NL8700418A - Uitbeeninrichting en werkwijze voor het uitbenen van vleesstukken. - Google Patents

Description

φ *

Hw/Mv/30 Langen Research NL 8700418

Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van vleesstukken

De uitvinding heeft betrekking op een uitbeeninrichting, waarbij gebruik wordt gemaakt van twee tegenover elkaar gelegen stempels welke naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn, en waarbij elke stempel een uitholling omvat, 5 voorzien van vulstukken. Langs de omtrek van de uitholling is elk snijstempel voorzien van middelen welke de zachtere delen van het uit te benen vleesstuk, zoals het vleesmateriaal en/of vliezen kunnen scheiden, resp. doorsnijden. Deze snij-middelen volgen in ruime mate het contour van het in de 10 vleesstukken aanwezige botten, bijvoorbeeld de voorpoot en schouderpartij van een varken. De vulstukken in de holte zijn gewoonlijk van zacht meegevend materiaal teneinde het vlees van het bot weg te drukken, omdat bij het naar elkaar toe bewegen van de stempels het zachte materiaal zich om het bot 15 zal vlijen. Het is gebleken dat ondanks dit zachte materiaal toch botbreuk omtreedt, hetgeen moet worden vermeden.

De uitvinding beoogt bovengenoemde werkwijze en inrichting te verbeteren zodanig dat botbreuk wordt vermeden.

Daartoe wordt volgens de uitvinding de holte van althans 20 één der stempels voorzien van middelen voor het in langsrich-ting opsluiten of onder druk brengen van het of elk botstuk bijvoorbeeld één of meer aanslagvlakken, die vóór het bereiken van de hoogste persdruk tegen het kopeinde van een bot komen te liggen, teneinde lengtevermeerdering van dit bot 25 ten gevolge van de hoge persdruk te voorkomen.

Het is gebleken dat lengtevermeerdering van het bot de oorzaak van de botbreuk is. Dankzij de door de uitvinding voorgestelde middelen wordt deze lengtevermeerdering voorkomen en wordt zodoende de ongewenste botbreuk verhinderd.

30 De middelen kunnen een in de holte vaste stand innemen resp. instelbaar zijn uitgevoerd.

De uitvinding wordt nader toegelicht in de hieronder-staande figuurbeschrijving van een aantal uitvoeringsvoor-beelden.

35 In de tekening toont: .8700418 * Ί -2-

Fig. 1 een perspektivisch bovenaanzicht van een uitbeen-inrichting voorzien van een beweegbare onderstempel, waarbij de bovenstempel is weggebroken,

Fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II van de boveh-5 en onderstempel uit fig. 1,

Fig. 3 een onderaanzicht van de bovenstempel uit fig. 2, Fig. 4 en 5 een met fig. 2 overeenkomende doorsnede van een detail van de bovenstempel als variant van die uit fig.

2, resp. een onderaanzicht van het bovenstempel uit fig. 4.

10 Fig. 6 een met fig. 4 overeenkomende staande doorsnede van het bovenstempel, voorzien van een los inzetstuk als variant van de opsluitraiddelen.

Fig. 7 een staande doorsnede van een detail van het onderstempel, voorzien van een vierde variant van het onder 15 druk brengen van elk botstuk.

De in fig. 1 schematisch getoonde inrichting bestaat in hoofdzaak uit een gestel 1, met een daarin opgenomen plunjer 2, waarop een stempeldrager 3 is geplaatst. Het stempel 4 heeft in grote lijnen het contour van het uit te snijden bot 20 resp. botten in het vleesstuk. Binnen het stempel 4 is een holte 5 uitgespaard waarin vulstukken van willekeurig mate riaal zijn opgenomen, welke ervoor zorgen dat het botstuk nauwsluitend kan worden omvat.

Het bovenstempel 6 is in fig. 1 vast aan het gestel 1 25 bevestigd, vertoont nagenoeg dezelfde opbouw maar dan in omgekeerde zin als de onderstempel 3, 4 zodanig dat bij het sluiten der stempels de beide holtes met vulstukken het bot of de groep botten nauwkeurig omsluit.

De boven- en onderstempel zijn op de contourrand 7 voor-30 zien van samenwerkende middelen om het vlees van het bot te scheiden. In de getoonde uitvoeringsvorm bestaan deze middelen uit een naar het bovenstempel wijzende ribbe of rand 8, die samenwerkt met een vlakke zijde 9 van het bovenstempel.

Het zal duidelijk zijn dat de cilinder 2 kan zijn wegge-35 laten voor het verkrijgen van een vast onderstempel, terwijl het bovenstempel is voorzien van een dergelijke cilinder om deze naar beneden te bewegen. Dit doet aan de werking van de inrichting niet af.

.8700418 it -3-

De fig. 2 en 3 laten in detail een uitvoeringsvoorbeeld zien van de boven- en onderstempels. Zo is de onderstempel 4 uitgevoerd met vulstukken in de vorm van een onderplaat 10 en daarop aangebrachte contourlichaam 11"waarvan de bovenzijde 5 qua vorm is aangepast aan die van het bot.

Wordt er een schouder ontbeend dan kan een bijzonder scharnierbaar inzetstuk 12 dienen voor het aangrijpen van het schouderblad, dat schematisch in fig. 3 met S is aangegeven.

Een dergelijk samenwerkend scharnierend vulstuk 12 valt ver-10 der buiten het kader van de uitvinding en zal niet nader worden omschreven.

Ook het bovênstempel 6 is uitgevoerd met een vulstuk 13, waarvan het ondervlak ook is aangepast aan .de bovenzijde van het in het vleesstuk aanwezige bot, waarbij opgemerkt wordt 15 dat de vulstukken 11 in het onderstempel en 13 in het bovenstempel gemakkelijk verwisselbaar zijn zodat verschillende soorten vleesstukken met dezelfde machine kunnen worden ontbeend, echter met verwisseling van de vulstukken.

Niettemin zal bij hetzelfde soort vleesstuk ook onder-20 ling afwijkende maten voorkomen, aangezien de botstukken onderling verschillend van maat kunnen zijn.

Bij de bekende machines van deze soort, zijn de vulstukken daarom van meegevend materiaal vervaardigd, waardoor deze onderlinge maatafwijkingen kunnen worden opgevangen. In prak-25 tijk bleek dit toch botbreuk met zich mee te brengen, hetgeen moet worden voorkomen.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de holte binnen de contourrand 7 van de stempels uitgevoerd met aan-slagvlakken 14, welke hier zijn gevormd door het kopvlak van 3Ö een in de holte te voeren pen 15.

Het aanslagvlak kan ook een vast onderdeel van de zijwand van de holte van het stempel zijn, zie bij 14'. De aan-slagvlakken dienen echter daar te liggen waar het kopeinde K van het bot B in de holte ligt, waardoor het bot in lengte-35 richting wordt opgesloten.

Het in fig. 3 getekende middelste bot wordt slechts aan één zijde door het vlak 14 aangeraakt, omdat deze vanwege zijn configuratie is opgenomen in het scharnier van het bo- .8700418 ς -4- venste rechter bot, zodoende daartegen is ondersteund.

Voorts is opgemerkt dat in de getoonde uitvoeringsvorm volgens fig. 1 t/m 3 slechts het bovenstempel een dergelijk aanslagvlak 14, 14' vertoont, omdat de vulstukconfiguratie 5 11, 13 zodanig is dat het bot zich voornamelijk in het bovenste stempel bevindt als de stempels tegen elkaar zijn gevoerd.

Het grote voordeel van de aangebrachte aanslagvlakken 14 is dat afgezien kan worden van meegevende vulstukken 11, 13 10 en dat deze thans kunnen worden uitgevoerd in een harder materiaal, bijvoorbeeld roestvrij staal. Met een aangepast contourvlak van de vulstukken wordt het bot qua omvang nauwkeurig gevolgd en zal bij de hoge druk weliswaar enige vervorming bij afwijkende maatvoering optreden, maar geen breuk i 15 omdat het bot in lengterichting zorgvuldig is gevat.

Binnen het kader van de uitvinding is het mogelijk de pen 15 door middel van een bedieningssysteem 16 meer of minder uit de holte van het stempel te voeren en zodoende ook het aanslagvlak 14. Ook kan een bepaalde drukkracht door het 20 systeem 16 op het bot in lengterichting worden uitgeoefend om de bij de hoge persdruk van de stempels optredende lengte-uitzetting van het bot te compenseren.

Het bediëningssysteem 16 kan hydraulisch, pneumatisch of mechanisch zijn en kan zelfs helemaal worden verwijderd in-25 dien de pen 15 een cilindrische schroefboutvorm heeft waardoor bij het aandraaien in een schroefgat van de wand van het stempel het vlak 14 meer of minder, in of uit de holte kan worden gebracht.

Het heen en weer bewegen van de pen 15 kan plaatsvinden 30 voordat het vleesstuk met daarin aanwezige botten op de ondermatrijs wordt aangebracht, maar kan ook plaatsvinden indien de stempels bijna tegen elkaar zijn gedrukt, zodat reeds enige perskracht op het botstuk wordt uitgeoefend. In het laatste geval kan vervolgens de bijvoorbeeld hydraulische ci-35 linder 16 worden bekrachtigd om de pen 15 en derhalve het aanslagvlak 14 tegen het kopeinde van het bot te drukken teneinde een gewenste compensatiekracht op het wekken voor het verminderen van de lengte-vermeerdering van het botstuk.

.8700418 -5- ft

In een volgende uitvoeringsvorm volgens fig. 4 en 5 kan de pen 15 ook een andere ruimtelijke stand ten opzichte van het stempel 6 hebben. Zo is in fig. 4 getoond dat in het bovenvlak van het bovenstempel 6 een uitsparing is aangebracht 5 voor het opnemen van een op en neer beweegbare pen 15' die door een overeenkomstig bedieningssysteem 16' in meer of mindere mate in resp. uit de holte van het stempel is te voeren. Het cilindrische vlak van de pen 15', dat is aangegeven met 14, dient hier als drukvlak dat tegen het kopeinde K van 10 een bot B komt te liggen. Het vlak verloopt derhalve ten opzichte van de bewegingsrichting van pen 15' in een schuine zin teneinde het botstuk onder druk te kunnen zetten naar mate de pen 15’ meer in de holte van de stempel wordt gevoerd .

15 Fig. 6 toont een verwisselbaar inzetstuk 17, waarvan de naar de holte toegekeerde zijde 14'1 een met het vlak 14 overeenkomende hellingshoek vertoont, één en ander zodanig dat bij het naar elkaar toe bewegen van de beide stempels het bot in de holte van het bovenstempel 6 wordt gedrukt en het 20 kopeinde van het bot B tegen het vlak 14" wordt gedrukt.

Door het schuine verloop van het drukvlak 14" en het meer indrukken van het bot in de stempel 6 veroorzaakt een druk-kracht op het kopeinde van het bot B en derhalve een vermindering van de uitzetruimte van het bot, hetgeen breuk voor-25 komt.

Het inzetstuk 17 is afhankelijk van de gemiddelde bot-vorm te verwisselen door andere inzetstukken, zodat een optimale drukkracht op het kopeinde van het bot kan worden bewerkstelligd. Een en ander is afhankelijk van de ervaring en 30 kunde van de uitbener.

Een vierde variant van een drukmiddel voor het kopeinde van het botstuk is te zien in fig. 7 waarbij in het vulstuk 11 een daar bovenuit stekende mesvormige ribbe 18 is aangebracht. De plaats van deze mesvormige ribbe 18 is nabij het 35 uiteinde van het vulstuk 11 en derhalve nabij het kopeinde van het botstuk B. Deze mesvormige ribbe zal bij het sluiten van de stempels op elkaar het bot enigszins inkerven en op · deze wijze een verplaatsing van het kopeinde naar buiten toe .8700418 ί

J

-6- voorkomen en derhalve de lengtevermeerdering van het bot-stuk. Ook op deze wijze wordt een tegen de lengtevermeerdering van het botstuk inwerkende kracht opgewekt, waardoor breuk van het bot wordt voorkomen.

5 De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschre ven uitvoeringsvormen, waarbij in het bijzonder wordt opgemerkt dat de in de boven- resp. onderstempels getekende middelen ook voor het tegenoverliggende stempel kan dienen. Ook kunnen kombinaties van de getoonde uitvoeringen in één enkel 10 stempel zijn ondergebracht, met dien verstande dat al deze middelen inwerken op het kopeinde van het botstuk.

, 870 04 1 8 t

Claims (6)

1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat als opsluitmiddel één of meer aanslagvlakken in de holte is aangebracht.
2. 3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het aanslagvlak in de holte beweegbaar is 15 aangebracht.
3. 4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het aanslagvlak ten opzichte van de holte in het stempel continu instelbaar is aangebracht.
4. 5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk 20 dat het aanslagvlak het kopvlak van een door een drukcilinder beweegbare pen is.
5. 6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het k e n m e r k, dat het aanslagvlak een ten opzichte van de drukrichting van de samenwerkende stempels hoek insluit.
6. 7. Inrichting volgens conclusie 1, met het k e n m e r k dat het opsluitmiddel de vorm van een naar het tegenoverliggende samenwerkende stempel gerichte mesvormige ribbe is. .8700418