NL8803131A

NL8803131A - Inrichting voor het uitbenen van vleesstukken met gevormde stempels.

Info

Publication number: NL8803131A
Application number: NL8803131A
Authority: NL
Original assignee: Langen Research
Priority date: 1988-11-09
Filing date: 1988-12-21
Publication date: 1990-06-01
Also published as: US4993110A; EP0373682B1; CA2000953A1; DE68903097D1; EP0373682A1; DE68903097T2

Description

Inrichting voor het uitbenen van vleesstukken met gevormde stempels

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitbenen van vleesstukken, zoals schouders, hammen en dergelijke, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit tenminste één stel naar elkaar toe te brengen eerste en tweede matrijzen met separatiemiddelen voor het van het botstuk scheiden van het vlees en een in een of elke matrijs opgenomen verwisselbare stempel, waarvan het met het botstuk in aanraking komend langgerekt, zonodig geknikt drukvlak een reliëf vertoont.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de Europese publikatie 0 086 020. In deze publikatie zijn de in de matrijs ondergebrachte middelen voor het ondersteunen van het botstuk getoond als lagen van meegevend materiaal, zoals rubber. Deze inzetstukken vertonen meer of minder een reliëfvorm welke is aangepast aan de vorm van het uit het vleesstuk te verwijderen botstuk. Dit reliëf is aangebrachte teneinde botbreuk tijdens het uitpersen zoveel mogelijk te voorkomen, hetgeen in praktijk gebleken is niet voldoende te zijn.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarmee botbreuk vrijwel is voorkomen.

De uitvinding verschaft daartoe een inrichting welke zich onderscheidt doordat in dwarsdoorsnede het reliëf van het drukvlak althans langs de randgebieden daarvan verheven is waarbij de verheving in die dwarsdoorsneden bij de randde-len met relatief kleine kromtestraal toeneemt.

Hiermee wordt verzekerd dat het botstuk tijdens het persen blijft opgesloten en zelfs een in langsrichting van het botstuk gerichte drukkracht ondervindt.

De uitvinding stelt verder voor om het stempel geheel of gedeeltelijk in een onvervormbaar materiaal met hoge drukvastheid, zoals metaal, uit te voeren.

Empirisch is gebleken dat de vorm van het reliëf niet overeen dient te komen met het botstuk teneinde de ongewenste breuk te vermijden. Daartoe is het stempel voor bepaalde bot-stukken vervaardigd met een reliëf overeenkomstig de bijgaande figuren.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de hieronderstaande figuurbeschrijving van een aantal uitvoe-ringsvoorbeelden.

In de figuren toont:

Pig. 1 een perspektivisch boven- resp. onderaanzicht van een stel matrijzen welke op afstand van elkaar liggen,

Fig. 2 een bovenaanzicht van de eerste matrijs uit fig.1r

Fig. 3 een langsdoorsnede van de eerste matrijs uit fig. 1»

Fig. 4 en 5 een onderaanzicht resp. langsdoorsnede van de tweede matrijs uit fig. 1,

Fig. 6a een omtreksconfiguratie van het stempel uit fig. 2 van de eerste matrijs, geschikt voor schouderstukken, Fig. 6b een langsdoorsnede volgens de lijn VI-VI in fig. 6a,

Fig. 6c een twintigtal doorsneden volgens de met gelijke nummers aangegeven dwarsdoorsnede in fig. 6a,

Fig. 7a, b, c een met fig. 6 overeenkomstige omtrekscon-figuratie, langs- en dwarsdoorsneden van de stempel uit fig. 4, geschikt voor schouderstukken,

Fig. 8a, b, c een boven- resp. zijaanzicht en dwarsdoorsneden van een deel van het stempel uit fig. 5,

Fig. 9a, b een bovenaanzicht resp. doorsnede van een bij het stempeldeel uit fig. 8 behorend vuldeel.

Fig. 10 een bovenaanzicht resp. doorsnede van het stempeldeel uit fig. 3.

Fig. 11 en 12 een met fig. 2 en 3 overeenkomend aanzicht resp. langsdoorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm van de stempels in de eerste matrijs volgens de uitvinding,

Fig. 13 en 14 een met fig. 4 en 5 overeenkomend bovenaanzicht resp. langsdoorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm van het stempel in de tweede matrijs volgens de uitvinding,

Fig. 15a en b een bovenaanzicht resp. dwarsdoorsneden 1-10 van het stempeldeel uit fig. 14.

Pig. 16a en 6 een bovenaanzicht respectievelijk dwarsdoorsneden 1-9 respectievelijk 10-15 van een alternatieve uitvoering van het stempeldeel uit fig. 14 geschikt voor schouderstukken.

> Pig. 17a, b en c een bovenaanzicht, respectievelijk langsdoorsnede A-A en dwarsdoorsneden 1-18 van een stempel voor de eerste matrijs, geschikt voor het uitbenen van hammen.

Pig. 18a, b en c een bovenaanzicht, respectievelijk langsdoorsnede A-A en dwarsdoorsneden 1-20 van een stempel voor de ondermatrijs, geschikt voor het uitbenen van hamstukken,

Pig. 19, 20 en 21 telkens een bovenaanzicht, respectievelijk dwarsdoorsneden 1-12, respectievelijk 1-11, respectievelijk 1-8 van stempeldelen geschikt voor het uitbenen van hamstukken.

Het stel matrijzen volgens fig. 1 is door niet getoonde middelen naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar, waarbij de samenwerking zodanig is dat de matrijsrand 1 resp. 2 van de eerste matrijs 3 resp. tweede matrijs 4 nauwkeurig op elkaar aansluiten. Deze randen 1 en 2 vormen de separatiemiddelen voor het van het botstuk B afscheiden van het met onderbroken lijn V aangetoonde vleekstuk. Met de getoonde matrijsconfiguratie is het mogelijk om het botstuk als het ware uit het vleesstuk te ponsen. Het botstuk B valt daarbij zo nauwkeurig mogelijk binnen de matrijsranden 1 en 2. Voor het scheiden van het vlees rond het botstuk dient een stempel in de eerste resp. tweede matrijs 3, 4, welk stempel in de volgende figuren in detail in een aantal uitvoeringsvormen is getoond.

Opgemerkt wordt dat het stempel 5 ten opzichte van de eerste matrijs 3 op en neer kan bewegen terwijl het stempel 6 van de tweede matrijs 4 vast daarin is opgenomen. Beide stempels 5, 6 zijn weliswaar uitwisselbaar in de matrijzen 3,4 geplaatst.

Pig. 2 en 3 laat een detail zien van de eerste matrijs 3 met daarin aangebrachte stempel 5 dat hier bestaat uit een drietal delen 5a, b en c.

Het deel 5a is op drie in de matrijs 3 gelagerde plun-jers 7 ondersteund, terwijl het matrijsdeel 5b uitgevoerd is met een naar onderen toe uitstrekkende schacht 8, welke af-steunt op een vierde plunjer 9. De schacht 8 van de stempel-delen 5b, 5c is zodanig gericht dat bij het omhoogbewegen van de plunjer 9 ten opzichte van de matrijs 3 de stempeldelen 5b en 5c zich van elkaar verwijderen.

Pig. 4 en 5 toont in detail de stempel van de tweede matrijs 4, dat ook hier uit drie delen bestaat, namelijk stem-peldeel 6a, 6b en 6c. Het stempeldeel 6a werkt samen met het stempeldeel 5a uit fig. 3, terwijl de stempeldelen 6b en c samenwerken met de stempeldelen 5b en c uit fig. 2.

Opgemerkt wordt dat de stempeldelen 5a en 6a uit metaal zijn gegoten, bewerkt of anderszins zijn vervaardigd, terwijl 6b en 6c uit kunststof kan zijn gemaakt. De uitvinding is echter niet beperkt tot de materiaalkeuze met dien verstande dat het materiaal wel vormvast moet zijn en een hoge drukvastheid moet vertonen. De in de fig. 1 t/m 4 getoonde matrijs dient voor schouderstukken waarbij het schouderblad van de voorpoot van bijvoorbeeld het varken tussen de stempeldelen 5b en c resp. 6b en c terechtkomt, terwijl de twee andere beenstukken van het bot tussen de stempeldelen 5a resp. 6a komt te liggen.

Het drukvlak van de stempels, dat wil zeggen de naar elkaar toe gekeerde vlakken van de stempels in de eerste en tweede matrijs 3, 4 vertoont een vooraf bepaald reliëf voor een bepaald type botstuk.

Opmerkelijk hierbij is dat het reliëf niet exact overeenstemt met de omtreksvorm van het uit het vleesstuk V te halen bot. Het reliëf is zodanig gekozen dat het botstuk op optimale wijze zodanig wordt belast tijdens het persen dat het niet breekt. Daartoe is de betreffende vorm getoond in de figuren 6 t/m 10 waarbij zowel in langsrichting van het langwerpige drukvlak als op vele dwarsdoorsneden een bepaalde configuratie van het drukvlak is weergegeven.

Opgemerkt wordt hierbij dat althans de randstroken van het drukvlak van het stempel een verheving vertoont, welke zich naar althans één einde, dat wil zeggen het linker einde in fig. 2 reep. 4 verhoogt, en met name verhoogt daar waar de randstrook een grote kromtestraal vertoont, bijvoorbeeld in fig. 2 de plaatsen A, B, C. Verder wordt opgemerkt dat nabij deze verhoogde randstroken in de bodem van het relief middelen zijn aangebracht voor het onder druk brengen van het botstuk zoals een drietal ribben 10 in fig. 2 en 4, resp. schuine vlakken 11 in de voornoemde figuren.

Fig. 11 t/m 14 laat opnieuw een stel matrijzen zien met daarin aangebrachte stempels, welke afwijken van diegene in de voorgaande figuren en in het bijzonder met de verdeling van de matrijsdelen 5b, 5c. In fig. 11 is het overeenkomstige matrijsdeel 15b en 15c volgens een gebogen scheidingsvlak 16 van elkaar gescheiden, terwijl het in de uitvoering volgens fig. 2 een recht vlak is. Het bijbehorende contra-stempel uit fig. 14 is in fig. 15 getoond.

Fig. 16 toont een stempeldeel dat een alternatief vormt van het stempeldeel volgens fig. 10 dat plaatsbaar is in de eerste of onderste matrijs uit fig. 3.

In de figuren 17 tot en met 21 zijn de verwisselbare stempeldelen voor matrijzen volgens de inrichting uit fig. 1 getoond, welke in het bijzonder geschikt zijn voor het uitbenen van hamstukken in plaats van de schouderstukken zoals beschreven aan de hand van de figuren 1 tot en met 16.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.

Claims

1. Inrichting voor het uitbenen van vleesstukken, zoals schouders, hammen en dergelijke, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit tenminste één stel, naar elkaar toe te brengen eerste en tweede matrijzen met separatiemiddelen voor het van het botstuk scheiden van het vlees en een in een of elke matrijs opgenomen verwisselbare stempel, waarvan het met het botstuk in aanraking komend langgerekt, zonodig geknikt druk-vlak een reliëf vertoont, met het kenmerk, dat in dwarsdoorsnede het reliëf van het drukvlak althans langs de randgebieden daarvan verheven is, waarbij de verheving in die dwarsdoorsneden bij de randdelen met relatief kleine kromtestralen, toeneemt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het of elke stempel geheel of gedeeltelijk is vervaardigd uit een onvervormbaar materiaal met hoge drukvastheid, zoals metaal.

3. Stempel, voor een inrichting uit fig. 1, voorzien van een drukvlak met een reliëf zoals getoond in de fig. 6, 7, 8, 9, 10, 15 en 16 geschikt voor het uitbenen van schouderstukken.

4. Stempel, voor een inrichting uit fig. 1, voorzien van een drukvlak met een reliëf getoond in de fig. 17, 18, 19, 21, geschikt voor het uitbenen van hammen.