NL8703001A - Een volgfoutsignaalgenerator. - Google Patents

Een volgfoutsignaalgenerator. Download PDF

Info

Publication number
NL8703001A
NL8703001A NL8703001A NL8703001A NL8703001A NL 8703001 A NL8703001 A NL 8703001A NL 8703001 A NL8703001 A NL 8703001A NL 8703001 A NL8703001 A NL 8703001A NL 8703001 A NL8703001 A NL 8703001A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
light receiving
tracking error
level
error signal
Prior art date
Application number
NL8703001A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Pioneer Electronic Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP61296227A external-priority patent/JPH0834007B2/ja
Priority claimed from JP29938386A external-priority patent/JPS63152029A/ja
Priority claimed from JP30050286A external-priority patent/JPH0711867B2/ja
Priority claimed from JP786187A external-priority patent/JPS63175234A/ja
Application filed by Pioneer Electronic Corp filed Critical Pioneer Electronic Corp
Publication of NL8703001A publication Critical patent/NL8703001A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/08Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers
    • G11B7/09Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following
    • G11B7/0943Methods and circuits for performing mathematical operations on individual detector segment outputs
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/08Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers
    • G11B7/09Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following
    • G11B7/0901Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following for track following only
    • G11B7/0906Differential phase difference systems
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/08Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers
    • G11B7/09Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following
    • G11B7/094Methods and circuits for servo offset compensation

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Mathematical Physics (AREA)
  • Optical Recording Or Reproduction (AREA)

Description

i 4 VO 9458
Een volgfoutsignaalgenerator.
De uitvinding heeft betrekking op een volgfoutsignaalgenerator en meer in het bijzonder op een volgfoutsignaalgenerator voor het registreren op of weergeven uit een optische registratiemedium.
Een stelsel voor het registreren of weergeven van in-5 formatie van een optische registratieschijf is voorzien van een zogenaamde volgfoutsignaalgenerator om de toestand aan te geven, waarin een informatie-detecterende lichtvlek van een opneeminrichting ten opzichte van een registratiespoor is gescheiden in een richting loodrecht op het betreffende registratiespoor (radiale richting van de schijf). Fig. 1 10 toont een voorbeeld van een dergelijke toestand.
In fig. 1 vindt men een uit vier delen bestaand licht-opvangelement 1 waarbij het informatiedetectievleklicht van een opneeminrichting via een registratieoppervlak het lichtopneemvlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement treft. Het uit vier delen 15 bestaande lichtopvangelement 101 is door twee elkaar snijdende rechte lijnen α, β verdeeld in vier elementen 101a10ld, die naast elkaar zijn gelegen en vier lichtopvanggebieden vormen, zoals aangegeven in fig. 1. De uitgangssignalen van de elementen 101a, 101c, welke symmetrisch ten opzichte van de rechte lijnen α, β zijn gelegen, worden respectieve-20 lijk via bufferversterkers 102, 103 toegevoerd aan een optelinrichting 104, terwijl de uitgangssignalen van de elementen 101b, 10ld respectievelijk via bufferversterkers 105, 106 aan een optelinrichting 107 worden toegevoerd.
De uitgangssignalen van de optelinrichtingen 104, 107 25 worden voordat zij aan een faseverschil-detectieketen 110 worden toegevoerd door golfvormgelijkrichtketens 108, 109 aan een golfvormgelijkrich-ting onderworpen. In de faseverschildetectieketen 110 wordt het uitgangssignaal p van de golfvormgelijkrichtketen 108 toegevoerd aan de klokin-gangsklem van een flipflop 112 van het D-type en de terugstelingangsklem 30 van een flipflop 114 van het D-type. Tegelijkertijd wordt het uitgangssignaal p van de golfvormgelijkrichtketen 108 toegevoerd aan een inver- 1 9 2 tor 115. Een geïnverteerd signaal p- van het uitgangssignaal p wordt vanuit de invertor 115 aan de klokingangsklem van een flipflop 111 van het D-type en de terugstelingangsklem van een flipflop 113 van het D-type toegevoerd.
5 Het uitgangssignaal r van de golfvormgelijkrichtketen 109 wordt toegevoerd aan de terugstelingangsklem van de flipflop 111 van het D-type en de klokingangsklem van de flipflop 113 van het D-type. Tegelijkertijd wordt het uitgangssignaal r van de golfvormgelijkricht-keten 109 toegevoerd aan een invertor 116. Vanuit de invertor 116 wordt 10 een geïnverteerd signaal r- van het uitgangssignaal r toegevoerd aan de terugstelingangsklem van de flipflop 112 van het D-type en de klokingangsklem van de flipflop 114 van het D-type.
Aan de D-ingangsklemmen en de instelingangsklemmen van de flipflops 111 tot 114 van het D-type wordt een voedingsspanning 15 aangelegd. De Q-uitgangssignalen q^ q2 van de flipflops 111, 112 van het D-type worden via een OF-poort 117 toegevoerd aan de inverterende ingangsklem van een differentiaalversterker 118, terwijl de Q-uitgangssignalen q^, q^ van de flipflops 113, 114 van het D-type via een OF-poort 119 worden toegevoerd aan de niet-inverterende klem van de diffe-20 rentiaalversterker 118. Het uitgangssignaal van de differentiaalversterker 118 wordt via een laagdoorlaatfilter 120 als een volgfout-signaal e afgeleverd.
Bij het op deze wijze ingerichte uit vier delen bestaande lichtopvangelement 101 wordt verondersteld, dat het midden van de 25 lichtvlek, gevormd door het licht uit het registratieoppervlak op het lichtopvangoppervlak samenvalt met het snijpunt van de rechte lijnen o, 8 en dat de rechte lijn α evenwijdig is aan de richting waarin het patroon van de intensiteitsverdeling van licht uit het registratieoppervlak zich beweegt wanneer de informatiedetectielichtvlek het 30 registratiespoor volgt. Terwijl de informatiedetectielichtvlek het registratiespoor volgt beweegt het patroon van de intensiteitsverdeling van het licht binnen de lichtvlek, die op het lichtopvangoppervlak van het lichtopvangelement 1 wordt gevormd, zich bijvoorbeeld van het element la naar het element lb (naar beneden in fig. 1), en is het patroon 35 van de intensiteitsverdeling van het licht symmetrisch ten opzichte van de rechte lijn a, In dat geval wordt het faseverschil tussen de golfvorm- ; · =' ,· v. J 1 .
% $ 3 gelijkrichtuitgangssignalen p en r gelijk aan "O" en blijven de flipflops 111 tot 114 van het D-type in de terugsteltoestand, zodat de uitgangssignalen q^ q^ op een laag niveau worden gehouden. Derhalve treedt geen niveauverschil tussen het geïnverteerde ingangssignaal x en het niet-5 geïnverteerde ingangssignaal y van de differentiaalversterker 118 op en derhalve wordt het uitgangssignaal van de differentiaalversterker 118 ingesteld op het grondniveau, waarbij het niveau van het door het laagdoorlaatfilter 120 opgewekte volgfoutsignaal e gelijk wordt aan het grondniveau.
10 Onder verwijzing naar fig. 4 zal thans het geval worden beschreven, waarin de informatiedetectielichtvlek in radiale richting naar binnen is verplaatst en he5 patroon van de intensiteitsverdeling van het licht binnen de lichtvlek, welke aan het lichtopneemvlak van het uit vier delen bestaande 1ichtopvangelement 1 wordt gevormd, zich vanuit 15 het element ld naar het element la (naar links in fig. 2) verplaatst.
Fig. 2(A) is een golfvormdiagram van het golfvormgelijkrichtuitgangs-signaal p; fig. 2(B) is een golfvormdiagram van het geïnverteerde uitgangssignaal p-; fig. 2(C) is een golfvormdiagram van het golfvormgelijk-richtuitgangssignaal r; fig. 2(D) is een golfvormdiagram van het geïn-20 verteerde uitgangssignaal r-; fig. 2(E) is een golfvormdiagram van het Q-uit gangs signaal q^; fig. 2(F) is een golfvormdiagram van het Q-uitgangs-signaal q£; fig. 2(G) is een golfvormdiagram van het Q-uitgangssignaal q^; fig. 2(H) is een golfvormdiagram van het Q-uitgangssignaal q^; fig.
2(1) is een golfvormdiagram van het ingangssignaal x met tegenfase 25 van de differentiaalversterker 118; en fig. 2(J) is een golfvormdiagram van het ingangssignaal y met positieve fase van de differentiaalversterker 118.
Wanneer het patroon van de intensiteitsverdeling van het licht zich vanuit het element ld naar het element la verplaatst, 30 ijlen het golfvormgelijkrichtuitgangssignaal p en het geïnverteerde uitgangssignaal p- in fase vóör bij het golfvormgelijkricht-uitgangs-signaal r en het geïnverteerde uitgangssignaal r- en wel met een hoek, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectie-licht-vlek. In dat geval blijven de flipflops 111, 112 van het D-type in de 35 insteltoestand gedurende een interval, dat met deze hoek overeenkomt, zodat de uitgangssignalen q^ en q£ van Q gedurende een tijd, overeenko- e;; *. -.:1 tr 9 4 mende met deze hoek, op een hoog niveau worden ingesteld. Tegelijkertijd worden de flipflops 113 en 114 van het D-type in de terugsteltoestand gehouden en blijven de uitgangssignalen q^ en q^ van Q op een laag niveau. Derhalve wordt slechts het geïnverteerde ingangssignaal x en 5 het niet-geïnverteerde ingangssignaal y van de differentiaalversterker 118 gedurende een tijd, welke overeenkomen met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek op het hoge niveau gehouden. Een negatieve puls met een pulsbreedte, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek wordt door de differentiaalversterker 118 10 opgewekt en stelt het volgfoutsignaal e, dat door het laagdoorlaatfilter 120 wordt opgewekt, op het negatieve niveau in en stelt verder de absolute waarde daarvan evenredig aan de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek in.
Fig. 3 toont een tijddiagram voor het geval, 15 dat de informatiedetectielichtvlek zich in radiale richting naar buiten verplaatst en het patroon van de intensiteitsverdeling van het licht binnen de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1, zich vanuit het element la naar het element lb (naar rechts in fig. 3) verplaatst. De fig. 3(A) 20 t/m (J) tonen soortgelijke signaalgolfvormen als respectievelijk aangegeven in de fig. 2(A) t/m (J).
Wanneer het patroon van de intensiteitsverdeling van het licht zich vanuit het element la naar het element ld verplaatst, worden de fasen van het golfvormgelijkricht-uitgangssignaal p aan het 25 geïnverteerde uitgangssignaal p- respectievelijk vertraagd met een hoek, welke overeenkomt met de informatiedetectielichtvlek, vergeleken met de fasen van het golfvormgelijkricht-uitgangssignaal r en het geïnverteerde uitgangssignaal r-. De flipflops 113 en 114 van het D-type worden gedurende een tijd, welke met de betreffende hoek overeenkomt, in de in-30 steltoestand gehouden en de uitgangssignalen q^, q^ van Q worden gedurende een tijd, overeenkomende met de betreffende hoek op een hoog niveau gehouden. Bovendien worden de flipflops 111, 112 van het D-type in de terugsteltoestand gehouden, terwijl de uitgangssignalen q^, ^ op het lage niveau worden gehouden. Slechts het niet-geïnverteerde ingangssig-35 naai y van het geïnverteerde ingangssignaal x en het niet-geïnverteerde ingangssignaal y van de differentiaalversterker 118 wordt gedurende een c· 7 '·; ·' ' : 1 «. W ·- i «. 5 5 tijd, overeenkomende met de verplaatsing van de informatiedetectie-lichtvlek op een hoog niveau ingesteld. Derhalve wordt door de diffe-rentiaalversterker 118 een positieve puls met een pulsbreedte, overeenkomende met de informatiedetectielichtvlek, opgewekt, waardoor wordt ver-5 oorzaakt, dat het niveau van het door het laagdoorlaatfilter 120 opgewekte volgfoutsignaal e positief is, en waarbij de absolute waarde daarvan overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek.
Bij de conventionele volgfoutsignaalgenerator beweegt de plaats van de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van 10 het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 zich vanuit een positie, aangegeven door een continue lijn U naar datgene, dat is aangegeven door een stippellijn v of w wanneer slechts de objectieflens van de opneeminrichting, welke het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 bevat, zich moet verplaatsen om de naloopregeling te effectueren.
15 De deviatie van de positie van de informatiedetectielichtvlek aan het registratieoppervlak van het registratiemedium ten opzichte van het registratiespoor maakt het mogelijk, dat de hoeveelheden licht, welke de elementen la t/m ld treffen, niet met elkaar in evenwicht zijn zoals in het geval, dat het patroon van de intensiteitsverdeling van het licht 20 binnen de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 asymmetrisch wordt ten opzichte van de rechte lijn a. Wanneer de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 bijvoorbeeld aanwezig is in de positie, aangegeven door de stippellijn 25 v van fig. 4, worden de uitgangssignalen van de elementen la t/m ld als aangegeven door respectievelijk de fig. 5(A) tot (D) en worden de amplituden van de uitgangssignalen van de elementen la t/m ld uit hun evenwicht gebracht. Derhalve komt het faseverschil tussen de somcomponen-ten van de diagonaal opgestelde elementen, dat door de optelketens 104, 30 107 wordt verschaft, niet nauwkeurig overeen met de afstand tussen de informatiedetectielichtvlek en het registratiespoor, waardoor wordt veroorzaakt, dat het volgfoutsignaal tot een verschuiving leidt.
Het optreden van de verschuiving veroorzaakt het volgende bezwaar. Een volgfoutsignaal, aangegeven door een continue lijn u* 35 van fig. 8 (B) wordt opgewekt wanneer de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 8 7 i1 · .· .. > ί * 6 1 aanwezig is in de positie, aangegeven door de continue lijn u van fig. 4 en de som van de uitgangssignalen van de elementen la t/m ld verandert als aangegeven in fig. 6(A) tengevolge van de spoorsprongbewe-ging van het informatiedetectiepunt, terwijl wanneer de lichtvlek, ge-5 vormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 zich beweegt naar de positie, aangegeven door de stippellijnen v, w van fig. 4, het niveau van het volgfoutsignaal verandert, als aangegeven door de stippellijnen v', w' van fig. 6(B).
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een 10 volgfoutsignaalgenerator, welke in staat is om het bovenstaande bezwaar van de conventionele inrichting op te heffen d.w.z. in staat is om een volgfoutsignaal op te wekken, dat geen verschuiving vertoont.
De volgfoutsignaalgenerator volgens de uitvinding is zodanig ingericht, dat een gedeelte van elk van de uitgangssignalen van de 15 vier elementen van een uit vier delen bestaand lichtopvangelement wordt geëlimineerd door golfvormverwerking, waarbij het uitgangsniveau van dat gedeelte hoger ligt dan een voorafbepaald niveau, teneinde een signaal als een volgfoutsignaal op te wekken, dat evenredig is met het faseverschil tussen twee signalen, verkregen door de uitgangssignalen 20 van paren elementen, die symmetrisch zijn ten opzichte van het snijpunt van twee rechte lijnen, welke het lichtopvangelement in vier elementen splitsen, bij elkaar op te tellen.
De volgfoutsignaalgenerator volgens de uitvinding is geschikt voor het opwekken van een signaal, dat overeenkomt met het 25 faseverschil tussen twee signalen, welke worden verkregen door het bepalen van exclusieve logische sommen van de uitgangssignalen van paren lichtopvanggebieden, welke symmetrisch ten opzichte van het snijpunt van twee rechte lijnen zijn gelegen, welke een uit vier delen bestaand lichtopvangelement in vier elementen splitsen.
30 . De volgfoutsignaalgenerator volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het uitgangssignaal van elk element van een uit vier delen bestaand lichtopvangelement wordt vergeleken met een drempelwaarde, het signaal in een binair signaal wordt omgezet, elke EXOR-poort wordt gebruikt voor het bepalen van de exclusieve logische som van 35 de binaire signalen uit de elementen, die relatief angulair in het uit vier delen bestaande lichtopvangelement zijn opgesteld, een pulssignaal l * » 7 wordt opgewekt waarvan de polariteit overeenkomt met de faserelatie van de uitgangssignalen van de respectieve elementen, welke in een gelijke positie ten opzichte van de spoorrichting zijn ingesteld, waarbij de pulsbreedte overeenkomt met het faseverschil tussen de uitgangssig-5 nalen van de twee EXOR-poorten, zodat door een integratie van de puls-signalen een volgfoutsignaal wordt verkregen.
De volgfoutsignaalgenerator volgens de uitvinding is bestemd voor het opwekken van een niveaudetectiesignaal, overeenkomende met het signaal-uitgangsniveau van elk van de vier lichtopvanggebieden 10 van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement, het door middel van het niveaudetectiesignaal besturen van het signaalniveau van de uitgangscomponent van elk van de vier lichtopvanggebieden, welke door de twee optelorganen worden beïnvloed, waarbij de optelorganen worden gebruikt om respectievelijk de uitgangssignalen van de paren licht-15 opvanggebieden, welke symmetrisch ten opzichte van het snijpunt van de twee rechte lijnen, welke het uit vier delen bestaande lichtopvangelement verdelen, bij elkaar op te tellen, en een signaal, als een volgfoutsignaal op te wekken, dat overeenkomt met het faseverschil tussen de uitgangssignalen van de twee optelorganen. De uitvinding zal 20 onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening.
Daarbij toont: fig. 1 een blokschema van een conventionele volgfout- generator; fig. 2 tijddiagrammen, welke de werking van elk deel van 25 de in fig. 1 afgeheelde inrichting voorstellen; fig. 3 tijddiagrammen, welke de werking van elk deel van fig. 1 voorstellen; fig. 4 een diagram, dat de positie van de lichtvlek toont, welke wordt gevormd op het lichtopneemoppervlak van het uit 30 vier delen bestaande lichtopvangelement 1; fig. 5 tijddiagrammen, welke het uitgangssignaal van elk van de elementen la ld voorstellen wanneer de positie van de lichtvlek, gevormd op het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 beweegt; 35 fig. 6 een diagram, dat de relatie aangeeft tussen de positie van de lichtvlek, welke aan het lichtopneemoppervlak van het uit t 8 vier delen bestaande lichtopvangelement 1 wordt gevormd en de golf vorm van het volgfoutsignaal; fig. 7 een blokschema van een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; 5 fig. 8 tijddiagrammen, welke de werking van elk deel van de in fig. 7 afgebeelde inrichting voorstellen; fig. 9 een blokschema van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 10 een blokschema van een derde uitvoeringsvorm 10 van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 11 tijddiagrammen, welke de werking van elk deel van de inrichting als weergegeven in fig. 10, voorstellen; fig. 12 tijddiagrammen, welke de werking van elk deel van de inrichting, als weergegeven in fig. 11 voorstellen wanneer de 15 informatiedetectie-lichtvlek in de binnenomtreksrichting wordt afgebogen; fig. 13 tijddiagrammen, welke de werking van elk deel van de inrichting, als weergegeven in fig. 11 voorstellen wanneer de informatiedetectie-lichtvlek in buitenomtreksrichting wordt afgebogen; 20 fig. 14 een blokschema van een vierde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 15 tijddiagrammen ter illustratie van de werking van elk deel van de inrichting, als weergegeven in fig. 14; fig. 16 een diagram, dat de relatie aangeeft tussen de 25 informatie-detectielichtvlek en de holte; fig. 17 tijddiagrammen, welke een RF-signaal en een foutvolgsignaal aangeven op het tijdstip, dat de bundelvlek holtereeks in de inrichting volgens fig. 14 wordt gekruist; fig. 18 een blokschema van een vijfde uitvoeringsvorm 30 van de inrichting volgens de uitvinding; en fig. 19 een blokschema van een zesde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 7 toont een eerste uitvoeringsvorm van een volg-foutsignaalgenerator volgens de uitvinding.
35 In fig. 7 zijn een uit vier delen bestaand lichtopvang element 1 en bufferversterkers 102, 103, 105, 106 op dezelfde wijze ver- Γ' * » * * : Γ
“>i * V- V* · L
9 * 2 t bonden als aangegeven in fig. 3. De uitgangssignalen van de bufferver-sterkers 102, 103, 105, 106 worden evenwel aan respectieve begrenzers 121, 122, 123, 124 als golfvorm-verwerkingsorganen toegevoerd. De begrenzers 121 t/m 124 snijden een ingangssignaalgedeelte af waarvan het 5 instantane niveau groter is dan en kleiner is dan teneinde de amplitude te begrenzen. De uitgangssignalen van de begrenzers 121, 122 worden toegevoerd aan een optelinrichting 104. Het uitgangssignaal van de optelinrichting 104 wordt via een laagdoorlaatfilter 125 toegevoerd aan een golfvormgelijkrichtketen 108 en het uitgangssignaal waarvan de 10 golfvorm daarin is gelijkgericht, wordt toegevoerd aan een faseverschil-detectieketen 110. De uitgangssignalen van de begrenzers 123, 124 worden toegevoerd aan een optelinrichting 107. Het uitgangssignaal van de optelinrichting 107 wordt via een laagdoorlaatfilter 126 toegevoerd aan een golfvormgelijkrichtketen 109 en het uitgangssignaal waarvan de golf-15 vorm daarin is gelijkgericht wordt toegevoerd aan de faseverschil-detectieketen 110.
Wanneer in de figuren 8(A), (B) aangegeven signalen als de uitgangssignalen g, h van de bufferversterkers 102, 103 bij de bovenbeschreven schakeling worden opgewekt, worden gedeelten waarvan 20 het instantane niveau groter is dan Vj en kleiner is dan door de begrenzers 121, 122 afgesneden, zodat signalen met bijna vierkante golf-vormen, weergegeven in de figuren 8(C), (D) als de uitgangssignalen i, j van de begrenzers 121, 122 worden verkregen. Wanneer de uitgangssignalen i, j van de begrenzers 121, 122 door de optelinrichting 104 bij elkaar 25 worden geteld, wordt een uitgangssignaal k, dat op deze wijze is opgeteld, als aangegeven in fig. 8(E) verkregen. Het op deze wijze opgetelde uitgangssignaal k wordt een signaal, dat een hoge harmonische bevat aangezien de uitgangssignalen i, j signalen met bijna vierkante golfvorm zijn. De hogere component van het opgetelde uitgangssignaal k 30 wordt door het laagdoorlaatfilter 25 geëlimineerd en het uitgangssignaal m van het laagdoorlaatfilter 25 wordt een signaal met een golfvorm met duidelijke nul-doorgangspunten en dit signaal wordt toegevoerd aan de golfvormgelijkrichtketen 108. Een gelijkgericht uitgangssignaal p met een rechthoekige golfvorm, weergegeven in fig. 8(G) wordt door de golf-35 vormgelijkrichtketen 108 geleverd en aan de faseverschil-detectieketen 110 toegevoerd. Tegelijkertijd levert de golfvormgelijkrichtketen 109 87 0:- 10 een gelijkgericht uitgangssignaal r met een rechthoekige golfvorm, welk signaal aan de faseverschildetectieketen 110 wordt toegevoerd.
Het faseverschil tussen de gelijkgerichte uitgangssigna-; len p, r wordt "0" evenals in het geval van de in fig. 1 afgebeelde 5 inrichting wanneer de informatiedetectielichtvlek het registratiespoor volgt. De flipflops 111 tot 114 van het D-type in de faseverschildetectieketen 110 blijven op dat moment in de terugsteltoestand en ook de Q-uitgangssignalen q^^ q^ blijven op een laag niveau. Derhalve ontstaat geen nibeauverschil tussen het geïnverteerde ingangssignaal x 10 en het niet-geïnverteerde ingangssignaal y van de differentiaalversterker 118 en wordt ook het uitgangssignaal van de differentiaalversterker 118 op het grondniveau ingesteld, zodat het niveau van het door het laag-doorlaatfilter 120 opgewekte volgfoutsignaal e equivalent wordt aan het grondniveau.
15 Wanneer het patroon van de intensiteitsverdeling van het licht binnen de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 bijvoorbeeld in de richting, beschouwd vanuit het element ld naar het element la (naar links in fig. 7) wordt verplaatst wanneer de informatiedetectie-lichtvlek 20 in binnenomtreksrichting wordt verplaatst, ijlen de fasen van het gelijkgerichte uitgangssignaal p en het geïnverteerde uitgangssignaal p-vóór bij die van het gelijkgerichte uitgangssignaal r en het geïnverteerde uitgangssignaal r- met een hoek, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectie-lichtvlek. Daarna worden de flipflops 25 111, 112 van het D-type in de faseverschildetectieketen 110 slechts ge durende een tijd, welke met deze hoek overeenkomt, in de insteltoestand gebracht, terwijl de flipflops 113, 114 van het D-type in de terugsteltoestand worden gehouden. Derhalve wordt slechts het geïnverteerde ingangssignaal x van het niet-geïnverteerde ingangssignaal y en het ge-30 inverteerde ingangssignaal x van de differentiaalversterker 118 gedurende een tijd, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatie-detectielichtvlek op een hoog niveau gehouden en wordt een negatieve puls met een pulsbreedte, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informs tiedetectielichtvlek, door de differentiaalversterker 118 geleverd.
35 Het niveau van het volgfoutsignaal e wordt dan negatief en de absolute waarde daarvan wordt een waarde, welke overeenkomt met de verplaatsing ζ> i v ·. V. v φ ί 11 van de informatiedetectielichtvlek.
Wanneer het patroon van de intensiteitsverdeling van het licht binnen de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 bijvoorbeeld in een 5 richting beschouwd vanuit het element la naar het element lb (naar rechts in fig. 7) wordt verplaatst, wanneer de informatiedetectielichtvlek in buitenomtreksrichting wordt verplaatst, worden de fasen van het gelijkgerichte uitgangssignaal p en het geïnverteerde uitgangssignaal p- vertraagd ten opzichte van die van het gelijkgerichte uitgangssig-10 naai r en het geïnverteerde uitgangssignaal r- en wel met een hoek, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek. De flipflops 113, 114 van het D-type in de faseverschildetectie-keten 110 worden dan slechts gedurende een tijd, welke met deze hoek overeenkomt, in de insteltoestand gebracht, terwijl de flipflops 111, 15 112 van het D-type in de terugsteltoestand worden gehouden. Derhalve wordt slechts het niet-geïnverteerde ingangssignaal y van de niet-ge-inverteerde ingang y en het geïnverteerde ingangssignaal x van de differen-tiaalversterker 118 gedurende een tijd, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek op een hoog niveau gehou-20 den en wordt door de differentiaalversterker 118 een positieve puls met een pulsbreedte, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek, opgewekt. Het niveau van het volgfoutsignaal e wordt dan positief en de absolute waarde daarvan wordt een waarde, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek.
25 Zelfs ofschoon de positie van de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 zich verplaatst, waardoor derhalve wordt veroorzaakt, dat de amplituden van de uitgangssignalen van de elementen la t/m ld uit evenwicht geraken, veranderen de amplituden van de uitgangssignalen 30’ van de begrenzers 121 t/m 124 niet doch blijven deze constant zolang als de amplituden van de uitgangssignalen van de elementen la t/m le zodanig zijn, dat de amplitudebegrenzingswerking van de begrenzers 121 t/m 124 effectief is. Aangezien het faseverschil tussen de uitgangssignalen van elk paar begrenzers 121, 123 of 122, 124 overeenkomende met de 35 uitgangssignalen van elk paar elementen la, lb of 1c, ld, die symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van de rechte lijn $, niet zal veran- 12 deren onafhankelijk van de positie van de lichtvlek, welke aan het licht-opvangoppervlak wordt gevormd, treedt geen faseverschil tussen de uitgangssignalen van de optelketens 104, 107 op en derhalve wordt belet, dat in het volgfoutsignaal een verschuiving optreedt.
5 Fig. 9 is een blokschema van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij het uit vier delen bestaande lichtopvang-element 1, de bufferversterkers 102, 103, 105, 106, de optelketens 104, 107, de laagdoorlaatfilters 125, 126, de golfvormgelijkrichtketens 108, 109 en de faseverschildetectieketen 110 op dezelfde wijze zijn verbon-10 den als is aangegeven in fig. 7. Bij deze uitvoeringsvorm echter worden de uitgangssignalen van de bufferversterkers 102, 103, 105, 106 respectievelijk aan de vergelijkingsinrichtingen 127, 128, 129, 130 als golf-vormverwerkingsorganen toegevoerd. Elk van de vergelijkingsinrichtingen 127 tot 130 is zodanig ingericht, dat deze het instantane niveau van het 15 uitgangssignaal van elk van de bufferversterkers 102. 103, 105, 106 met een referentiespanning Vr vergelijkt en een signaal met hoog niveau aflevert wanneer het instantane niveau van het uitgangssignaal van elk van de bufferversterkers 102, 103, 105, 106 de referentiespanning Vr overschrijdt. Elk van de uitgangssignalen van de vergelijkingsinrichtingen 20 127, 128 wordt toegevoerd aan de optelketen 104. Bovendien wordt elk van de uitgangssignalen van de vergelijkingsinrichtingen 129, 130 toegevoerd aan de optelketen 107.
Zelfs ofschoon de amplituden van de uitgangssignalen van de elementen la t/m le niet in evenwicht zijn wanneer de positie 25 van de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 zich verplaatst, worden de amplituden van de uitgangssignalen van de vergelijkingsinrichtingen 127 t/m 130 constant gemaakt, mits de amplituden van de uitgangssignalen van de elementen la t/m ld in die mate worden gebufferd, dat de instantane 30 nibeaus van de ingangssignalen van de vergelijkingsinrichtingen 127 t/m 130 de referentiespanning Vr overschrijden, zodat wordt belet, dat in het volgfoutsignaal e een verschuiving optreedt.
In de volgfoutsignaalgenerator volgens de uitvinding, zoals deze boven gedetailleerd is omschreven, wordt een uitgangsgedeel-35 te van elk van de vier elementen van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement onderworpen aan een golfvormverwerking en geëlimineerd, 8 7 o:; 13 waarbij dit gedeelte een niveau heeft, dat hoger ligt dan het voorafbepaalde niveau, en wordt het signaal, overeenkomende met het faseverschil tussen twee signalen, verkregen door de uitgangssignalen van het paar elementen bij elkaar op te tellen, welke symmetrisch ten opzichte 5 van het snijpunt van twee rechte lijnen zijn gelegen, die het uit vier delen bestaande element in vier elementen splitsen, als het volgfout-signaal gebruikt. Derhalve worden de amplituden van de uitgangssignalen van de vier elementen constant gemaakt zelfs ofschoon de positie van de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier 10 delen bestaande lichtopvangelement zich verplaatst evenals het faseverschil tussen de twee signalen, verkregen door het optellen van de uitgangssignalen van het paar elementen, welke symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van het snijpunt van de twee rechte lijnen, welke het uit vier delen bestaande element in de vier elementen splitsen, zodat wordt 15 belet, dat in het volgfoutsignaal een verschuiving optreedt.
Fig. 10 toont een derde uitvoeringsvorm van de volg-foutsignaalgenerator volgens de uitvinding.
Zoals aangegeven in fig. 4, zijn een uit vier delen bestaand lichtopvangelement 1 en bufferversterkers 202, 203, 205, 20 206 op dezelfde wijze verbonden als is aangegeven in fig. 1. De uitgangs signalen van de bufferversterkers 202, 203, 205, 206 worden evenwel aan een golfvormgelijkrichting onderworpen door respectieve golfvorm-gelijkrichtketens 221, 222, 223, 224. De golfvormgelijkrichtketens 221 t/m 224 omvatten vergelijkingsinrichtingen om de instantane niveaus 25 van de uitgangssignalen van de bufferversterkers 202, 203, 205, 206 met een referentieniveau te vergelijken en signalen op te wekken, die respectievelijk overeenkomen met de vergelijkingsresultaten. De uitgangssignalen g, h van de golfvormgelijkrichtketens 221, 222 worden toegevoerd aan een logische exclusieve-somketen 225, terwijl de uitgangssignalen i, 30 j van de golfvormgelijkrichtketens 223, 224 worden toegevoerd aan een logische exclusieve-somketen 226. De uitgangssignalen s, t van de logische exclusieve somketens 225, 226 worden toegevoerd aan een fase-verschildetectieketen 227. In de faseverschil-detectieketen 227 wordt het uitgangssignaal (s) van de logische exclusieve somketen 225 toege-35 voerd aan de klokingangsklem van een flipflop 228 van het D-type en een invertor 229. Een geïnverteerd signaal Cs—) van het uitgangssignaal (s) < 14 wordt door de invertor 229 geleverd en aan de terugstelingangsklem van een flipflop 230 van het D-type toegevoerd. Het uitgangssignaal (t) van de logische exclusieve somketen 226 wordt toegevoerd aan de klokingangs-klem van de flipflop 30 van het D-type en een invertor 31. Een gein-5 verteerd signaal (t-) van het uitgangssignaal (t) wordt door de invertor 231 geleverd en toegevoerd aan de terugstelingangsklem van de flipflop 228 van het D-type.
Aan de D-ingangsklemmen en de instelingangsklemmen van de flipflops 228, 230 van het D-type wordt een voedingsspanning aange-10 legd. Het Q-uitgangssignaal van de flipflop 228 van het D-type wordt toegevoerd aan de niet-inverterende ingangsklem van een differentiaal-versterker 232. Het Q-uitgangssignaal van de flipflop 230 van het D-type wordt toegevoerd aan de inverterende ingangsklem van de differenti-aalversterker 232. Het uitgangssignaal van de differentiaalversterker 232 15 wordt via een laagdoorlaatfilter 233 als een volgfoutsignaal e opgewekt .
Bij de bovengenoemde opstelling is verondersteld, dat het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 zodanig is aangebracht, dat het midden van een lichtvlek van het licht uit een registratieopper-20 vlak op het lichtopneemoppervlak samenvalt met het snijpunt van de rechte lijnen α, 3 en dat het opvangelement 1 zodanig is opgesteld, dat de rechte lijn a evenwijdig is aan de richting waarin een patroon van de intensiteitsverdeling van het licht uit het registratieoppervlak zich beweegt wanneer de informatiedetectielichtvlek het registratie-25 spoor volgt. Terwijl de informatiedetectielichtvlek het registratie-spoor volgt beweegt het patroon van de intensiteitsverdeling van het licht in de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het lichtopvangelement 1, zich in de richting beschouwd vanuit het element lb naar het element la (in opwaartse richting in fig. 16) en is het 30 patroon van de intensiteitsverdeling van het licht symmetrisch ten opzichte van de rechte lijn a. Onder verwijzing naar fig. 11 zal hierna de werking van elk deel in het bovenbeschouwde geval worden beschreven.
Fig. 11(A) is een tijddiagram van een golfvorm-gelijk-gericht uitgangssignaal g; fig. 11(B) een tijddiagram van een golfvorm-35 gelijkgericht uitgangssignaal i; fig. 11(C) een tijddiagram van een golf-vorm-gelijkgericht uitgangssignaal h; fig. 11(D) een tijddiagram van ‘ Λ t 15 een golfvorm-gelijkgericht uitgangssignaal j; fig. 11(E) een tijddiagram van het uitgangssignaal s van de logische exclusieve somketen 225? fig.
11(F) een tijddiagram van een geïnverteerd uitgangssignaal s-; fig. 11(G) een tijddiagram van het uitgangssignaal t van de logische 5 exclusieve somketen 226; fig. 11(H) een tijddiagram van een geïnverteerd uitgangssignaal t-; fig. 11(1) een tijddiagram van een Q-uitgangssignaal q^? fig. 11(J) een tijddiagram van een Q-uitgangssignaal qg? fig. 11(K) een tijddiagram van het uitgangssignaal k van de differentiaalversterker 232; en fig. 11(L) een tijddiagram van een volgfoutsignaal e.
10 Zoals aangegeven in de figuren 11(A) t/m (D) worden de faseverschillen tussen de golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignalen g, j en tussen de uitgangssignalen h, i gelijk aan "0". In dat geval wordt het faseverschil tussen de uitgangssignalen s, t van de logische exclusieve ketens 225, 226 eveneens "O", waardoor de flipflops 228, 230 15 van het D-type in de terugsteltoestand worden gehouden. Derhalve blijven de Q-uitgangssignalen q^, qg op een laag niveau en wordt het uitgangssignaal van de differentiaalversterker 232 op het grondniveau ingesteld, terwijl het niveau van het door het laagdoorlaatfilter 233 opgewekte volgfoutsignaal e gelijk wordt aan het grondniveau.
20 Onder verwijzing naar fig. 12 zal thans een beschrijf ving worden gegeven voor het geval, dat de informatiedetectielichtvlek zich in binnenomtreksrichting verplaatst en waarbij het patroon van de intensiteitsverdeling van het licht binnen de lichtvlek zich verplaatst in een richting, beschouwd vanuit het element ld naar het element la 25 (naar links in fig. 12). De figuren 12(A) t/m (L) tonen dezelfde sig-naalgolfvormen als die, welke zijn weergegeven in de figuren 11 (A) t/m (L).
Wanneer het patroon van de intensiteitsverdeling van het licht zich verplaatst in de richting beschouwd vanuit het element ld 30 naar het element la worden de fasen van de golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignalen i, j vertraagd met een hoek, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek ten opzichte van de respectieve fasen van de golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignalen h, g. Daarna gaat de fase van het uitgangssignaal s van de logische exclusieve 35 somketen 225 aan de fase van het uitgangssignaal t van de logische exclusieve somketen 226 vooraf met een hoek, welke overeenkomt met de verplaat- 16 sing van de informatie-detectielichtvlek en wordt de flipflop 228 van het D-type gedurende een periode, welke met deze hoek overeenkomt, in de insteltoestand gebracht, zodat het Q-uitgangssignaal op een hoog niveau wordt ingesteld. De flipflop 230 van het D-type wordt in 5 de terugsteltoestand gehouden en het Q- uitgangssignaal qg wordt op een laag niveau gehouden. Derhalve wordt door de differentiaalversterker 232 een positieve puls met een pulsbreedte, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek, opgewekt en derhalve wordt het niveau van het door het laagdoorlaatfilter 233 opgewekte volg-10 foutsignaal e positief, waarbij de absolute waarde van dit signaal overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek.
Verwijzende naar fig. 13 zal thans het geval worden beschreven, waarin de informatiedetectielichtvlek zich in buitenomtreks-richting verplaatst en waarbij het patroon van de intensiteitsverdeling 15 van het licht binnen de lichtvlek zich verplaatst in de richting beschouwd vanaf het element ld naar het element la (naar rechts in fig. 13). De figuren 13(A) t/m (J) tonen dezelfde signaalgolfvormen als die, welke zijn weergegeven in de figuren 12(A) t/m (J).
Wanneer het patroon van de intensiteitsverdeling van 20 het licht zich verplatst in de richting beschouwd vanuit het element la naar het element ld ijlen de fasen van de golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignalen i, j respectievelijk met een hoek, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek vóór bij de fasen van de respectieve golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignalen h, g. 25 Daarna wordt de fase van het uitgangssignaal s van de logische exclusieve somketen 225 met een hoek, overeenkomende met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek vertraagd ten opzichte van de fase van het uitgangssignaal t van de logische exclusieve somketen 226 en wordt de flipflop 230 van het D-type gedurende een periode, welke met de-30. ze hoek overeenkomt, in de insteltoestand gebracht, zodat het Q-uitgangs-signaal qg op een hoog niveau wordt ingesteld. De flipflop 228 van het D-type wordt in de terugsteltoestand gehouden en het Q-uitgangssignaal q5 wordt op een laag niveau gehouden. Derhalve wordt door de differentiaalversterker 232 een negatieve puls met een pulsbreedte, overeenko-35 mende met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek, opgewekt en derhalve wordt het niveau van het door het laagdoorlaatfilter 233 op- i, , 1
1 ^ ^ W L
17 gewekte volgfoutsignaal e negatief, waarbij de absolute waarde van dit signaal overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielicht-vlek.
Bij de bovenbeschreven inrichting vertonen, zelfs of-5 schoon de positie van de lichtvlek, gevormd op het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 zich verplaatst, waardoor wordt veroorzaakt, dat de amplituden van de uitgangssignalen van de elementen la t/m ld uit hun evenwicht geraken, de amplituden van de golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignalen g t/m j, welke door 10 de golfvorm-gelijkrichtketens 221 t/m 224 worden opgewekt, geen veranderingen en worden deze constant gehouden, mits de amplituden van de uitgangssignalen van de elementen la t/m ld in die mate worden vergroot, dat het piekniveau van elk van de bufferversterkers 202, 203, 205, 206 de referentiespanning van de vergeldjkingsinrichting, die elk van de 15 golfvormgelijkrichtketens 221 t/m 224 vormt, overschrijdt. Bovendien zullen de faseverschillen tussen het paar golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignalen g, h en tussen die van de golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignalen i, j, welke respectievelijk overeenkomen met de uitgangssignalen van de paren elementen la, lb en 1c, ld, welke symmetrisch zijn gele-.
20 gen ten opzichte van de rechte lijn &, niet veranderen onafhankelijk van de veranderingen van de plaats van de lichtvlek, gevormd op het lichtopvangvlak, waardoor geen faseverschil tussen de uitgangssignalen van de logische exclusieve somketens 225, 226 optreedt. Derhalve wordt belet, dat in het volgfoutsignaal een verschuiving optreedt.
25 Aangezien de golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignalen g, i respectievelijk h, j, welke overeenkomen met de uitgangssignalen van de elementen la, 1c en lb, ld, welke symmetrisch ten opzichte van de rechte lijnen α, β zijn gelegen, aan de logische exclusieve somketens 225, 226 worden toegevoerd, treedt bij elk van de uitgangssignalen van 30 de logische exclusieve somketens 225, 226 een toestandsovergangspunt op met dezelfde tempering als die van het toestandsovergangspunt van elk van de uitgangssignalen van de elementen la, lc en 1c, lb d.w.z. die van de stijgende of dalende rand. In verband hiermede worden de uitgangssignalen van de logische exclusieve somketens 225, 226 signalen, die elk 35 een frequentie hebben, welke bijna tweemaal zo groot is als die van de golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignalen p, r bij de in fig. 1 afgeheelde 18 conventionele inrichting. Aangezien de uitgangssignalen van de logische exclusieve somketens 225, 226 aan de faseverschil-detectieketen 227 worden toegevoerd, worst een puls, welke indicatief is voor het faseverschil tussen de uitgangssignalen van de logische exclusieve somketens 5 225, 226 door de twee flipflops 228, 230 van het D-type met bijna de zelfde periode als waarvan een voorbeeld bij de conventionele inrichting is gegeven, verkregen. Derhalve kan de volgfoutsignaalgenerator volgens de uitvinding op een meer eenvoudige wijze worden opgebouwd dan de conventionele inrichting.
10 Bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm is verwezen naar het feit, dat het uitgangssignaal van elk van de elementen la t/m ld via de golfvormgelijkrichtketens 221 t/m 224 aan de logische exclusieve somketens 225, 226 wordt toegevoerd. De uitgangssignalen van de elementen la t/m ld kunnen evenwel direct aan de logische exclusieve 15 somketens 225, 226 worden toegevoerd zonder gebruik te maken van de golfvormgelijkrichtketens 221 t/m 22-4 mits de drempelniveaus van de logische exclusieve somketens 225, 226 equivalent worden gemaakt aan de standaardniveaus van de vergelijkingsinrichtingen, welke de golfvormgelijkrichtketens 221 t/m 224 vormen.
20 Bij de volgfoutsignaalgenerator volgens de uitvinding, zoals deze boven gedetailleerd is omschreven, wordt een volgfoutsignaal opgewekt als een signaal, dat overeenkomt met het faseverschil tussen de twee signalen, welke worden verkregen door het bepalen van de logische exclusieve som van de uitgangssignalen van het paar elementen, dat symme-25 trisch is gelegen ten opzichte van het snijpunt van de twee rechte lijnen, welke het uit vier delen bestaande lichtopvangelement in vier elementen splitsen en, zelfs ofschoon de positie van de lichtvlek, gevormd op het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande licht-opvangelement verandert, waardoor derhalve wordt veroorzaakt, dat de amplituden van 30 de uitgangssignalen van de vier elementen van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement uit hun evenwicht geraken, wordt belet, dat het faseverschil tussen de twee signalen, verkregen door het uitvoeren van de logische exclusieve somwerking verandert tenzij de fase-informa-tie van de.vier elementen d.w.z. de randinformatie wordt gewijzigd, waar-35 door wordt belet, dat in het volgfoutsignaal een verschuiving optreedt. Bovendien wordt omdat het volgfoutsignaal wordt opgewekt op basis van de 19 t randinf ormatie, niettegenstaande de fluctuatie van het laservermogen, belet, dat de volgservolus-versterking fluctueert.
Vergeleken met de conventionele inrichting kan het aantal flipflops van het D-type worden verminderd waardoor een eenvou-5 dige schakeling wordt verkregen terwijl het feit, dat het niet nodig is de optelketens te verschaffen, de digitale ketenopbouw van een dergelijke inrichting vereenvoudigt.
Bij een dergelijke volgfoutsignaalgenerator hebben de signalen , qg evenwel afwisselend een hoog niveau wanneer het fase-10 verschil tussen de signalen s, t de pulsbreedten van de signalen s, t overschrijdt en hierdoor wordt het onmogelijk het signaal k met de puls-breedte te verkrijgen, welke de mate van deviatie van de informatie-detectielichtvlek ten opzichte van de reeks holten voorstelt, aan de uitgang van de differentiaalversterker 232 te verkrijgen.
15 Dit bezwaar kan worden opgelost door een volgfout signaalgenerator als weergegeven in fig. 14,
Fig. 14 toont een vierde uitvoeringsvorm van een volgfoutsignaalgenerator volgens de uitvinding. Zoals aangegeven in fig. 14 zijn aan de inrichting, als weergegeven in fig. 10 een flipflop 14 van 20 het D-type en EN-poorten 15, 16 toegevoegd. De ingangsklem D van de flipflop 14 van het D-type is verbonden met de uitgang van een vergelij-kingsinrichting 3b, terwijl de ingangsklem Cp daarvan is verbonden met de uitgang van een vergelijkingsinrichting 3c. Een spanning Vcc wordt aan de instelklem S en de terugstelklem R daarvan aangelegd. Een EN-25 poort 15 vormt de logische som van het signaal q^ afkomstig uit de uit-gangsklem van de flipflop 7 van het D-type en het signaal Q afkomstig uit de uitgangsklem van de flipflop 14 van het D-type, terwijl een EN-poort 16 de logische som bepaalt van het signaal qg afkomstig uit de uitgangsklem van de flipflop 8 van het D-type en het signaal Qc afkom-30 stig uit de uitgangsklem Q van de flipflop 14 van het D-type. De uitgangssignalen van de EN-poorten 15, 16 worden toegevoerd aan de differentiaalversterker 9. De inrichting exclusief de bovengenoemde componenten is dezelfde als die, welke in fig. 10 is weergegeven.
Bij de op deze wijze opgebouwde volgfoutsignaalgenera-35 tor is de werking tot de stap, waarbij de signalen q^, qg door de flipflop 7, 8 worden opgewekt, dezelfde als aangegeven in fig. 14 en deze 20 vindt men in fig. 15.
Zoals ook in fig. 15 is aangegeven, wordt het signaal i afkomstig uit de vergelijkingsinrichting 3b op het moment van de voorrand van het signaal h, afkomstig uit de vergelijkingsinrichting 3c, 5 uit de uitgangsklem Q van de flipflop 14 als een signaal Qc afgeleverd en wordt het geïnverteerde signaal van het signaal Qc uit de uitgangsklem Q van de flipflop 14 als een signaal Qc afgeleverd.
Zoals aangegeven in fig. 16 blijven wanneer de informa-tiedetectie-lichtvlek (II) zich op de centerlijn van de reeks holten 12 10 bevindt de uitgangssignalen q^, van de flipflops 7, 8 van het D-type op lage niveaus, als aangegeven in fig. 10 (II) en derhalve worden de uitgangssignalen Qx, Qy van de EN-poorten 15, 16 op een laag niveau gehouden, onafhankelijk van het signaal Qc, Qc, zodat het niveau van het volgfoutsignaal Y gelijk aan 0 wordt.
15 Zoals aangegeven in fig. 16 treedt wanneer de informatie- detectielichtvlek (I) afwijkt ten opzichte van de centerlijn van de reeks holten 12 naar de binnenzijde van de schijf, het signaal q,- op, waarbij de pulsbreedt de mate van deviatie ten opzichte van de reeks holten van de informatiedetectielichtvlek in de radiale schijfrichting 20 voorstelt, als aangegeven in fig. 15 (I) . Op dit moment wordt het signaal i bij de voorrand van het signaal h op een laag niveau gehouden en wordt het signaal Qc afkomstig uit de flipflop 14 op een laag niveau ingesteld terwijl het signaal Qc op een hoog niveau wordt ingesteld. Derhalve wordt het signaal Qx equivalent aan het signaal q^ uit de EN-poort 15 verkregen 25 en wordt het uitgangssignaal Qy van de EN-poort 16 op een laag niveau ingesteld. Het volgfoutsignaal y wordt via de differentiaalversterker 9 en het laagdoorlaagfilter 10 uit de signalen Qx, Qy verkregen. Indien het faseverschil tussen de signalen s, t d.w.z. de pulsbreedte van het signaal q,. groter wordt dan de pulsbreedten van de signalen s, t, wor-30 den de signalen q,-, q^ afwisselend op een hoog niveau ingesteld. Aangezien evenwel het signaal Qc op een laag niveau wordt gehouden wordt het uitgangssignaal Qy van de EN-poort 16 op een laag niveau ingesteld, zodat kan worden belet, dat het signaal q^ een invloed heeft op het uitgangssignaal van de differentiaalversterker 9.
35 Wanneer het informatiedetectielicht (III) van de cen terlijn van de reeks holten 12 naar de buitenzijde van de schijf afwijkt ï/o;· 21 verkrijgt mén een signaal met een pulsbreedte, welke de mate van deviatie ten opzichte van de reeks holten van de bestralingsbundelvlek in de andere radiale schijfrichting voorstelt, uit de flipflop 7. Op dit moment blijft aangezien het signaal b op het punt van de voorrand van 5 het signaal h op een hoog niveau blijft het signaal Qc afkomstig uit de flipflop 14 op een hoog niveau. Derhalve verrkijgt men uit de EN-poort 16 het signaal Qy, dat equivalent is aan het signaal q^, zodat het uitgangssignaal Qx van de EN-poort 15 op een laag niveau wordt ingesteld. Men kan via de differentiaalversterker 9 en het laagdoorlaatfilter 10 10 uit het signaal Qx, Qy het volgfoutsignaal Y verkrijgen. Wanneer het faseverschil tussen de signalen s, t d.w.z. wanneer de pulsbreedte van het signaal q^ groter wordt dan die van de signalen s, t, worden de niveaus van de signalen q,-, q^ afwisselend op een hoog niveau ingesteld omdat het uitgangssignaal Qx van de EN-poort 15 op een laag niveau 15 wordt gehouden aangezien het signaal Qc op een laag niveau wordt gehouden waardoor kan worden belet, dat het signaal q^ een invloed heeft op het uitgangssignaal van de differentiaalversterker 9.
De figuren 17(A) en 17(B) tonen een RF (hoogfrequentie) signaal en een volgfoutsignaal (continue lijn) wanneer de informatie-20 detectielichtvlek de reeks holten kruist onder gebruik van de volg- foutsignaalgenerator volgens de uitvinding. De stippellijn van fig. 17 (A) toont een conventionele volgfoutsignaalgolfvorm, welke men met een conventionele inrichting verkrijgt.
Bij de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt 25 het signaal b toegevoerd aan de ingangsklem D van de flipflop 14 van het D-type en wordt het signaal c toegevoerd aan de ingangsklem Cp daarvan. De uitvinding is evenwel niet slechts van toepassing op de bovenstaande uitvoeringsvorm doch ook op een inrichting waarbij het signaal j wordt toegevoerd aan de ingangsklem D van de flipflop 14 en 30. het signaal a wordt toegevoerd aan de ingangsklem Cp.
Bij de bovenbeschreven volgfoutsignaalgenerator wordt het pulssignaal X opgewekt waarvan de polariteit overeenkomt met de fa-serelatie van het uitgangssignaal van elk element (la, ld of ld, 1c) in dezelfde reeks positie ten aanzien van de richting van de reeks hol-35 ten bij de pulsbreedte, welke equivalent is aan het faseverschil tussen de uitgangssignalen s, t van de twee EXOR-poorten, waardoor het signaal C ï , t v -
♦ V
22 X, dat de deviatie van de bestralingsbundelvlek ten opzichte van de reeks holten voorstelt, kan worden verkregen zelfs ofschoon het faseverschil tussen de signalen s, t de pulsbreedten van de signalen s, t overschrijdt. Door derhalve gebruik te maken van het volgfoutsignaal, 5 verkregen door een integratie van de pulssignalen X, kan het volg-servobesturingsgebied sterk worden uitgebreid.
Fig. 18 toont een vijfde uitvoeringsvorm van een volg-foutsignaalgenerator volgens de uitvinding.
In fig. 18 zijn een uit vier delen bestaand lichtop-10 vangelement 1 en bufferversterkers 102, 103, 105, 106 op dezelfde wijze verbonden als aangegeven in fig. 1. Bij deze uitvoeringsvorm evenwel worden de uitgangssignalen van de bufferversterkers 102, 103, 105, 106 respectievelijk toegevoerd aan versterkerketens 321, 322, 323, 324 met variabele versterking en niveaubesturingsorganen. De versterkerketens 15 321 t/m 324 met variabele versterking dienen om de ingangssignalen te versterken met een versterking, welke overeenkomt met besturingssignaal-niveaus. De op deze wijze door de versterkerketens 321 t/m 324 met variabele versterking versterkte uitgangssignalen van de bufferversterker 302, 303, 305, 306 worden respectievelijk toegevoerd aan niveaudetectie-20 ketens 325, 326, 327, 328. Elk van de niveaudetectieketens 325, 326, 327, 328 bestaat bijvoorbeeld uit een AM-detectieketen en dient voor het opwekken van een niveau-detectiesignaal, dat overeenkomt met het sig-naalniveau van elk van de uitgangssignalen van de bufferversterker 302, 303, 305, 306, versterkt door de versterkerketens 321, 322, 323, 324 met 25 variabele versterking. Het uitgangssignaal van elk van de niveaudetectieketens 325 t/m 328 wordt als een besturingsingangssignaal van elk van de versterkerketens 321 t/m 324 met variabele versterking ontvangen.
Het uitgangssignaal van elk van de versterkerketens 321, 322 met variabele versterking wordt toegevoerd aan een optelketen 30 304 voor optelling en synthetisering. Het uitgangssignaal van elk van de versterkerketens 323, 324 met variabele versterking wordt toegevoerd aan de optelketen 307 voor optelling en synthetisering. De uitgangssignalen van de optelketens 304, 305 worden respectievelijk via golfvorm-gelijkrichtketens 308, 309 toegevoerd aan een faseverschildetectieke-35 ten 310.
Bij de bovenbeschreven opbouw wordt het faseverschil 23 tussen de golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignalen p, r gelijk aan "0" zoals in het geval van de in fig. 3 afgeheelde inrichting wanneer een informatiedetectielichtvlek een registratiespoor volgt. Daarna worden flipflops 311 tot 314 van het D-type in de faseverschildetectieketen 5 310 in de terugsteltoestand gehouden, waarbij de uitgangssignalen cjj van Q op een laag niveau worden gehouden. Derhalve treedt geen niveauverschil tussen het geïnverteerde ingangssignaal x en het niet-gelnverteerde ingangssignaal y van de differentiaalversterker 318 op en wordt het uitgangssignaal van de differentiaalversterker 318 inge-10 steld op het grondniveau, terwijl het niveau van het door een laagdoor-laatfilter 320 opgewekte volgfoutsignaal e gelijk wordt aan het grondniveau.
Wanneer de informatiedetectielichtvlek zich in binnen-omtreksrichting verplaatst, waardoor wordt veroorzaakt, dat het patroon 15 van de intensiteit-verdeling van het licht binnen de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande licht-opvangelement 1 zich verplaatst in een richting beschouwd vanuit het element ld naar het element la (naar links in fig. 18), ijlen de fasen van het golfvormgelijkgerichte uitgangssignaal p en het geïnverteerde 20 uitgangssignaal p- ten opzichte van de fasen van het golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignaal r en respectievelijk omgekeerde uitgangssignaal r- vóór met een hoek, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek. In dat geval worden de flipflops 311, 312 van het D-type in de faseverschildetectieketen 300 in de insteltoestand ge-25 houden gedurende een tijd, welke met die hoek overeenkomt, terwijl de flipflops 313, 314 van het D-type in de terugsteltoestand worden gelaten. Derhalve wordt slechts het geïnverteerde ingangssignaal x van de geïnverteerde inagng x en het niet-geïnverteerde ingangssignaal y van de differentiaalversterker 318 op een hoog niveau ingesteld gedurende 30 een tijd, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek en wordt door de differentiaalversterker 318 een negatieve puls opgewekt waarvan de pulsbreedte overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek. Het niveau van het volgfoutsignaal e wordt derhalve negatief, waarbij de absolute waarde van dit signaal 35 overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek.
Wanneer de informatiedetectielichtvlek zich in buiten- .. V · - v * 24 t omtreksrichting verplaatst, waardoor wordt veroorzaakt, dat het patroon van de intensiteitsverdeling van het licht binnen de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande licht-opvangelement 1 zich in een richting beschouwd vanuit het element ld 5 naar het element la (naar rechts in fig. 18) beweegt, worden de fasen van het golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignaal p en het geïnverteerde uitgangssignaal p- met een hoek, overeenkomende met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek vertraagd ten opzichte van de fasen van het golfvorm-gelijkgerichte uitgangssignaal r respectievelijk het 10 geïnverteerde uitgangssignaal r-. Dientengevolge worden de flipflops 313, 314 van het D-type in de faseverschildetectieketen 310 in de in-steltoestand gehouden gedurende een tijd, welke overeenkomt met deze hoek, terwijl de flipflops 311, 312 van het D-type in de terugsteltoe-stand worden gelaten. Derhalve wordt slechts het niet-geïnverteerde 15 ingangssignaal y van het geïnverteerde ingangssignaal x en het niet-geïnverteerde ingangssignaal y van de differentiaalversterker 318 gedurende een tijd, welke overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek op een hoog niveau ingesteld en wordt door de differentiaalversterker 318 een positieve puls opgewekt waarvan de puls-20 breedte overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek. Het niveau van het volgfoutsignaal e wordt derhalve positief, waarbij de absolute waarde van dit signaal overeenkomt met de verplaatsing van de informatiedetectielichtvlek.
Bij de bovenbeschreven werking veranderen zelfs of-25 schoon de amplituden van de uitgangssignalen van de elementen la t/m ld uit hun evenwicht zijn wanneer de plaats van de lichtvlek, gevormd op het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtop-vangelement 1 zich verplaatst, de versterkingen van de versterkerketens 321 t/m 324 met variabele versterking in evenredigheid met de uitgangs-30 signalen van de respectieve niveaudetectieketens 325 t/m 328. Het is derhalve mogelijk de niveaus van de uitgangscomponenten van de elementen la t/m ld te egaliseren, tengevolge waarvan de optelketens 304, 307 de uitgangssignaalniveaus van de versterkerketens 321 t/m 324 met variabele versterking tot een voorafbepaalde waarde doen naderen. Bovendien zullen 35 de faseverschillen tussen de uitgangssignalen van de versterkerketens 321, 323 en 322, 324 met variabele versterking, welke overeenkomen met de f 'i t; ί ·.· - * « 25 uitgangssignalen van de paren elementen la, 1b en lc, ld, die symmetrisch ten opzichte van de rechte lijn β zijn opgesteld, niet veranderen onaf- hankelijk van de positie van de lichtvlek, welke op het lichtopvang-oppervlak is gevormd, waardoor geen faseverschil optreedt tussen de uit-5 gangssignalen van de optelketens 304, 307. Derhalve wordt belet, dat in het volgfoutsignaal e een verschuiving optreedt.
Fig. 19 is een blokschema van een zesde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij het uit vier delen bestaande lichtopvang-element 1, de bufferversterker 302, 303, 305, 306, de optelketens 304, 10 307, de golfvormgelijkrichtketens 308, 309 en de faseverschildetectie- keten 310 op dezelfde wijze zijn verbonden als is aangegeven in fig. 18. Bij deze uitvoeringsvorm echter worden de uitgangssignalen van de bufferversterker 302, 303, 305, 306 toegevoerd aan de niveaudetectie-ketens 325 t/m 328 en respectieve variabele weerstandsketens 329 t/m 15 332. De variabele weerstandsketens 329 t/m 332 dienen om de weerstands- waarden daarvan in evenredigheid met de uitgangsniveaus van de respectieve niveaudetectieketens 325 t/m 328 te wijzigen. De uitgangssignalen van de variabele weerstandsketens 329, 330 worden toegevoerd aan de optelketen 304 voor optelling en synthetisatie, terwijl de uitgangssig-20 nalen van de variabele weerstandsketens 331, 332 daarvoor worden toegevoerd aan de optelketen 307. De optelketens 304, 307 omvatten respectievelijk twee ingangsweerstanden , r2 en R^, R4, operationele versterkers 333, 334 en terugkoppelweerstanden Rg, Rg.
Met de weerstandswaarden Ra, Rb van de variabele 25 weerstandsketens 329, 330 wordt een signaal opgewekt, dat verkregen wordt door de uitgangssignalen van de bufferversterkers 302, 303 respectievelijk met coëfficiënte R^/(R^ + Ra) en R^/(R2 + Rb) te vermenigvuldigen en in de optelketen 304 op te tellen. Bij de weerstandswaarde Rc,
Rd van de variabele weerstandsketens 331, 332 wordt eveneens een signaal 30 opgewekt, verkregen door de uitgangssignalen van de bufferversterkers 305, 306 respectievelijk met de coëfficiënte Rg/(Rg + Rc) en Rg/(R^ +Rd) te vermenigvuldigen en in de optelketen 307 op te tellen. Derhalve kunnen zelfs ofschoon de amplituden van de uitgangssignalen van de elementen la t/m ld uit evenwicht zijn wanneer de plaats van de lichtvlek, ge-35 vormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement 1 zich verplaatst, de niveaus van de uitgangscompo- t r 26 nenten van de elementen la t/m ld in de uitgangssignalen van de optel-keten 304, 307 respectievelijk worden geëgaliseerd. Derhalve kan worden belet, dat in het volgfoutsignaal e een verschuiving optreedt en wel op dezelfde wijze als van toepassing is op de inrichting volgens 5 fig. 18.
Zoals boven beschreven, dient de volgfoutsignaalgene-rator volgens de uitvinding voor het opwekken van een niveaudetectie-signaal, dat overeenkomt met het signaaluitgangsniveau van elk van de vier lichtopvanggebieden van het uit vier delen bestaande lichtopvang-10 element en na het door middel van de niveaudetectiesignalen besturen van de signaalniveaus waarvan de uitgangscomponenten van de vier lichtopvanggebieden in het uitgangssignaal van de twee optelorganen voor het respectievelijk optellen van de uitgangssignalen van de paren lichtopvanggebieden, welke symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van 15 de twee rechte lijnen, welke het uit vier delen bestaande lichtopvang-element splitsen, opwekken van een signaal, dat overeenkomt met faseverschil tussen de uitgangssignalen van de twee optelorganen als een volgfoutsignaal. Derhalve worden zelfs ofschoon de plaats van de lichtvlek, gevormd aan het lichtopvangoppervlak van het uit vier delen be-20 staande lichtopvangelement zich verplaatst, de niveaus van de uitgangscomponenten van de elementen binnen de twee signalen, verkregen door het optellen van de uitgangssignalen van de paren elementen, die symmetrisch ten opzichte van de twee rechte lijnen zijn opgesteld, welke het uit vier delen bestaande lichtopvangelement in de vier elementen 25 verdelen, aan elkaar gelijkgemaakt waardoor het faseverschil tussen de twee signalen niet kan worden veranderd en zodat kan worden belet, dat in het volgfoutsignaal een verschuiving optreedt.
. ' * » V ‘J É it

Claims (8)

1. Een volgfoutsignaalgeneratorinrichting voorzien van een lichtopvangelement met vier lichtopvanggebieden, verdeeld door twee rechte lijnen, welke elkaar snijden in een punt in de nabijheid van het midden van de intensiteitsverdeling van gereflecteerde bundels, verkre-5 gen uit een optisch stelsel om lichtbundels op het registratieoppervlak van een registratiemedium te richten teneinde een informatie-uitlees-of registratielichtvlek te vormen, en tenminste een paar optelorganen om de respectieve uitgangssignalen van het paar lichtontvanggebieden, welke symmetrisch ten opzichte van het snijpunt van de twee rechte lij- 10 nen buiten de vier lichtopvanggebieden zijn opgesteld, op te tellen teneinde een signaal, overeenkomende met het faseverschil tussen de respectieve uitgangssignalen van de twee optelorganen, als een volgfoutsignaal op te wekken, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van golf-vormbehandelingsorganen voor het elimineren van een gedeelte van het uit- 15 gangssignaal van elk van de vier lichtopvanggebieden, waarbij het uitgangsniveau van dit gedeelte hoger ligt dan een voorafbepaald niveau.
2. Volgfoutsignaalgeneratorinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de golfvormbehandelingsorganen zijn voorzien van begrenzers om de amplituden van de uitgangssignalen van de respectieve 20 vier lichtontvanggebieden te begrenzen.
3. Volgfoutsignaalgeneratorinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de golfvormbehandelingsorganen zijn voorzien van vergelijkingsorganen, die elk worden gebruikt voor het vergelijken van het instantane niveau van het uitgangssignaal van elk van de vier licht- 25 opvanggebieden met een voorafbepaald referentieniveau en het opwekken van een signaal, dat met het vergelijkingsresultaat overeenkomt.
4. Volgfoutsignaalgeneratorinrichting, gekenmerkt door een lichtopvangelement met vier lichtopvanggebieden, verdeeld door twee.rechte lijnen, welke elkaar snijden in een punt in de nabijheid van het mid- 30 den van de intensiteitsverdeling van gereflecteerde bundels, verkregen uit een optisch stelsel om lichtbundels op het registratieoppervlak van een registratiemedium te richten teneinde een informatie-uitlees- of registratielichtvlek te vormen, en organen voor het uitvoeren van een lo- fi / V· - ·.. i gische exclusieve somwerking ten aanzien van de respectieve uitgangssignalen van paren lichtopvanggebieden, welke symmetrisch zijn gelegen ten opzichte van het snijpunt van de twee rechte lijnen buiten de vier licht-opvanggebieden, teneinde een signaal op te wekken, dat overeenkomt met 5 het faseverschil tussen de respectieve uitgangssignalen van de organen voor het uitvoeren van de logische exclusieve somwerkingen
5. Een volgfoutsignaalgeneratorinrichting voor het op wekken van een volgfoutsignaal overeenkomstig de lichtbundels vanuit een spoor aan het oppervlak van een optische schijf welke volgfoutsignaalgene-10 ratorinrichting is voorzien van een uit vier delen bestaand lichtopvang-element, dat kruiselings in vier gelijke delen is verdeeld, eerste om-zetorganen voor het vergelijken van elk van de uitgangssignalen van twee delen van de vier gelijke delen in de ene diagonale richting van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement met een voorafbepaalde 15 drempelwaarde en het omzetten van elk van deze signalen in een binair signaal, tweede omzetorganen voor het vergelijken van elk van de uitgangssignalen van de resterende twee delen van de gelijke delen in de andere diagonaalrichting met een voorafbepaalde drempelwaarde en het omzetten van elk van deze signalen in een binair signaal, eerste EXOR-poortorga-20 nen voor het uitvoeren van de logische exclusieve somwerking ten aanzien van de binaire signalen, verkregen door de eerste omzetorganen, tweede EXOR-poortorganen voor het uitvoeren van de logische exclusieve somwerking ten aanzien van de binaire signalen, verkregen door de tweede omzetorganen, faseverschildetectieorganen voor het opwekken van een 25 pulssignaal met een pulsbreedte, welke overeenkomt met het faseverschil tussen de uitgangssignalen van de eerste en tweede EXOR-poorten, en inte-gratieorganen voor het integreren van de pulssignalen teneinde het volgfoutsignaal te verkrijgen, met het kenmerk, dat het uit de faseverschildetectieorganen verkregen pulssignaal een polariteit heeft, welke over-30 eenkomt met de faserelatie van de uitgangssignalen van de twee elementen op dezelfde plaats ten opzichte van de spoorrichting van het uit vier delen bestaande lichtopvangelement.
6. Volgfoutsignaalgeneratorinrichting voorzien van een lichtopvangelement met.vier lichtopvanggebieden, verdeeld door twee 35 rechtelijnen, welke elkaar snijden in een punt in de nabijheid van het midden van de intensiteitsverdeling van gereflecteerde bundels, verkre- p / c::; i s gen uit een optisch stelsel om lichtbundels op het registratieoppervlak van een registratiemedium te richten teneinde een informatie-uitlees-of registratielichtvlek te vormen, en tenminste een paar optelorganen voor het optellen van de respectieve uitgangssignalen van het paar licht-5 opvanggebieden, welke symmetrisch zijn gelegen ten opzichte van het snij punt van de twee rechte lijnen buiten de vier lichtopvanggebieden, teneinde als een volgfoutsignaal een signaal, overeenkomende met het faseverschil tussen de respectieve uitgangssignalen van de twee optelorganen op te wekken, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van niveau-10 detectieorganen voor het opwekken van een niveaudetectiesignaal, dat overeenkomt met het signaalniveau van het uitgangssignaal van elk van de vier lichtopvanggebieden en niveaubesturingsorganen voor het besturen van het signaalniveau van het uitgangssignaal van elk van de vier lichtopvanggebieden, dat door de twee optelorganen door middel van het niveau-15 detectiesignaal wordt beïnvloed.
7. Volgfoutsignaalgeneratorinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de niveaubesturingsorganen bestaan uit een verster-kerketen met variabele versterking om het uitgangssignaal van elk van de vier lichtopvanggebieden met de versterking, overeenkomende met het 20 niveaudetectiesignaal te versterken.
8. Volgfoutsignaalgeneratorinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de niveaubesturingsorganen bestaan uit een ver-sterkerketen met variabele versterking, welke in serie met de ingangs-weerstand van de optelorganen is verbonden en welke het mogelijk maakt, 25 dat de weerstandswaarde overeenkomstig het niveaudetectiesignaal verandert .
NL8703001A 1986-12-11 1987-12-11 Een volgfoutsignaalgenerator. NL8703001A (nl)

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP29622786 1986-12-11
JP61296227A JPH0834007B2 (ja) 1986-12-11 1986-12-11 トラツキングエラ−信号生成装置
JP29938386 1986-12-15
JP29938386A JPS63152029A (ja) 1986-12-15 1986-12-15 トラツキングエラ−信号生成装置
JP30050286A JPH0711867B2 (ja) 1986-12-17 1986-12-17 トラツキングエラ−信号生成装置
JP30050286 1986-12-17
JP786187 1987-01-14
JP786187A JPS63175234A (ja) 1987-01-14 1987-01-14 光学式デイスクプレ−ヤのトラツキングエラ−信号生成装置

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8703001A true NL8703001A (nl) 1988-07-01

Family

ID=27454812

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8703001A NL8703001A (nl) 1986-12-11 1987-12-11 Een volgfoutsignaalgenerator.

Country Status (2)

Country Link
US (1) US5258968A (nl)
NL (1) NL8703001A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0453681A2 (en) * 1990-04-25 1991-10-30 Pioneer Electronic Corporation Optical information reading apparatus

Families Citing this family (32)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4127840A1 (de) * 1991-08-22 1993-02-25 Thomson Brandt Gmbh Optische abtastvorrichtung
US5644560A (en) * 1991-12-26 1997-07-01 Sony Corporation Three-beam detecting system phase difference detector which eliminates phase difference error
EP1011097B1 (en) 1996-04-15 2002-01-16 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. An optical disk and a recording/reproduction apparatus
DE19627383A1 (de) * 1996-07-06 1998-01-08 Thomson Brandt Gmbh Gerät zum Lesen oder Beschreiben optischer Aufzeichnungsträger
DE19630887A1 (de) * 1996-07-31 1998-02-05 Thomson Brandt Gmbh Gerät zum Lesen und/oder Beschreiben optischer Aufzeichnungsträger
US6014354A (en) * 1996-11-06 2000-01-11 Sharp Kabushiki Kaisha Tracking control device for optical pickup
DE19723542A1 (de) 1997-06-05 1998-12-10 Thomson Brandt Gmbh Gerät zum Lesen und/oder Beschreiben optischer Aufzeichnungsträger
EP0895227A1 (en) 1997-07-31 1999-02-03 THOMSON multimedia A tracking system for optical storage media
EP0895228A3 (en) * 1997-07-31 1999-11-24 THOMSON multimedia S.A. A tracking system for optical storage media
JP3442984B2 (ja) * 1997-12-26 2003-09-02 シャープ株式会社 光ピックアップの位置制御装置
JP3422255B2 (ja) 1998-06-10 2003-06-30 富士通株式会社 トラッキング装置、及び光ディスク装置
DE19924733A1 (de) * 1999-05-31 2000-12-07 Thomson Brandt Gmbh Gerät zum Lesen oder Beschreiben optischer Aufzeichnungsträger
JP3439393B2 (ja) * 1999-08-30 2003-08-25 松下電器産業株式会社 トラッキング誤差検出装置
KR100354770B1 (ko) * 2000-12-26 2002-10-05 삼성전자 주식회사 차동 위상 검출디바이스 및 이를 채용한 트랙킹 에러신호검출장치
US7095685B2 (en) * 2001-01-25 2006-08-22 Dphi Acquisitions, Inc. System and method for detecting and recovering from an off-format state in an optical disc drive
JP3900418B2 (ja) * 2002-04-30 2007-04-04 パイオニア株式会社 トラッキングエラー検出システム及び方法
WO2004015692A2 (en) * 2002-08-06 2004-02-19 Koninklijke Philips Electronics N.V. Optical disk system with delay-difference detector without delay lines
CN1290096C (zh) * 2002-08-06 2006-12-13 皇家飞利浦电子股份有限公司 具有非线性控制的放大器的光盘***
US6771061B2 (en) * 2002-09-17 2004-08-03 Teradyne, Inc. High speed tester with narrow output pulses
JP4144535B2 (ja) * 2004-03-03 2008-09-03 ソニー株式会社 固体撮像装置、画素信号読出方法
KR100699851B1 (ko) * 2005-06-27 2007-03-27 삼성전자주식회사 트랙킹 신호 발생 장치 및 디지털 위상 제어기
US7856578B2 (en) * 2005-09-23 2010-12-21 Teradyne, Inc. Strobe technique for test of digital signal timing
US7573957B2 (en) 2005-09-23 2009-08-11 Teradyne, Inc. Strobe technique for recovering a clock in a digital signal
US7574632B2 (en) * 2005-09-23 2009-08-11 Teradyne, Inc. Strobe technique for time stamping a digital signal
US7378854B2 (en) * 2005-10-28 2008-05-27 Teradyne, Inc. Dual sine-wave time stamp method and apparatus
US7593497B2 (en) * 2005-10-31 2009-09-22 Teradyne, Inc. Method and apparatus for adjustment of synchronous clock signals
TWI345771B (en) * 2007-06-14 2011-07-21 Sunplus Technology Co Ltd Circuit for generating tracking error signal
CN102290066B (zh) * 2007-07-09 2014-04-02 凌阳科技股份有限公司 循轨误差信号产生电路
US20110141866A1 (en) * 2007-08-22 2011-06-16 Pioneer Corporation Tracking signal generation device and method, reproduction device and method, and computer program
US8718536B2 (en) 2011-01-18 2014-05-06 Marwan Hannon Apparatus, system, and method for detecting the presence and controlling the operation of mobile devices within a vehicle
US8686864B2 (en) * 2011-01-18 2014-04-01 Marwan Hannon Apparatus, system, and method for detecting the presence of an intoxicated driver and controlling the operation of a vehicle
CA2992459A1 (en) 2015-07-14 2017-01-19 Driving Management Systems, Inc. Detecting the location of a phone using rf wireless and ultrasonic signals

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8103117A (nl) * 1981-06-29 1983-01-17 Philips Nv Inrichting voor het beschrijven en/of uitlezen van een registratiedrager.
US4243850A (en) * 1979-02-07 1981-01-06 Eastman Kodak Company Apparatus for tracking a record track on a video disc
JPS5753830A (en) * 1980-09-12 1982-03-31 Sony Corp Tracking servo device for optical information signal reproducer
JPS57181433A (en) * 1981-04-22 1982-11-08 Olympus Optical Co Ltd Tracking system for optical disc reproducer
JPS5873023A (ja) * 1981-10-27 1983-05-02 Pioneer Electronic Corp 情報読取装置におけるトラツキングサ−ボ信号発生装置
JPS58150145A (ja) * 1982-03-03 1983-09-06 Toshiba Corp 光学式デジタルデイスクプレ−ヤのトラツキング制御回路
NL8300291A (nl) * 1983-01-27 1984-08-16 Philips Nv Inrichting voor het uitlezen van een optische registratiedrager.
JPS59167861A (ja) * 1983-03-14 1984-09-21 Sony Corp 光学式デイスク・プレ−ヤ−のトラツキング制御装置
JPS59145726U (ja) * 1983-03-16 1984-09-28 パイオニア株式会社 情報読取装置におけるサ−ボ装置
NL8303560A (nl) * 1983-10-17 1985-05-17 Philips Nv Inrichting voor het weergeven van informatie van een optisch uitleesbare registratiedrager.
JPS60195745A (ja) * 1984-03-16 1985-10-04 Pioneer Electronic Corp トラツキングサ−ボ信号生成方式
US4617654A (en) * 1984-06-12 1986-10-14 National Semiconductor Corporation Matrix circuit for optical disc systems
JPS61104337A (ja) * 1984-10-24 1986-05-22 Hitachi Ltd 光学的情報記録再生装置

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0453681A2 (en) * 1990-04-25 1991-10-30 Pioneer Electronic Corporation Optical information reading apparatus
EP0453681A3 (en) * 1990-04-25 1992-05-06 Pioneer Electronic Corporation Optical information reading apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
US5258968A (en) 1993-11-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8703001A (nl) Een volgfoutsignaalgenerator.
US4924455A (en) Apparatus for generating tracking error signals in a differential phase detection system
US4775968A (en) Tracking error detecting system for optical head
JPS60119641A (ja) トラッキングエラ−信号発生装置
US4520469A (en) Tracking servo system for optical-disc information reproducing apparatus
JP4018687B2 (ja) 光記録再生機器用のエラー信号検出装置
KR100259033B1 (ko) 광 픽업을 위한 트래킹 제어 장치
JPH0363135B2 (nl)
JPH01169741A (ja) トラック極性検出装置
KR20020038335A (ko) 광기록재생기기용 에러신호 검출장치
EP0523319B1 (en) A photo-detecting device
KR970071549A (ko) 광학 정보 재생 장치 및 그 제어 방법
US20080144460A1 (en) Tracking error detection method and optical disc reproduction apparatus using the same
US5144609A (en) Apparatus for tracking an optical disc
JPH11110766A (ja) 光学的蓄積媒体用トラッキングシステム
US20020064106A1 (en) Method and apparatus for reducing noise in a tracking error signal
US20030112723A1 (en) High-density optical pickup for rotating media
JP3512161B2 (ja) 光ディスク装置
JPH10112042A (ja) 光学的情報再生装置
JPH0554181B2 (nl)
JPH0248981Y2 (nl)
JP2912981B2 (ja) 光学情報記録再生装置
JPH0834007B2 (ja) トラツキングエラ−信号生成装置
JPH09288831A (ja) 光ディスクのトラッキング方法及び光ディスク装置
EP0823704A2 (en) Track-counting circuit in an optical disk drive

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed