zich deels in T-vormige ribbe voortzet, en de T-vormige ribbe ter plaatse van de voortzetting van de spleet is voorzien van een groef in de dwarsbalk welke groef de verdikte rand van een foliebaan kan opnemen en geleiden.
20. Klemorgaan voorzien van een verend om de benen van een goot- of nokprofiel grijpende armen, waarvan de uiteinden achter de schouders van de benen vallen, en voorzien van een tussen de armen reikend uitsteeksel, dat in gemonteerde toestand de staaldraad belet de holte te verlaten.
NL8902836A 1989-11-16 1989-11-16 Extrusieprofiel voor toepassing als nok- of gootprofiel in een foliekas, alsmede foliekas voorzien van een extrusieprofiel. NL8902836A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902836A NL8902836A (nl) 1989-11-16 1989-11-16 Extrusieprofiel voor toepassing als nok- of gootprofiel in een foliekas, alsmede foliekas voorzien van een extrusieprofiel.
PT95901A PT95901B (pt) 1989-11-16 1990-11-15 Perfil extrudido proprio para ser utilizado como cumeeira ou como caleira em estufas cobertas com um material em forma de folha,e estufa coberta com um material em forma de folha equipada com o referido perfil extrudido
US07/612,965 US5210983A (en) 1989-11-16 1990-11-15 Extruded section for use as a ridge or gutter section in a foil greenhouse, and foil greenhouse provided with such an extruded section
EP90203035A EP0428235B1 (en) 1989-11-16 1990-11-15 Extruded section for use as a ridge or gutter section in a foil greenhouse, and foil greenhouse provided with such an extruded section
ES90203035T ES2064604T3 (es) 1989-11-16 1990-11-15 Un perfil extruido que se utilizara en funciones de caballete o canalon en un invernadero laminar, un invernadero laminar, provisto de una seccion extruida segun lo anterior.
DE69013641T DE69013641T2 (de) 1989-11-16 1990-11-15 Extrudiertes Profil zur Verwendung als First oder Rinne in einem Foliengewächshaus sowie Gewächshaus mit einem dergleichen Profil.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902836 1989-11-16
NL8902836A NL8902836A (nl) 1989-11-16 1989-11-16 Extrusieprofiel voor toepassing als nok- of gootprofiel in een foliekas, alsmede foliekas voorzien van een extrusieprofiel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8902836A true NL8902836A (nl) 1991-06-17

Family

ID=19855638

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8902836A NL8902836A (nl) 1989-11-16 1989-11-16 Extrusieprofiel voor toepassing als nok- of gootprofiel in een foliekas, alsmede foliekas voorzien van een extrusieprofiel.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US5210983A (nl)
EP (1) EP0428235B1 (nl)
DE (1) DE69013641T2 (nl)
ES (1) ES2064604T3 (nl)
NL (1) NL8902836A (nl)
PT (1) PT95901B (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5426899A (en) * 1991-09-27 1995-06-27 Jones; Betty M. R. Swimming pool cover
HUT69878A (en) * 1993-09-21 1995-09-28 Toth Fast- fixing system from modul-elements, mainly for installing foils of green-houses
US6324797B1 (en) * 1999-05-25 2001-12-04 Therm-All, Inc. Method and apparatus for covering surfaces
DE10349243B4 (de) * 2003-10-20 2014-05-28 VOEN Vöhringer GmbH & Co.KG Profilschiene zur Verwendung als Firstelement für eine Wetterschutzvorrichtung, Wetterschutzvorrichtung sowie Verfahren zur Montage eines Wetterschutzflächenelements bzw. einer Wetterschutzvorrichtung
DE102005035174B4 (de) * 2005-07-27 2008-10-30 Greiner, Switbert, Dr.-Ing. Verkleidung einer, insbesondere ebenen, Fläche mit einem flexiblen Abdeckmaterial, insbesondere Textilmaterial, sowie Verfahren zur Verkleidung
NL1034598C2 (nl) * 2007-10-30 2009-05-06 Peter Dekker Installaties B V Warenhuis, scherminrichting en scherm.
NL1036694C2 (nl) * 2009-03-11 2010-09-14 Meteor Systems B V Dakconstructie.
FR2947298A1 (fr) * 2009-06-24 2010-12-31 Paul Riedel Profiles porte toiles de store et d'isolants multi-reflecteurs superposables par encastrement
DE102011081255B4 (de) * 2011-08-19 2013-11-07 seele group GmbH & Co. KG Befestigungsvorrichtung zur Befestigung von Membrankonstruktionen
JP2014136937A (ja) * 2013-01-18 2014-07-28 Yuji Nimura 仮設建築物遮蔽用シートの取付装置
NL2011571C2 (en) * 2013-10-08 2015-04-09 Alweco Groep B V A greenhouse equipped with an operable shielding installation of which screens during assembly can be zipped into and out of connection profiles.
DE202014008425U1 (de) 2014-10-23 2016-01-26 Novavert Gmbh & Co. Kg Wetterschutzmodul und Wetterschutzvorrichtung aus derartigen Wetterschutzmodulen
GB2533343A (en) * 2014-12-17 2016-06-22 Np Structures Ltd Greenhouse covering systems and methods

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2019831A (en) * 1934-06-19 1935-11-05 Ricardo Harry Ralph Greenhouse structure
DE1434570A1 (de) * 1964-03-11 1969-10-16 Basf Ag Klemmprofil
FR1525996A (fr) * 1967-02-22 1968-05-24 Procédé pour la construction de serres et serres ainsi obtenues
GB1518095A (en) * 1974-10-16 1978-07-19 Pratt H Glazing bars for sheets of plastic materials
US4381629A (en) * 1980-11-28 1983-05-03 Ahn Min H Greenhouse
FR2511221A1 (fr) * 1981-08-14 1983-02-18 Dalle Yves Abri couvert destine a servir de serre, d'ombriere ou de batiment d'elevage
DE3376194D1 (en) * 1982-10-08 1988-05-11 Terumo Corp Evacuated blood collecting device
EP0306717A1 (en) * 1987-08-10 1989-03-15 George Ikeda Insulating plastic film structures and method
US5076033A (en) * 1990-04-03 1991-12-31 Patsy Jr Glorio J Method and apparatus for connecting fabric frame structure elements

Also Published As

Publication number Publication date
EP0428235A1 (en) 1991-05-22
PT95901A (pt) 1992-08-31
DE69013641D1 (de) 1994-12-01
EP0428235B1 (en) 1994-10-26
DE69013641T2 (de) 1995-05-24
ES2064604T3 (es) 1995-02-01
US5210983A (en) 1993-05-18
PT95901B (pt) 1998-07-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8902836A (nl) Extrusieprofiel voor toepassing als nok- of gootprofiel in een foliekas, alsmede foliekas voorzien van een extrusieprofiel.
GB2237964A (en) Supporting plants in grow bags
NL1026786C2 (nl) Profielrail voor een inrichting voor bescherming tegen weersinvloeden, inrichting voor bescherming tegen weersinvloeden, alsmede werkwijze voor de montage van een dergelijke inrichting resp. schermelementen.
EP0260771A1 (en) Sunblind assembled into an arcuate form
EP0258157A1 (fr) Piquet destiné à supporter des fils horizontaux notamment pour la vigne ou les clôtures
JPH09252654A (ja) つる性植物支持装置
NL9200389A (nl) Inrichting voor het tegen weers- en zoninvloeden afschermen van een stuk teelgrond.
RU143231U1 (ru) Сборная теплица с двухскатной крышей
DE19712854C2 (de) Aufstellbare Fugenbandhalterung
NL1036694C2 (nl) Dakconstructie.
NL2023099B1 (en) Greenhouse
EP0378868B1 (en) Greenhouse, topprofile and engage-profile therefor and method for constructing a greenhouse
NL8303999A (nl) Werkwijze en middel voor het vervaardigen van een kweekgoot voor tuinbouwgewassen en een aldus verkregen kweekgoot.
NL7900569A (nl) Goot voor kweekruimten.
NL1019078C1 (nl) Kasconstructie.
CN211899261U (zh) 一种建筑钢构承重梁
BE1019668A3 (nl)
CN211580956U (zh) 防雨防晒撑棚葡萄架
EP1136639A1 (en) Method for manufacturing a fence, and fence obtained by said method
DE3202171C1 (de) Gartenhäuschen
JPH10236601A (ja) 折り畳み可能なごみ箱
RU2172582C2 (ru) Теплица
NL7908872A (nl) Inrichting voor het afdekken van een teeltstrook in een warenhuis.
JPS5853324Y2 (ja) アンカ−
DE20316788U1 (de) Foliendach für Gewächshäuser

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed