NL8902286A - Drainage catheter en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

DRAINAGE CATHETER EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN DAARVAN

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een drainage catheter zoals een nephrostomie-catheter omvattende het van buigzame kunststof extruderen van een buisvormig basislichaam met een centraal kanaal/ het aan één einde aan het basislichaam bevestigen van een koppelelement/ het deformeren van het tegenoverliggende eindgedeelte in een gebogen vorm/ en het in het gebogen eindgedeelte aanbrengen van een aantal/ het centrale kanaal met de omgeving verbindende zij-openingen.

Een volgens deze op zichzelf bekende werkwijze vervaardigde drainage catheter/ in het bijzonder nephrostomie-catheter/ wordt voor het inbrengen bij de patiënt in een e-lastisch gedeformeerde gestrekte toestand gebracht. De bekende drainage catheters hebben het bezwaar dat deze slechts kleine afvoeropeningen kunnen hebben omdat anders de wand nabij de zij-openingen kan uitknikken. Wanneer de zij-openin-gen/ bijvoorbeeld door ponsen/ in het eindgedeelte worden aangebracht terwijl dit in de gebogen vorm verkeert/ treedt het uitknikken op bij het strekken en wanneer de openingen geponst worden in de gestrekte vorm/ knikt de wand uit in de gebogen toestand van het cathetereinde.

Aangezien de uitgeknikte wandgedeelte bij het inbrengen bij de patiënt/ dan wel in de ingebrachte toestand gevaar voor verwondingen teweegbrengen/ is het noodzakelijk dit uitknikken te vermijden/ en worden dus kleine zij-openingen toegepast. Het afvoerend vermogen van de catheter is hierdoor echter beperkt/ en bovendien hebben kleine afvoeropeningen eerder hinder van verstopping.

De uitvinding beoogt nu een werkwijze te verschaffen voor het vervaardigen van een drainage catheter/ zoals boven omschreven/ waarbij grote zij-openingen kunnen worden toegepast/ zonder dat het gevaar van uitknikken van de wand nabij deze zij-openingen optreedt.

Met de werkwijze volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat het basislichaam zodanig wordt geëx-trudeerd dat het centrale kanaal excentrisch in het basislichaam komt te liggen, dat bij het plastisch deformeren van het eindgedeelte, het basislichaam vrij roteerbaar om zijn langsas wordt ondersteund en dat het aanbrengen van de zij-openingen geschiedt nadat het eindgedeelte in de gebogen vorm plastisch gedeformeerd is. Het uitknikken van de wandge-deelten treedt bij de op deze wijze vervaardigde catheter niet op, doordat bij het strekken het door de excentrische ligging van het centrale kanaal bepaalde dunne wandgedeelte wordt uitgerekt, terwijl het dikke wandgedeelte door zijn grotere stijfheid niet instuikt en uitknikt. De voorwaarde om dit te bereiken is dat het dunne wandgedeelte zich aan de binnenzijde van de bocht bevindt, terwijl het dikke wandgedeelte aan de buitenkant ligt. Op verrassende wijze doch achteraf verklaarbare wijze, is gebleken dat door het basislichaam vrij roteerbaar om zijn langsas te ondersteunen bij het plastisch deformeren van het eindgedeelte, het basislichaam zich automatisch zo draait, dat het dikke wandgedeelte aan de buitenzijde van de bocht en het dunne wandgedeelte aan de binnenzijde van de bocht komt te liggen. De werkwijze volgens de uitvinding is eenvoudig uit te voeren en verschaft een drainage catheter die van grote zij-openingen kan zijn voorzien, zonder dat ook maar enig risico bestaat dat de wandgedeelten nabij de zijopeningen uitknikken.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de maatregel van conclusie 2 toegepast. Hierdoor komt het centrale kanaal centrisch in het aangepunte einde van de catheter uit.

De werkwijze volgens de uitvinding kan op eenvoudige wijze worden uitgevoerd door toepassing van de maatregelen van conclusie 3. Door het gebruik van een metalen draad met de gewenste gebogen vorm, wordt op eenvoudige wijze bereikt dat het basislichaam vrij roteerbaar om 2ijn langsas wordt ondersteund bij de vervorming.

De uitvinding betreft en verschaft eveneens een drai- nage catheter zoals een nephrostomie-catheter omvattende een buigzaam/ buisvormig basislichaam met een centraal kanaal dat met één einde in een koppelelement is bevestigd en aan zijn tegenoverliggende einde een plastisch gedeformeerd gebogen gedeelte omvat/ waarbij in het gebogen gedeelte een aantal/ het centrale kanaal met de omgeving verbindende zij-openingen is aangebracht. Volgens de uitvinding ligt tenminste in het gebogen eindgedeelte waarin de zij-openingen zijn aangebracht/ het centrale kanaal excentrisch verschoven naar de binnenzijde van de buiging. Hierdoor wordt op de eerder beschreven wijze bereikt dat bij het strekken van de catheter de wandgedeelten nabij de zij-openingen niet uitknikken .

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.

Fig. 1 toont in gedeeltelijk perspectivisch aanzicht een met de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigde catheter.

Fig. 2 toont een schematische doorsnede van een ex-trusiekop zoals gebruikt bij de werkwijze volgens de uitvinding.

Fig. 3 is een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht ter verduidelijking van de werkwijzestap van het aanpunten van de catheter.

Fig. 4 is een perspectivisch aanzicht ter verduidelijking van het plastisch deformeren van het eindgedeelte van de catheter.

Fig. 5 is een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht ter verduidelijking van de werkwijze stap van het aanbrengen van de zij-openingen.

Fig. 6 toont een doorgesneden aanzicht van de catheter volgens lijn VI-VI in fig. 5.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een catheter van de soort zoals getoond in fig. 1. Het betreft een drainage catheter/ zoals een nephrostomie-catheter. Deze catheter 1 omvat een basislichaam 2 van buigzame kunststof. Het basislichaam 2 heeft een centraal kanaal. Aan een einde van het basislichaam 2 is een koppelelement 3 bevestigd. Het tegenoverliggende eindgedeelte 4 is plastisch gedeformeerd in een gebogen vorm. In dit plastisch gedeformeerde gebogen eindgedeelte is een aantal zij-openingen 5 gevormd. Bij het inbrengen van de catheter bij een patiënt, wordt het gebogen eindgedeelte 4 elastisch gestrekt, en wanneer de catheter op zijn plaats is gebracht, laat men het eindgedeelte 4 ontspannen, en neemt dit weer zijn gebogen vorm aan.

Zoals fig. 2 toont- wordt het buisvormige basislichaam 2 op op zichzelf bekende wijze geëxtrudeerd. Fig. 2 toont schematisch een extrusiekop 6, waarin bij 9 buigzame kunststof in plastische vorm onder druk wordt toegevoerd. Deze kunststof verlaat in coherente vorm aan de linker zijde de extrusiekop 6, en wel in de vorm van het buigzame, buisvormige materiaal voor het basislichaam 2.

In de extrusiekop wordt een kerndraad excentrisch toegevoerd waaromheen de kunststof wordt gespoten. Deze kerndraad wordt later verwijderd.

Het materiaal voor het basislichaam 2 kan aldus in grotere lengtes worden geëxtrudeerd, waarbij voor elke te vervaardigen catheter een stuk van het materiaal op de geschikte lengte wordt afgesneden.

Zoals fig. 3 aangeeft wordt na het van het uitgangsmateriaal afsnijden van het basislichaam 2 één einde daarvan aangepunt. Dit geschiedt met behulp van een slijpinrichting 12 die een slijpsteen 13 omvat. Bij het slijpen van de aanpunting 14 wordt het basislichaam 2 gecentreerd op het centrale kanaal 8. Dit geschiedt door de slijpinrichting 12 te voorzien van een pen, waar het basislichaam met het centrale lichaam 8 opgeschoven wordt. Door het basislichaam 2 bij het aanpunten te centreren op het centrale kanaal 8 wordt bereikt dat de uitmonding van het centrale kanaal aan de uiterste punt concentrisch met de aanpunting 14 komt te liggen.

Na het aanpunten wordt het eindgedeelte 4 van het basislichaam 2 plastisch gedeformeerd tot in de getoonde gebogen vorm. Hiertoe wordt in het centrale kanaal 8 een metalen draad 16 met de gewenste gebogen vorm geschoven. Het eindgedeelte 4 deformeert aldus elastisch tot in de gewenste vorm. Om deze vorm permanent te maken/ wordt het eindge-deelte 4 met de metaaldraad 16 daarin verwarmd tot nabij de verwekingstemperatuur van het materiaal van het basislichaam 2. Daarna wordt het eindgedeelte 4/ met nog steeds daarin de metaaldraad 16 afgekoeld/ zodat de gebogen vorm in het eindgedeelte 4 aanwezig blijft. De metalen vormdraad 16 kan nu worden verwijderd/ en het eindgedeelte 4 veert terug tot in de gebogen vorm.

Doordat bij het plastisch deformeren van het eindgedeelte 4/ het basislichaam vrij roteerbaar om zijn langsas door de metalen draad 16 wordt ondersteund/ neemt het eindgedeelte 4 vanzelf de ligging aan/ die overeenkomt met de minimale energie toestand. Dit betekent dat het dikste gedeelte van de doorsnede van het eindgedeelte 4 op een zo groot mogelijke straal komt te liggen en dus dat het dikke wandgedeelte 17 aan de buitenzijde van de bocht en het dunne wandgedeelte 18 aan de binnenzijde van de bocht komt te liggen.

Nadat aldus het eindgedeelte 4 in de gebogen vorm is gebracht/ kunnen daarin de zij-openingen worden geponst.

Zoals fig. 5 toont/ wordt hiertoe het eindgedeelte 4 gelegd in een mal 21 waarin een met de gebogen vorm van het eindgedeelte 4 overeenkomende fixatie groef 22 is aange-

Een pons 24 is in een op en neerbeweegbare houder bevestigd en ligt excentrisch ten opzichte van de mal 21/ die roteerbaar is om as 23. In het centrale kanaal van de catheter wordt een nylondraad gestoken/ die als aanslag voor de pons 24 dient. Telkens wordt één gat 5 geponst. Daarna wordt de mal verdraaid naar de volgende positie en kan het volgende gat worden geponst. Wanneer één zijde klaar is/ wordt de mal met de catheter omgekeerd en wordt de andere zijde geponst. Na het ponsen wordt de nylondraad verwijderd.

Zoals fig. 6 toont is het ponsmes 24 zodanig gepositioneerd dat deze recht boven het centrale kanaal 8 in het eindgedeelte 4 liggen.

Doordat het dikke wandgedeelte 17 in het gebogen eindgedeelte aan de buitenzijde ligt/ wordt bij het strekken van dit eindgedeelte het dunne wandgedeelte 18 dat zich aan de binnenzijde van de bocht bevindt op trek belast en het dikke wandgedeelte 17 dat zich aan de buitenzijde van de bocht bevindt op druk belast. Het dunne wandgedeelte knikt bij het strekken uiteraard niet uit/ vanwege de trekbelas-ting. Het dikke wandgedeelte knikt echter ook niet# vanwege de grotere stijfheid. De zijopeningen 5 kunnen daardoor relatief groot worden uitgevoerd.

Claims (4)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een drainage catheter zoals een nephrostoraie-catheter omvattende het van buigzame kunststof extruderen van een buisvormig basislichaam met een centraal kanaal/ het aan één einde aan het basislichaam bevestigen van· een koppelelement, het deformeren van het tegenoverliggende eindgedeelte in een gebogen vorm/ en het in het gebogen eindgedeelte aanbrengen van een aantal/ het centrale kanaal met de omgeving verbindende zij-openingen/ met het kenmerk/ dat het basislichaam zodanig wordt geëxtrudeerd dat het centrale kanaal excentrisch in het basislichaam komt te liggen/ dat bij het plastisch deformeren van het eindgedeelte/ het basislichaam vrij roteerbaar om zijn langsas wordt ondersteund/ en dat het aanbrengen van het zijgedeelte in de gebogen vorm plastisch gedeformeerd is.

2. Werkwijze volgens conclusie 1/ met het ken merk/ dat de punt van het gebogen eindgedeelte door conisch slijpen wordt aangepunt/ waarbij het eindgedeelte op het centrale kanaal wordt gecentreerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1/ met het ken merk/ dat het plastisch deformeren van het eindgedeelte geschiedt door in het centrale kanaal een metalen draad met de gewenste gebogen vorm te schuiven/ het eindgedeelte met de metalen draad daarin tot nabij de verwekingstemperatuur te verwarmen/ vervolgens af te koelen en de metalen draad te verwijderen.

4. Drainage catheter zoals een nephrostomie-catheter omvattende een buigzaam/ buisvormig basislichaam met een centraal kanaal dat met één einde in een koppelelement is bevestigd en aan zijn tegenoverliggende einde een plastisch gedeformeerd gebogen gedeelte omvat/ waarbij in het gebogen gedeelte een aantal/ het centrale kanaal met de omgeving verbindende zij-openingen is aangebracht/ met het ken merk/ dat tenminste in het gebogen eindgedeelte waarin zij-openingen zijn aangebracht/ het centrale kanaal excentrisch verschoven ligt naar de binnenzijde van de bocht.