NL8702962A - Inrichting voor het invoeren van stukgoed, in het bijzonder op een pallet geplaatst stukgoed, in een continu werkende transporteur. - Google Patents

Description

V

1 · NO 34816

Korte aanduiding: Inrichting voor het invoeren van stukgoed, in het bijzonder op een pallet geplaatst stukgoed, in een continu werkende transporteur.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het invoeren van stukgoed, in het bijzonder op een pallet geplaatst stukgoed, in een continu werkende transporteur.

In het verladingsproces bij schepen zijn de afgelopen 5 decennia belangrijke verbeteringen in efficiency en mechanisatie doorgevoerd. Terwijl vroeger voornamelijk in stukgoed beladen vrachtschepen werden gebruikt, vindt men heden containerschepen, bulkcarriers, row-row-schepen etc. Het verlaadsysteem is bij deze schepen sterk gemechaniseerd. De huidige stukgoedverlading via pallets en in 10 dozen kent echter nog steeds een beperkte technische ontwikkeling. De betrekkelijk geringe efficiency van palletverlading heeft tot inkrimping in deze sector geleid: van productiviteitsverhoging is in de stukgoedsector niet of nauwelijks sprake. In het bijzonder is het probleem van mechanisatie van het ontladingsproces tot nu toe niet 15 opgelost.

Echter sluit stukgoedtransport over zee goed aan op de in havens van ontwikkelingslanden bestaande behoefte, omdat dit type transport in het bijzonder geschikt is voor verpakte ladingen met een grote verscheidenheid in zowel aard als omvang van de lading. Bij 20 transport over zee heeft stukgoedtransport het voordeel dat met eenvoudige schepen van uiteenlopende afmetingen een grote ladings-dichtheid kan worden verkregen. Hoewel door palletisering een wereldwijd ingevoerde maatstandaard is ontstaan, staat het op pallets vervoeren van stukgoed onder druk en wel omdat in havens van hoog 25 ontwikkelde landen het verladingsproces naar aldaar geldende maatstaven inefficient verloopt. De arbeidsintensieve verlading leidt tot te lange ligtijden en dus tot hoge haven- en scheepsligkosten.

Indien men een aanmerkelijke efficiency- en kosten-verbetering van de stukgoedontlading in de havens van hoog ontwikkelde 30 landen tot stand zou kunnen brengen, zou gepalletiseerd stukgoedtransport zich beter kunnen handhaven en zich zelfs kunnen ontwikkelen.

Vooral de flexibiliteit naar aard van de lading en scheepsgrootte levert grote mogelijkheden.

Er zijn transportsystemen bekend waarmee stukgoed-35 ladingen vanaf een scheepsruim automatisch naar een bestemmingsplaats .8702962 * 2 bijvoorbeeld een havenkade zouden kunnen worden vervoerd. Een van die systemen is het zogenaamde Z-loda-systeem van de Amerikaanse firma Z-Loda Systems Engineering, Inc. New Canaan, Connecticut. Bij dit systeem zijn op onderling gelijke afstanden aan kettingen opgehangen 5 ladingplateau's langs verticale en horizontale trajecten verplaatsbaar. De ladingsplateau's zijn opgebouwd uit profielen, bijvoorbeeld koker-profielen, die aan hun beide einden van schalmen zijn voorzien waarbij opeenvolgende schalmen van de profielen scharnierbaar met elkaar zijn verbonden en een zodanige vorm bezitten, dat zij in een positie waarin 10 zij een plat vlak vormen, in slechts één richting kunnen scharnieren.

In verticale ladingstransporttrajecten hangen de horizontale plateau's bij elk van hun vier hoekpunten aan een ketting. In de verticale retourtransporttrajecten en het grootste deel van de horizontale transporttrajecten zijn de kettingen verenigd tot paren die over 15 dezelfde kettingwielen kunnen lopen. Details van dit systeem zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.583.550, 3.653.490 en 3.578.145, en in een folder van Z-Loda-systems.

Een probleem is hoe het niet automatisch aangevoerde stukgoed met een minimum aan mankracht soepel in het continue 20 transportsysteem kan worden ingevoerd. Een daartoe geschikt invoersysteem zal zodanige afmetingen moeten hebben dat het door scheepsluiken kan worden neergelaten.

De uitvinding geeft een oplossing voor dit probleem. Volgens de uitvinding omvat de in de aanhef genoemde inrichting ten 25 minste één afzetplatform en hefmiddelen om het afzetplatform te verplaatsen tussen een lagere positie, waarin stukgoed op dat platform kan worden afgezet, en een hogere positie waarin stukgoed naar een continu werkende transporteur kan worden overgebracht.

Om het afzetplatform naar genoemde hogere positie te 30 verplaatsen bestaan allerlei mogelijkheden. Bijvoorbeeld zou het afzetplatform kunnen zijn bevestigd aan een wagen die langs een schuine rail omhoog kan worden getrokken. De voorkeur verdient echter een inrichting die een vast transferplatform heeft op het niveau van de hogere positie van het afzetplatform, waarbij middelen aanwezig zijn om op het afzet-35 platform staand stukgoed in een hogere positie daarvan op het transferplatform over te brengen, en eveneens middelen aanwezig zijn om op het transferplatform staand stukgoed van dat platform naar de continu werkende transporteur over te brengen. Deze inrichting is compact en werkt efficient.

.8702962 * 3

Om in geval van gebruik van pallets balken aan de onderzijde van de pallets niet in de ongunstige dwarsrichting op afschuiven te belasten, met grote kans op beschadiging is het afzet-platform voorzien van een sponning waarin een schuifplaat is geplaatst, 5 waarbij genoemde middelen voor het overbrengen van het stukgoed van het afzetplatform naar het transferplatform de schuifplaat met daarop het stukgoed verplaatsen.

Ter verplaatsing van de schuifplaat kunnen kabels worden toegepast die elk om een aandrijfbare kabeltrommel en een aantal 10 omleidschijven zijn geleid.

Bij voorkeur is het afzetplatform aangebracht aan een kooivormig frame en is aan weerszijden van dat frame een afzetplatform geplaatst.

Met een dergelijke inrichting kan zeer snel worden 15 gewerkt. Er kan bijvoorbeeld een capaciteit van 240 stuks per uur worden bereikt.

Om op het transferplatform staand stukgoed van dat platform naar de continu werkende transporteur over te brengen wordt liefst gebruik gemaakt van middelen die bestaan uit een hydraulisch of 20 pneumatisch bedienbare duwarm die scharnierbaar in de kooi van het frame is opgehangen.

Van groot belang is dat de invoerinrichting in staat is zelf in te breken in een op de vloer van een scheepsruim geplaatste laag van stukgoed voorziene pallets. Daarom is op het kooivormig frame 25 een inrichting voor het inbreken in de lading van het ruim van een schip aangebracht in de vorm van een draaiarm en een daarlangs verplaatsbare hijskat.

Om handvorktruckjes, die na het inbreken de pallets opnemen en naar het afzetplatform transporteren, gemakkelijk over dat 30 afzetplatform te kunnen laten rijden is het afzetplatform voorzien van twee opritstukken voor die truckjes.

De uitvinding betreft tevens een inrichting voor het ontladen van scheepsruimen. Deze omvat ten minste één verticaal transportdeel en ten minste één horizontaal transportdeel, in welke 35 transportdelen een voor horizontaal en verticaal vervoer geschikt transportsysteem is aangebracht, bestaande uit aan kettingen opgehangen plateau's die zijn opgebouwd uit profielen die zijn bevestigd aan schalmen van zodanige vormgeving dat zij vanuit de onderlinge stand waarin de profielen een plat vlak vormen in slechts één richting kunnen .8702962 4 scharnieren. Deze inrichting is gekenmerkt doordat aan het ondereinde van een verticale al of niet telescopische schacht, waarin genoemd verticaal transportdeel is opgenomen een bovengenoemde invoerinrichting scharnierbaar is aangebracht, waarbij ter hoogte van en grenzend aan het 5 vaste transferplatform van de invoerinrichting het transportsysteem kettingomleidrollen heeft, waarmee een plateau van het transportsysteem zodanig in een belastingopnemende stand kan worden geleid dat de voorrand van het plateau afbeweegt van het transferplatform waarbij regel-middelen aanwezig zijn om de duwarm van de invoerinrichting te bedienen 10 op het moment dat een plateau bij het vormen van de belastingopnemende stand met zijn voorrand van het transferplatform begint weg te bewegen.

Door de scharnierbare ophanging van de invoerinrichting en beheersing van de scharniering door hydraulische of pneumatische cilinders of dergelijke kan het afzetplatform bij slagzij 15 van het schip op de vloer van het ruim blijven staan, terwijl de schacht verticaal blijft hangen. De onderrand van deze schacht kan periodiek worden opgetrokken en neergelaten als compensatie voor het omhoog respectievelijk omlaag komen van het schip bij het laden. Een op het vaste transferplatform staand pallet met lading kan vloeiend en zonder 20 enige kans op beschadiging van de pallets op een plateau van het continue transportsysteem worden gevoerd.

Overigens is de toepassing van de invoerinrichting niet beperkt tot het Z-loda-transportsysteem.

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren, 25 waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven, nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een zij-aanzicht van een inrichting voor het ontladen van scheepsruimen waarin gepalletiseerd stukgoed is opgeslagen.

30 Figuur 2 toont perspectivisch een aanzicht van een gedeelte van figuur 1 op grotere schaal waarbij in het bijzonder een invoereenheid is getoond om een continu werkende transporteur discontinu te kunnen beladen.

Figuur 3 toont een zij-aanzicht van de inrichting 35 volgens figuur 2.

Figuur 4 toont een perspectivisch aanzicht van bij de invoerinrichting volgens figuren 2 en 3 te gebruiken middelen voor verplaatsing van een schuifplaat.

Figuur 5 tot en met 12 tonen opeenvolgende fasen bij .8702962 5 het inbreken in een lading gepalletiseerd stukgoed en de verdere afhandeling van de ontlading.

Figuur 13 toont enigszins schematisch een perspectivisch aanzicht van het continue transportsysteem.

5 Figuur 14 toont perspectivisch een detail van het transportsysteem volgens figuur 13.

De figuren 15 en 16 tonen zij-aanzichten van de bij de transportsystemen te gebruiken plateau's.

De weergegeven inrichting is bestemd voor het lossen 10 van schepen die met stukgoed, bij voorkeur gepalletiseerd stukgoed zijn beladen.

Een te lossen schip is met 1 en de kade met 2 aangeduid. Op de kade is een kraan 3 met een nader te beschrijven continu werkend transportsysteem verrijdbaar. Deze kraan heeft een in 15 het schip te brengen verticale schacht 4, een horizontaal brugdeel 5 en een afvoerdeel 6. De verticale schacht 4 is langs het brugdeel of tezamen met het brugdeel horizontaal loodrecht op de kaderichting verplaatsbaar en bestaat uit telescopisch ten opzichte van elkaar beweegbare delen of is één verticaal verplaatsbaar geheel. Door 20 verplaatsing van de kraan 3 over de kade en van de verticale schacht 4 langs het brugdeel 5 kan het ondereinde van de schacht 4 juist boven een geopend luik worden gemoeuvreerd, waarna de schacht telescopisch wordt verlengd, of in zijn geheel daalt, tot de onderrand met een schakelaar 7 in aanraking komt met een lading of een dek.

25 Het transportsysteem in de kraan is het op zichzelf bekende Z-loda-systeem waarvan enkele details in de figuren 13 tot en met 16 zijn getoond.

Het Z-loda-systeem omvat vier kettingen zonder einde 8a tot en met d waarin op onderling gelijke afstand plateau's 9 zijn 30 opgehangen. De kettingen zijn in de verticale transporttrajecten in de niet transporterende horizontale trajecten tot paren 8a, 8b, 8c, 8d verenigd. Elk paar kan over een omleid- of aandrijfkettingwiel lopen.

De plateau's 9 bestaan uit op afstand van elkaar geplaatste koker-profielen 10 die aan hun einde zijn bevestigd aan kettingschalmen 11a, 35 11b van zodanige vormgeving dat de schalmen vanuit de stand waarin de profielen 10 een plat vlak vormen, in slechts één richting kunnen scharnieren. Figuur 15 toont met een pijl de belasting die op een plateau 9 kan worden uitgeoefend, terwijl figuur 16 de buiging van een plateau toont.

.8702962 6

In figuur 1 zijn met pijlen de bewegingsrichtingen van de plateau's getoond.

De plateau's 9 zijn bestemd om uit een scheepsruim afkomstig gepalletiseerd stukgoed 12 naar de kade 2 te transporteren.

5 Het transportsysteem in de kraan 3 werkt continu. Om discontinu aangevoerde pallets in dat transportsysteem in te voeren, wordt gebruik gemaakt van een invoerinrichting 13, die bij 14 scharnierbaar met het onderste deel van de verticale schacht 4 is verbonden.

Deze invoerinrichting 13 omvat een kooi 15 met aan 10 weerszijden een afzetplatform 16a, 16b. Elk van deze afzetplatforms is bevestigd aan een raam 17 dat langs zijstijlen van de kooi 15 over zekere afstand op en neer verplaatsbaar is door middel van een lier 18. In de bovenste stand van elk afzetplatform bevindt het bovenvlak ervan zich op dezelfde hoogte als het bovenvlak van een transferplatform 19 15 dat vast in de kooi 15 is aangebracht.

Het transportsysteem in de verticale schacht 4 heeft aan zijn ondereinde een horizontaal transportgedeelte 20 (figuren 3 en 13). Een in dit deel in de horizontale belastingopnemende stand gebracht plateau 9 ligt op dezelfde hoogte als het transferplatform 19 in de kooi 20 15 (figuur 3).

Elk van de afzetplatforms 16a, 16b is voorzien van een sponning waarin een schuifplaat 21 is aangebracht. Deze schuifplaat is verbonden met twee kabels 22 die elk over een kabeltrommel 23 zijn geleid. De trommels zijn op dezelfde as aan een raam 17 gelagerd en 25 kunnen door een motor 24 worden aangedreven. De kabels zijn zodanig over horizontale schijven 25 en verticale schijven 26 geleid dat door verdraaien van de trommels 23 in de ene of de andere richting de schuifplaat 21 uit de sponning van het afzetplatform 16a, 16b op het transferplatform 19 of vanaf dit platform 19 terug in de sponning beweegt. Elk 30 afzetplatform 16a, 16b is aan twee tegenover elkaar gelegen zijden, die evenwijdig aan de schuifrichting van de schuifplaat 21 lopen, van een oprit 27 voorzien.

Aan de onderzijde van de schacht 4 zijn twee hand-pallettruckjes 31 aangebracht, waarmee op een pallet staand stukgoed 35 naar een afzetplatform 16a, 16b kan worden vervoerd. Via een oprit 27 kan een bedieningspersoon de beladen handpallettruck op een schuifplaat 21 rijden, het pallet met stukgoed op de schuifplaat achterlaten en de truck via de andere oprit van de schuifplaat afrijden. Na het raam 17 met het beladen afzetplatform in de hoogste stand te hebben gebracht met . 87 02962 7 de lier 18, wordt de kabeltrommel 23 zodanig bediend dat de schuifplaat 21 met pallet op het transferplatform 19 rust. Door middel van een door hydraulische of pneumatische cilinders 28 te bedienen duwarm 29 kan het pallet met stukgoed op een plateau 9 van het transportsysteem van de 5 kraan 3 worden geduwd (zie figuren 3 en 13). Er zijn regelmiddelen aanwezig die, nadat is vastgesteld dat het transferplatform 19 is beladen, de cilinders 28 van de duwarm 29 bedienen op het moment dat een plateau 9 met zijn voorrand het horizontaal gelegen bovenpart van het onderste gedeelte van het transportsysteem in de schacht 4 van de 10 kraan 3 bereikt. De duwarm duwt het pallet met stukgoed 12 met de snelheid van het transportsysteem op het genoemde plateau 9, zodat bij deze verplaatsing het pallet niet kan worden beschadigd.

Het scharnier 14 tussen de invoerinrichting 13 en de schacht 4 is ter hoogte van het transferplatform 19 aangebracht zodat 15 zich bij aanpassingen van de stand van de invoerinrichting 13 aan de slagzij van het schip, waarin de schacht is afgedaald, geen problemen bij de verplaatsing van stukgoed van het transferplatform 19 op een plateau 9 kunnen voordoen. Overigens wordt de kantelbeweging beheerst door een pneumatische of hydraulische cilinder 30.

20 Om in de lading in een scheepsruim te kunnen inbreken is op de kooi 15 van de invoerinrichting een draaiarm 32 aangebracht in de vorm van een rail waarlangs een loopkat 33 met hijsvoorziening 34 kan bewegen.

De regelkast van de invoerinrichting 13 is met 35 25 aangeduid.

De figuren 5 tot en met 12 tonen de verschillende stadia van toepassing van de inrichting. In de figuren 5 en 6 is te zien hoe de draaiarm 32 in de dichtopeengepakte, uit gepalletiseerd stukgoed bestaande lading inbreekt met behulp van zogenoemde hijs-30 banden (35) (slings) of een zogenoemde C-haak (36). Elke pallet wordt op een afzetplatform 21 geplaatst en door de beschreven invoerinrichting in het continue transportsysteem van de kraan 3 ingevoerd.

Figuur 7 laat zien hoe een handpallettruckje 31 op een afzetplatform 16a naar het door het inbreken vrijgemaakte vloerdeel 35 van een scheepsruim wordt gebracht. Uit figuur 8 blijkt hoe dat truckje vervolgens pallets op het afzetplatform plaatst die volgens figuren 9 tot en met 12 in het transportsysteem worden ingevoerd, waarbij geleidelijk meer truckjes 31 worden ingezet.

Binnen het kader van de uitvinding zijn vele wijzi- .8702962 8 gingen en varianten mogelijk. Wezenlijk voor de uitvindingsgedachte is dat stukgoed discontinu op een afzetplatform wordt geplaatst, welk afzetplatform in een positie wordt gebracht waarin het stukgoed hetzij direct vanaf dat afzetplatform hetzij via een transferplatform 5 gecontroleerd in een continu werkend transportsysteem wordt ingevoerd. In het geval dat het stukgoed direct vanaf het afzetplatform in het continu werkende transportsysteem wordt ingebracht, zal dit platform niet alleen omhoog maar ook horizontaal moeten bewegen om in een positie grenzend aan een opneemdeel van het continue transportsysteem 10 te worden gebracht. De constructie met zowel afzetplatform als transferplatform verdient echter de voorkeur.

De pallets zullen dwars op de lengterichting van hun steunbalken door middel van de schuifplaat 21 op het transferplatform 19 en in de lengterichting van die balken van het transferplatform 19 15 op een plateau 9 van het transportsysteem worden ingebracht.

Beschadiging van de steunbalken van de pallets is daarom uitgesloten.

De kraan 3 kan ook voor het laden van een schip met gepalletiseerd stukgoed worden gebruikt mits de invoerinrichting 13 wordt vervangen door een geschikte uitvoerinrichting, waarmee continu 20 aangevoerd stukgoed soepel op handheftruckjes kan worden geladen.

De aanwezigheid van een inbreekarm op het frame van de invoerinrichting is praktisch van groot belang.

Uit figuur 2 blijkt dat de handpallettrucks (31) onder aan de schacht 4 in een specifieke bergplaats zijn gestald. Ook 25 de C-haak 36 kan op een dergelijke wijze worden opgeborgen. Daarmee wordt voorkomen dat de pallettrucks en de C-haak bij iedere inbreek-procedure tijdelijk op de kade moeten worden geplaatst. Zij zijn door de handige opberging onder aan de schacht direct ter beschikking.

.8702962

Claims (11)

1. Inrichting voor het invoeren van stukgoed, in het bijzonder op een pallet geplaatst stukgoed, in een continu werkende transporteur, omvattende ten minste één afzetplatform (16a, 16b) en hefmiddelen (17, 18) om het afzetplatform te verplaatsen tussen een lagere positie, waarin stukgoed op dat platform kan worden afgezet, en een hogere positie waarin stukgoed naar een continu werkende 5 transporteur kan worden overgebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de inrichting een vast transferplatform (19) heeft op het niveau van de hogere positie van het afzetplatform (16a, b) en dat middelen (21 tot en met 26) aanwezig zijn om op het afzetplatform 10 (19) staand stukgoed in de hogere positie daarvan op het transfer- platform (19) over te brengen, evenals middelen (28, 29) om op het transferplatform (19) staand stukgoed van dat platform naar de continu werkende transporteur over te brengen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het 15 kenmerk, dat het afzetplatform (16a, b) is voorzien van een sponning waarin een schuifplaat (21) is geplaatst, en dat genoemde middelen voor het overbrengen van stukgoed van het afzetplatform naar het transferplatform de schuifplaat met daarop het stukgoed verplaatsen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het k e n m e r k, dat de middelen ter verplaatsing van de schuifplaat kabels (22) omvatten, die elk om een aandrijfbare kabeltrommel (23) en een aantal omleidschijven (25, 26) zijn geleid.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat het afzetplatform (16a, b) is aangebracht aan een kooivormig frame (15).

6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat aan weerszijden van het kooivormige frame (15) een afzetplatform (16a, 16b) is aangebracht.

7. Inrichting volgens conclusies 2 en 5, m e t het kenmerk, dat de middelen om op een transferplatform (19) staand stukgoed van dat platform naar de continu werkende transporteur over te brengen bestaan uit een hydraulisch of pneumatisch bedienbare duwarm (29) die scharnierbaar in de kooi van het frame (15) is 35 opgehangen. .8702962

8. Inrichting volgens één van de conclusies 5 -7, met het kenmerk, dat op het kooivormige frame (15) een inrichting voor het inbreken in de lading van het ruim van een schip is aangebracht in de vorm van een draaiarm (32) en een daarop verplaats- 5 bare hijskat (33, 34).

9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afzetplatform (16a, b) is voorzien van twee opritstukken (27) voor handvorktruckjes.

10. Inrichting voor het ontladen van scheepsruimen, 10 voorzien van ten minste één verticaal transportdeel (4) en ten minste één horizontaal transportdeel (5) in welke transportdelen een voor horizontaal en verticaal vervoer geschikt transportsysteem is aangebracht bestaande uit aan kettingen (8a tot en met d) opgehangen plateau's (9) die zijn opgebouwd uit profielen (10) die zijn bevestigd 15 aan schalmen (lla, b) van zodanig vormgeving dat zij vanuit de onderlinge stand waarin de profielen een plat vlak vormen in slechts één richting kunnen scharnieren, met het kenmerk, dat aan ht ondereinde van een verticale telescopische schacht (4), waarin genoemd verticaal transportdeel is opgenomen, een invoerinrichting (13) volgens 20 conclusie 7 scharnierbaar is aangebracht, waarbij ter hoogte van en grenzend aan het vaste transferplatform (19) van die invoerinrichting het transportsysteem kettingomleidrollen heeft, waarmee een plateau (9) van het transportsysteem zodanig in een belasting opnemende stand kan worden geleid dat de voorrand van dat plateau van het transferplatform 25 (19) afbeweegt, waarbij regelmiddelen aanwezig zijn om de duwarm (29) van de invoerinrichting te bedienen op het moment dat een plateau bij het vormen van de de belasting opnemende stand met zijn voorrand van het transferplatform (19) begint weg te bewegen.

11. Inrichting volgens conclusie 10, m e t het 30 kenmerk, dat in het ondereinde van genoemde schacht één of meer bergplaatsen voor handpallettrucks (31) en/of een C-haak (36) zijn ondergebracht. .8702962