NL8703076A

NL8703076A - Houtverbinding.

Info

Publication number: NL8703076A
Application number: NL8703076A
Authority: NL
Original assignee: Pieter De Jong
Priority date: 1987-12-18
Filing date: 1987-12-18
Publication date: 1989-07-17
Also published as: DE3864502D1; US5037234A; ES2024013B3; ATE66716T1; GR3002619T3; EP0321062B1; CA1307900C; EP0321062A1

Description

NO 34806 * ƒ...

Houtverbinding.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houtverbinding bestaande uit tenminste tvee aan elkaar gelijmde houten delen. Een dergelijke verbinding is in de stand der techniek algemeen bekend en wordt bijvoorbeeld voor kozijnen en kozijnconstructies toegepast. Daarbij 5 wordt er steeds naar gestreefd de afstand tussen de aangrenzende aan elkaar te lijmen delen zo klein mogelijk te houden om een zo dun mogelijke laag lijm te verwezenlijken. Aangenomen wordt dat bij de gebruikelijke lijmsoorten de grootste sterkte verkregen wordt indien de lijmlaag zo dun mogelijk is. De gebruikte lijmsoorten zijn bijvoorbeeld waterbevat-10 tende volacrylaat lijmen met 50Z vaste stof. Hierdoor ontstaat een zeer stijve starre houtverbinding. Hoewel deze verbinding als zodanig goed voldoet blijkt na enige tijd, en vooral door binnendringen van vocht tijdens het blootstellen aan de invloed van weersbelastingen door sei-zoenswisselingen, dat het hout krimpt en uitzet. Daardoor ontstaan bij-15 zonder grote spanningen ter plaatse van de houtverbinding, hetgeen in praktijk op den duur onherroepelijk tot breuk van de lijm/hout ver binding leidt. Indien een dergelijke verbinding buiten toegepast wordt, ontstaat ter plaatse van de breuk voor vocht de mogelijkheid binnen te treden waarmee een belangrijke aanzet voor het rottingsproces gegeven wordt.

20 Gebleken is namelijk dat het rotten van houten delen vaak bij dergelijke houtverbindingen, die bovendien ongunstig, d.w.z. laag, geplaatst zijn, begint. Het is het doel van de onderhavige uitvinding om in een houtverbinding te voorzien die de hierboven genoemde nadelen niet heeft, d.w.z. ook bij langere gebruikdsduur in stand blijft.

25 Dit doel wordt bij een hierboven beschreven houtverbinding verwe zenlijkt doordat bij de lljmvlakken afstandhouder-elementen aanwezig zijn en dat de toe gepaste lijm na het uitharden een permanent elastisch karakter heeft. Thans streeft men er bij gevolg naar aan de lijmlaag een zekere dikte te geven. Deze dikte wordt verwezenlijkt door bet gebruik 30 van de afstandhouder-elementen die elke uitvoering kunnen hebben. Door het gebruik van een lijmsoort, dat na het uitharden een permanent elastisch karakter heeft en vochtafsluitend is, kunnen onherroepelijk optredende vervormingen van de houtverbinding die vooral ontstaan indien deze buiten toegepast wordt en aan de weersinvloeden bij wisselende seizoenen 35 onderhevig is, opgenomen worden. De uitvinding gaat van het geheel 8703076 2 * nieuwe Inzicht uit dat het niet zinvol is om de constructie zo stijf te maken dat de spanningen daarin opgenomen kunnen worden maar dat het zinvoller is om de constructie juist flexibel te maken waardoor geringe deformaties op kunnen treden welke verder geen enkele invloed hebben.

5 Volgens een van voordeel zijnde uitvoering zijn de afstandhouder- elementen van hout of houtverdragend materiaal. Daardoor kunnen deze af-standhouder-elementen in het lijmvlak aangebracht worden en tevens in de sterkte bijdragen. Dit is vooral van belang indien de houtverbinding volgens de uitvinding bij gebruikelijke constructies toegepast wordt, 10 waarbij het lijmoppervlak berekend is zonder rekening te houden met de aanwezigheid van de afstandhouder-elementen volgens de uitvinding in het lijmvlak.

Om de sterkteverminderende invloed van de afstandhouder-elementen verder te beperken kunnen de afstandhouder-elementen van tenminste een 15 opening voorziene schijven omvatten.

Indien de houtverbinding een drevel-gatverbinding omvat, kunnen de afstandhouder-elementen een de drevel omgevende ringschijf omvatten. Door de drevel wordt dan in positionering van de afstandhouder-elementen voorzien. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de houtverbin-20 ding zijn in ruimte voor de toegepaste lijm voorziende middelen tussen drevel en gat in aangebrachte toestand van de verbinding aanwezig.

D.w.z. op een of ander wijze bestaat op een of meer plaatsen niet meer het direct aanliggen van de drevel tegen het gat. Door de zo ontstane ruimte met lijm op te vullen wordt ook daar een elastische verbinding 25 verwezenlijkt. Deze middelen die in de ruimte tussen drevel en gat voorzien kunnen in de drevel aangebrachte uitsparingen omvatten. Deze kunnen zich zowel in de langs richting, dwarsrichting, spiraalvormig als op elke andere wijze uitstrekken. Volgens een nog eenvoudiger uitvoering omvatten deze middelen het wezenlijk kleiner zijn van de uitwendige diameter 30 van de drevel dan de inwendige diameter van het daarvoor bestemde gat. Zo wordt automatisch in ruimte tussen de drevel en het gat voor het opnemen van lijm voorzien. Bij het tot stand brengen van een drevel-gatverbinding bestaat altijd de moeilijkheid dat hetzij het gat met een bepaalde diepte geboord moet worden hetzij de drevel tot een bepaalde af-35 stand in het gat geslagen moet worden. Om dit probleem op te lossen en tevens in een afstandhouder-element te voorzien kan de drevel van een borst voorzien worden, welke borst enerzijds als afstandhouder- element functioneert en anderzijds als aanslag voor de drevel. Daardoor is de lengte van het bijbehorende gat niet langer kritisch en kan het aanbren- 87030 7 6 3 gen van de drevel zeer eenvoudig uitgevoerd worden.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van de in de tekening af geheelde uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt worden. Daarbij tonen: Fig. 1 een opengewerkte houtverbinding, 5 Fig. 2 de houtverbinding volgens fig. 1 in doorsnede in aangebrach te toestand,

Fig. 3 een verdere uitvoering van een afstandhouder-element,

Fig. 4 een drevel uitgevoerd als afstandhouder-element,

Fig. 5 een drevel voorzien van radiale uitsparingen, 10 Fig. 6 een drevel voorzien van zich in de langsrichting uitstrek kende groeven, een verdere uitvoering van de af standhouder elementen is. In Fig. 1 is een houtverbinding afgebeeld zoals deze bijvoorbeeld voor geveltiooerwerk gebruikt wordt. Deze bestaat uit te verbinden houten delen 1 en 2. Om de verbinding tot stand te brengen zijn in beide delen 1, 15 2 gaten 3 aangebracht voor het opnemen van drevels 4. Om deze drevels 4 kunnen ringschijven 5 geplaatst worden waarvan de inwendige diameter wezenlijk groter is dan de uitwendige diameter van de drevels 4. De ringschijven bestaan bij voorkeur uit hout, houtachtige materialen of hout-lijm verdragende vezels en kunststoffen. Voor het samenvoegen van de in 20 Fig. 1 af geheelde delen wordt lijm aangebracht. Deze lijm wordt eveneens in de gaten 3, aangebracht alvorens de drevels 4 aan te brengen. Daarbij is de diameter van de drevels 4 wezenlijk kleiner dan de boring van de gaten 3 om daartussen, zoals uit figuur 2 blijkt lijm op te kunnen nemen. Uit Fig. 2 blijkt dat door de afstandhouder-elementen de lijmlaag 6 25 een wezenlijke dikte heeft. Dit in tegenstelling tot de lijmverbindingen volgens de stand der techniek waarbij een zo dun mogelijke laag toegepast wordt. In tegenstelling tot de stand der techniek is de hier gebruikte lijm van een soort dat na uitharden permanent elastisch blijft waardoor enige beweging (uitzetting) tussen de delen 1,2 mogelijk wordt 30 zonder dat de verbinding verbroken wordt door het scheuren van de lijmlaag of het daaraan grenzende hout zoals in de stand der techniek wel gebeurt. Op deze wijze kunnen veranderingen in afmetingen door de invloed van temperatuur en vocht opgevangen worden. Als lijmsoort kan bijvoorbeeld aan een polyurethaan lijmsoort gedacht worden hetgeen een 35 taaie lijm met aanzienlijke breeksterkte bij trekbelasting is. Uit Fig.

2 blijkt tevens dat tussen de ringschijven 5 en de drevels 4 een tussenruimte aanwezig is waarin zich lijm bevindt om het lijmvlak ter plaatse van de drevel zo groot mogelijk te houden. Om dit lijmvlak verder te vergroten kunnen de ringschijven zoals afgebeeld in Fig. 3 van openingen 40 7 voorzien zijn· Om de problemen die ontstaan met betrekking tot het 87030 76 4 f juist positioneren van de drevel in het gat welke opgelost kunnen worden door het met zeer bepaalde diepte boren van het gat, gemakkelijker op te lossen, kan volgens Fig· 4 drevel 4 van een borst 8 voorzien worden, die tevens als afstandhouder-element dienst doet· Door deze uitvoering is de 5 diepte van de boringen in de delen 1 en 2 niet meer kritisch·

Deze borst 8 kan van (hier niet afgebeelde) openingen voorzien zijn overeenkomstig aan de uitvoering volgens Fig. 3. In Fig. 5 is een ver·* dere uitvoering van de drevel hier met 10 aangegeven, afgebeeld. Deze drevel omvat radiale uitsparingen 11 die zich langs de gehele omtrek of 10 slechts een deel daarvan kunnen uitstrekken. Als voorbeeld kan de basis van de uitsparingen 11 twee mm breed zijn en is de maximale openings-breedte aan de omtrek 4 mm* Bovendien kan drevel 10 bij de uiteinden 12 af geschuind zijn. Bij deze uitvoering kan de drevel 10 min of meer nauw-passend in het daarvoor bestemde gat aangebracht worden. De uitsparingen 15 11 en de ruimten gevormd door de afschuining 12 voorzien in middelen voor het opnemen van lijm waardoor de flexibele verbinding tot stand gebracht wordt. Vanzelfsprekend kan de diameter van drevel 10 nog steeds wezenlijk kleiner dan de diameter van het daarvoor bestemd gat gekozen worden.

20 In Fig. 6 is een verdere drevel in het geheel met 13 aangegeven ge toond. Deze omvat zich in langsrichting van de drevel uitstrekkende groeven 14. Deze groeven kunnen bijvoorbeeld dezelfde vorm hebben als de in Fig. 5 getoonde uitsparingen 11. Het is vanzelfsprekend mogelijk om in drevels te voorzien die allerlei soorten uitsparingen omvatten.

25 Bovendien kan het gat van opneemopeningen voor lijm voorzien zijn, al dan niet in combinatie met de in de figuren afgebeelde uitvoeringen van drevels met niet glad oppervlak. In Fig. 7 is een verdere uitvoering van de afstandhouder-elementen afgebeeld. Van de aan elkaar te lijmen delen 20 en 21 is deel 20 voorzien van nokken 22. Daar door wordt tussen de 30 delen 20 en 21 een ruimte begrensd, die ongeveer 1 i 2 mm hoog kan zijn, voor het opnemen van lijm. De drevelverbinding heeft slechts het volgens de stand der techniek bekende doel en is daarom slechts schemaatisch aangegeven· Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeur suitvoering beschreven is, moet begrepen worden dat door degene be-35 kwaam in de stand der techniek allerlei veranderingen daarop aangebracht kunnen worden zonder buiten het bereik van de onderhavige uitvinding te geraken. Zo kunnen de afstandhouder-elementen andere delen dan ring-schijven omvatten.

87030 76 "

Claims

2. Houtverbinding volgens conclusie 1, waarbij de afstandhouder- elementen van hout houtachtige matrialen of houtlijm verdragende vezels en kunststoffen zijn.
3. Houtverbinding volgens conclusie 1 of 2, waarbij de afstand-houder-elementen van tenminste een opening voorziene schijven omvatten* 10 4. Houtverbinding volgens een van de voorgaande conclusies, omvat tende tenminste een drevel-gat verbinding, waarbij de af standhouder- elementen tenminste een de drevel omgevende ringschijf omvatten.
5. Houtverbinding volgens conclusie 4, waarbij de inwendige diameter van de ringschijf wezenlijk groter is dan de uitwendige diameter van 15 de drevel· 6* Houtverbinding volgens conclusie 4 of 5, waarbij in ruimte voor de toegepaste lijm voorziende middelen tussen drevel en gat in aangebrachte toestand van de verbinding aanwezig zijn.
7. Houtverbinding volgens conclusie 6, waarbij die middelen in de 20 drevel aangebrachte uitsparingen omvatten.
8. Houtverbinding volgens conclusie 6 of 7, waarbij die middelen het wezenlijk kleiner zijn van de uitwendige diameter van de drevel dan de inwendige diameter van het daarvoor bestemde gat omvatten.
9. Houtverbinding volgens een van de voorgaande conclusies 4-8, 25 waarbij de drevel van een als afetandhouder-element functionerende borst voorzien is· 87030 76